JACFjtó
MDÉÊLlGSr,
2Ï3 Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
Volksontwikkeling.
(manufacture.
KMUGSTJ
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen.
Buitenl. nieuws.
„De Adelaar"
Niet praten over
malaise
Provinciaal Nieuws
ZATERDAG 24 JANUARI 1931
Twee en Vijftigste Jaargang No 4
(manufacture).
BLIJKEN l
TOCH HET J
N MAAS
BLIJKEN
TOCH HET
a
PRIJS DER ADVERTENTIEN: 1—8 regels 60 cent, elke regel meer 7';» cl.
bij abonnement lagere tarieven.
UitïüTe ran FiRHA VAN DEN MUNCKHOF VENRAY
Telefoon 51 GIRO 150652
ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ct., per post 75 cent
voor het buitenland f 1.05 bq vooruitbetaling, afzondert, nummers 5 cent
Luxorgebouw Venray.
Mahatma Gandhi.
Van een Griekschen wijsgeer ver
baalt men. dat hij midden op den
dag met een brandende lantaarn op
de straat en op de markt l?ep, naar
het scheen iets te zoeken. Voorbij
gangers vroegeD hem belangstellend
wat hij zocht. Men kan zich voor
stellen dat er enkele van die behulp
zame menschen reeds hun oogen
scherpten en ze speurend over den
grond deden gaan alvorens het ant
woord af te wachten, in de hoop
den wijzen man een plezier te kunnen
doen en hem het verloren kleinood
ter hand te kunnen stellen.
Wij hebben het dan ook nooit
galant van den wijsgeer gevonden,
dat hij aan de belangstellenden mede
deelde, dat hij „menschen" zocht.
Nu en dan bereiken ons berichten
dat een of andere regeering met een
lantaarn onder al de groote mannen
van het land, wier leven in het volle
daglicht staat, „menschen" moet gaan
zoeken, om een leidende verant
woordelijke functie in Indië te kunnen
waarnemen.
Wij lezen dat wel, maar nut voor
ons leven trekken de meesten er
niet uit.
Wij, Westerlingen, praten graag
over galles en nog wat, ook over
lndië en de Indische toestanden.
Als iemand eens zou wagen te
onderzoeken, waar onze groote In
dische kennis vandaan komt, dan
zou men misschen moeten teruggaan
tot een treinreis, die terzelfder tijd
enkele coupe's hooger op ook werd
afgelegd door een Oostgaager.
Velen van ons hebben een idee
over Britsch-Indië alsof daar de be
schaving niet veel hooger staat als
in de binnenlanden van Afrika. Wij
meenen dan ook verplicht te zijn ons
verre de meerderen te voelen.
Het is danlook niet te verwon
deren. dat de persoon van Gandhi
en de heele beweging in Britsch-
Indië ons vele raadselen opgeeft.
Wie is de Mahatma Gandhi, die
driehonderd millioen menschen in
beweging gebracht heeft, die het
Britsche Keizerrijk op zijn grondvesten
heeft doen schudden en die in de
menschelijke «politiek de machtigste
golving heeft gewekt sedert ongeveer
tweeduizend jaren
Misschien hebben wij reeds een
of meerdere foto's van dezen Mahatma
(Groote.Ziel) gezien, ons voorstellend
een kleinen tengeren man met smal
gezicht en groote, van het hoofd
afstaande ooren.
Hij draagt een witte muts en een
kleeding van witte ruwe stof, de
voeten bloot.
Hij voedt zich met rijst en vruch
ten. drinkt slechts water, bijlegt zich
op den |vloer te slapen, slaapt weinig,
werkt voortdurend.
Pearson denkt, bij het leven van
hem, aan Franciscus van Assisië.
Romain Rolland zegt van hem, dat
hij eenvoudig is als een,kind, zacht
en beleefd zelfs tegenover zijn tegen
standers en'van 'een blanke^oprecht
heid
Hij gebruikt geen enkele diplomaten
kunst en zoekt geen oratoriscn effect,
sterker nog, hij vermijdt dit.
Hij is ook afkeerig van de uitingen
der volksgunst, die door zijn persoon
worden opgewekt en waarbij zijn
tengere gestalte soms het gevaar zou
loopen van verpletterd te worden,
zonder j£: de hulp" van zijn vriend
Maulana Shaukat Ali, die zijn athleten-
ltchaam tot een borstwering^voor
hem maakt.
A.s. Maandag 26 Januari om acht
uur zal Aalmoezenier Roncken in het
Luxorgebouw het leven van Mahatma
Gandhi behandelen en zoo ons een
kijk geven op een leven en een
beweging, die ook voor ons land
van onberekenbare beteekenis kun
nen worden, zooals reeds de vorige
week in Peel en Maas even is toe
gelicht.
De Z. E. Heer Roncken is een
knap en een'goed spreker, die voor
zeker, dit bewijst het wetenswaardige
onderwerp, ook voor ons interessant
zal weten te behandelen.
'Een enkele blik in de
Russische hel
Uit Noord-Rusland.
Zoo nu en dan komen er, naar
men weet, met houtschep n versteke
lingen mee uit de roode hel van
Noord-Rusland, die mededeelingen
doen over de onbeschrijfelijke wreed
heid waarmede het Paradijs daar
wordt ingevoerd. Dat de Bolsjewie
ken gelooven aan de mogelijkheid
van een communistische samenleving
(zonder God of gebod nog wel), is
op zich zelf al onbegrijpelijk, maar
dat de leiders, die zelf vroeger ver
volging en verbanning gekend heb
ben, nu te keer gaan als duivels, daar
staat in dezen alfcruïstischen tijd het
verstand voor stil.
Een interview.
De „N. Rotterdamsche Crt." heeft
den bekenden schrijver Brusse een
paar verstekelingen laten intervieuwen.
Wat die menschen of liever een,
die Duitsch kent, de ander sprak
alleen Russisch vertellen, zou
ongelooflijk zijn, als het heele ver
haal, dat al een paar weken loopt,
niet het karakter van algeheele op
rechtheid droeg. De verhaler was een
zgn. koelak, een man, die misschien
een paar honderd roebel meer had
dan anderen in zijn dorpje en „dus"
weg moest 1
Er blijkt uit het relaas, dat het
beele dorp absoluut tegen de com
munistische methode van gezamenlijk
boeren was en dat er daarom telkens
een paar worden weggevoerd. Tel
kens werd e?n ander, die iets meer
bezat dan de rest, weggevoerd als
koelak en zijn armzalig boeltje werd
dan ingepikt voor het onderling be
drijf.
Een vreeseiyko historie.
De man werd, met een kleinen
voorraad etenswaar, met vrouw en
kinderen naar een trein gebracht, die
eenige dagen wachtte tot hij volge
propt was (in goederenwagens) met
honderd „koelakken" met familie.
Van Zuid-Rusland (Odessa) giog de
tocht dan dagenlang naar het Noor
den. Na vele dagen sporens (op zich
zelf al een gruwel) kwam men in
een stadje, waar vrouwen en kinderen
moesten achterblijven. De 30 kerken
van de stad lagen alle vol met zulke
gezinnen, die er half genoeg te eten
kregen en voor welke er verder geen
verzorging was. Vele vrouwen en
kinderen stierven er.
De mannen werden in kudden
eenige dagreizen verder gevoerd,
waar ze in een kamp werden onder
gebracht, nauwelijks te eten kregen
en heel den dag hout moesten hakken.
En nu laten we even iets hooren
van wat Brusse den man Iaat ver
tellen
„De commandant over al deze
mannen was een drie en twintig
jarige jongen, lid van een communis
tische jeugdvereeniging. lederen mor
gen in de vroegte hield hij appèl
over ons, dan gingen we in groepen
naar de verschillende'houtkampen,
heelemaal aan onszelf overgeleverd,
Want hierbij wordt voor de tucht
dan altijd gerekend op onderlinge
spionnage en verklikkerij, om zich
zelf voordeelen te bezorgen.
De meesten van ons hadden van
het geld, dat zij bij hun verbanning
hadden mogen meenemen, nog wel
iets overgehouden. We werkten in
ploegen van acht man. Zoodra we
nu 's morgens uit 't gezicht van den
commandant waren, deserteerde er
een van de acht op zijn beurt, om
te zien wat eten te koopen, zooals
aardappelen, meel, melk. Aanvanke
lijk wisten we in de bosschen niet
den weg naar een dorp, om dit
voedsel machtig te worden. En den
eersten tijd blijven ze er vaak een
heelen dag voor rondzoeken. Maar
de commandant merkte na afloop niet,
dat hij niet meegehakt had.
Zoo lukte 't mij eens, van een
boer een geslacht paard te koopen
voor vijf en twintig kopeken 't pond
van vier honderd gram. Wij
sliepen nu niet in hutten, maar we
waren uitbesteed in de kleine gehuch
ten, waarvan er heel wat in en om
deze wouden liggen. Daar waren we
uitbesteed voor den nacht bij de
boeren. Zij hebben in hun huizen
een winter- en een zomerkamer. In
de winterkamer woonden ze'natuur-
lijk zelf. De zomerkamer was dus
voor ons. Maar in deze ongebruikte
kwartieren krioelde het van wand
luizen. Hierheen sleepten we wat we
hadden kunnen bijkoopen tegen den
honger. De man, die het gekocht
had, moest 't ook in een emmer
koken. Zoo kookte ik dien eersten
keer voor ons achten het paarden-
vleesch, en 't was ellendig om te
zien zoo gulzig als de uitgerammelde
makkers er 's avonds op aanvielen.
Want in al dien tijd hadden we
geen vleesch gezien. En tot de maand
Mei bleven we zoo bivakkeeren.
De correspondentie.
Nu en dan kwamen er brieven van
onze vrouwen. Dat waren heel
droevige brieven. Ik heb toen ook
den brief gekregen waarin stond, dat
mijn kleine jongetje van nog maar
twee jaar oud in dat vreeselijke
klooster gestorven was, - zonder
dat z'n vader 't eens had geweten.
En ik voelde 't alsof ze me 'n arm
of 'n been afgehakt hadden, om
dat ik zoo veel hield van dat lieve
Fritsje. Ook aan de andere vaders
schreven hun vrouwen van een ver
schrikkelijke epidemie onder de kin
deren in dit overbevolkte oude ge
bouw. lederen dag gingen er twintig
tot dertig aan dood. Gauw kreeg ik
dan ook weer 'n brief, dat mijn
twee andere jongetjes er eveneens
aan ziek lagen, en dat er heelemaal
geen geneeskundige hulp of verple
ging bij was. Daarop kwam er een
derde brief, Augus en Leo waren
weer beter, maar de oudste liep ge-;
vaar om blind te worden, want z'n
beide oogen waren zoo gezwollen,
dat ze heelemaal dicht zaten.
Wat een angsten en ellende heb ik
toen uitgestaan, dat mijn lieve vrouw
in haar zwangerschap dit alles zonder
mij moest lijden. Alle mannen bij
ons kregen in die dagen doodsbe
richten van hun kinderen. Een
kameraad, van drie kinderen in één
nacht en het vierde de volgenden
dag.
Sterven als muizen
Want in dien tijd van een maand
zijn er in dat klooster acht honderd
kinderen gestorven. En dit weet ik
nu van één klooster. Maar hoe veel
kloosters en kerken waren er hier
in 't Noorden niet volgepropt met
gezinnen van bannelingen In de
stad Wologda alleen waren dertig
kerken vol gedreven met meest
vrouwen en kinderen. En in alle
steden van dit gebied was dit overal
net zoo. En overal heerschte deze
epedemie, die we roodvonk noem
den.
Ontsnapt
Tot in de eerste dagen van Mei
onverwachts een schip de rivier
kwam afvaren, herkomstig van de
stad Wologda. Dadelijk drong het
bericht van die gebeurtenis tot ons
in de bosschen door. We lieten het
werk in den steek en we holden
door naar de haven. En van schrik
wisten we niet wat we zagen.
want die boot bracht ons onze
vrouwen en de overgebleven kinde
ren. Daar stond de lieve Maria,
daar was vader, m'n twee zoontjes.
Maar toen kon ik m'n tranen niet
langer inhouden, zoo ellendig zagen
die beide jongens er uit. Leo had
zijn rechter o ig verlorenen vel
over been was 't zoo waren allebei
die gezonde flinke jongens daar uit
geteerd. En al de kameraden waren
over dit weerzien van hun vrouwen
en kinderen even ontdaan, zoo ver
schrikkelijk afgevallen als ze daar
allemaal voor ons stonden en vooral
ook om kleinen, die ze nu zagen,
dat ze er niet meer waren.
Heb ik dan te veel gezegd, toen
ik zeide, dat we nu in handen van
moordenaars waren gevallen
Tot zoover de „N. R. Crt."
Onder Iwan II.
En heel de beschaafde wereld
blijft met droge oogen dit alles aan
zien. Hoe dikwijls grijpen de Mogend
heden in, als er elders gruwelen van
minder gehalte gebeuren. Maar dan
zitten er gewoonlijk eigenbelangen
achterZou „men" nu denken dat
Iwan de Verschrikkelijke II alléén
Rusland treft en dat zijn lugubere
„proeven" Europa en de verdere
wereld niet aangaan
Als men dan maar niet spoedig
bedrogen zal uitkomen.
220 personen naar Siberië
verbannen.
Naar uit Moskou mordt gemeld,
is aldaar den laatsten tijd een crisis
ontstaan in de ravitailleering van de
stad en omgeving.
De Gepoe heeft ontdekt, dat een
groep personen, die betrekkingen
onderhielden met de Moskousche
vakvereenigingsbonden, een groot
opgezette actie voerden voor opdrij
ving der groenteprijzen.
In verband hiermede werden tal
rijke personen gearresteerd en naar
Siberië verbannen.
In den loop van deze week onder
gingen 220 personen dit lot.
A.s. „onvermijdelijke" oorlog,
Admiraal Pratt, de opperbevelheb
ber van de Amerlkaansche marine,
heeft voor de „vereeniging tot onder
zoek van oorlogsoorzaken en voor
koming van nieuwe oorlogen" een
twee uur lange rede gehouden, waarin
van internationaal standpunt vooral
belangrijk was, 's prekers opmerking,
dat hij een nieuwen oorlog onver
mijdelijk achtte.
Spreker was het eens met prof.
Shotwell, waar deze zegt, dat volgens
het pact van Kellogg die staat aan
valler is, welke weigert zich bij een
conflict aan arbritage te onderwer
pen.
Het Londensche vlootverdrag is
volgens Pratt gegrondvest op de
overtuiging, dat Engeland en de
Vereenigde Staten nooit oorlog
zullen behoeven te voeren tegen
elkaar.
In toekomstige oorlogen zullen zij
in tegendeel gezamelijk optreden,
hetzij actief wanneer neutraliteit,
egoïstisch of ongerechtvaardigd zou
zijn of als de Westelijke cultuur op
het spel stond, hetzij passief ter
handhaving van den vrede en loca-
lsseering van conflicten.
Het Londensche vlootverdrag heeft
aan twee mogendheden de heer
schappij ter zee gegeven en deze
zullen zij bij een eventueelen oorlog
naa.- s;r. hoopt als neutralen, in
dienst van de rechtvaardigheid ge
bruiken.
Ten aanzien van de vrijheid der
zeeën zei de admiraal, dat het stand
punt der neutralen, die de vrijheid
der zee vragen, om aan den oorlog
te verdienen, egoïstisch en onhoud
baar is. Veel humaner is in een der
gelijk geval een absolute blokkade,
om aan het moorden snel een eind
te maken,
Amerika heeft in het verleden
zelfs op rechten der neutralen inbreuk
gemaakt, b.v. bij de blokkade van
Havanna, in den Spaanschen oorlog,
en in het jaar 1917, toen het op de
Hudson Nederlandsche schepen in
beslag nam, nadat het van tevoren
voor zichzelf vergaande neutrale
rechten geëischt had.
Pratt wees verder nog op de
organisatie van de verzorging van
de burgerlijke bevolking van oor
logvoerende staten met levensmidde
len uit neutrale landen, zonder dat
daarbij zakelijk winst gemaakt werd.
Ellende in Dnitsehland
De Minister van Rijksweer heeft
een decreet afgekondigd inzake hulp
maatregelen van de weermacht ter
leniging van den algemeenen nood.
Daarin worden de militaire dis
trictsgouverneurs van het leger en
de stationscommandanten der Marine
bevolen, in nauwe samenwerking
met autoriteiten, vereenigingen ten
algemeenen nutte, officieele en niet-
officieeie liefdadigheidsinstellingen,
de hulpmiddelen van de weermacht
te gebruiken.
Binnen het kader van dezen maat
regel zullen veldkeukens tot spijziging
van behoeftigen e. d. beschikbaar
worden gesteld.
Méér wintereieren
v»n zeer fijnen iiruak door
BERTELS'
KUNSTKORREL'
Volledig degranboen, niet» bijvoeren I
Waar niet verkrijgbaar, proef 5 Kilo f 1,20. postwiuef.
Octrooi in 10 Staten. Let op Loodje en Label, er zijn namaakte!».
BERTELS' OLIEFABRIEKEN N.V., afd. KUNSTKORREL, A'dam
wel geheel onnoodig, alleen reeds
op het hooren vanmalaise-gejammer.
hun inkoopen verschuiven.
Wat natuurlijk geheel verkeerd
is. Integendeel, hoe meer zij, die 't
kunnen, gewoon doen alsof er van
geen malaise sprake ware, hoe beter
de slechte tijden gedragen kunnen
worden, en hoe spoediger de slapte
voorbij zal zijn.
Er zijn er ook die nog iets meer
kunnen doen. En dan denk ik aan
het schrijven, dat de verschillende
bisschoppen dezer dagen aan hun
onderhoorigen richtten. Als ieder,
die er toe in staat is, noodige werk
zaamheden en hetzelfde geldt
voor inkoopen laat verrichten iets
vroeger dan hij gewoon is, zal de
werkloosheid eenigszins bedwongen
kunnen worden.
In elk geval, bij de pakken neer
zitten en zich goedsmoeds aan de
malaise overgeven, terwijl men heel
anders kan, is zoo verkeerd mogelijk.
Maar ik had het over het gesprek
met den middenstander. Die leek mij
een pientere kerel te zijn. Hij had
het over adverteerea. Óch, zei hij,
voor m ij n z a a k is anders adver-
teeren niet zoo noodig in gewone
tijden, maar nu zal ik er eens extra
de aandacht op vestigen. Dat is,
meen ik, juist het omgekeerde van
wat de meeste zakenmenschen doen:
als het goed gaat, druk adverteeren,
en in slappe tijden heelemaal niet.
Is dat eigenlijk niet de verkeerde
wereld Ik ben geen deskundige
zakenman, maar ik zou zoo zeggen,
dat ook en vooral in zaken het be
faamde woord van den „profeet"
geldtals de berg niet tot Mohamed
wil komen, zal Mohamed tot den
berg gaan.
Juist in malaisetijden zal een zaak
het publiek op pakkende wijze
moeten attaqueeren.
Het aangewezen adres voor alle
artikelen
In de Residentiebode te 's-Hage
schrijft de hoofdredacteur, de heer S
Bruijsten, een van onze meest ge
zaghebbende R,K. journalisten, het
volgende over 't malaise-gejammer,
dat je tegenwoordig overal in de
ooren klinkt
Dezer dagen sprak ik een mid
denstander en natuurlijk kwam het
gesprek al gauw op de malaise.
Vooral de winkeliers hadden het
zwaar te verantwoorden, meende hij.
Dat zal %el waar zijn, maar... be
hoeft het zoo te zijn l Ik betwijfel
dat zeer, althans voor 't meerendeel
der winkeliers.
Natuurlijk moet men den toestand
niet rekenen naar den dag van van
daag. Immers telken jare om dezen
tijd zijn de menschen uitgekocht. Met
Sinterklaas en Kerstmis hebben allen
hun beste beentje voorgezet en de
centen zijn op. Licht, dat er een
paar weken rust volgt. Maar spoe
dig daarop pleegt de stroom van
uitvèrkoopen los te komen en dan
blijkt het merschdom weer bekomen
te zijn en is de beurs weer gezond
Zal het nu anders worden
Misschien, maar dan ligt de schuld
toch grootendeels niet bij de malaise,
maar bij een verkeerde onthouding
van het publiek. Zeker, er zijn er
heel wat, die dit jaar minder inkom
sten hebben, maar dat geldt dan
toch inkomsten uit vermogen.
Salarissen en loonen zijn niet
verlaagd en de menschen hebben
nog dezelfde behoeften als voorheen.
Al dadelijk volgt daaruit, dat tal
van zaken denzelfden toeloop heb
ben en kunnen verwachten als an
dere jaren, omdat de massa des
volks even koopkrachtig bleef. Van
zelf zullen dus winkels in consump
tie-artikelen en kleedingmagazijnen
niet zoo heel veet van de malaise
gewaar worden en zooal, veel min
der dan zaken in luxe-artikelen.
Wie meenen mocht, dat het volk
in zijn geheel zich op bezuinigen
toelegt, moet maar eens zien. hoe de
bioscopen nog volloopen, alsof er
geen vuiltje aan de lucht was. Dezer
dagen kwam ik toevallig in den na
middag tegen tweeën langs enkele
bioscoop-theaters, waar menschen in
queue tot ver op de straat uitpuil-1
den Dat wijst niet bepaald op
malaise en bekrimping.
Toch zullen er wel zijn die, hoe-
VENRAY, 24 Januari 1931,
Verleden Zaterdag 17 Jan,
werd voor de studenten van het
Gymnasium Immac. Concept, een
lezing gehouden door Mgr. Hallett,
president van het Groot-Seminarie
te Wonersh (diocees Zuid-Londen).
Mgr. Hallett is vice-postulator ge
weest in het proces der pas Zalig
verklaarde Engelsche martelaren.
Door de helderheid van voordracht
was deze, in het Engelsch gehouden
en door lichtbeelden verduidelijkte
lezing, voor allen, die slechts de
grondbeginselen van het Engelsch
hadden gehad, gemakkelijk te volgen.
Het doel er van was de vereering
van de Engelsche martelaren te be
vorderen, bijzonder van de Zalige
Thomas Morus, rijkskanselier van
Engeland en Johan Flsker, bisschop
van Rochester.
De vurige wensch der Engelsche
Katholieken is voor deze 2 zaligen
spoedig de eer der heiligverklaring
te verkrijgen, daar men van hun
voorspraak de bespoediging van de
terugkeer van Engeland tot de
Moederkerk verhoopt.
Voor de heiligverklaring zijn
nieuwe wonderen vereischt. Het ge
tal der Engelsche Katholieken is
echter nog betrekkelijk gering. Zij
hopen daarom dat de Katholieken
van andere landen met hen hiervoor
zullen bidden en zich voor het ver
krijgen van bijzondere gunsten tot
deze 2 zaligen zullen wenden. Hun
hoop is vooral gevestigd op de
Katholieken van Nederland, dat eens
het geloof door Engelsche missiona
rissen ontving. Deze twee zaligen
die reeds voor hun marteldood een
zeer volmaakt leven leidde, de één
als vader van een groot gezin, de
ander als priester en bisschop, zijn
aangewezen voorbeelden en voor
sprekers bij het kiezen of volmaakt
beleven van een reeds gekozen
levensstaat. Van gunsten, door hun
voorspraak verkregen, gelieve men
bericht te zenden aan Mgr. Hallett
of aan Pater Antonius, Gymnasium
Verkiezing Prov. Staten.
Kieskring Horst.
Dinsdag vergaderden te Venlo het
bestuur der kieskring Horst. In deze
kieskring bleken als candidaat te zijn
voorgesteld de volgende heeren (het
eerste cijfer geeft aan het aantal af-
deelingen waar de candidaat gesteld
werd, en het tweede het aantal in
gediende lijsten).
Boonen. J. H„ Velden, landbouwer.
8, 4. Donné, H., Venlo, kommies
S. S„ 1. Everts, P. W., burgem.
Jos. C. M. Neeteson
ass.-apotheker, Venray 29
Elastieken Kousen, Breukbanden
en Buikbanden naar maat.
Sevenum, 1, 1. Fenseling, H. J.,
Notaris, Gennep, 4, 3. Frederix. P.
J. H., Landb., Afferden, 7, 3. Haenen,
P. J„ landb., Sevenum, 8, 4. Loc,
v. d.t burg. Venray. 3, 5. Odenhoven,
H. B., Venray, 1, 1. Otten, C.,
burg. Bergen-Heijen, 1. Poels J.
A., koopman, Venray, 12, 12. Pub
ben, P., landb., Venray-Merselo 1, 0.
Rutten P. J., landb.-onderw., Wans-
sum, 11, 2. Rutten, Th. Ph., fabrikant,
Horst, 9, 4. Sloot, B. Th., hotel
houder, Grubbenvorst, 1, 0. Steeghs,
J., arbeider. Reuver, 1, 1. Steinman.
C. R., industrieel, Gennep, 7, 5.
Terpstra, J. M., middensiander,
Heijen, 6, 3. Terra H., arbeider,
Blerick. 2, 1. Thomeer, J. X. H.„
fabrikant. Horst, 9, 4. Titulaer, Jac.,
arbeider. Venlo, 1, 0. Voordt, H. v,
d., landbouwer, Lottum, 2, 0. Weicbs
de Wenne, J., Wanssum, 7, 4. Wil-
lems, A.f arbeider. Well, 1, 1.
Op 1 Februari zal de definitieve
candidatenlijst worden vastgesteld.
De genoemde heeren worden intus-
schen gevraagd of zij al of niet ge
negen zijn een candidatuur te aan
vaarden. Uit die definitieve lijst zal
dan de advieslijst opgemaakt worden
waarover in de Kies vereeniging op
22 Februari zal gestemd worden.
Goedkooper leven.
Dat de wel eens geuite klacht, dat
de prijsverlaging van levensmiddelen,
in den kleinhandel zoo weinig tot
uitdrukking komt, niet altijd juist is,
bewijst de Firma Albert Heijn. die
in dit nummer haar bekende jaarlijk-
sche kwartjesreclame annonceert.
Bij beschouwing dezer uitgebreide
lijst van artikelen voor slechts 25 ct.
moet iedereen wel tot de erkenning
komen, dat de goedkoope tijd van
voor den oorlog weer grootendeels
terug is.
Onderzoek verlofgangers.
De Burgemeester van Venray
brengt ter algemeene kennis, dat
behoudens onvoorziene omstandig
heden in Juni aan het jaarlijksch
onderzoek zullen moeten deelnemen
de dienstplichtingen der lichtingen
1919 en 1922.
Venray 20 Januari 1931.
De Burgemeester voornoemd,
O. VAN DE LOO.
Blijkens de voor bijna alle
winkelruiten prijkende programma's
geeft de R.K. Werkliedenvereniging
op Zaterdag 24 en Zondag 25 Jan.
a.s. een tooneeluitvoering in de zaal
Wilhelmina. Zeer zeker zal deze
uitvoering hare leden weer eenig e
gezellige uren verschaffen. Maar,
waar deze wakkere vereeniging ook
anderen dan leden reeds zoo dikwijls
de gelegenheid bood, tegen een luttel
bedrag, te genieten van de zoo zeer
gewaardeerde ontwikkelingsavonden,
waar sprekers van naam en reputa
tie interessante onderwerpen belich
ten, wordt ook van die groote
schare bezoek verwacht, om hierdoor
eenigen™ finantieelen steun te verlee-
nen. Wij zijn er van overtuigd, dat
zij zich dit bezoek niet zullen be
klagen. En werkelijk de R.K. W.
verdient aller steun. Zij weet het
nuttige aan het aangename te paren.
Welnu 't programma in de kleur
der hope roept 't U toe
„Wij hopen en vertrouwen op uw
komst.