f Nieuwjaar R. K. Kiesvereeniging Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. jJALFONffi Algemeene Vergadering irdag i januari 1931 ^ufacturen] ÏVOOÖPEOJQSTj ■it nummer bestaat ouit DRIE bladen. 51 De Volkstelling. Volksontwikkeling De Kippenhouderij op het platteland Afdeeling VENRAY. Ontwikkelingsavond Marktberichten. Provinciaal Nieuws Twee en Vijftigste Jaargang No. I ar i{ .CJOKlft BLIJKEN .'OCH HET eidslb EEL EN MAA t>MANUFACTUREN BLIJKEN TOCH HET i Cd DER ADVERTENTIEN r 1—8 regels 60 cent, elke regel meer 7l/s ct. bij abonnement lagere tarieven. Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF VENRAY Telefoon BI GIRO 150652 ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ctper post 5 cent voor het buitenland t 1.05 bij vooruitbetaling, afzondert, nummers 5 cent u Jg- 'nEJ jf Er was eens een knaap in de s heerlijkste tijd van zijn leven, Goud-blonde haren vielen neer in krullende lokken langs zacht-blozen- de kaken diep als de zee en blauw als de hemel waren zijn oogen. men zag er de engelen in spelen, als I zijde zoo zacht en als de lelie zoo blank was zijn voorhoofd, heel zijn wezen ademde onschuld, reinheid en kuischheid. En het gebeurde op zekeren Jmor- gen, een schoone lentemorgen, ter- wijl de hemel strak stond als een koepel van staal, badend in licht terwijl het wegstervende morgenrood nog even purperde de velden en landouwen, terwijl de merel sloeg zijn gouden slag, terwijl de leeuwe rik schetterde zijn hoogste lied. het gebeurde op dien schoonen lente-morgen, dat die knaap met goudgekrulde lokken daar stond, heel alleen op een wijde vlakte van groen En in een oogenblik van spcehche dartelheid wierp hij zich languit op het zachte groene tapijt zijn gouden lokken streelden de zijige halmen, diep straalde de vreugde in zijn schuldelooze ziel. Wijd uit strekte hij armen en han den en die kleine handen leken als van satijn tegen het fluweelige gras.... En hij begon te staren naar boven, naar boven met die oogen, waarin men de engelen zag spelen en die diep waren als de zee en blauw als de hemel.... En hij bleef staren in die staal blauwe koepel, naar dien hemel vol zonnelicht, dat speelde in zijn goud blonde lokken goudgerande wplk jes, zacht als lammekens. zag hij drijven door de luchten als witte en hij luisterde naar den merel met zijn zilveren tonen en gouden slag, naar het schetteren van de leeuwerik, die steeg en steeg en a, steeds hooger steeg, zingend de lof ^van God en de glorie van het On- eindige. O, waarom kon ook hij niet naar omhoog, naar omhoog, ig-naar het eindelooze Oneindige, hij Zvwist zelf niet waarhenen... Verleden, en toekomst waren verdwenen, jieuiij wilde, dat 't eeuwig bleef zooals Nu en dan wendde hij het kleine blonde hoofd, trappelde met de voetjes, zijn satijnige vingertjes pluk ten in het fluweelige gras en hij bleef staren en staren naar die eindelooze hemel vol blauw en vol zon. Stroomen van vreugde overstelp ten zijn engelreine ziel. het was hem als vloog er iets weg uit zijn lichaam, zijn hart bonsde, hij voelde het bloed kloppen in zijn slapen, een warme bloedgolf kleurde donkerrood zijn rosige wangen, het was te veel... plotseling was 't hem als werd hij gegrepen bij de keel, hij meende een f eelijke zwarte hand te zien, die zijn ceel hield dichtgeschroefd... Met een angstgil sprong hij overeind. Wat was dit? Wat had hij gedaan? Waarom die benauwdheid Hij had toch geen kwaad gedaan Hij was alleen maar blij geweest, erg blij en blij zijn is toch geen zonde Peinzend ging hij heen en over- dacht telkens waarom hij niet blij v mocht zijn. Was de mensch dan niet K geboren om gelukkig te zijn Hij .J had wel eens hooren vertellen, dat de mensch niet voor zijn pleizier op de wereld was, dat er een vloek op het leven lag, de vloek van Adam en Eva, die door die leélijke slang waren bedrogen. Zijn lieve moeder had hem dit dikwijls verteld. Zou die leelijkc, jaloersche slang zooeven ook zijn keel hebben dichtgeknepen En de eerste schaduw van een donkere wolk overtrok zijn schulde loos voorhoofd, nu bleek en zacht als was... En die knaap werd man en hij begreep... Het leven was tot hem gekomen met al zijn bitterheid. „Distelen en doornen, in het zweet Uws aanschijns" ook hij wist nu wat 't was. Arbeid, vermoeienis, kommer en zorg, verveling, matheid, verdriet en ellende hadden hem bijna onder hun slagen verpletterdEn toch zoo vurig had hij het geluk teruggezocht, het geluk van dien morgen en het wilde niet meer tot hem komen. Somtijds wierp hij zich met al de gloed van een ten top g ^e x hartstocht op het schijngé --neen;n oogenblk ..het t hebben teruggevonden, maar eenige uren, eenige dagen later en hij be greep, dat kon het geluk niet zijn. Dan kon het soms morren en grom men en stormen in zijn zieleen vloek stond op zijn lippen, heel zijn hart kwam in opstand tegen Goden het bestaandewaarom dit alles Maar toch, hij vergat het gebed niet, geleerd op de schoot zijner moeder en het gaf toch altijd eenige verlich ting. En met de jaren nam hij toe in rijpheid en ondervinding. Hij keek om zich heen en begreep niets van die wereld. Hij zag Christenen met dezelfde fouten en gebreken, eenmaal door Christus zelf zoo ontzettend gehekeld, gestriemd en gegeeseld. Hij zag ze, die Farizeëen en zede- meesters lasten leggen op de schou ders van anderen, die ze zelf niet aanraakten; hij zag ze met hun uit gestreken gezichten, van buiten ge polijst, van binnen vol verrotting, addergebroedssl. berekende typen, niet meer in staat tot een edele daad of gedachte. Hij zag ze die Saduceëen, wellus telingen, etend en drinkend en ge nietend en pakkend van het leven, wat ze konden krijgen. Hij zag hoe ze lachten met alle ellende, cynisch tot in de dood. Hij zag ze, die gierigaards, valsch- aards en nijdigaards, die achter mooie en zoete woorden het venijn wisten te verbergen, dat hun ziel vergiftigde. Hij zag hoe ze elkander benadeel den en vertrapten om zich zelf te verheffen. Hij zag. hoe ze achter den rug elkander bestookten en be zwadderden met woorden en zin spelingen vol haat, vol laster en kwaad om bij de eerste de beste ontmoeting elkander vol aandoening in de armen te vallen? Hij zag hoe ze hun ziel verkochten voor een vleiend woord en een beetje geld, hij zag hoe menschen van „over tuiging en nauwgezet geweten" van overtuiging wisten te veranderen en hun geweten te rekken, wanneer hun hoogmoed, eigenbelang of de mam mom in 't gedrang kwam. Dit alles zag hij en.... nog veel meer Weer bromde en gromde het in zijn ziel. Waar was toch het geluk van dien schoonen morgen En met het vuur van een nieuw ideaal wierp hij zich in die maalstroom van ongerechtigheden van die menschen hierboven beschreven. Daar zal ik het vinden, dat geluk, zoo meende hij... maar het wilde niet meer komen dat geluk van zijn jeugd moedeloos zonk het hoofd op de borst en hij bad weer het gebed zijner moeder... zoo was het gegaan, jaar in jaar uit, totdat... En die knaap, die man was ge komen in de avond van zijn leven... Weer stond hij daar op een schoone lentemorgen op diezelfde groene vlakte. Zijn goud-hlonde haren waren nu wit als sneeuw, zijn levendige blauwe oogen nu kalm en rustig, zijn voorhoofd doorgroefd met diepe voren, bevend rusten zijn rimpelende vingers op de stok. die zijn lichaam moest steunen. Weer hoorde hij het gefluit van de merel en de lofzang van de leeuwerik, weer zag hij dien hemel vol licht en die koepel vol blauw, weer verlangde hij naar omhoog, maar het onstuimig verlangen was nu stille berusting en kalme zekerheid geworden. Nog een weinig tijds en hij zou terugkeeren tot de oorsprong van alle schoon heid, waaruit hij was voortgekomen. Weer herinnerde hij zich die lente morgen uit zijn jeugd, hoe zijn hart dreigde te breken van vreugde en die plotselinge benauwende greep van die leelijke zwarte hand en hoe sinds dien het ware geluk was ge vloden. Ten koste van alles had hij het teruggezocht, maar het was niet eerder gekomen, totdat hij buigend het hoofd onder de slagen van het leven ten slotte had uitgeroepen: „Heer, ik geef mij over aan Uwe handen, Uwe H. Wil geschiede Ja, hij wist het nog goed, juist toen hij meende, dat alle geluk voor hem voor goed was verdwenen.... toen was het tot hem gekomen. Kalmte, rust en vrede waren gedaald in zijn ziel, die zich had onderwor pen aan zijn Schepper en God... En het was hem alsof hij plotse ling werd opgenomen en weggevoerd naar een vreemd land en daar zag hij een hooge berg, stralend in pur peren glans, en op de top van den berg stond een man met een wit kleed gespreid tot aan de voeten en zijn gelaat was als dat van een God. En die man opende de mond en sprak „Zalig de eenvoudigen, zalig de ~~derin - —>u~ rij, die vervolging en het was woorden tot •eld. zegen in 1931 8. D. Verbeek l ÜP. .""O*8*- rut dwaas, die ik ben geweest Bevend hief hij zijn hand in de hoogte, ont dekte het grijze hootd en met tril lende stem bad hij God voor de zooveelsle maal om vergiffenis voor zijn fouten, zwakheden en gebreken van vroeger jaren.... en de merel floot en de leeuwerik zong zijn lied- Dwaas, die ik was Hoevelen zijn gedwongen geweest het dien man na te zeggen, wellicht helaas te laat! Katholieke lezers Moge God U dit jaar nog meer versterken in heilig geloof en vertrouwen dat de ware vrede, het ware geluk, de ware Zaligheid alleen te vinden zijn bij Hem, die de Bron is van alle vrede, geluk en zaligheid. Dan zal het komende jaar voor U in de volste beteekenis van het woord zijn Een Nieuw en Zalig Jaar In die zin wensch ik U allen namens de redactie van „Peel en Maas" van harte een Zalig en Gelukkig Nieuw jaar B. B. In verband met de a.s. Volkstelling wordt nog het navolgende onder de aandacht van de ingezetenen gebracht. Te Venray worden geteld al degenen, die te middernacht tusschen 31 December 1930 en 1 Januari 1931 aldaar hun werkelijke woonplaats hebben, ook al zijn zij dien nacht toevallig in eene andere plaats of in het buitenland. Allen worden geteld in en bij het gezin, waartoe zij wer kelijk behooren, ook al vertoeven zij °P genoemden middernacht niet in de woning, welke dat gezin be woont. Voor al de bovenbedoelden, dat zijn dus al degenen, die in het Be volkingsregister te Venray behooren te zijn ingeschreven, aangezien zij daar werkelijk woonachtig zijn, moe ten gele (model A voor mannelijke personen) of witte (model B voor vrouwelijke personen) kaarten worden ingevuld. Voor degenen, die elders in Neder land woonachtig zijn en dus dèar als werkelijk woonachtig geteld worden, of die in het buitenland wonen, doch die te Venray toevallig tijdelijk aanwezig zijn, wordt hier te Venray óók een kaart ingevuld en wel eene oranje-kleurige kaart (model E) voor mannelijke en een rose kleurige kaart (model F) voor vrouwe lijke personen. Dit zal b.v. het geval zijn met kinderen, die elders op kost school zijn, doch te Venray hun vacantie doorbrengen verder met logé's enz. Ventaysche miliciens worden, onverschillig of zij met ver lof thuis zijn of niet, te Venray geteld als werkelijk woonachtig, dus op een gele kaart, model A. De kaarten zijn voor Nieuwjaar door de tellers thuis bezorgd, ge deeltelijk reeds ingevuld. Op Nieuw jaarsdag controleert men aan de hand van het trouwboekje de namen enz., die reeds zijn ingevuld, brengt daarin zoo noodig wijziging en aanvulling en beantwoordt de nog niet ingevulde vragen met de meeste nauwkeurig heid. Ook vult men volledig in de nog blanco zijnde kaarten voor wer kelijk tot het gezin behoorenden, doch die ter secretarie wegens ver zuim van aangifte nog niet bij het gezin beschreven stonden, benevens voor de tijdelijk aanwezigen in den afgeloopen nacht. Men ga tot een en ander echter niet over dan na nauwkeurige nalezing der toelichtin gen zoowel op de telkaarten zelf als op den gezinsomslag, model G, en nadat men er absoluut zeker van is, alles goed te hebben begrepen. Teneinde vergissingen op de kaar ten te voorkomen zal het voor velen het beste zijn de kaarten onveranderd en oningevuld te laten, doch op een los papier alle gegevens omtreat alles en allen, die tijdelijk aanwezig waren, te verzamelen en dit papier met liet trouwboekje bij de kaarten gereed te leggen, opdat de teller daarvan gebruik kan maken bij het terughalen der kaarten en het controleeren en zoo noodig verder invullen hiervan Hot gezinshoofd vorzuirao ook niet alle kaarten te onderteekenen met inkt. Het terughalen der kaarten ge schiedt in de eerste dagen'na Nieuw jaar. Men zij den tellers bij het con troleeren der kaarten behulpzaam en verstrekke hun alle noodige gegevens, ook voor het invullen der bedrijfs- kaart, model M. Hiervoor is. als men die heeft, noodig de loonlijst volgens de Ongevallenwet 1921. Men legge dus ook deze lijst gereed Tenslotte wordt nog verwezen naar de op verschillende plaatsen in de gemeente aangeplakte publicaties en naar het in het vorig nummer van Peel en Maas verschenen artikel over de Volkstelling. Overtreding van de voorschriften betreffende de Volkstelling wordt krachtens art. 20 der Wet van 15 April 1886, Stbl. 64, gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoogste 100 gulden. Venray, 30 December 1930. Burgemeester en Wethouders van Venray, O. VAN DE LOO De Secretaris, VAN HAAREN Mersel. weg 1 Luxor-gebouw Maandag 5 Januari 8 uur Spreker Ew. Pater Callewaert O.P. Oent (Belg Komt! 't Wordt een pracht avond over HET KIND. door JOS. BOSHOUWERS te LENT Kaf in het kippenhok. VRAAGIk heb steeds zuiver en droog kaf, van rogge- en van haverstroo. Zou dat niet even goed in het kippenhok zijn, als turfstrooisel? Het kost mij natuurlijk niets, en het turfstrooisel jnoet ik koopen. Uit Geijsteren. ANTWOORD Het is te be grijpen, dat u in dezen malaise-tijd bovenstaande vraag stelf. Dat is prijzenswaardig, zelfs plicht, als be zuiniging niet eene verkeerde bezui niging wordt. Dit kan met kaf het geval wezen, maar het is niet noodig. Wanneer is kaf af te raden Ten le., wanneer "men het niëf elke week geheel verwijdert, en door versch vervangt. Het mag dus niet weken blijven liggen, en wat zien we heel vaak Dat er telkens maar wat boven over heen gestrooid wordt. Dat is zeer slecht. Menige koppel hoenders is er ziek door geworden, want kaf, vermengd met versche kippenmest wordt gauw vochtig, schimmelig en eene broed plaats voor bacteriën. Ten 2e., wanneer het kaf met de mest later op het land of op de mestvaalt gebracht wordt. Men komt dan hoe langer - hoe dikker in het onkruid. En daardoor benadeelt men zich op akker en veld. Dan is slroohaksel natuurlijk veel beter, maar ork dit moet telkens door versch vervangen worden, en bij een lossen bodem elke week. Is de bodem laag gelegen, dan houden kaf of stroohaksel het nog geen drie dagen uit. Trouwens turfstrooisel ook niet lang. Een te lage bodem in het kippenhok is het beroerdste wat men hebben kan Diversen over hokkenbouw. Inzender uit YsselsteynIk zal uwe vragen in het kort beantwoor den, doch zoo, dat ook een ander er iets aan heeft. Dank voor de be knopte en duidelijke opstelling der vragen aan het eind van uw lang epistel. 1. Als de bodem beslist hoog en droog is, dan is een vaste bodem niet noodig, als het bedeksel maar vaak genoeg ververscht wordt. (Zie het antwoordt hiervoor aan uw collega uit Geijsteren). Bij een vasten bodem blijft het strooisel natuurlijk langer frisch. Maar staat tegenover, dat 'n betonvloer vaak te koud is, en zeer zeker, wanneer de krablaag te dun is. 2. Het beste dak is riet en daar sluitpannen op. Geen stroo, want daar hebben muizen nog wel eens schik in. Ook wordt een strooien dak te dicht. Riet ventileert beter. Neem le klas pannen, want één lek kan den heelen winterleg bederven 3. Bij pannen moet het dak 30 c.M. per M. oploopen, anders schiet de regen of de wind onder de pannen door. 4. Van het voorfront moet pl.m 1/3 deel glas zijn: veel licht geeft beweging enbeweging wekt den eetlust op en regelt de ontlasting, Bovendien hoe meer licht, hoe ge makkelijker de bodem droog blijft. En dat is een zeer belangrijke zaak. Onderschat haar niet. Ga maar eens in de legnesten kijken bij buren, die den bodem van het hok niet kurk droog (en zindelijk) houden 5. Mestzolder 80 a 90 c.M. boven den grond of vloer. Achterwand 1.40 M., beter 1.50 M. De voorwand zooveel keer 30 c.M. hooger. ale het hok rasters breed is. op DINSDAG 6 JANUARI 1931 nam. half 8 in het St. Antonius-Patronaat. AGENDA 1. Opening door den Heer Voorzitter. 2. Een inleidend woord met toelichting door den WelEerw. Pater Onings O.F.M. 3. Aanwijzing van candidate» voor het Lid maatschap der Provinciale Staten door de leden onzer Kiesvereeniging. 4. Mededeelingen. 5. Rondvraag, Sluiting. Namens het Bestuur, dat trouwe opkomst der leden verwacht, Dr. A. JANSSEN, Voorzitter KRAYKAMP, Secretaris Let wel! Deze vergadering wordt speciaal gehouden om der leden gelegenheid te geven candidaten aan te wijzen voor het lidmaatschap der Prov. Staten en dus invloed uit te oefenen op de officieele candidatenlijst. Het Bestuur hoopt, dat vele leden van hunne belangstelling zullen doen blijken door deze vergadering bij te wonen. Blanco formulieren van deze candidaten-lijsten zijn voor de leden onzer Kiesvereeniging verkrijgbaar bij den Secretaris. 6. Men rekent 1 nest op 4 kippen. Bij vainest controle 1 op 3. 7. Voorfront liefst Z.O. Kan het niet goed, dan Zuid. 3. Bovendeel der ramen naar buiten laten kleppen, zonder tocht schermen. Deze bovenlichten hangen boven aan 2 scharnieren en worden door eene naar buiten stekende stang opgehouden; 9. Grootte der legnesten 35 bij 35 c.M. Voorde groote, zware rassen 35 bij 40 of 40 bij 40. 10. Het onderste deel der ramen draai- of schuifbaar, zoodat bij goed weer alles opengezet kan worden. 11. W. L. kuikens tusschen 20 April en 5 Mei geboren zijn m.i. de beste voor den boer. 12. Barnevelderkuikens een maand vroeger. 13. Neen, eternietplaten kan ik onmogelijk voor dakbedekking aan bevelen. Vaak hangen de druppels er aan. M.i. zijn ze voor dit doel gratis nog te duur. Dan is een hou tendak met asphalt of pyramid er over heen nog veel beter. Zulk een dak ventileert ook wel niet, maar hst is toch droog, wanneer het goed gelegd werd. 14. Zitstokken, niet rond. Wel dienen de scherpe kanten er eenigs- zins afgeschaafd te worden. Afmetin gen 5 bij 6 c.M. Zorg, dat ze op inkepingen komen te liggen (dus los) of op schraagjes, Onder vaste zit stokken huist de roode luis maar. hart en 't enthousiasme weet los te slaan. Pater Callewaert is een vurige Vlaming, die jaren geleden is moeten uitwijken naar Ierland, wegens zijn overgroote liefde voor zijn Vlaan deren. Thans mag hij er weer spreken en zijn Vlaamsch vurig hart weet an deren in vuur en vlam te zetten. Zulk een man hooren wij ook hier eens graag, al spreekt hij niet over Vlaanderen, maarover 't onderwerp, dat zijn „fort" is, nl. over het kind. a.s. Maandagavond om 8 uur, weest dan present, wilt gij niet iets bijzonders missen. te VENRAY. Een aangenamen indruk heeft de ontwikkelingsavond van 23 Dec. U. voorzeker op allen gemaakt. We voelden het, hoe heel de zaal onder den indruk was van de woorden van den spreker. Prof. Dr. van Gestel moesten wij bewonderen, hoe fijn en delicaat hij het onderwerp „de taak der vrouw" wist te behandelen. Wij allen zijn Pater van Gestel dankbaar, dat hij zoo schoon en verheven over „de moeder" gespro ken heeft. Met hem waren wij ver ontwaardigd over en protesteerden wij tegen den arbeid van de ge huwde vrouw in de fabriek. Wij geven soms hoog op van onze tegenwoordige beschaving en wij meenen, dat we op het hoogste punt staan, maar wanneer wij ons afvragen en een onderzoek instellen, welk het lot in onze beschaving is van hen, wier eenig verweer is de verhevenheid der gedachten, het ge voel der rechtvaardigheid en de idealistische uitkijk over het men- schelijk leven, dan, wanneer wij dezen maatstaf aanleggen voor het peil der beschaving, den zullen wij gemakkelijk inzien, dat we op onze beschaving nog niet zoo bar behoe ven te bluffen, dat zij nog lang niet volmaakt is, immers het lot der vrouw is thans nog verre van be vredigend. Professor van Gestel, wij hopen U een volgend jaar weer eens te hooren. A.s. Maandag, 5 Januari, (voortaan zal de Volkontwikkelings-avond steeds op een Maandag gehouden worden.) komt Pater Callewaert O.P. uit Gent (België). Iedereen heeft van dezen reuzen- spreker gehoord, met zijn senore stem en zijn taal, die grijpt in het VENLO. Op de Coöp. Veiling- vereeniging van Maandag was de aanvoer 1080.000 eieren. Groote eieren van f 6.40 tot f 7.70 Kleine eieren van f 5.20 tot f 6.20 Eendeneieren van f 6.60 tot f 7. Ganseieren van f ROERMOND. Op de Coöp. Eiermijn van Maandag was de aan voer 3.300.000 eieren. Groote eieren van f 6.10 tot f 7.50 Kleine eieren van f 4.80 tot f6 Eendeneieren van f6.— tot f7.— VENRAY, 1 Januari 1931. Kudastrale leggers en plans. De Burgemeester van Venray brengt ter algemeene kennis, dat de kadas trale leggers en plans ter jaarlijksche bijwerking zijn opgezonden en tot nadere aankondiging NIET kunnen worden geraadpleegd. Venray, 29 December 1930 De Burgemeester van Venray, O. VAN DE LOO. Tot geneesheeren belast met de doodenschouw in deze gemeente zijn voor het jaar 1931 aangewezen Dr. Bloemen en Dr. Vercauteren alhier. Ten Raadhuize alhier werd aanbesteed het bouwen van een klaslokaal aan de bestaande Bijz. School te Oostrum. Ingeschreven werd als volgt Th. Kersten, O vericon f 3590 Th. Vissers, Wanssum f 3990 Chr. Reijnders, Wanssum f 4165 Fr. Heynen, Venray f 4200 A. Tacken, Oostrum f 4216 Th. Maassen. VeDray f 4230 Gielen—ArtsMaassen, id. f 4250 P. Vollenberg, id. f 4314 H. Oudenhoven Lzn., idem f 4320 Th. Claessens, f 4348 H. Vollenberg en Zn. f 4360 H. J. Siebers f 4360 A. H. Maassen en Zn. f 4463 Verstralen en Oudenhoven f 4464 Chr. Wijnhoven f 449( P. Spee f 4^98 A. Pijpers en Siebers f 5389 Aan den laagsten inschrijver ge gund. Maandagmiddag kwam de zoon van den Heer J. v.d. M. alh;<..- met een tweetal paarden over d. Stationsweg. Doordat op een gegew. oogenblik een drietal auto's in tegen overgestelde richting de paarden passeerden, werd een der dieren aangereden, waarbij het een been breuk bekwam. Het dier moest direct worden afgemaakt. De politie zal wel uitmaken wi^ de schuld heeft. I

Peel en Maas | 1931 | | pagina 1