f Nieuwjaar
R. K. Kiesvereeniging
Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
jJALFONffi
Algemeene Vergadering
irdag i januari 1931
^ufacturen]
ÏVOOÖPEOJQSTj
■it nummer bestaat
ouit DRIE bladen.
51
De Volkstelling.
Volksontwikkeling
De Kippenhouderij op
het platteland
Afdeeling VENRAY.
Ontwikkelingsavond
Marktberichten.
Provinciaal Nieuws
Twee en Vijftigste Jaargang
No. I
ar i{
.CJOKlft
BLIJKEN
.'OCH HET
eidslb
EEL EN MAA
t>MANUFACTUREN
BLIJKEN
TOCH HET
i Cd
DER ADVERTENTIEN
r
1—8 regels 60 cent, elke regel meer 7l/s ct.
bij abonnement lagere tarieven.
Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF VENRAY
Telefoon BI GIRO 150652
ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ctper post 5 cent
voor het buitenland t 1.05 bij vooruitbetaling, afzondert, nummers 5 cent
u
Jg-
'nEJ
jf Er was eens een knaap in de
s heerlijkste tijd van zijn leven,
Goud-blonde haren vielen neer in
krullende lokken langs zacht-blozen-
de kaken diep als de zee en blauw
als de hemel waren zijn oogen. men
zag er de engelen in spelen, als
I zijde zoo zacht en als de lelie zoo
blank was zijn voorhoofd, heel zijn
wezen ademde onschuld, reinheid en
kuischheid.
En het gebeurde op zekeren Jmor-
gen, een schoone lentemorgen, ter-
wijl de hemel strak stond als een
koepel van staal, badend in licht
terwijl het wegstervende morgenrood
nog even purperde de velden en
landouwen, terwijl de merel sloeg
zijn gouden slag, terwijl de leeuwe
rik schetterde zijn hoogste lied.
het gebeurde op dien schoonen
lente-morgen, dat die knaap met
goudgekrulde lokken daar stond,
heel alleen op een wijde vlakte van
groen En in een oogenblik van
spcehche dartelheid wierp hij zich
languit op het zachte groene tapijt
zijn gouden lokken streelden de
zijige halmen, diep straalde de
vreugde in zijn schuldelooze ziel.
Wijd uit strekte hij armen en han
den en die kleine handen leken als
van satijn tegen het fluweelige
gras....
En hij begon te staren naar boven,
naar boven met die oogen, waarin
men de engelen zag spelen en die
diep waren als de zee en blauw als
de hemel....
En hij bleef staren in die staal
blauwe koepel, naar dien hemel vol
zonnelicht, dat speelde in zijn goud
blonde lokken goudgerande wplk
jes, zacht als lammekens. zag hij
drijven door de luchten als witte
en hij luisterde naar den
merel met zijn zilveren tonen en
gouden slag, naar het schetteren van
de leeuwerik, die steeg en steeg en
a, steeds hooger steeg, zingend de lof
^van God en de glorie van het On-
eindige. O, waarom kon ook hij niet
naar omhoog, naar omhoog,
ig-naar het eindelooze Oneindige, hij
Zvwist zelf niet waarhenen... Verleden,
en toekomst waren verdwenen,
jieuiij wilde, dat 't eeuwig bleef zooals
Nu en dan wendde hij het kleine
blonde hoofd, trappelde met de
voetjes, zijn satijnige vingertjes pluk
ten in het fluweelige gras en hij bleef
staren en staren naar die eindelooze
hemel vol blauw en vol zon.
Stroomen van vreugde overstelp
ten zijn engelreine ziel. het was hem
als vloog er iets weg uit zijn lichaam,
zijn hart bonsde, hij voelde het bloed
kloppen in zijn slapen, een warme
bloedgolf kleurde donkerrood zijn
rosige wangen, het was te veel...
plotseling was 't hem als werd hij
gegrepen bij de keel, hij meende een
f eelijke zwarte hand te zien, die zijn
ceel hield dichtgeschroefd... Met een
angstgil sprong hij overeind. Wat
was dit? Wat had hij gedaan?
Waarom die benauwdheid Hij had
toch geen kwaad gedaan Hij was
alleen maar blij geweest, erg blij en
blij zijn is toch geen zonde
Peinzend ging hij heen en over-
dacht telkens waarom hij niet blij
v mocht zijn. Was de mensch dan niet
K geboren om gelukkig te zijn Hij
.J had wel eens hooren vertellen, dat
de mensch niet voor zijn pleizier op
de wereld was, dat er een vloek op
het leven lag, de vloek van Adam
en Eva, die door die leélijke slang
waren bedrogen. Zijn lieve moeder
had hem dit dikwijls verteld. Zou
die leelijkc, jaloersche slang zooeven
ook zijn keel hebben dichtgeknepen
En de eerste schaduw van een
donkere wolk overtrok zijn schulde
loos voorhoofd, nu bleek en zacht
als was...
En die knaap werd man en hij
begreep... Het leven was tot hem
gekomen met al zijn bitterheid.
„Distelen en doornen, in het zweet
Uws aanschijns" ook hij wist nu wat
't was.
Arbeid, vermoeienis, kommer en
zorg, verveling, matheid, verdriet en
ellende hadden hem bijna onder hun
slagen verpletterdEn toch zoo
vurig had hij het geluk teruggezocht,
het geluk van dien morgen en het
wilde niet meer tot hem komen.
Somtijds wierp hij zich met al de
gloed van een ten top g ^e
x hartstocht op het schijngé
--neen;n oogenblk ..het t
hebben teruggevonden, maar eenige
uren, eenige dagen later en hij be
greep, dat kon het geluk niet zijn.
Dan kon het soms morren en grom
men en stormen in zijn zieleen
vloek stond op zijn lippen, heel zijn
hart kwam in opstand tegen Goden
het bestaandewaarom dit alles
Maar toch, hij vergat het gebed niet,
geleerd op de schoot zijner moeder
en het gaf toch altijd eenige verlich
ting.
En met de jaren nam hij toe in
rijpheid en ondervinding. Hij keek
om zich heen en begreep niets van
die wereld. Hij zag Christenen met
dezelfde fouten en gebreken, eenmaal
door Christus zelf zoo ontzettend
gehekeld, gestriemd en gegeeseld.
Hij zag ze, die Farizeëen en zede-
meesters lasten leggen op de schou
ders van anderen, die ze zelf niet
aanraakten; hij zag ze met hun uit
gestreken gezichten, van buiten ge
polijst, van binnen vol verrotting,
addergebroedssl. berekende typen,
niet meer in staat tot een edele daad
of gedachte.
Hij zag ze die Saduceëen, wellus
telingen, etend en drinkend en ge
nietend en pakkend van het leven,
wat ze konden krijgen. Hij zag hoe
ze lachten met alle ellende, cynisch
tot in de dood.
Hij zag ze, die gierigaards, valsch-
aards en nijdigaards, die achter
mooie en zoete woorden het venijn
wisten te verbergen, dat hun ziel
vergiftigde.
Hij zag hoe ze elkander benadeel
den en vertrapten om zich zelf te
verheffen. Hij zag. hoe ze achter
den rug elkander bestookten en be
zwadderden met woorden en zin
spelingen vol haat, vol laster en
kwaad om bij de eerste de beste
ontmoeting elkander vol aandoening
in de armen te vallen? Hij zag hoe
ze hun ziel verkochten voor een
vleiend woord en een beetje geld,
hij zag hoe menschen van „over
tuiging en nauwgezet geweten" van
overtuiging wisten te veranderen en
hun geweten te rekken, wanneer hun
hoogmoed, eigenbelang of de mam
mom in 't gedrang kwam. Dit alles
zag hij en.... nog veel meer
Weer bromde en gromde het in
zijn ziel. Waar was toch het geluk
van dien schoonen morgen En met
het vuur van een nieuw ideaal
wierp hij zich in die maalstroom van
ongerechtigheden van die menschen
hierboven beschreven. Daar zal ik
het vinden, dat geluk, zoo meende
hij... maar het wilde niet meer komen
dat geluk van zijn jeugd moedeloos
zonk het hoofd op de borst en hij
bad weer het gebed zijner moeder...
zoo was het gegaan, jaar in jaar
uit, totdat...
En die knaap, die man was ge
komen in de avond van zijn leven...
Weer stond hij daar op een
schoone lentemorgen op diezelfde
groene vlakte. Zijn goud-hlonde
haren waren nu wit als sneeuw, zijn
levendige blauwe oogen nu kalm en
rustig, zijn voorhoofd doorgroefd
met diepe voren, bevend rusten zijn
rimpelende vingers op de stok. die
zijn lichaam moest steunen. Weer
hoorde hij het gefluit van de merel
en de lofzang van de leeuwerik, weer
zag hij dien hemel vol licht en die
koepel vol blauw, weer verlangde
hij naar omhoog, maar het onstuimig
verlangen was nu stille berusting en
kalme zekerheid geworden. Nog een
weinig tijds en hij zou terugkeeren
tot de oorsprong van alle schoon
heid, waaruit hij was voortgekomen.
Weer herinnerde hij zich die lente
morgen uit zijn jeugd, hoe zijn hart
dreigde te breken van vreugde en
die plotselinge benauwende greep
van die leelijke zwarte hand en hoe
sinds dien het ware geluk was ge
vloden. Ten koste van alles had hij
het teruggezocht, maar het was niet
eerder gekomen, totdat hij buigend
het hoofd onder de slagen van het
leven ten slotte had uitgeroepen:
„Heer, ik geef mij over aan Uwe
handen, Uwe H. Wil geschiede
Ja, hij wist het nog goed, juist
toen hij meende, dat alle geluk voor
hem voor goed was verdwenen....
toen was het tot hem gekomen.
Kalmte, rust en vrede waren gedaald
in zijn ziel, die zich had onderwor
pen aan zijn Schepper en God...
En het was hem alsof hij plotse
ling werd opgenomen en weggevoerd
naar een vreemd land en daar zag
hij een hooge berg, stralend in pur
peren glans, en op de top van den
berg stond een man met een wit
kleed gespreid tot aan de voeten en
zijn gelaat was als dat van een God.
En die man opende de mond en
sprak „Zalig de eenvoudigen, zalig
de ~~derin - —>u~ rij, die vervolging
en het was
woorden tot
•eld.
zegen in 1931
8. D. Verbeek
l ÜP. .""O*8*-
rut
dwaas, die ik ben geweest Bevend
hief hij zijn hand in de hoogte, ont
dekte het grijze hootd en met tril
lende stem bad hij God voor de
zooveelsle maal om vergiffenis voor
zijn fouten, zwakheden en gebreken
van vroeger jaren.... en de merel
floot en de leeuwerik zong zijn lied-
Dwaas, die ik was Hoevelen
zijn gedwongen geweest het dien man
na te zeggen, wellicht helaas te laat!
Katholieke lezers Moge God U
dit jaar nog meer versterken in
heilig geloof en vertrouwen dat de
ware vrede, het ware geluk, de ware
Zaligheid alleen te vinden zijn bij
Hem, die de Bron is van alle vrede,
geluk en zaligheid. Dan zal het
komende jaar voor U in de volste
beteekenis van het woord zijn Een
Nieuw en Zalig Jaar
In die zin wensch ik U allen namens
de redactie van „Peel en Maas" van
harte een Zalig en Gelukkig Nieuw
jaar B. B.
In verband met de a.s. Volkstelling
wordt nog het navolgende onder de
aandacht van de ingezetenen gebracht.
Te Venray worden geteld al
degenen, die te middernacht tusschen
31 December 1930 en 1 Januari 1931
aldaar hun werkelijke woonplaats
hebben, ook al zijn zij dien nacht
toevallig in eene andere plaats of in
het buitenland. Allen worden geteld
in en bij het gezin, waartoe zij wer
kelijk behooren, ook al vertoeven
zij °P genoemden middernacht niet
in de woning, welke dat gezin be
woont.
Voor al de bovenbedoelden, dat
zijn dus al degenen, die in het Be
volkingsregister te Venray behooren
te zijn ingeschreven, aangezien zij
daar werkelijk woonachtig zijn, moe
ten gele (model A voor mannelijke
personen) of witte (model B voor
vrouwelijke personen) kaarten worden
ingevuld.
Voor degenen, die elders in Neder
land woonachtig zijn en dus dèar
als werkelijk woonachtig geteld
worden, of die in het buitenland
wonen, doch die te Venray toevallig
tijdelijk aanwezig zijn, wordt hier te
Venray óók een kaart ingevuld en
wel eene oranje-kleurige kaart (model
E) voor mannelijke en een rose
kleurige kaart (model F) voor vrouwe
lijke personen. Dit zal b.v. het geval
zijn met kinderen, die elders op kost
school zijn, doch te Venray hun
vacantie doorbrengen verder met
logé's enz. Ventaysche miliciens
worden, onverschillig of zij met ver
lof thuis zijn of niet, te Venray
geteld als werkelijk woonachtig, dus
op een gele kaart, model A.
De kaarten zijn voor Nieuwjaar
door de tellers thuis bezorgd, ge
deeltelijk reeds ingevuld. Op Nieuw
jaarsdag controleert men aan de hand
van het trouwboekje de namen enz.,
die reeds zijn ingevuld, brengt daarin
zoo noodig wijziging en aanvulling
en beantwoordt de nog niet ingevulde
vragen met de meeste nauwkeurig
heid. Ook vult men volledig in de
nog blanco zijnde kaarten voor wer
kelijk tot het gezin behoorenden,
doch die ter secretarie wegens ver
zuim van aangifte nog niet bij het
gezin beschreven stonden, benevens
voor de tijdelijk aanwezigen in den
afgeloopen nacht. Men ga tot een
en ander echter niet over dan na
nauwkeurige nalezing der toelichtin
gen zoowel op de telkaarten zelf als
op den gezinsomslag, model G, en
nadat men er absoluut zeker van is,
alles goed te hebben begrepen.
Teneinde vergissingen op de kaar
ten te voorkomen zal het voor velen
het beste zijn de kaarten onveranderd
en oningevuld te laten, doch op een
los papier alle gegevens omtreat alles
en allen, die tijdelijk aanwezig waren,
te verzamelen en dit papier met liet
trouwboekje bij de kaarten gereed
te leggen, opdat de teller daarvan
gebruik kan maken bij het terughalen
der kaarten en het controleeren en
zoo noodig verder invullen hiervan
Hot gezinshoofd vorzuirao ook
niet alle kaarten te onderteekenen
met inkt.
Het terughalen der kaarten ge
schiedt in de eerste dagen'na Nieuw
jaar. Men zij den tellers bij het con
troleeren der kaarten behulpzaam en
verstrekke hun alle noodige gegevens,
ook voor het invullen der bedrijfs-
kaart, model M. Hiervoor is. als
men die heeft, noodig de loonlijst
volgens de Ongevallenwet 1921.
Men legge dus ook deze lijst gereed
Tenslotte wordt nog verwezen
naar de op verschillende plaatsen in
de gemeente aangeplakte publicaties
en naar het in het vorig nummer van
Peel en Maas verschenen artikel over
de Volkstelling.
Overtreding van de voorschriften
betreffende de Volkstelling wordt
krachtens art. 20 der Wet van 15
April 1886, Stbl. 64, gestraft met
hechtenis van ten hoogste veertien
dagen of geldboete van ten hoogste
100 gulden.
Venray, 30 December 1930.
Burgemeester en Wethouders van
Venray,
O. VAN DE LOO
De Secretaris,
VAN HAAREN
Mersel. weg 1 Luxor-gebouw
Maandag 5 Januari 8 uur
Spreker
Ew. Pater Callewaert
O.P. Oent (Belg
Komt! 't Wordt een pracht
avond over HET KIND.
door
JOS. BOSHOUWERS te LENT
Kaf in het kippenhok.
VRAAGIk heb steeds zuiver
en droog kaf, van rogge- en van
haverstroo. Zou dat niet even goed
in het kippenhok zijn, als turfstrooisel?
Het kost mij natuurlijk niets, en het
turfstrooisel jnoet ik koopen.
Uit Geijsteren.
ANTWOORD Het is te be
grijpen, dat u in dezen malaise-tijd
bovenstaande vraag stelf. Dat is
prijzenswaardig, zelfs plicht, als be
zuiniging niet eene verkeerde bezui
niging wordt. Dit kan met kaf het
geval wezen, maar het is niet noodig.
Wanneer is kaf af te raden
Ten le., wanneer "men het niëf
elke week geheel verwijdert, en door
versch vervangt. Het mag dus niet
weken blijven liggen, en wat zien
we heel vaak Dat er telkens maar
wat boven over heen gestrooid
wordt. Dat is zeer slecht.
Menige koppel hoenders is er ziek
door geworden, want kaf, vermengd
met versche kippenmest wordt gauw
vochtig, schimmelig en eene broed
plaats voor bacteriën.
Ten 2e., wanneer het kaf met de
mest later op het land of op de
mestvaalt gebracht wordt. Men komt
dan hoe langer - hoe dikker in het
onkruid. En daardoor benadeelt men
zich op akker en veld.
Dan is slroohaksel natuurlijk veel
beter, maar ork dit moet telkens
door versch vervangen worden, en
bij een lossen bodem elke week. Is
de bodem laag gelegen, dan houden
kaf of stroohaksel het nog geen drie
dagen uit. Trouwens turfstrooisel
ook niet lang. Een te lage bodem
in het kippenhok is het beroerdste
wat men hebben kan
Diversen over hokkenbouw.
Inzender uit YsselsteynIk zal
uwe vragen in het kort beantwoor
den, doch zoo, dat ook een ander
er iets aan heeft. Dank voor de be
knopte en duidelijke opstelling der
vragen aan het eind van uw lang
epistel.
1. Als de bodem beslist hoog en
droog is, dan is een vaste bodem
niet noodig, als het bedeksel maar
vaak genoeg ververscht wordt. (Zie
het antwoordt hiervoor aan uw
collega uit Geijsteren). Bij een vasten
bodem blijft het strooisel natuurlijk
langer frisch. Maar staat tegenover,
dat 'n betonvloer vaak te koud is,
en zeer zeker, wanneer de krablaag
te dun is.
2. Het beste dak is riet en daar
sluitpannen op. Geen stroo, want
daar hebben muizen nog wel eens
schik in. Ook wordt een strooien
dak te dicht. Riet ventileert beter.
Neem le klas pannen, want één lek
kan den heelen winterleg bederven
3. Bij pannen moet het dak 30
c.M. per M. oploopen, anders schiet
de regen of de wind onder de pannen
door.
4. Van het voorfront moet pl.m
1/3 deel glas zijn: veel licht geeft
beweging enbeweging wekt den
eetlust op en regelt de ontlasting,
Bovendien hoe meer licht, hoe ge
makkelijker de bodem droog blijft.
En dat is een zeer belangrijke zaak.
Onderschat haar niet. Ga maar eens
in de legnesten kijken bij buren, die
den bodem van het hok niet kurk
droog (en zindelijk) houden
5. Mestzolder 80 a 90 c.M. boven
den grond of vloer. Achterwand 1.40
M., beter 1.50 M. De voorwand
zooveel keer 30 c.M. hooger. ale
het hok rasters breed is.
op DINSDAG 6 JANUARI 1931 nam. half 8
in het St. Antonius-Patronaat.
AGENDA
1. Opening door den Heer Voorzitter.
2. Een inleidend woord met toelichting door den WelEerw.
Pater Onings O.F.M.
3. Aanwijzing van candidate» voor het Lid
maatschap der Provinciale Staten door de
leden onzer Kiesvereeniging.
4. Mededeelingen.
5. Rondvraag, Sluiting.
Namens het Bestuur, dat trouwe opkomst der leden verwacht,
Dr. A. JANSSEN, Voorzitter
KRAYKAMP, Secretaris
Let wel! Deze vergadering wordt speciaal gehouden om
der leden gelegenheid te geven candidaten aan te wijzen voor
het lidmaatschap der Prov. Staten en dus invloed uit te oefenen
op de officieele candidatenlijst. Het Bestuur hoopt, dat vele
leden van hunne belangstelling zullen doen blijken door deze
vergadering bij te wonen.
Blanco formulieren van deze candidaten-lijsten zijn voor de
leden onzer Kiesvereeniging verkrijgbaar bij den Secretaris.
6. Men rekent 1 nest op 4 kippen.
Bij vainest controle 1 op 3.
7. Voorfront liefst Z.O. Kan het
niet goed, dan Zuid.
3. Bovendeel der ramen naar
buiten laten kleppen, zonder tocht
schermen. Deze bovenlichten hangen
boven aan 2 scharnieren en worden
door eene naar buiten stekende stang
opgehouden;
9. Grootte der legnesten 35 bij
35 c.M. Voorde groote, zware rassen
35 bij 40 of 40 bij 40.
10. Het onderste deel der ramen
draai- of schuifbaar, zoodat bij goed
weer alles opengezet kan worden.
11. W. L. kuikens tusschen 20
April en 5 Mei geboren zijn m.i. de
beste voor den boer.
12. Barnevelderkuikens een maand
vroeger.
13. Neen, eternietplaten kan ik
onmogelijk voor dakbedekking aan
bevelen. Vaak hangen de druppels
er aan. M.i. zijn ze voor dit doel
gratis nog te duur. Dan is een hou
tendak met asphalt of pyramid er
over heen nog veel beter. Zulk een
dak ventileert ook wel niet, maar hst
is toch droog, wanneer het goed
gelegd werd.
14. Zitstokken, niet rond. Wel
dienen de scherpe kanten er eenigs-
zins afgeschaafd te worden. Afmetin
gen 5 bij 6 c.M. Zorg, dat ze op
inkepingen komen te liggen (dus los)
of op schraagjes, Onder vaste zit
stokken huist de roode luis maar.
hart en 't enthousiasme weet los te
slaan.
Pater Callewaert is een vurige
Vlaming, die jaren geleden is moeten
uitwijken naar Ierland, wegens zijn
overgroote liefde voor zijn Vlaan
deren.
Thans mag hij er weer spreken en
zijn Vlaamsch vurig hart weet an
deren in vuur en vlam te zetten.
Zulk een man hooren wij ook hier
eens graag, al spreekt hij niet over
Vlaanderen, maarover 't onderwerp,
dat zijn „fort" is, nl. over het kind.
a.s. Maandagavond om 8 uur,
weest dan present, wilt gij niet iets
bijzonders missen.
te VENRAY.
Een aangenamen indruk heeft de
ontwikkelingsavond van 23 Dec. U.
voorzeker op allen gemaakt. We
voelden het, hoe heel de zaal onder
den indruk was van de woorden
van den spreker.
Prof. Dr. van Gestel moesten wij
bewonderen, hoe fijn en delicaat hij
het onderwerp „de taak der vrouw"
wist te behandelen.
Wij allen zijn Pater van Gestel
dankbaar, dat hij zoo schoon en
verheven over „de moeder" gespro
ken heeft. Met hem waren wij ver
ontwaardigd over en protesteerden
wij tegen den arbeid van de ge
huwde vrouw in de fabriek.
Wij geven soms hoog op van
onze tegenwoordige beschaving en
wij meenen, dat we op het hoogste
punt staan, maar wanneer wij ons
afvragen en een onderzoek instellen,
welk het lot in onze beschaving is
van hen, wier eenig verweer is de
verhevenheid der gedachten, het ge
voel der rechtvaardigheid en de
idealistische uitkijk over het men-
schelijk leven, dan, wanneer wij
dezen maatstaf aanleggen voor het
peil der beschaving, den zullen wij
gemakkelijk inzien, dat we op onze
beschaving nog niet zoo bar behoe
ven te bluffen, dat zij nog lang niet
volmaakt is, immers het lot der
vrouw is thans nog verre van be
vredigend.
Professor van Gestel, wij hopen
U een volgend jaar weer eens te
hooren.
A.s. Maandag, 5 Januari, (voortaan
zal de Volkontwikkelings-avond
steeds op een Maandag gehouden
worden.) komt Pater Callewaert O.P.
uit Gent (België).
Iedereen heeft van dezen reuzen-
spreker gehoord, met zijn senore
stem en zijn taal, die grijpt in het
VENLO. Op de Coöp. Veiling-
vereeniging van Maandag was de
aanvoer 1080.000 eieren.
Groote eieren van f 6.40 tot f 7.70
Kleine eieren van f 5.20 tot f 6.20
Eendeneieren van f 6.60 tot f 7.
Ganseieren van f
ROERMOND. Op de Coöp.
Eiermijn van Maandag was de aan
voer 3.300.000 eieren.
Groote eieren van f 6.10 tot f 7.50
Kleine eieren van f 4.80 tot f6
Eendeneieren van f6.— tot f7.—
VENRAY, 1 Januari 1931.
Kudastrale leggers en plans.
De Burgemeester van Venray brengt
ter algemeene kennis, dat de kadas
trale leggers en plans ter jaarlijksche
bijwerking zijn opgezonden en tot
nadere aankondiging NIET kunnen
worden geraadpleegd.
Venray, 29 December 1930
De Burgemeester van Venray,
O. VAN DE LOO.
Tot geneesheeren belast met
de doodenschouw in deze gemeente
zijn voor het jaar 1931 aangewezen
Dr. Bloemen en Dr. Vercauteren
alhier.
Ten Raadhuize alhier werd
aanbesteed het bouwen van een
klaslokaal aan de bestaande Bijz.
School te Oostrum. Ingeschreven
werd als volgt
Th. Kersten, O vericon f 3590
Th. Vissers, Wanssum f 3990
Chr. Reijnders, Wanssum f 4165
Fr. Heynen, Venray f 4200
A. Tacken, Oostrum f 4216
Th. Maassen. VeDray f 4230
Gielen—ArtsMaassen, id. f 4250
P. Vollenberg, id. f 4314
H. Oudenhoven Lzn., idem f 4320
Th. Claessens, f 4348
H. Vollenberg en Zn. f 4360
H. J. Siebers f 4360
A. H. Maassen en Zn. f 4463
Verstralen en Oudenhoven f 4464
Chr. Wijnhoven f 449(
P. Spee f 4^98
A. Pijpers en Siebers f 5389
Aan den laagsten inschrijver ge
gund.
Maandagmiddag kwam de
zoon van den Heer J. v.d. M. alh;<..-
met een tweetal paarden over d.
Stationsweg. Doordat op een gegew.
oogenblik een drietal auto's in tegen
overgestelde richting de paarden
passeerden, werd een der dieren
aangereden, waarbij het een been
breuk bekwam. Het dier moest direct
worden afgemaakt.
De politie zal wel uitmaken wi^
de schuld heeft. I