Tweed© Blad van „FEEL MM MAAS Om twee millioen Abdijsiroop ff 'n Wereld van half garen. FEUILLETON Tijd verspillen. Even nadenken als 't U blieft. Een Koester heeft Abdijsiroop noodig! ZATERDAG 6 DECEMBER 1930 Een en Vijftigste Jaargang No. Parijs Het Vél' d'Hiver Wielerbaan 250 M. in 't rond In den grooten cirkel om de be- tonbaan 2itten de leegloopers, de nietsnutters, de geldsmijlers, de gok kers en de schokkers, met een portie bankbiljetten, die ze hopen te ver dubbelen, in een spannende wedden schap, maar ze desnoods ook wel kunnen missen, hééren omdat ze een smoking dames omdat ze bijna niets aan hebben, met lange langoureuse bellen in de gemasseerde oorlellen, geverfd, getint, geschminkt opgekalefaterd, aangedikt met de allerbeste stift, waarvan de kleur smakeloos en onbederfelijk is. Achter op de goedkoopere plaat sen de gegadigden die minder gefortuneerd zijn, de toffe jongens uit de sportwereld, die met hun leven geen raad weten en er hoege naamd geen been in zien om de beste jaren van hun aardsche bestaan te verdoen op een wielerbaanniet eens wetend dat ze een ziel hebben die de heele wereld met al haar schoone kunsten en geweldige be langen glad verpatsen voor een Dunlopbandje om hun schriele, magere race-rijwieltjes met doorge zakt stuur, speelgoed-frame en pop penzadeltje. De toffe jongens die allen bij elkaar nóg onbeduidender zijn dan de dijspier of kuit-pees waarmee zij de pedaal van hun fiets in beweging brengen. Als ze allemaal tegelijk van de aarde verdwijnen, bemerkt niemand er iets van dat ze verdwenen zijn, behalve een of andere morgenwan delaar, voor wien het uitzicht in de lanen niet meer bederven wordt door hun leelijke truien, hun smerig- beschilderde trapkarretjes en hun onfatsoenlijk gebogen ruggen. Vél' d'Hiver. De rijke onbeduidendheid op de eerste rijen. De minder gefortuneerde onbe duidendheid op de volgende. De absolute onbeduidendheid in 't midden cirkelend langs de baan. Alles bij elkaar een wereld van halfgaren. De belachelijke monsterwedstrijd van zes dagen en zes nachten is be gonnen, een rit van 144 uren ineen helsche duizeling van telkens 250 Meter in 't rond. De wereld van de would-be groot heid Van fictieve belangrijkheid alsof het heel wat is Alsof er niets anders is, dat ge wichtig is. Zou 't wel in aanmerking kunnen komen voor één oogopslag; zou er papier te vinden zijn, slecht genoeg van kwaliteit om het te besteden aan een verslag van zoo'n onbedui dende grootheidswaanzin van 144 uren race Die 't uithouden, kunnen na afloop, zeggen Een kop om te denken heb ik niet, maar ik heb een spier, die 144 uren aan één stuk kan trappen Ha, ha Met champagne en peperdure soupers dooden de toeschouwers den tijd. Soms ontsteken ze ineens in woede en beginnen naar de trap pende slaven te vloeken met hun etende, geschminkte praat-apparaten. Ze rijden te tam, ze moeten door trappen, harder trappenwant t begint deze moderne Collosseum- bezoekers, deze verwijfde moderne Nerodianen te vervelen. Trappen moeten ze, dat de vellen er bij hangen. Als een loeiende bende hangen ze over de ballustrade en hun snoepende en snoeperige fransche mondjes schelden met een geraffineerd taaltje, waarbij de aristocraat, dien ze wiilen thangen, ondergaat in den protser, die ze over heel de lengte en de breedte van hun met juweelen be hangen karkassen blijven. Maar de mannetjes trappen voorovergebogen, aangespoord door de loeiende sirenen van de schelden de monden. Dan krijgen ze duivels-woede in hunne trappende beenen en ze vliegen als een levende mallemolen, aan een reuze-caroussel, voorbij de oogen van de zelfvergeten toeschouwers. Arme slaven Gebombardeerd worden ze met proppen, kurken, flodders pudding. Een vrouwenhand smijt een leege flesch over de balustrade voor de trappers en in een donderenden smak rollen fietsers en trappers en fietsen bliksemend, flitsend over en door elkaar tegen het kei-harde cement. Het publiek lacht een lach van Nero De loudspeaker meldt, dat Calvaing zwaar gewond is. Een spaak is hem in den enkel gedrongen. Ze stappen weer op, zij rijden weer door.... zes dagen, zes nachten, Half-garen In 't midden zetelt de Schoon heidskoningin van Parijs met haar hofdames. Ze kosten heel wat geld, maar niet aan den kleermaker. Veel moois is er niet aan. Ze konden bloemen zijn aan den oever van de Doode Zee. De 144 uren zijn om. De laatste uren hebben ze getrapt met het uithoudingsvermogen en de snelheid van zuigerstangen. Raynaud en Dayen konden het beste trappen. Die twee eminente doodtrappers wonnen En de prijs... voor hun 144 uur trappen Ze krijgen van de Schoonheids koningin op hun vuile bezweete gezicht een,., kus Nou ze zijn er vet mee maar 't is mager betaald. Advocaat Rembold besloot der halve nog een laatste poging aan te wenden en persoonlijk naar Hamburg te reizen, om daar ter plaatse de sporen der moeder van den vermiste na te vorschen. HOOFDSTUK V. Een week na den plotselingen dood van den Ier te Kossak liepen het contract van den duiker Palof en dat van Reinkens af. Palof wilde na zijn loon en zijn premie te hebben ontvangen, met de eerstvolgende stoomboot af reizen. Reinkens daarentegen bood zich aan, om den kotter van den verongelukten Ier over te nemen en de duikerszaak tot na het einde van het seizoen tegen zekere pachtsom voort te zetten. Deze aanbieding was nog altijd voordeeliger voor de eventueele erfgenamen van den verdronkene, dan dat het schip werkeloos in den inham was blijven liggen. De rechter nam derhalve Rein kens aanbod aan, en deze stak ■den volgenden dag met den kotter Te Oxford, in Engeland, draagt een zonnewijzer het opschrift „De uren sterven en worden ons toege rekend." Elk uur in het leven van den mensch heeft zijn eigen bijzonder werk, dat slechts daarop mogelijk is, en op geen ander uur, binnen den kring der jaren die ons zijn toege staan en eenmaal weg, keert het niet terug. Iemand, die jong van jaren is, kan oud van uren zijn, als hij geen tijd heeft laten verloren gaan. Het kapi taal van den tijd, zuinig beheerd, zal iemand in latere jaren een woe kerwinst opleveren die de stoutste droomen overtreft. Tijdverspillen zal iemand verstan delijk en zedelijk meer doen achter uitgaan, dan hij het zich heeft kun nen voorstellen. Geen uur in onze jeugd, dat niet trilt van bestemmingen, geen oogen blik, waarin, als het eenmaal voorbij is, het daarvopr bestemde werk nog gedaan kan worden. Een droog-komieke filosoof schreef eens op zijn voordeur „Verloren tusschen zonsopgang en zonsonder gang, twee gouden uren, ieder met zestig diamanten minuten bezet. Er wordt geen belooning uitgeloofd, want ze zijn voor altijd weg." De dagen komen tot ons als ver momde vrienden die onschatbare gaven brengen uit een ongeziene hand maar, als wij ze niet gebrui ken, gaan zij ongemerkt voorbij, om nooit terug te keeren. Eiken volgen den morgen worden nieuwe gaven gebracht, doch indien wij in gebreke olijven, die aan te nemen welke ons gisteren en eergisteren gebracht werden, verliezen wij hoe langer hoe meer de geschiktheid, ze tot ons voordeel aan te wenden, tot we op den duur niet meer in staat zijn, ze te waardeeren en te benutten. Een wijs gezegde was het, dat verloren rijkdom herwonnen kan worden door vlijt en spaarzaamheid, verlóren kennis door studie, verloren gezondheid door matigheid en genees middelen, maar dat verloren tijd voor goed verloren is. „Och we hebben maar vijf of tien minuten meer voor 't eten; er is nu geen tijd meer om nog iets te doen" dat is een van de meest gewone gezegden, die men in het gezin hoort. Maar welke monumenten werden niet opgebouwd door arme jongens zonder vooruitzicht, uit stukjes tijd, die velen van ons wegwierpen het was op een Maandag welks gezamelijke equipage, op Palof na, was gebleven, in zee naar de parelgronden. Den volgenden dag zou de Londensche stoomboot naar Bom bay varen en aan boord van deze had Palof een plaats genomen. Tegen zijn gewoonte wss hij zeer soliede, dronk niet meer en ver meed de speelholen. Hij slenterde om de haven heeri, zocht mosse len en scheen zich alleen onledig te houden met het verzamelen van souvenirs aan zijn verblijf op deze onherbergzame kust. Palof en Reinkens woonden in hetzelfde logement. Het waren lange, loodsachtige gebouwen, uit één verdieping, met een lange middelgang, op welks beide zijden kleine kamers met één raam uit kwamen. Het gansche meubilair daarvan bestond in een bed van maisstroo, een houten stoel en een tafel. Kasten waren er niet te vinden; hun kleeren hingen de bewoners aan spijkers op, en hun overige goederen bewaarden zij in bundels, die op den grond lagen, of in koffers en houten kisten, voor het geval zij die be zaten. Overdag bevond zich zelden de bewoner in zijn kamer, daar de arbeider van zonsopgang tot zons ondergang op zee was. Allen gin gen in den vroegen ochtend heen en keerden eerst in den avond terug. De kamers konden niet Voedsel voor geest en hart. ,Wat de rijken in overvloed heb ben, behoort als noodzakelijk levens onderhoud aan de armen bezit in overvloed is bezit van anderen." St. Augustinus. Wil men altijd geld bij de hand hebben, dan moet men het nooit bij de hand hebben En daarom is een spaarbankboekje zoo goed. Het gelukkig leven bestaat niet in veel te hebben, maar in met weinig, veel genoegen te hebben. Rijkdom baart zorgen 1 De heiden- sche wijsgeer Anakrem kreeg van koning Polykrates een groote som gelds. Dit kostbaar bezit bezorgde hem twee slapelooze nachten, toen steurde hij het geld terug met de boodschap, dat die schatten hem niet zooveel onrust en kommer waard waren Geen dag ga voorbij of de mensch bedenke 't is beter (volgens Chris tus' eigen woord) dat ik met een molensteen om den hals in de diepte der zee zink, dan dat ik door mijn kleeding, door mijn woord, door de uitstalling der vertooning van slechte boeken, (reclame-platen,) door voorstellingen enz. aanleiding geef, dat een ander of anderen, zondige gedachte, slechte begeerten, ver keerde daden verricht. Tegenover dergelijk dergelijk er gernis geven, heeft Jezus een „Wee u" uitgesproken. En wat is verschrik kelijker dan dat Wie zal in zijn hart daarmee durven lachen of spotten De ergernis is het tegen deel van naastenliefde de ergernis gever is, wat gewoonlijk genoemd wordteen zielen-moordenaar. De vader van keizer Constatijn had in zijn leger veel Christenen, die aan hun geloof verzaakten, met het doel om hun veldheer en aanvoerder te behagen en wellicht hooger in rang te kunnen opklim men. Maar dat kwam anders uit 1 Hij ontsloeg die afvalligen uit den dienst: „Hoe kan, zoo zeide hij, „hoe kan ik op soldaten reke nen, op wie zelfs God niet kan vertrouwen." De kinderen voeden de ouders op. Bovenstaand opschrift wordt wel eens gezegd en dikwijls zeer terecht. Ook de ouders kuDnen vaak van de kinderen leeren. Ziehier een voorbeeld Vanuit hun naast elkandergelegen kamer voeren een jongetje en een meisje, broertje en zusje, 9 en 7 jaren oud, dit gesprek worden afgesloten, de deuren had den geen sloten, slechts van binnen konden ze door een houten gren del worden gesloten Overdag stonden zij open, wegens de reini ging en luchtverversching, die het kleine dienstpersoneel, dat de logementhouders hadden, den ganschen dag bezighielden. Palof was thans bezig met in zijn kamer zijn boeltje bijeen te pakken, dat maar een dun bundel tje uitmaakte, en liep vervolgens af en toe met de Maleiers pratend, die voor het opruimen der kamers zorgden, in de gang heen en weer. Eensklaps zag hem een der be wakers ivi Reinken's kamer en voegde de kleurling hem toe Dat is toch uw kamer niet, man, wat hebt gij daar te maken 't Is maar een grap, die ik met Reinkens voorheb, een af- scheidsgrap, antwoordde Palof lachend. Hier, vriend, zeg er niets van, ging hij voort en gaf den man een dollar. Terstond verliet hij de kamer, maar de houten koffer, die in de kamer aanwezig en gesloten was geweest, stond nu open, en Palof schoof een enveloppe, welke hij uit een ouderwetsche portefeuille had genomen, snel in zijn borst zak. Eerst laat in den avond, nadat Reinkens de velerlei zaken, welke het overnemen van den kotter meebracht, had afgewikkeld, „Jeanne?"„Wat is er?" „Weet je 't niet Er is een Onze Lieve Heer". —„Wat is dat?" Zij piaten samen en eiken avond praten ze opnieuw. Het jongetje verteld, wat hij op school geleerd heeft. Op zekeren dag bemerken het de ouders, ongeloovigen zij luisteren toe, worden diep bewogen de genade deed verder haar werk. George en Jeanne Doussot tegelijk met hunne ouders gedoopt. Het broertje werd later Dominicaan en het zusje Carmelites De dappere en geestige officier. Een officier der genie in Frankrijk ruilt zijn galons (onderscheidingstee kenen van officier) met de pij der Broeders van den heiligen Johannes de Deo (die zich hoofdzakelijk met ziekenverpleging bezig houden.) Van hen is bekend, dat zij eens werden gevolgd door een bende apachen (Parijsche schurken) die hem luid keels toeriepen „Weg met den fezuiet". Broeder Magalon (zoo leette de vroegere officier) keerde zich om, en zeide kalm „ik ben geen Jezuiet. ik ben een broeder van Johannes de Deo en ik verpleeg de krankzinnigen. Ik ben tot uw dienst heeren. Gekken of Heiligen. Ik heb een missionaris gekend, die dapper was onder de dapperen, hij is nu gestoren, pater Jean Marie Desaubes. Zooals het ia Indié wel meer gebeurt moest hij een lange voetreis maken. Na het H. Misoffer te hebben opgedragen, vertrok hij voor het opgaan der zon en liep den geheelen voormiddag door. Des middags hield hij halt onder een schaduwrijken boom en met behulp van drie steenen en een kruik maakte hij zich op zijn Indiaanscb, wat rijst klaar. Zoo nam hij een bescheiden maaltijd en ging weer op weg bij een temperatuur van 40 graden en liep verder den heelen dag door. Toen hij des avonds, bijna dood van vermoeienis, zijn toog,rood van het stof van den weg, zijn bloed als bruischend onder den invloed van het loopen en van de warmte, zijn armelijke hut bereikte, liet hij zich op den grond neervallen en had nog slechts de kracht om uit te roepen Waarachtig, om zoo'n vak uit te oefenen moeten er gekken of heili gen zijn. Worden gevraagd.... Worden gevraagd 500.000 hel den en heldinnen om aan onzinde lijke kinderen te leeren het gebed en het alphabet, op voorwaarde, dat deze helden en heldinnen zullen blijven kuisch, geduldig, volhaidend, zullen werken 10 uren per dag voor 15 stuivers en zullende ontvangen beleedigingen als aanvullend salaris, zich zelf zullende ontzeggen alle geoorloofde genoegens. Zet dat eens in een krant ik zal de advertentie betalen Gij lacht Gij hebt gelijk en gij hebt ongelijk. Want... dat sublieme leger bestaat. Een Meester, en een eenige Meester heeft het kunnen samen stellen. heeft het kunnen begeesteren Hij roept dat leger op, Hij recru- teert het, Hij bewapent het en voert het bevel sinds 18 eeuwen. Hij heeft geen andere belooning dan Zijn glimlach en Zijn zegen. Die Meester is Jezus-Christus. Ook de socialisten en bolsjewieken. Laatst bij de vreeselijke mijnramp van Alsdorf heeft zich een klein voorval afgespeeld, dat ik u nood zakelijk eens moet vertellen. Ik bied u het verhaal, ontdaan van elke overdrijving en zonder medewerking mijner phantasie, zoo dat ge de geheele waarheid en keerde hij in zijne kamer terug. Hij had reeds aanstonds een kamer in het hotel gehuurd, daar hij als patroon niet langer een niet af te sluiten kamer in een arbeidersloge ment kon bewonen. Hij was dood moede en wierp zich op zijn bed, waar hij terstond in een diepen slaap viel. Nog voordat hij opstond was de Engelsche stoomboot met Palof in zee gestoken. Toen Reinkenszijnhouten koffer naar het hotel wilde dragen ont dekte hij tot zijn bevreemding, dat zijn zeekist zooals de matrozen die soort van koffers noemen met een steekbeitel was openge broken. Den boel terstond na kijkend, ontbrak hem wel niets, maar hij gaf toch het ongewone geval bij den sjerif aan. Deze ver klaarde de zaak voor een domme grap van Palof, die den als pijn lijk ordelievend bekendstaanden kameraad tot afscheid een part had willen spelen. Wijis niets werd gemist, was dat de meest waar schijnlijke verklaring. En ze werd bovendien bevestigd door den Maleier, die Palof in Reinkens' kamer had gezien. Reinkens ging met zijn kotter in zee en gaf zich zooveel moge lijk moeite, daar hij de zaken van den scheepseigenaar en den arbeid van den heengeganen Palof mede moest overnemen, m.a. w. voor twee personen duiken moest. Palof was inmiddels aan boord van de niets dan de geheele waarheid ver neemt. Voor de echtheid sta ik in. 't Was na de ontploffing. 'n Vrouw drukt aan haar hart een nog jeugdigen mijnwerker, die beslijkt en gehavend uitziet, 't Is haar jongen, haar zoon, gered uit den greep des doods „Mijn kind", sprak liefdevol ver wijtend de moeder, „zie je nu wel, dat je dikwijler te biechten moet gaan „Ge hebt gelijk, moeder Bij de ramp vielen wij allen zonder uitzon dering op de knieën om te bidden, ook de socialisten en communisten." In het uur der dreiging komt wel eens in den mensch het geloof weer bovendrijven, dat door het gewicht van 't materialisme naar de diepte was meegetrokken. Dan bidden zelfs communisten Zelatrice-avonturen. Een Zelatrice, die 380 Almanakken aan den man had gebracht ze had haar hakken afgeloopen, zei ze maar... „de schoenmaker moet ook leven deed op denzelfden dag de volgende zeer verscheiden onder vinding op. Zij klopt aan bij een rijke dame. Neemt U a.u.b. een Almanak van me, Mevrouw? Nee, daar hou ik niet van... U moet er toch wel veel zin in hebben om bij zoo'n weer met die dingen rond te gaan. Och, Mevrouw, ik doe 't ook niet voor m'n plezier, al doe ik 't mét plezier. Maar als m'n broer (missionaris) er zooveel voor over heeft, mag ik er toch ook wel iets voor doen. Slot was, dat de dame geen Almanak nam. Ze hield er niet van. Even later stapte onze Zelatrice binnen bij een arm oud vrouwtje. Raak ik een Almanak aan U kwijt, Juffrouw Ik kan niet meer lezen, schaap, maar hoeveel kost ie Acht stuivers. Goeddan kan ik toch plaatjes kijken. Ik zal je 2 kwartjes geven. Dan geeft U een dubbeltje te veel. Da's niets. Hou maar't is van mijn armoe voor je broer in de missie. Wat 'n weer, hé. En kom jij daar door Schaap, lussie 'n bakkie IJc ben wel arm, maar schoontjes, hoor Toen de Zelatrice 't aanbod aan nam, glunderde de goede ziel van plezier. Wat een verschil van menschen, 't zelfde dorp, in denzelfden godsdienst Waarom zyn er geen... Walen in den hemel De portier van den hemel ging zekeren zomerdag, op kermisse naar Sinte-Pieters-op-den-dijk, boven Brug ge. Hij mocht de hemelpoorte alleene niet laten en stelde Sint Andries aan, om den ingang tot den hemel te be waken. Ja, maar Sint Andries kende geen Fransch en een heele bende Walen zagen de kans schoon om in den hemel te geraken. Sint Andries verstond hun bargoensch niet, noch en wiste hij wat te zeggen om dat goedje tegen te houdenen hij liet ze allemaal binnen, in 't gedacht dat 't al brave menschen waren. 't Was een gebabbel en een lawaai van een andere wereld. Sinte Pieter kwam 's avonds thuis van de kermisse en hoorde al dat snateren en gerrebekken en hij stond er versteld van. ,,'t Is mijn verdooie, Waalsch zei Sinte Pieter. Dries wat heb je gedaan, vent „Ik en versta geen Fransch," zei Sint Andries, „wat wil je daaraan doen, en ik die meende dat er hier Als Gij hoest, als Uw ontstoken keel U het spreken moeilijk maakt, als Uw bGrst vol slijm zit, dat niet los wil komen, als U 't slapen wordt belet door hoestbuien of het gevoel alsof er een blok op Uw borst ligt: dan hebt Gij Abdijsiroop noodig. Een balsem voor Uw borst. Abdijsiroop heeft door haar overtuigende resultaten zich vanzelf een weg gebaand. Wordt door hare aangenaam slijmoplos* sende, verzachtende, hoeststillende werking geroemd bij: Hoest, Bronchitis, Asthma. AKKER', ,,Voor de Borst I Alom verkrijgbaar. Prijs Fl. 1.50, Fl. 2.75, Fl.4.50 Gebruik buitenshuis Abdijsiroop-Bonbons (60 ct.). Dan bespoedigt Ge Uw genezing. 1 ABDIJSIROOP-BONBONS (Gestolde Abdijsiroop) geen andere als goe zielen 'n kwamen, 'k heb ze hunnen weisier gegeven en ze binnen gelaten. Heb 'k gemist. 'k.Wil 't geweten hebben, maar als ge nog uit kerremessen gaat, doe u als 't u belieft vervangen door eenen die op meer dan eenen toon zijn lied zingen kan." Sinte Pieter schartte achter zijne oore, maar hij 'n was nooit lange met iets verlegen. „Gauw riep hij, naar eenige engels die dat van op een afstandje hadden afgezien. „Gauw Michael, Rafaël, Gabriël en Uriël, draagt ge vieren de tafels buiten de poor te, dekt ze met de sneeuwwitte dwale, legt de zilveren lepels en brengt de rijstpap op." De engels gehoorzaamden, gelijk altijd, en toen alles gereed stond, liep Sinte Pieter aan de poorte staan van den hemel en riep naar binnen met eene stem, die aan de hemel- sche gewelven weerdonderde „La soupe En al de Walen stormden den hemel uit, en Sinte Pieter sloeg de gouden poorte op hunne hielen toe. Sedert dien zijn er geen Walen meer in den hemel. EBgiieaisn Uifcfciliagia. snelvarende boot op weg naar Bombay. Zonder ongevallen kwam hij in de Engelsch-Indische havenstad aan, en na enkele dagen reisde hij af naar Aden door de Roode Zee, passeerde hetSuezkanaal en kwam op den bepaalden tijd, ongeveer 25 dagen na zijn vertrek van Kossak, te Marseille aan. Hier vertoonde hij, aan wal komend, een pas, die hem, in overeenstem ming met de scheepskaart, als Erich Reinkens, burger der Ver- eenigde Staten, legitimeerde. Het viel Palof niat moeilijk, te Marseille de door hem verduis terde parelen te verkoopen. Hij bewees, dat hij zooeven met het schip van Bombay was aangekomen en uit zijn papieren bleek zijn persoonlijkheid. In Bombay wordt, naar men weet, een levendige handel in juweelen en parelen gedreven, en worden menigmaal zeldzaam schoone stukken verhan deld. De juwelier te Marseille had derhalve geen reden tot eenig wantrouwen. De gevallen, waarin uit Indië komende vreemdelingen kostbare losse steenen en parelen verkochten, waren veelvuldig. Hij bood Palof vierduizend frank voor het tweetal parelen. De dui ker echter kende de waarde en toonde zich taai. Voor deze zeldzaam zuivere, witte, heerlijk geronde parelen, zei hij, ontvangt gij, na ze te hebben gemonteerd, zonder den Gebogen, pijnlijke lendenen, rheu- matiek in de gewrichten en urine- kwalen behoeven niet beschouwd te worden als een natuurlijke last van den ouden dag. Opgewekte en leven dige menschen op leeftijd toonden hoe zij door middel van Foster's Rugpijn Nieren Pillen bovengenoem de ellendige kwalen verdreven. Dit speciaal niermiddel kan aan overwerkte nieren de opwekkende, versterkende hulp geven, die zij zoo dringend noodig hebben. Dan blijven niet langer schadelijke onzuiverheden in het bloed achter, en kan het ge vaar van rheumatiek, ischias, spit en graveel afgewend worden. Foster's Pillen kunnen zoowel door mannen als vrouwen veilig gebruikt worden. Zij bevatten geen schadelijke bestanddeelen. 34 Bij alle drogisten enz. f 1.75 p. flacon. minsten twijfel acht duizend frank. Als ik ze u vuor vijf duizend laat, verdient gij nog altijd min stens drie duizend frank. Dat schijnt me een aardige winst toe. Onder de vijf duizend frank geef ik de parelen niet. De juwelier begreep, dat hij te doen had met een man, die den prijs van zijn waren kende. Na eenig aarzelen en na een hernieuwd onderzoek van de parelen met loupe en hamertje bewilligde hij dan ook in den koop en over handigde aan Palof vijf bank biljetten, elk van duizend frank. De eerste daad van Palof was thans, een kleedermagazijn binnen te gaan en zich van het hoofd tot de voeten in een Parijschen mode heid te laten omscheppen. Eén dag hield hij zich te Marseille op. Alsdan vertrok hij naar het wel bekende Monaco, bij Nizza, waar hij in een hotel zijn intrek nam. Van nu af was hij een dagelijksche gast aan de groene tafel der speel bank en speelde voortdurend en hartstochtelijkmet wisselend geluk' VI.

Peel en Maas | 1930 | | pagina 7