pwio®
Weekblad voor VENEAY, HOEST en Omstreken.
J. TAN WEEGEN - VIERLINGSBEEK
JAUQTO
VQQlUI&Sff
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen.
De mensch in het
jaar 2000.
Methode van
werkverschaffing.
Gemeenteraad
te Venray
ARCHITECT N.I.V.A.
ZATEROAÖ 19 JULI 1930
Een en Yijftigste Jaargaag No. 30
PEEL EN MAAS
(mhufacturên
BLIJKEN
TOCH HET
PRIJS DER ADVERTENTIEN 1—8 regels 60 cent, elke regel meer 71.» ct.
bij abonnement lagere tarieven.
Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF VENRAY
Telefoon 51 GIRO 150652
ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ctper post 5 een
voor het buitenland f 1.05 bij vooruitbetaling, afzonderl. nummers 5 cent
O L. Vrouw Behoudenis
der Kranken, Oostrum.
Voorspellingen van een
Engelseli geleerde.
Hoe zou het er over honderd jaar
uitzien Wie van ons heeft over
deze vraag nog noqit eens nage
dacht Hoe zou het op de wereld
gesteld zijn, als wij er niet meer zijn?
Werpen wij een blik terug, dan
moeten wij bekennen, dat er in 100
jaar heel wat veranderingen gekomen
zijn.
Hoe geheel anders zag het er vóór
100 jaar uit... wat 'n geweldige ver
andering heeft de techniek teweeg
gebracht in hét leven der menschen.
Hoe zou het er nu over 100 jaar
hier op aarde wel uitzien...
Lord Birkenhead, rector aan de
universiteit van Aberdeen, slaat een
blik in de toekomst en schildert de
ontwikkeling der volgende geslachten.
Volgens zijne opinie moet binnen
100 jaar de wetenschap het energie
probleem zóó opgelost hebben, dat
onbegrensde massa's energie zonder
eenige moeite ter beschikking van
den mensch staan. Momenteel leve
ren, zooals men weet, benzine, olie
en kolen de noodige energie. Daar
echter deze beide stoffen niet in
onbeperkte hoeveelheden ter beschik
king staan is het in de eerste plaats
noodzakelijk dat men onafhankelijk
wordt van de stoomkracht.
Een pond kolen levert niet meer
energie dan P.K. per uur. De exploi
tatie der stuwkracht in 1 L. water
zou echter 10 millioen P. IC. vrij
maken. Het is uitgemaakt dat deze
energie-bron bestaat. Er zal een dag
komen dat er een machine gecon
strueerd is, die de atoom vrijmaakt
Het zal den mench mogelijk zijn
grootere geographische veranderin
gen tot stand te brengen. 50.000 ton
water (een volume dat door een zee
schip verplaatst wordt) zal voldoende
zijn om de Poolstreken duizend jaar
lang een tropisch klimaat te bezorgen.
Het verkeer zal door deze nieuwe
energie-bronnen volslagen veranderd
worden. Vliegtuigen met ongehoorde
snelheid zullen het mogelijk maken
in Berlijn te ontbijten, 's middags in
Zwitserland een ski-tocht te maken
en 's avonds in Milaan een opera
bij te wonen.
Radio en televisie zullen zich ont-
wikkeleh op een wijze waarvan wij
geen vermoeden hebben. De steros-
copische verrekijker die de juiste
kleuren en het geluid volmaakt weer
geeft, zal ons in de mogelijkheid
stellen, iedere gebeurtenis bij te wonen.
Deze hulpmiddelen zullen volgens
Lord Birkenhead een democratie
scheppen zooals in het oude Athene.
Iedere politicus kan dan tot het heele
volk spreken en behoeft zich niet
meer tot zijn klein auditorium, dat
hij in het Parlement voor zich heeft,
zooals tegenwoordig, te beperken.
De bevolking van het heele land
kan dan na de redevoeringen op
dien-overeenkomstige apparaten stem
men.
De stemmen worden automatisch
opgesteld en men heeft in een mini
mum van tijd het resultaat der ge-
heele stemming voor het heele land
vastgesteld.
De scheikunde zal een reeks
nieuwe genotmiddelen ontdekken. De
biologie zal de chemische processen
in het lichaam onderzoeken en leeren
beheerschen, waardoor de medische
wetenschap in geheel nieuwe banen
geleid zal worden. Niet alleen de
epidemische ziekten, maar ook haast
alle tegenwoordige kwalen zullen
verdwijnen, zoo als thans de pest
haard verdwenen is. Tengevolge van
dit alles zal de levensduur belangrijk
verlengd worden. De mensch zal een
normalen leeftijd van 150 jaar be
reiken. Deze feiten zullen aanleiding
geven tot allerlei moeilijke sociale
verwikkelingen.
De arbeid van den man wordt
dan tot op een minimum terug
gebracht. Een uur werken per dag
is voldoende, daar landbouw en vee
teelt niet langer meer de grondslagen
der menschelijke voeding vormen
maar de voedingsmiddelen zullen
langs synthetischen weg gefabriceerd
worden, zooals men misschien reeds
weet, is het thans reeds mogelijk de
onverteerbare cellulose in verteerbare
suiker te veranderen. Dit proces is
echter voorloopig nog te kostbaar
om van practische beteekenis te zijn,
maar zoodra de uitvinders een een
voudige methode gevonden hebben,
zal de suiker niet duurder zijn dan
zout. Ook eiwitstoffen zal men waar
schijnlijk in laboratoria kunnen pre-
pareeren. Men zal geen varkens meer
mesten om vleesch te hebben, maar
men zal het vleesch kunnen laten
groeien, zooals men thans reeds ge
durende 12 jaar in Washington in
het Smithonian Instituut een levend
kippenhart bewaart, in een vloeistof
die voedingszouten bevat.
Daar het grootste gedeelte der
voedingsmiddelen der toekomst uit
cellulose gewonnen zal worden,
moeten er planten en boomen aan
gekweekt worden en wel hoofd
zakelijk in de tropen, omdat de
plantengroei hier het weelderigst is.
De graanvelden der geheele wereld
zullen verdwijnen en er zullen groote
bosschen aangelegd worden.
Rubber die thans reeds kunstmatig
gefabriceerd kan worden, zal natuur
lijk eveneens in laboratoria vervaar
digd worden.
De autofabrieken zullen vervangen
worden door vliegtuig-fabrieken. Het
landschap zal een geheel ander aan
zien krijgen. Het wordt één groot
park met op zich zelf staande ste-
dienen fabrieksgebouwen, die mooi
en harmonisch gebouwd zijn. De
kleeding der mannen zal zich wijzigen,
ook de mannen zullen de tegenwoor
dige niet hygiënische kleeding, die
de lucht van het lichaam afsluit,
afleggen.
De lucht zal zuiverder en helder
der zijn dan thans. Zij zal niet meer
vol kolendamp zijn en de straten
zullen niet meer vervuld zijn met
lawaai. Alleen primitieve machines
maken leven lawaai is krachtsver
spilling. De moderne voertuigen
rijden geruischloos.
De verbinding met ander hemel
lichamen in ons zonnestelsel zal in
een ver gevorderd stadium komen.
Toekomstmuziek... Lord Birken
head's voorspellingen verdienen ge
waardeerd te worden als teeken van
onzen tijd. Misschien zullen over
honderd jaar de menschen zijn boek
ter hand nemen en hoofdschuddend
deze zonderlinge profetieën lezen
want honderd jaar zijn toch maar
een spanne tijds voor zulke fantas
tische droomen....
Misschien...?
week bedraagt. Het is bekend, dat
de autoriteiten nog al plegen toe te
zien op de voorwaarden, die worden
gesteld bij het instellen van werk
verschaffingen. Gewoonlijk is dit
toezicht er op gericht te zorgen dat
de bepalingen niet te gunstig wor
den, maar het zou me niet verwon
deren als men hier eens den anderen
kant uitging en ging vaststellen, dat
een werkverschaffing, waarbij een
geheele week moet worden gewerkt
om de som van zeven gulden te
kunnen verdienen, haar naam niet in
de rijksarchieven van het jaar 1930
zal zien opgenomen. Ik hoop var
harte, dat men er iets aan zal kun-
doen, maar ik vind het inder
daad treurig dat wij nog gemeente
bestuurders moeten ontmoeten, die
nog op dergelijke inzichten leunen
Ik weet, dat de betreffende gemeente
niet rijk is, maar dat behoeft zich
niet te wreken op het loon der
werkverschaffing en den steun aan
de werkloozen, wijl er best een
regeling is te treffen, waarbij aan
de gemeente een subsidie wordt
verleend door rijk en provincie,
zoodat bij hoogere uitkeering het
aandeel, dat op de gemeentekas
drukt, zeker niet hooger misschien
wel lager zou zijn dan nu. Maar
dan moet men de dingen met eenigen
flair en handigheid weten te behan
delen en niet beginnen met derge
lijke draconische maatregelen, die
medehulp wel eens onmogelijk zouden
kunnen maken.
In „Het Hoog-ambacht" officieel
orgaan van den Ned. R. K. Textiel-
arbeidersbond „St. Lambertus" komt
het onderstaande artikel voor, dat
men ons verzoekt over te nemen
Tot ons genoegen lezen we in de
„Nieuwe Eeuw", dat ook het plat
telandsraadslid, die de rubriek ver
zorgt De vroede vaderen van ons
vaderland, de getroffen regeling in
Mierlo aan scherpe critiek onder
werpt. i
Hij zegt op het feit dezer regeling
zelf even de aandacht te vestigen,
want dat is zoo cru, dat men het
waarlijk niet zonder meer mag latzn
passeeren.
Er blijkt uit, dat, zooals ik boven
zeide, het sociaal inzicht niet toe
reikend is om te beseffen, welke
maatregelen men nemen mag om
niet te vallen buiten het kader van
de huidige toch wel juiste opvattin
gen in dezen. In een onzer zuidelijke
gemeenten heeft men een gemeente
lijke werkverschaffing in het leven
geroepen, maar men heeft bepaald,
dat de ongehuwden en de kostgan
gers, willen zij daar werken, een
loon zullen verdienen voor een
geheele week werken, dat niet meer
dan f 7.— mag bedragen. Hoofden
van gezinnen mogen f9.verdienen
en verder wordt het maximun, dat
verdiend mag worden, verhoogd
naarmate het aantal kinderen in de
familie grooter is, maar zoo dat het
„maximale" maximum bij vijf kinde
ren is bereikt en zoo wat f 15 per
Openbare Vergadering
van den
Woensdag 16 Juli 1930.
VoorzitterO. v. d. Loo.
Secretaris: van Haaren.
Afwezig de heeren van Bergen,
van Dijck en Goemans, welke laatste
bericht van verhindering gezonden
had.
De Voorziiter stelt, na de vergade
ring met gebed geopend te hebben,
aan de orde punt 1 der agenda de
notulen, en merkt hierbij op, dat de
korte spanne tijds, die er sinds de
vorige vergadering verloopen is, een
beletsel is geweest de officieele notulen
in Peel en Maas te doen verschijnen,
zooals dit den laatsten tijd gebruike
lijk was.
De heer Millen stelt voor de
notulen aan te houden tot een vol
gende vergadering. Inmiddels zullen
de notulen wel verschenen zijn en
als de Raadsleden ze dan thuis ge
lezen zullen hebben, kunnen de notulen
al of niet worden vastgesteld zonder
op- of aanmerkingen.
De Voorzitter antwoordt hierop,
dat het wenschelijk is de notulen der
vorige vergadering vast te stellen
teneinde de Raadsleden, die niet ter
vorige vergadering waren, op de
hoogte te brengen van het in die
vergadering verhandelde. Trouwens
men moet wel bedenken, dat de
Drukker van Peel en Maas zich het
recht heeft voorbehouden de notulen
eener vergadering over meerdere
weeknummers te verdeelen, zoodat
het wel eens meer zal gebeuren, dat
de notulen nog niet in den Courant
gestaan hebben en er toch weer
Raadsvergadering is.
Als de heer Odenhoven op zijn
vraag, of de notulen toch nog in de
Courant verschijnen een bevestigend
antwoord heeft gekregen, gaat de
heer Secretaris over tot voorlezing
der notulen van de vergadering van
30 Juni 1930, welke voorlezing door
de Raadsleden met gespannen aan
dacht wordt gevolgd.
Als de voorlezing geëindigd is,
wordt door den heer Odenhoven
opgemerkt, dat de teekening voor
de Landbouwhuishoudschool reeds
lang klaar was. vóórdat er sprake
was, van het verleggen van den
Kerkpad, zoodat de school er dus
toch kon komen zonder verlegging
van den pad, van deze verklaring
heeft hij in de notulen niets gehoord,
terwijl de heer Vermeulen zijn ge
zegde mistdat de school toch met
het front aan de Eindstraat kon
komen, al werd de weg niet verlegd
en ook dat de heeren Pubben en
Geurts hun instemming betuigd
hadden om daar een verkeersweg te
verkrijgen.
De Voorzitter antwoordt den heer
Odenhoven, dat de school wel kon
gebouwd worden, maar dan met het
front in dat Kerkstraatje en niet aan
de Eindstraat kwam en merkt op,
dat de heer Vermeulen wel wat ver
gaat met zijn bewering, dat de heeren
Geurts en Pubben met hem instem
den, zij hebben slechts gezegd in
princiepe iets voor zjjn voorstel te
voelen.
Hiermede worden de notulen
vastgesteld en gaat de Voorzitter
over tot punt 2 der agenda.
2. Behandeling van een voorstel
van het Raadslid de heer Vermeulen,
tot het benoemen van een commis
sie ad hoe, inzake het aanleggen van
een .verkeersweg van de Eindstraat
naar den Stationsweg.
De Voorzitter vraagt, wie over
dit onderwerp het woord verlangt.
De heer Vermeulen het woord
erkrijgende verklaart, dat het hem
spijt, dat niet de Voorzitter deze
vergadering belegd heeft, doch het
initiatief hiervoor moest uitgaan van
een viertal raadsleden. Tevens spijt
het hem, dat de Voorzitter zijn
Voorstel in de vorige vergadering
niét behandeld heeft, waardoor hij
meent, dat de Voorzitter van het
reglement van orde is afgeweken.
Zijn voorstel behelsde immers verder
te gaan dan het voorstel van B. en
W., die slechts een pad willen ver
leggen, terwijl hij voorstelde daar
een verkeersrijweg te verkrijgen.
Ook ziet hij in die poging geen
pressie-uitoefening op de Eerw.
Zusters, zooals de heer van Bergen
de vorige vergadering opmerkte.
Hij handhaaft dan ook zijn voorstel
verzoekt eene Commissie te be
noemen
De Voorzitter antwoordt, dat de
heer Vermeulen ook het artikel 26
van het reglement van orde moet
bestudeeren, dan zal hij een ander
inzicht verkrijgen. Verder is er nog
een misverstand in de redeneering
van den heer Vermeulen. De tot
standkoming der landbouwhuishoud
school is van zeer groot belang.
Daarover moest een beslissing val
len, wilde men nog tijdig gereed
zijn voor den volgenden cursus. Hij
kan er nog aan toevoegen, dat de
Eerw. Zusters in geen geval bereid
zullen zijn om grond af te staan
voor een verkeersweg. De oudere
raadsleden zullen zich nog wel
herinneren, dat de Eerw. Zusters de
gronden gekocht hebben met de
huizen, die er destijds opstonden.
Zij hebben de huizen afgebroken
en de gronden bij hun complex ge
trokken, zooals zij ze noodig hadden
Het gaat dus niet aan, die gronden
zoo maar voor een weg af te staan.
Zij zullen dit dan ook alleen doen
ingeval zij door de hoogste macht
daartoe genoodzaakt worden. Iets
anders is b.v. als men eens zou
vragen om een stukje grond aan de
Hofstraat tot plaatsing van een
standbeeld voor het H. Hart. Komt
de betreffende Commissie met zulk
een verzoek, dat zullen de Eerw.
Zusters wel medewerken. Indien de
raad nu eene Commissie benoemt
zooals de heer Vermeulen bedoelt,
zal deze Commissie ter zijner tijd
verslag uit brengen, waarin zij tot
slotsom hebben dat de Eerw,
Zusters gedwongen zullen moeten
worden.
De heer Vermeulen handhaaft zijn
voorstel, wat ook behelst het ver
keer in de kom van Venray te
houden. De Voorzitter sprak in de
vorige vergadering over verharding
der Gasstraat en een weg achter
het huis van Mevr. de Wed. Raedts,
doch spreker ziet voor Venray een
groot belang in het verkeer in de
kom.
De Voorzitter geeft toe, dat het
verkeer wel wat buiten de kom valt,
doch de groote verkeerswegen lig
gen thans overal buiten de bebouw
de kom. Het z.g. doorgaande ver
keer komt overal langs de plaatsen,
eventueel zou men zulke wegen door
een tweeden weg kunnen verbinden
Het voorstel van B. en W. was
dan ook den bestaanden weg te
verleggen en het vervallen gedeelte
aan de Eerw. Zusters te verkoopen,
B. en W. hebben volstrekt geen
bezwaar tegen eene commissie.
De heer Vermeulen zegt, dat als
de weg 4i/z Meter breed wordt, men
het verkeer bestin Venray kan houden.
De Voorzitter zegt, dat hij
als dat kan, hiertegen geen bezwaar
heeft. Doch dwingen kan men zoo
iets niet. Maar wil men een com
missie, die ook eens met de Eerw,
Zusters gaat praten, dan kan deze
ingesteld worden.
De heer Millen wil in verband
met het verloop der vorige vergade
ring zeggen, dat hij het voorstel
Vermeulen verstrekkender vond dan
het voorstel van B. en W. Het
eene beoogt 'n weg, 'c andere 'n pad
Toen hij in die vergadering dan
aan den Voorzitter de vraag stelde,
welk voorstel dan bij stemming aan-
genamen zou worden, antwoordde
de Voorzitter, het verststrekkende,
dat van B. en W., doch hij blijft
er bij, dat het voorstel Vermeulen
verder gaat, daarom' heeft hij dan
ook zijn handteekening geplaatst, tot
het verkrijgen dezer vergadering.
De heer Odenhoven zegt, dat hij
ook door die redeneering geleid, zijn
handteekening gezet heeft. Wel weet
bij, dat hij persoonlijk nadeel er van
kan ondervinden, als de weg tot
stand komt, doch als Raadslid staat
woorden van den Voorzitter zijn hem
dan ook tegengevallen. De Eerw.
Zusters willen wel ontvangen maar
geven? Stukjes grond voor een H.
Hart Standbeeld hebben we in Ven
ray genoeg.
Ook de heei Strijbos vindt een
weg op dat punt zeer noodig.
De Voorzitter zegt nogmaals, dat
B. en W. volstrekt geen bezwaar
hebben tegen eene Commissie, die
met de Eerw. Zusters eens gaan
praten.
De heer Millen meent, dat het wel
in orde gekomen was als alles gegaan
had, zooals het moest en men in
naam van het algemeen belang op
een weg aangestuurd had. Ontegen
zeggelijk is het waar, dat men nu
heel wat minder invloed hebben zal
bij de Eerw. Zusters, nu in de
vorige vergadering het gewraakte
besluit is genomen den ouden pad
af te staan.
De Voorzitter merkt op, dat de
Heeren zich op een verkeerd stand
punt plaatsen. Immers de Eerw.
Zusters konden de school ook bou
wen aan het smalle paadje, doch ter
verfraaiing van het dorp willen zij
die school met het froDt naar de
Eindstraat plaatsen, waarvoor de
Eerw. Zusters verzocht zijn. En voor
dit laatste is verlegging van den pad
noodig.
De heer Odenhoven zegt, dat
hem bewezen is, dat ook zonder
wegverlegging de school met het
front aan de Eindstraat gebouwd
kon worden. Maar de weg moest
weg, dan hebben de Zusters één
geheel. Zij ontvangen gaarne, maar
iets afgeven ho, maar.
De heer Millen meent, dat een en
ander niet uitgaat van de Eerw.
zusters, maar van eene Commissie
of hoe men het noemen wil. Alles
werkt op het voordeel der Eerw.
Zusters, die. nu ze zijn ingelicht,
wel niet tot een tegenoffer bereid
zullen zijn. Vöör dat in de vorige
vergadering het besluit tot wegver
legging genomen was, waren zij dit
mogelijk wel.
De heer Vermeulen vraagt, of er
met het bouwen der school gewacht
moet worden als de weg blijven
zou, zooals hij thans is, waarop de
Voorzitter zegt, dat dan de school
achter den muur zou komen, terwille
der vrijheid.
Wethouder Pubben zegt iets voor
het voorstel Vermeulen gevoeld te
hebben, doch bij nadere bestudeering
blijkt, dit zeer ingrijpend en zal
groote financieele offers vragen,
dié het eigenlijk te duur maken. Ook
hij vindt een Commissie in te stellen,
wel goed. Hij meent, dat de Eerw.
Zusters door de school te bouwen
met het front naar de Eindstraat
meer geven dan krijgen. De school
is een verfraaiing van het dorp.
De heer Odenhoven verwondert
zich over de redeneering van Weth.
Pubben, als zouden de Zusters geen
voordeel hebben in de verlegging.
En hoe is het dan gegaan met het
opheffen van dien anderen weg en
hoeveel waardevermeerdering ii
door de Eerw. Zusters niet verkre
gen In verband hiermede stelt
spreker de Eerw. Zusters van Liefde
ten voorbeeld, die haar Gasthuis
terugbouwden en niet om grond
vroegen. Hij noemt deze handelwijze
veel economischer.
Weth. Pubben merkt op, dat de
school op grond der Eerw. Zusters
komt te slaan.
De Voorzitter wijst er op, dat
dan niet over den openbaren weg
gegaan behoeft te worden.
De heer Odenhoven stelt de vraag
of de kom van Venray nu zooveel
fraaier worden zal. De verkeers
wegen komen buiten die kom. Met
samenwerking had hier veel bereikt
kunnen worden. Hij herhaalt dan
ook wat hij in het begin der ver
gadering gezegd heeft de woerden
van den Voorzitter vallen hem tegen.
De Voorzitter zegt nogmaals tegen
eene Commissie geen bezwaar te
hebben.
De heer Millen meent, dat zulk
een Commissie thans weinig nut zal
stichten, al zal hij dan ook zijne
medewerking verleenen tot de be
noeming.
De heer Stoot is het met den
heer Millen eens en voegt er bij. dat
de Zusters hunne macht voelen,
anders zouden zij wel een ander
antwoord gege"en hebben dan een
verwijzing naar de hoogste macht
b.v. Raad van Staten.
De heer Millen vraagt het oordeel
van den Raad over het verstrekkendst
van de door den Voorzitter in stem-
hij het algemeen belang voor. De ming gebrach;e voorstellen.
De Voorzitter antwoordt hierop,
dat het besluit der vorige vergade
ring reeds bij Ged. Staten is.
De heer Odenhoven zegt dan: de
commissie gaat eens praten bij de
Eerw. Zusters. Alle hoop is nog
niet verloren. Maar.... wat zal de
Voorzitter zeggen van eventueel
door die commissie gedane voor
stellen, waarop de Voorzitter zegt.
dat de heer Odenhoven zeer zeker
wel zal voelen, dat B. en W. zich
vooraf niet kunnen binden, doch
slechts op concreete voorstellen al
of niet kunnen ingaan.
De heer Strijbosch merkt op, dat
we nu waarschijnlijk achter het net
visschen. De Raad had eerst den
benoodigden of verlangden grond
moeten zien te krijgen. Het zal nu
wel wat laat zijn.
Thans brengt de Voorzitter in
stemming om over te gaan tot het
instellen van een Commissie als
bedoeld door den heer Vermeulen.
Alleen de heer Stoot stemde tegen
zoodat de Commissie er komen zal.
Nu stelt de heer Vermeulen voor,
het in de vorige vergadering geno
men besluit tot wegverlegging etc.
in te trekken. Hij heeft ook bereids
met andere Raadsleden aan Gede
puteerde Staten verzocht, hunne
goedkeuring aan dat besluit wel te
willen onthouden.
De Voorzitter zegt, den heer
Vermeulen dan ook de gevolgen
van een dergelijk besluit voor zijn
rekening te nemen en wel te beden
ken dat het eerste gevolg zijn zal,
dat de school niet tijdig gereed zijn
zal en ook niet tot verfraaiïng van
het dorp zijn zal. Op de vraag of
het voorstel Vermeulen door twee
leden gesteund wordt, verklaren de
heeren Odenhoven en Millen het
voorstel te steunen.
Bij de stemming over de intrek
king van het vorige Raadsbesluit
stemden de heeren Vermeulen, Oden
hoven, Strijbos en Millen „voor" de
overige heeren „tegen," zoodat het
besluit bekrachtigd is.
In de Commissie werden alsnu
benoemd de heeren Vermeulen,
Odenhoven en Strijbos.
3. Voorstel van B. en W. tot
het onderhands verhuren der woning
tot dusverre verhuurd aan den Rijks
veldwachter Seerden.
De Voorzitter deelt mede, dat de
Rijksveldwachter zelf een huis Heeft
gebouwd, zoodat het huis, tot nu
toe aan hem door de gemeente ver
huurd voor f 125.— per jaar leeg
komt te staan. Er is echter thans
gelegenheid dit te verhuren aan den
gemeente-veld wachter Steememan,
voor f 150.per jaar, waartoe de
Raad z.h.s. besloot en wel conform
het voorstel van B. en W. voor
den tijd van 6 jaar.
4. Voorstel van B. en W, tot
het aangaan eener gemeenschappe
lijke regeling met de gemeente Wan-
sum. omtrent toelating van leerlingen
als bedoeld in art. 19 der Wet L.O.
De Voofzicter zet uiteen, dat het
hier betreft kinderen, die om bijzon
dere redenen de school te Geijsteren
bezoeken. Het gemeentebestuur te
Wanssum is tot eene overeenkomst
bereid tegen f 20.— per jaar en per
kind vergoeding. Wordt aangeno
men.
De heer Geurts vraagt of dit ook
verband houdt met eventueel plaats
gebrek op school, hetgeen de Voor
zitter ontkennend beantwoordt.
De Voorzitter deelt nog mede, dat
er een dankbetuiging is ingekomen
van het R. K. Kerkbestuur St. Petrus
Banden voor de ruime bijdrage ver
leend voor het aangeschafte nieuwe
torenuurwerk.
De heer Vermeulen stelt thans
voor het Reglement van orde te
voorzien van een nieuw artikel en
wel 51a luidende In gevallen, waar
in dit reglement niet voorziet of een
voorstel van tweeërlei uitleg vatbaar
is, beslist de Raad.
De Voorzitter verzoekt den heer
Vermeulen dit voorstel schriftelijk in
te dienen, hetgeen deze toezegt.
De heer Odenhoven zegt het niet
aangenaam te vinden op de verlofs
kwestie Peters te moeten terugkomen.
Ziek zijn is nu eenmaal geen ver
zuim, zooals te sterk is naar voren
gebracht. Daar had zooveel ophef
niet over gemaakt behoeven te wor
den. Het vereenigingsrecht is boven
dien erkend en zelfs al is een
ambtenaar wat flauw in zijn ijver,
heeft hij toch recht op zijn verlof.
De heer Jacobs vindt 18 Augustus
een lastig oogenblik voor de boeren
om dan klaar te zijn voor den schouw