pwio® Weekblad voor VENEAY, HOEST en Omstreken. J. TAN WEEGEN - VIERLINGSBEEK JAUQTO VQQlUI&Sff Dit nummer bestaat uit TWEE bladen. De mensch in het jaar 2000. Methode van werkverschaffing. Gemeenteraad te Venray ARCHITECT N.I.V.A. ZATEROAÖ 19 JULI 1930 Een en Yijftigste Jaargaag No. 30 PEEL EN MAAS (mhufacturên BLIJKEN TOCH HET PRIJS DER ADVERTENTIEN 1—8 regels 60 cent, elke regel meer 71.» ct. bij abonnement lagere tarieven. Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF VENRAY Telefoon 51 GIRO 150652 ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ctper post 5 een voor het buitenland f 1.05 bij vooruitbetaling, afzonderl. nummers 5 cent O L. Vrouw Behoudenis der Kranken, Oostrum. Voorspellingen van een Engelseli geleerde. Hoe zou het er over honderd jaar uitzien Wie van ons heeft over deze vraag nog noqit eens nage dacht Hoe zou het op de wereld gesteld zijn, als wij er niet meer zijn? Werpen wij een blik terug, dan moeten wij bekennen, dat er in 100 jaar heel wat veranderingen gekomen zijn. Hoe geheel anders zag het er vóór 100 jaar uit... wat 'n geweldige ver andering heeft de techniek teweeg gebracht in hét leven der menschen. Hoe zou het er nu over 100 jaar hier op aarde wel uitzien... Lord Birkenhead, rector aan de universiteit van Aberdeen, slaat een blik in de toekomst en schildert de ontwikkeling der volgende geslachten. Volgens zijne opinie moet binnen 100 jaar de wetenschap het energie probleem zóó opgelost hebben, dat onbegrensde massa's energie zonder eenige moeite ter beschikking van den mensch staan. Momenteel leve ren, zooals men weet, benzine, olie en kolen de noodige energie. Daar echter deze beide stoffen niet in onbeperkte hoeveelheden ter beschik king staan is het in de eerste plaats noodzakelijk dat men onafhankelijk wordt van de stoomkracht. Een pond kolen levert niet meer energie dan P.K. per uur. De exploi tatie der stuwkracht in 1 L. water zou echter 10 millioen P. IC. vrij maken. Het is uitgemaakt dat deze energie-bron bestaat. Er zal een dag komen dat er een machine gecon strueerd is, die de atoom vrijmaakt Het zal den mench mogelijk zijn grootere geographische veranderin gen tot stand te brengen. 50.000 ton water (een volume dat door een zee schip verplaatst wordt) zal voldoende zijn om de Poolstreken duizend jaar lang een tropisch klimaat te bezorgen. Het verkeer zal door deze nieuwe energie-bronnen volslagen veranderd worden. Vliegtuigen met ongehoorde snelheid zullen het mogelijk maken in Berlijn te ontbijten, 's middags in Zwitserland een ski-tocht te maken en 's avonds in Milaan een opera bij te wonen. Radio en televisie zullen zich ont- wikkeleh op een wijze waarvan wij geen vermoeden hebben. De steros- copische verrekijker die de juiste kleuren en het geluid volmaakt weer geeft, zal ons in de mogelijkheid stellen, iedere gebeurtenis bij te wonen. Deze hulpmiddelen zullen volgens Lord Birkenhead een democratie scheppen zooals in het oude Athene. Iedere politicus kan dan tot het heele volk spreken en behoeft zich niet meer tot zijn klein auditorium, dat hij in het Parlement voor zich heeft, zooals tegenwoordig, te beperken. De bevolking van het heele land kan dan na de redevoeringen op dien-overeenkomstige apparaten stem men. De stemmen worden automatisch opgesteld en men heeft in een mini mum van tijd het resultaat der ge- heele stemming voor het heele land vastgesteld. De scheikunde zal een reeks nieuwe genotmiddelen ontdekken. De biologie zal de chemische processen in het lichaam onderzoeken en leeren beheerschen, waardoor de medische wetenschap in geheel nieuwe banen geleid zal worden. Niet alleen de epidemische ziekten, maar ook haast alle tegenwoordige kwalen zullen verdwijnen, zoo als thans de pest haard verdwenen is. Tengevolge van dit alles zal de levensduur belangrijk verlengd worden. De mensch zal een normalen leeftijd van 150 jaar be reiken. Deze feiten zullen aanleiding geven tot allerlei moeilijke sociale verwikkelingen. De arbeid van den man wordt dan tot op een minimum terug gebracht. Een uur werken per dag is voldoende, daar landbouw en vee teelt niet langer meer de grondslagen der menschelijke voeding vormen maar de voedingsmiddelen zullen langs synthetischen weg gefabriceerd worden, zooals men misschien reeds weet, is het thans reeds mogelijk de onverteerbare cellulose in verteerbare suiker te veranderen. Dit proces is echter voorloopig nog te kostbaar om van practische beteekenis te zijn, maar zoodra de uitvinders een een voudige methode gevonden hebben, zal de suiker niet duurder zijn dan zout. Ook eiwitstoffen zal men waar schijnlijk in laboratoria kunnen pre- pareeren. Men zal geen varkens meer mesten om vleesch te hebben, maar men zal het vleesch kunnen laten groeien, zooals men thans reeds ge durende 12 jaar in Washington in het Smithonian Instituut een levend kippenhart bewaart, in een vloeistof die voedingszouten bevat. Daar het grootste gedeelte der voedingsmiddelen der toekomst uit cellulose gewonnen zal worden, moeten er planten en boomen aan gekweekt worden en wel hoofd zakelijk in de tropen, omdat de plantengroei hier het weelderigst is. De graanvelden der geheele wereld zullen verdwijnen en er zullen groote bosschen aangelegd worden. Rubber die thans reeds kunstmatig gefabriceerd kan worden, zal natuur lijk eveneens in laboratoria vervaar digd worden. De autofabrieken zullen vervangen worden door vliegtuig-fabrieken. Het landschap zal een geheel ander aan zien krijgen. Het wordt één groot park met op zich zelf staande ste- dienen fabrieksgebouwen, die mooi en harmonisch gebouwd zijn. De kleeding der mannen zal zich wijzigen, ook de mannen zullen de tegenwoor dige niet hygiënische kleeding, die de lucht van het lichaam afsluit, afleggen. De lucht zal zuiverder en helder der zijn dan thans. Zij zal niet meer vol kolendamp zijn en de straten zullen niet meer vervuld zijn met lawaai. Alleen primitieve machines maken leven lawaai is krachtsver spilling. De moderne voertuigen rijden geruischloos. De verbinding met ander hemel lichamen in ons zonnestelsel zal in een ver gevorderd stadium komen. Toekomstmuziek... Lord Birken head's voorspellingen verdienen ge waardeerd te worden als teeken van onzen tijd. Misschien zullen over honderd jaar de menschen zijn boek ter hand nemen en hoofdschuddend deze zonderlinge profetieën lezen want honderd jaar zijn toch maar een spanne tijds voor zulke fantas tische droomen.... Misschien...? week bedraagt. Het is bekend, dat de autoriteiten nog al plegen toe te zien op de voorwaarden, die worden gesteld bij het instellen van werk verschaffingen. Gewoonlijk is dit toezicht er op gericht te zorgen dat de bepalingen niet te gunstig wor den, maar het zou me niet verwon deren als men hier eens den anderen kant uitging en ging vaststellen, dat een werkverschaffing, waarbij een geheele week moet worden gewerkt om de som van zeven gulden te kunnen verdienen, haar naam niet in de rijksarchieven van het jaar 1930 zal zien opgenomen. Ik hoop var harte, dat men er iets aan zal kun- doen, maar ik vind het inder daad treurig dat wij nog gemeente bestuurders moeten ontmoeten, die nog op dergelijke inzichten leunen Ik weet, dat de betreffende gemeente niet rijk is, maar dat behoeft zich niet te wreken op het loon der werkverschaffing en den steun aan de werkloozen, wijl er best een regeling is te treffen, waarbij aan de gemeente een subsidie wordt verleend door rijk en provincie, zoodat bij hoogere uitkeering het aandeel, dat op de gemeentekas drukt, zeker niet hooger misschien wel lager zou zijn dan nu. Maar dan moet men de dingen met eenigen flair en handigheid weten te behan delen en niet beginnen met derge lijke draconische maatregelen, die medehulp wel eens onmogelijk zouden kunnen maken. In „Het Hoog-ambacht" officieel orgaan van den Ned. R. K. Textiel- arbeidersbond „St. Lambertus" komt het onderstaande artikel voor, dat men ons verzoekt over te nemen Tot ons genoegen lezen we in de „Nieuwe Eeuw", dat ook het plat telandsraadslid, die de rubriek ver zorgt De vroede vaderen van ons vaderland, de getroffen regeling in Mierlo aan scherpe critiek onder werpt. i Hij zegt op het feit dezer regeling zelf even de aandacht te vestigen, want dat is zoo cru, dat men het waarlijk niet zonder meer mag latzn passeeren. Er blijkt uit, dat, zooals ik boven zeide, het sociaal inzicht niet toe reikend is om te beseffen, welke maatregelen men nemen mag om niet te vallen buiten het kader van de huidige toch wel juiste opvattin gen in dezen. In een onzer zuidelijke gemeenten heeft men een gemeente lijke werkverschaffing in het leven geroepen, maar men heeft bepaald, dat de ongehuwden en de kostgan gers, willen zij daar werken, een loon zullen verdienen voor een geheele week werken, dat niet meer dan f 7.— mag bedragen. Hoofden van gezinnen mogen f9.verdienen en verder wordt het maximun, dat verdiend mag worden, verhoogd naarmate het aantal kinderen in de familie grooter is, maar zoo dat het „maximale" maximum bij vijf kinde ren is bereikt en zoo wat f 15 per Openbare Vergadering van den Woensdag 16 Juli 1930. VoorzitterO. v. d. Loo. Secretaris: van Haaren. Afwezig de heeren van Bergen, van Dijck en Goemans, welke laatste bericht van verhindering gezonden had. De Voorziiter stelt, na de vergade ring met gebed geopend te hebben, aan de orde punt 1 der agenda de notulen, en merkt hierbij op, dat de korte spanne tijds, die er sinds de vorige vergadering verloopen is, een beletsel is geweest de officieele notulen in Peel en Maas te doen verschijnen, zooals dit den laatsten tijd gebruike lijk was. De heer Millen stelt voor de notulen aan te houden tot een vol gende vergadering. Inmiddels zullen de notulen wel verschenen zijn en als de Raadsleden ze dan thuis ge lezen zullen hebben, kunnen de notulen al of niet worden vastgesteld zonder op- of aanmerkingen. De Voorzitter antwoordt hierop, dat het wenschelijk is de notulen der vorige vergadering vast te stellen teneinde de Raadsleden, die niet ter vorige vergadering waren, op de hoogte te brengen van het in die vergadering verhandelde. Trouwens men moet wel bedenken, dat de Drukker van Peel en Maas zich het recht heeft voorbehouden de notulen eener vergadering over meerdere weeknummers te verdeelen, zoodat het wel eens meer zal gebeuren, dat de notulen nog niet in den Courant gestaan hebben en er toch weer Raadsvergadering is. Als de heer Odenhoven op zijn vraag, of de notulen toch nog in de Courant verschijnen een bevestigend antwoord heeft gekregen, gaat de heer Secretaris over tot voorlezing der notulen van de vergadering van 30 Juni 1930, welke voorlezing door de Raadsleden met gespannen aan dacht wordt gevolgd. Als de voorlezing geëindigd is, wordt door den heer Odenhoven opgemerkt, dat de teekening voor de Landbouwhuishoudschool reeds lang klaar was. vóórdat er sprake was, van het verleggen van den Kerkpad, zoodat de school er dus toch kon komen zonder verlegging van den pad, van deze verklaring heeft hij in de notulen niets gehoord, terwijl de heer Vermeulen zijn ge zegde mistdat de school toch met het front aan de Eindstraat kon komen, al werd de weg niet verlegd en ook dat de heeren Pubben en Geurts hun instemming betuigd hadden om daar een verkeersweg te verkrijgen. De Voorzitter antwoordt den heer Odenhoven, dat de school wel kon gebouwd worden, maar dan met het front in dat Kerkstraatje en niet aan de Eindstraat kwam en merkt op, dat de heer Vermeulen wel wat ver gaat met zijn bewering, dat de heeren Geurts en Pubben met hem instem den, zij hebben slechts gezegd in princiepe iets voor zjjn voorstel te voelen. Hiermede worden de notulen vastgesteld en gaat de Voorzitter over tot punt 2 der agenda. 2. Behandeling van een voorstel van het Raadslid de heer Vermeulen, tot het benoemen van een commis sie ad hoe, inzake het aanleggen van een .verkeersweg van de Eindstraat naar den Stationsweg. De Voorzitter vraagt, wie over dit onderwerp het woord verlangt. De heer Vermeulen het woord erkrijgende verklaart, dat het hem spijt, dat niet de Voorzitter deze vergadering belegd heeft, doch het initiatief hiervoor moest uitgaan van een viertal raadsleden. Tevens spijt het hem, dat de Voorzitter zijn Voorstel in de vorige vergadering niét behandeld heeft, waardoor hij meent, dat de Voorzitter van het reglement van orde is afgeweken. Zijn voorstel behelsde immers verder te gaan dan het voorstel van B. en W., die slechts een pad willen ver leggen, terwijl hij voorstelde daar een verkeersrijweg te verkrijgen. Ook ziet hij in die poging geen pressie-uitoefening op de Eerw. Zusters, zooals de heer van Bergen de vorige vergadering opmerkte. Hij handhaaft dan ook zijn voorstel verzoekt eene Commissie te be noemen De Voorzitter antwoordt, dat de heer Vermeulen ook het artikel 26 van het reglement van orde moet bestudeeren, dan zal hij een ander inzicht verkrijgen. Verder is er nog een misverstand in de redeneering van den heer Vermeulen. De tot standkoming der landbouwhuishoud school is van zeer groot belang. Daarover moest een beslissing val len, wilde men nog tijdig gereed zijn voor den volgenden cursus. Hij kan er nog aan toevoegen, dat de Eerw. Zusters in geen geval bereid zullen zijn om grond af te staan voor een verkeersweg. De oudere raadsleden zullen zich nog wel herinneren, dat de Eerw. Zusters de gronden gekocht hebben met de huizen, die er destijds opstonden. Zij hebben de huizen afgebroken en de gronden bij hun complex ge trokken, zooals zij ze noodig hadden Het gaat dus niet aan, die gronden zoo maar voor een weg af te staan. Zij zullen dit dan ook alleen doen ingeval zij door de hoogste macht daartoe genoodzaakt worden. Iets anders is b.v. als men eens zou vragen om een stukje grond aan de Hofstraat tot plaatsing van een standbeeld voor het H. Hart. Komt de betreffende Commissie met zulk een verzoek, dat zullen de Eerw. Zusters wel medewerken. Indien de raad nu eene Commissie benoemt zooals de heer Vermeulen bedoelt, zal deze Commissie ter zijner tijd verslag uit brengen, waarin zij tot slotsom hebben dat de Eerw, Zusters gedwongen zullen moeten worden. De heer Vermeulen handhaaft zijn voorstel, wat ook behelst het ver keer in de kom van Venray te houden. De Voorzitter sprak in de vorige vergadering over verharding der Gasstraat en een weg achter het huis van Mevr. de Wed. Raedts, doch spreker ziet voor Venray een groot belang in het verkeer in de kom. De Voorzitter geeft toe, dat het verkeer wel wat buiten de kom valt, doch de groote verkeerswegen lig gen thans overal buiten de bebouw de kom. Het z.g. doorgaande ver keer komt overal langs de plaatsen, eventueel zou men zulke wegen door een tweeden weg kunnen verbinden Het voorstel van B. en W. was dan ook den bestaanden weg te verleggen en het vervallen gedeelte aan de Eerw. Zusters te verkoopen, B. en W. hebben volstrekt geen bezwaar tegen eene commissie. De heer Vermeulen zegt, dat als de weg 4i/z Meter breed wordt, men het verkeer bestin Venray kan houden. De Voorzitter zegt, dat hij als dat kan, hiertegen geen bezwaar heeft. Doch dwingen kan men zoo iets niet. Maar wil men een com missie, die ook eens met de Eerw, Zusters gaat praten, dan kan deze ingesteld worden. De heer Millen wil in verband met het verloop der vorige vergade ring zeggen, dat hij het voorstel Vermeulen verstrekkender vond dan het voorstel van B. en W. Het eene beoogt 'n weg, 'c andere 'n pad Toen hij in die vergadering dan aan den Voorzitter de vraag stelde, welk voorstel dan bij stemming aan- genamen zou worden, antwoordde de Voorzitter, het verststrekkende, dat van B. en W., doch hij blijft er bij, dat het voorstel Vermeulen verder gaat, daarom' heeft hij dan ook zijn handteekening geplaatst, tot het verkrijgen dezer vergadering. De heer Odenhoven zegt, dat hij ook door die redeneering geleid, zijn handteekening gezet heeft. Wel weet bij, dat hij persoonlijk nadeel er van kan ondervinden, als de weg tot stand komt, doch als Raadslid staat woorden van den Voorzitter zijn hem dan ook tegengevallen. De Eerw. Zusters willen wel ontvangen maar geven? Stukjes grond voor een H. Hart Standbeeld hebben we in Ven ray genoeg. Ook de heei Strijbos vindt een weg op dat punt zeer noodig. De Voorzitter zegt nogmaals, dat B. en W. volstrekt geen bezwaar hebben tegen eene Commissie, die met de Eerw. Zusters eens gaan praten. De heer Millen meent, dat het wel in orde gekomen was als alles gegaan had, zooals het moest en men in naam van het algemeen belang op een weg aangestuurd had. Ontegen zeggelijk is het waar, dat men nu heel wat minder invloed hebben zal bij de Eerw. Zusters, nu in de vorige vergadering het gewraakte besluit is genomen den ouden pad af te staan. De Voorzitter merkt op, dat de Heeren zich op een verkeerd stand punt plaatsen. Immers de Eerw. Zusters konden de school ook bou wen aan het smalle paadje, doch ter verfraaiing van het dorp willen zij die school met het froDt naar de Eindstraat plaatsen, waarvoor de Eerw. Zusters verzocht zijn. En voor dit laatste is verlegging van den pad noodig. De heer Odenhoven zegt, dat hem bewezen is, dat ook zonder wegverlegging de school met het front aan de Eindstraat gebouwd kon worden. Maar de weg moest weg, dan hebben de Zusters één geheel. Zij ontvangen gaarne, maar iets afgeven ho, maar. De heer Millen meent, dat een en ander niet uitgaat van de Eerw. zusters, maar van eene Commissie of hoe men het noemen wil. Alles werkt op het voordeel der Eerw. Zusters, die. nu ze zijn ingelicht, wel niet tot een tegenoffer bereid zullen zijn. Vöör dat in de vorige vergadering het besluit tot wegver legging genomen was, waren zij dit mogelijk wel. De heer Vermeulen vraagt, of er met het bouwen der school gewacht moet worden als de weg blijven zou, zooals hij thans is, waarop de Voorzitter zegt, dat dan de school achter den muur zou komen, terwille der vrijheid. Wethouder Pubben zegt iets voor het voorstel Vermeulen gevoeld te hebben, doch bij nadere bestudeering blijkt, dit zeer ingrijpend en zal groote financieele offers vragen, dié het eigenlijk te duur maken. Ook hij vindt een Commissie in te stellen, wel goed. Hij meent, dat de Eerw. Zusters door de school te bouwen met het front naar de Eindstraat meer geven dan krijgen. De school is een verfraaiing van het dorp. De heer Odenhoven verwondert zich over de redeneering van Weth. Pubben, als zouden de Zusters geen voordeel hebben in de verlegging. En hoe is het dan gegaan met het opheffen van dien anderen weg en hoeveel waardevermeerdering ii door de Eerw. Zusters niet verkre gen In verband hiermede stelt spreker de Eerw. Zusters van Liefde ten voorbeeld, die haar Gasthuis terugbouwden en niet om grond vroegen. Hij noemt deze handelwijze veel economischer. Weth. Pubben merkt op, dat de school op grond der Eerw. Zusters komt te slaan. De Voorzitter wijst er op, dat dan niet over den openbaren weg gegaan behoeft te worden. De heer Odenhoven stelt de vraag of de kom van Venray nu zooveel fraaier worden zal. De verkeers wegen komen buiten die kom. Met samenwerking had hier veel bereikt kunnen worden. Hij herhaalt dan ook wat hij in het begin der ver gadering gezegd heeft de woerden van den Voorzitter vallen hem tegen. De Voorzitter zegt nogmaals tegen eene Commissie geen bezwaar te hebben. De heer Millen meent, dat zulk een Commissie thans weinig nut zal stichten, al zal hij dan ook zijne medewerking verleenen tot de be noeming. De heer Stoot is het met den heer Millen eens en voegt er bij. dat de Zusters hunne macht voelen, anders zouden zij wel een ander antwoord gege"en hebben dan een verwijzing naar de hoogste macht b.v. Raad van Staten. De heer Millen vraagt het oordeel van den Raad over het verstrekkendst van de door den Voorzitter in stem- hij het algemeen belang voor. De ming gebrach;e voorstellen. De Voorzitter antwoordt hierop, dat het besluit der vorige vergade ring reeds bij Ged. Staten is. De heer Odenhoven zegt dan: de commissie gaat eens praten bij de Eerw. Zusters. Alle hoop is nog niet verloren. Maar.... wat zal de Voorzitter zeggen van eventueel door die commissie gedane voor stellen, waarop de Voorzitter zegt. dat de heer Odenhoven zeer zeker wel zal voelen, dat B. en W. zich vooraf niet kunnen binden, doch slechts op concreete voorstellen al of niet kunnen ingaan. De heer Strijbosch merkt op, dat we nu waarschijnlijk achter het net visschen. De Raad had eerst den benoodigden of verlangden grond moeten zien te krijgen. Het zal nu wel wat laat zijn. Thans brengt de Voorzitter in stemming om over te gaan tot het instellen van een Commissie als bedoeld door den heer Vermeulen. Alleen de heer Stoot stemde tegen zoodat de Commissie er komen zal. Nu stelt de heer Vermeulen voor, het in de vorige vergadering geno men besluit tot wegverlegging etc. in te trekken. Hij heeft ook bereids met andere Raadsleden aan Gede puteerde Staten verzocht, hunne goedkeuring aan dat besluit wel te willen onthouden. De Voorzitter zegt, den heer Vermeulen dan ook de gevolgen van een dergelijk besluit voor zijn rekening te nemen en wel te beden ken dat het eerste gevolg zijn zal, dat de school niet tijdig gereed zijn zal en ook niet tot verfraaiïng van het dorp zijn zal. Op de vraag of het voorstel Vermeulen door twee leden gesteund wordt, verklaren de heeren Odenhoven en Millen het voorstel te steunen. Bij de stemming over de intrek king van het vorige Raadsbesluit stemden de heeren Vermeulen, Oden hoven, Strijbos en Millen „voor" de overige heeren „tegen," zoodat het besluit bekrachtigd is. In de Commissie werden alsnu benoemd de heeren Vermeulen, Odenhoven en Strijbos. 3. Voorstel van B. en W. tot het onderhands verhuren der woning tot dusverre verhuurd aan den Rijks veldwachter Seerden. De Voorzitter deelt mede, dat de Rijksveldwachter zelf een huis Heeft gebouwd, zoodat het huis, tot nu toe aan hem door de gemeente ver huurd voor f 125.— per jaar leeg komt te staan. Er is echter thans gelegenheid dit te verhuren aan den gemeente-veld wachter Steememan, voor f 150.per jaar, waartoe de Raad z.h.s. besloot en wel conform het voorstel van B. en W. voor den tijd van 6 jaar. 4. Voorstel van B. en W, tot het aangaan eener gemeenschappe lijke regeling met de gemeente Wan- sum. omtrent toelating van leerlingen als bedoeld in art. 19 der Wet L.O. De Voofzicter zet uiteen, dat het hier betreft kinderen, die om bijzon dere redenen de school te Geijsteren bezoeken. Het gemeentebestuur te Wanssum is tot eene overeenkomst bereid tegen f 20.— per jaar en per kind vergoeding. Wordt aangeno men. De heer Geurts vraagt of dit ook verband houdt met eventueel plaats gebrek op school, hetgeen de Voor zitter ontkennend beantwoordt. De Voorzitter deelt nog mede, dat er een dankbetuiging is ingekomen van het R. K. Kerkbestuur St. Petrus Banden voor de ruime bijdrage ver leend voor het aangeschafte nieuwe torenuurwerk. De heer Vermeulen stelt thans voor het Reglement van orde te voorzien van een nieuw artikel en wel 51a luidende In gevallen, waar in dit reglement niet voorziet of een voorstel van tweeërlei uitleg vatbaar is, beslist de Raad. De Voorzitter verzoekt den heer Vermeulen dit voorstel schriftelijk in te dienen, hetgeen deze toezegt. De heer Odenhoven zegt het niet aangenaam te vinden op de verlofs kwestie Peters te moeten terugkomen. Ziek zijn is nu eenmaal geen ver zuim, zooals te sterk is naar voren gebracht. Daar had zooveel ophef niet over gemaakt behoeven te wor den. Het vereenigingsrecht is boven dien erkend en zelfs al is een ambtenaar wat flauw in zijn ijver, heeft hij toch recht op zijn verlof. De heer Jacobs vindt 18 Augustus een lastig oogenblik voor de boeren om dan klaar te zijn voor den schouw

Peel en Maas | 1930 | | pagina 1