Twe@de Blad va» „PEIL El MAAS"
Openbare vergadering
Gemeenteraad te Venray.
Nerveus en Overspannen
Onrustig en Slapeloos
van den
Mijnhardt's Zenuwtabletten
ZATERDAG Zl JUNI 1930
Een en vijftigste Jaargaig No. 26
(Jehouden op 15 Mei 1930, dos namiddags hall' 5.
Voorzitter: de heer O. L. P. van de Loo, Burgemeester.
Secretaris: de heer A. F. M. van Haaren.
Tegenwoordig alle leden.
De Voorzitter opent de vergadering met gebed, waarna de notulen
der vorige vergadering aan de orde zijn.
De heer Stoot zegt, dat niet in de notulen staat, dat toen den eersten
keer de stemmen staakten, omtrent zijn voorstel tot uitstel behandeling
schoolkwestie Oirlo, hij gezegd heeft dat moest gewacht worden tot de
volgende vergadering.
De Voorzitter antwoordt dat de heer Stoot dit inderdaad gezegd
heeft. Er werd toen echter een onmogelijke toestand geschapen, die
slechts weer regelmatig kon worden door eene beslissing omtrent het
voorstel van B. en W. en daarom stelde spreker voor over dit voor
stel te stemmen.
De heer Geurts mist in de notulen zijn vraag of de Voorzitter dacht,
dat het 7e leerjaar nog 10 jaar zou bestaan.
De Voorzitter antwoordt dat ook dit gezegd is en hij daarop, meer
bij wijze van inlichting, geantwoord heeft, dat volgens zijn meening niet
alleen het 7e leerjaar zal blijven bestaan, maar er zelfs kans is op uit
breiding met een 8e te eeniger tijd.
Spreker wil bij deze gelegenheid er echter nogmaals aan herinneren,
dat vragen om inlichtingen en antwoorden hierop, die eigenlijk niet
direct met het onderwerp verband houden, niet in de notulen plegen
opgenomen te worden. Deze moeten volgens het Reglement van Orde
zich bepalen tot den zakelijken inhoud van het gesprokene.
Hierna worden de notulen ongewijzigd vastgesteld.
Bij de gehouden trekking blijkt dat no. 8 getrokken is, zoodat bij
eventueele stemmingen in deze vergadering no. 8 der presentielijst, i.e.
de heer Goumans, het eerst zijn stem moet uitbrengen.
Dan is aan de orde
Ingekomen verzoek van het R.K. Kerkbestuur te Oirlo om de noodige
gelden te mogen ontvangen tot stichting eener bijzondere school voor
gewoon lager onderwijs te Oirlo en voorstel van Burgemeester en Wet
houders om medewerking te verkenen.
De heer Odenhoven vraagt of het voorstel van B. en W. van ver
leden keer ongewijzigd terugkomt, waarop de Voorzitter bevestigend
antwoordt.
De heer Odenhoven meent dan zijn gezegde in de vorige vergadering
te moeten handhaven. Hij meent dat Oirlo op een voordeeliger manier
te helpen is en hij herhaalt mij schrikt af het hooge bedrag.
Spreker zou de oude school zoodanig vergrooten, dat ze geschikt is
voor geheel Oirlo. De splitsing tusschen jongens en meisjes kan dan
toch, althans in de hoogste klassen, plaats hebben. Overal in de ge
meente de splitsing volhouden kunnen wij onmogelijk. Bij verbouwing
der bestaande school zou 2/8 van het geraamde bedrag ad f 20000
kunhen bespaard 'worden. Wat zou er tegen kunnen zijn, dat alles in
hetzelfde gebouw is. Men kan dan voor de hoogste meisjesklassen toch
onderwijzeressen nemen; er zijn voldoende goede vrouwelijke krachten
ook onder de leeken.
Spreker kan het verder niet begrijpen, dat de Voorzitter niet terug
schrikt voor het hooge bedrag.
De heer Strijbos is het met den heer Odenhoven eens. Hij begrijpt
niet waar het met onze belastingen naar toe moet als het zoo doorgaat.
De heer Stoot vraagt of wel eens overwogen is het op een goed-
koopere manier te doen. Dat mag wel eens degelijk onderzocht worden.
De Voorzitter antwoordt dat inderdaad alle mogelijkheden onder de
oogen zijn gezien. Er zouden minstens 3 lokalen moeten worden bij
gebouwd, maar bij splitsing moeten er minstens 7 lokalen zijn, dus toch
4 nieuwe lokalen want er zijn in 1938 reeds 195 leerlingen. Maar dit
alles gaat eigenlijk buiten ons om. Het schoolbestuur wenscht een 3-
klassige jongensschool en een afzonderlijke 4-klassige meisjesschool en
dit vinden allen, de hoogste kerkelijke en schoolautoriteiten en ook B.
en W., de beste en op den duur de meest economische oplossing. Wij
zijn dan voor een flink aantal jaren in dat gedeelte der gemeente klaar.
Het is inderdaad juist dat het bijzonder onderwijs aan de gemeenten
zeer zware eischen stelt en er is nog meer uitbreiding van scholen te
verwachten. We hebben een 15-klassige meisjesschool in de kom en
slechts een 9-klassige jongensschool, en voor de jongens zal er als het
aantal leerlingen zoo blijft toenemen, wederom een nieuwe school moeten
gebouwd worden. De aantallen leerlingen zijn ook steeds schommelend,
en daarom is het zoo goed, dat onze schoollokalen ruim gebouwd zijn.
Steeds is hierbij echter de noodige zuinigheid in acht genomen en dat
zullen B. en W. blijven doen.
De heer Geurts heeft met veel vreugde gezien dat de 4 lokalen der
school in Castenray bezet zijn en hij hoopt, dat dit zoo moge blijven
ten zegen van het onderwijs. Als de 4-klassige meisjesschool in Oirlo
gebouwd wordt vreest hij echter dat het verkeerd loopt, want die school
doet nu of later afbreuk aan de Castenraysche school, dat staat vast.
De Voorzitter antwoordt dat Castenray door toevallige omstandig
heden op het nippertje een 4e leerkracht heeft bijgekregen. Niemand kan
garandeeren, dat deze leerkracht in de toekomst kan behouden blijven,
wel kan spreker de verzekering geven, dat er maatregelen zullen worden
getroffen, dat in de toekomst én te Castenray én te Oirlo de scholen
steeds drieklassige kunnen blijven.
De heer Geurts vraagt of geen kostenbegrooting voor uitbreiding der
schooi ie Oirlo met 2 lokalen is gemaakt, waarop de Voorzitter ant
woordt, dat twee lokalen absoluut onvoldoende zijn.
De heer Millen is en blijft tegen deze dure uitgave. Hij is wel voor
uitbreiding, dan kan de splitsing desgewenscht toch plaats hebben.
De Voorzitter zegt dat dan minstens 4 lokalen moeten worden bijge
bouwd en dat is toch bijna even duur als 'n nieuwe school met alle
nadeelen verbonden aan twee scholen onder één dak, met al dan niet
afgescheiden speelplaats. Er moeten minstens 7 lokalen zijn, want er
zijn eerlang 195 leerlingen.
De heer Odenhoven zegt dat de Voorzitter wel zegt dat de Raad er
niets aan doen kan, maar spreker is van oordeel, dat als door de tegen
standers dezer nieuwe school eens een gedocumenteerd adres werd
gericht tot de Regeering, onder uiteenzetting van den toestand en onder
mededeeling, dat het eene gat met het andere moet gestopt worden, dit
wel degelijk zijn invloed zou doen gelden. Spreker gelooft dat we met
te Oirlo gevestigde onderwijzeressen een even goeden, om niet te zeggen
beteren toestand krijgen als met Zusters, die per fiets of anders even
naar Oirlo komen om er een paar uurtjes school te doen, doch zich
verder niet of weinig laten zien. Daarbij is spreker er niet voor een
brandpunt te leggen tusschen Oirlo en Castenray, en hij zal dan ook
tegen stemmen. We kunnen nog best enkele jaren wachten.
De Voorzitter antwoordt dat de heer Odenhoven zich uitspreekt over
zaken, waar wij niets mee te maken hebben. Het benoemen der leer
krachten is geheel aan het Schoolbestuur; daar staan wij buiten. En
wat betreft zijn gezegde omtrent wachten, dan kent de heer Odenhoven
den toestand niet. Het is onhoudbaar, dat eer. gedeelte der leerlingen
in een lokaal van het patronaat zit. Dit is een toestand, die niet langer
kan bestendigd blijven.
Wethouder Pubben geeft toe dat het Onderwijs de gemeente veel,
wellicht te veel kost. Maar de oplossing, die de heer Odenhoven aan
de hand doet, is een lapmiddel, dat wellicht even duur is als een radicale
oplossing. Dat er niemand van Klein-Oirlo op het request heeft geteekend
is ook spreker opgevallen.
Wat verder de heer Geurts vreest voor Castenray, n.l. het niet 4-,
klassig blijven, daar zullen noch B. en W. noch de Raad iets aan kun
nen doen. In elk geval kunnen wij veilig aannemen dat Monseigneur
even goed voor Castenray zal blijven zorgen als voor Oirlo. We kun
nen en moeten dat met een gerust geweten aan den Bisschop overlaten.
De Voorzitter voegt hieraan toe, dat ook de zorg van het Gemeente
bestuur zich even intensief over Castenray zal uitstrekken als over
Oirlo; beide gehuchten zijn ons even na.
De heer Nelissen zegt, dat Klein-Oirlo geheel buiten deze kwestie
biedt, gewoon aan de aanvrage te voldoen.
De heer Odenhoven vreest dat de meisjes van Klein-Oirlo dan de
school zullen gaan bezoeken en hierdoor wordt die van Castenray
ontvolkt.
De heer Stoot heeft nergens in de wet kunnen vinden dat eenzelfde
communiteit 2 scholen kan eischen en uit de cijfers voorgelezen door
den Burgemeester blijkt, dat het aantal leerlingen pas in 1933 195 zal
bedragen Onmiddellijk is dus geen nieuwe klasse noodig. Spreker vindt
het absurd om al 3 of meer jaren vooruit te rekenen.
De Voorzitter antwoordt dat in groote plaatsen communiteiten zijn
die er 10 tot 20 en meer scholen hebben en verder dat het toch eene
kortzichtigheid zoude zijn geen rekening te houden met de onmiddellijke
toekomst. Werden er twee lokalen gebouwd, dan zouden als deze ge
reed waren er weer onmiddellijk twee moeten worden bijgebouwd en
dit is veel absurder.
De heer Geurts vraagt of dit wel alles strookt met den laatsten brief
van Monseigneur. Weet deze wel alles Hij meent dat Monseigneur
wel 'ns om den tuin geleid wordt.
Dé Voorzitter protesteert tegen de laatste woorden van den heer
Geurts en roept hem hiervoor tot de orde. Verder kan hij den Raad
de verzekering geven, dat de meisjesschool, welke is aangevraagd, niet
alleen de goedkeuring maar ook de volledige instemming heeft van het
hoogste kerkelijke gezag.
Vervolgens brengt hij het voorstel van B. en W. in stemming, welk
voorstel wordt aangenomen met 7 tegen 6 stemmen.
Voor stemden de heeren Goumans, van Dijck, Weth. Pubben, Ver
meulen, van Bergen, Nelissen en Werh. Houben.
Ttgeu de heeren Odenhoven, Geurfs, Strijbos, Jacobs, Stoot en Millen,
waarvan de heer Stoot onder opmerking: ,'t Is er nu toch door."
Dan worden behandeld de ingekomen verzoeken van a. M. van
Staveren, b. P. Brauer, c. H. Lormans, d. P. J. Kusters en e. J. Ver
berk, allen te Venray-Veulen, om tegemoetkoming in de kosten ver
bonden aan het bezoeken hunner kinderen van de kerkelijk erkende
bijzondere school te Leunen, gelegen cp grooteren afstand der woning
dan 4 K.M., ingevolge artikel 13 der Lager-Onderwijswet 1920.
De Voorzitter leest artikel 13 der Lager Onderwijswet voor en zegt,
dat men bij het toekennen der vergoeding rekening mag houden met
den welstand van het gezin en het inkomen der aanvragers. Een gedeelte
der kosten wordt dus door de ouders zelf gedragen en dit gedeelte
wordt grooter naarmate de welstand en het inkomen grooter worden.
Spreker leest vervolgens de door aanvragers gevraagde bedragen voor
en zegt dat B. en W. voorstellen als volgt Van Staveren f 25 per
kind f 75; Lormans f 20 per kind f 20; Brauer f 30 per kind f 60
Kusters f 25 per kind f 100 en het verzoek van Verberk af te wijzen,
omdat hij in den zin der wet minder dan 4 K.M. van de school woont.
De heer Stoot stelt voor, nu spoedig te beslissing omtrent de school
aan het Veulen te verwachten is, deze zaak uit te stellen tot een vol
gende vergadering.
De Voorzitter antwoordt dat de kwestie school Veulen hierbuiten
staat, al komt er eene school aan het Veulen, de zaak staat zoo, dat
er thans geen school van de gewenschte richting binnen de 4 K.M. is
en er moet binnen een maand op deze verzoeken eene beslissing wor
den genomen en voor enkele is deze termijn bijria verstreken.
De heer Stoot heeft opgemerkt dat aanvragers ook voor de school
Veulen hebben geteekend. Hij veronderstelt dat hier andere krachten
gewerkt hebben en stelt nogmaals voor deze zaak uit te stellen. Als
ze binnen een jaar de nieuwe school die Roomsch Katholiek is kunneji
bezoeken, vervallen de verzoeken.
De Voorzitter antwoordt: dan vergist LI zich De aangevraagde nieuwe
school aan het Veulen is geen kerkelijk erkende en de ouders verklaren
onderwijs voor hunne kinderen te verlangen aan een kerkelijke erkende
school
De heer Odenhoven vindt het een duistere zaak, waar hij verder op
in wil gaan. Hij heeft hiertoe door de groote drukte van den laatsten
tijd geen gelegenheid gehad en daarom steunt hij het voorstel Stoot,
om de zaak aan te houden
De Voorzitter wijst nog eens op het bepaalde bij de Lager Onder
wijswet, dat binnen 30 dagen op deze verzoeken moet worden beslist.
B. en W. moeten uitstel der besii.;cing dan ook ten zeerste ontraden
Zij nemen hiervan de verantwoordelijkheid niet op zich.
De heer Millen durft die gevolgen wel op zich te nemen, vooral waar
hij al deze menschen persoonlijk heeft bezocht, Zeker, ze hebben hier
bnn handteekening gezet, maar ze hebben dat ook niet uit zichzelf ge
daan. Spreker heeft hun afgevraagd, of, als de schóól Veulen binnenkort
kwam, zij toch een kerkelijk erkende school zullen eischen en dus nog
hun kinderen naar Leunen zullen sturen, waarop allen ontkennend ant
woordden. Dan houden ze zich aan de dichtst bijzijnde.
De heer Geurts vraagt hoeveel de totale door B. en W. voorgestel
de tegemoetkoming bedraagt, waarop de Voorzitter antwoordt f 255.
De heer Vermeulen vindt de door B. en W. voorgestelde bedragen
aan den lagen kant, hij zoude zich er wel mede kunnen vereenigen iets
meer te ge^en.
De Voorzitter antwoordt, dat B. en W. zich van alles rekenschap
hebben gegeven en elders hebben geïnformeerd. Weert geeft b.v. f 25.
en Nederweert f 12.50. Wij vinden de voorgestelde bedragen voldoen
de. Als de menschen niet tevreden zijn, kunnen ze in beroep gaan.
De heer Millen vraagt of deze menschen door het aannemen der
tegemoetkoming de school aan het Veulen niet mogen bezoeken, waar
op de Voorzitter antwoordt, dat ze daar vrij in blijven,
De heer Stoot zegt niet tegen het toekennen ieener vergoeding te
zijn, doch voor uitstel, en maakt hiervan een voorstel, hetwelk voldoen
de wordt gesteund.
Alvorens dit voorstel in stemming te brengen, vestigt de Voorzitter
er echter nogmaals de aandacht op, dat, indien het voorstel tot uitstel
wordt aangenomen, de termijn, binnen welke volgens de wet eene be
slissing moet worden genomen, niet meer kan in acht worden genomen,
En hiervoor moet toch de Raad zooveel mogelijk zorgen; in den door
de Raadsleden af te leggen eed wordt onder meer ook trouw beloofd
aan de wetten des Rijks,
De heer Stoot vindt dit uitstel zoo erg niet; er kan ook best weer
over een paar dagen een vergadering worden belegd, zoodat de ter
mijn van een maand dan niet vervallen is; de Raad heeft ook den
plicht zich volle rekenschap te geven van zijn handelingen en moet dus
besluiten met volle kennis der zaken,
De heer Millen herhaalt, dat hij al de aanvragers gesproken heeft en
dezen geen bezwaren tegen uitstel hebben, zoodat hij dus de gevolgen
daarvan gerust op zich neemt.
In stemming gebracht wordt het voorstei van den heer Stoot, om de
beslissing op de verzoeken aan te houden tot een volgende vergadering,
vervolgens aangenomen met 7 tegen stemmen.
Voor aanhouden stemden de heeren Odenhoven, van Bergen, Geurts,
Strijbos, Jacobs, Stoot en Millen. Tegen de heeren Goumans, van
Dijck, Vermeulen, Weth. Pubben, Nelissen en Weth. Houben,
Dan wordt behandeld het voorstel van B. en W. tot belegging van
f 6500 onder verband van eerste hypotheek,
Wordt algemeen goedgevonden dit bedrag onder verband van eerste
hypotheek te beleggen op de aan Martinus Johannes Aarts te Venray-
Veulen toebehoorende goederen tegen 43/4 pet. 's jaars.
Vervoigens worden aangeboden: a. verslag van den vleeschkeurings-
dienst; b. verslag der bebossching met renteloos Rijksvoorschot; c. ver
slag der commissie van toezicht op het L. O.
Wordt algemeen goedgevonden deze verslagen voor de leden ter
Secretarie ter inzage te leggen.
Het kohier der hand- en spandiensten- wordt hierna vastgesteld met
2268 handdiensten en 1798 spandiensten, terwijl het kohier der riool
belasting 1929 wordt vastgesteld tot een bedrag van f 1484.43.
Vervolgens is aan de orde het voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot het aangaan eener rekening-courant-overeenkomst met de
Nederlandsche Landbouwbank, bijkantoor Venray, voor de periode 1
Juli 1930-30 Juni 1931.
De Voorzitter deelt mede, dat de thans geldende overeenkomst met
30 Juni a.s. eindigt en B. en W. zich voorstellen onder dezelfde voor
waarden en zekerheidsstelling een nieuwe overeenkomst voor den tijd
van een jaar aan te gaan. Wordt algemeen goedgevonden,
Hierna wordt behandeld het voorstel van B. en W. tot vaststelling
der afschrijvingen overeenkomstig de verordening regelende het gasbedrijf.
De Voorzitter leest de verschillende afschrijvingspercentages en be
dragen voor, in totaal f 4822.17 en zegt dat het nog te dekken verlies,
ten laste van het dienstjaar 1929 en het resteerend bedrag groot f 1142.54ö
kan worden gedekt door onttrekking van een gelijk bedrag aan het
belegd reservefonds.
De heer Stoot vraagt hoe het gaat met de gasfabriek.
De Voorzitter antwoordt dat de vooruitzichten niet slecht zijn. Het
gasverbruik neemt geleidelijk toe en daarbij worden de afschrijvingen
het volgend jaar minder.
Wordt algemeen goedgevonden de afschrijvingen vast te stellen over
eenkomstig het voorstel van B. en W.
Vervolgens is aan de orde, schrijven van de K.N.A.C.. A.N.W.B.
en B.B.N. inzake te verleenen bijdrage in de kosten van het afbreken
van een bakhuis aan den Stationsweg.
De Voorzitter zegt, dat in de opruimingskosten van het bakhuis van
Moorrees aan genoemde bonden eene bijdrage is verzocht. Dezen heb
ben welwillend die bijdrage toegestaan en wel de K.N.A.C. f 67. de
A.N.W.B. f 67 en de B.B.N. f 67. Spreker meent dan ook een woord
van dank te moeten brengen aan deze instellingen, voor deze met het
oog op het verkeersbelang verleende bijdragen, waarmede de Raad zijn
instemming betuigt.
Na toelichting van den Voorzitter wordt vervolgens met algemeene
stemmen besloten tot het aangaan eener geldleening groot f 90000 tegen
43/4 pCt. a pari met de Gemeente Spaarbank te Venlo, zulks ter aflos
sing eener 51/2 pCt. leening van gelijk bedrag.
De heer Goumans vraagt of het niet mogelijk is ook te Venray een
Gemeente-Spaarbank op te richten, waarop de Voorzitter antwoordt,
dat dit niets voor hier iser is hier overvloed van gelegenheid voor
gunstige belegging. Elke afdeeling heeft immers zijn Boerenleenbank, die
uitstekend werkt erf daarachter staat de groote Centrale Boerenleenbank.
Het beheer eener Gemeentelijke Spaarbank brengt eene zeer groote ver
antwoordelijkheid met zich mee en er zijn niet veel menschen te vinden
Venray, die in finanfiën en effecten voldoende op de hoogte zijn. om
een deskundig beheer te waarborgen.
De heer Goumans vraagt hoeveel rente de Gemeente-Spaarbank geeft,
waarop de Voorzitter antwoordt dit niet zeker te weten. Hij meent
echter 81/2 pCt., en voor groote bedragen speciale voorwaarden.
De heer Vermeulen vraagt, wat er gebeurt als eens plotseling alles
op de Spaarbank te Venlo werd teruggevraagd.
De Voorzitter antwoordt dat de Gemeente Venlo garant is.
Nog zegt de Voorzitter dat de geheime notulen voor de leden ter
inzage liggen bij den Secretaris.
De heer Vermeulen vraagt of het niet mogelijk is de vergaderingen
in het vervolg op Vrijdag te stellen.
De Voorzitter zegt met de wenschen der Raadsleden gaarne rekening
te willen houden,;doch tegen den Vrijdag als geregelden vergaderdag heeft
hij speciale bezwaren. Dan is altijd s morgens vergadering van het
College van B. en W. en 's middags zijn er bijna iedere week huwelijken.
De heer Odenhoven vraagt of het niet mogelijk is de vergadering in
den zomer later te houden dan half 5, dat zouden speciaal de arbeiders-
afgevaardigden gaarne zien en wellicht ook de heer Vermeulen.
Verschillende leden verklaren zich daartegen en vinden half 5 al laat
genoeg.
De heer Vermeulen zou het best wat later willen.
De Voorzitter zegt, dat volgens het reglement van orde de verga
deringen bij voorkeur in den namiddag worden gehouden. Zulks ge
beurt ook steeds, behoudens uitzonderingsgevallen. Nu is de gemeente
zeer uitgestrekt en tegenover leden, die in de kom wonen, zijn er
anderen, die zeer ver van het Raadhuis wonen. Deze laatsten hebben
ernstige bezwaren tegen het stellen der vergadering op een laat uur.
dat is ook thans weer gebleken. Hij meent, dat 4 a 5 uur een tijd is.
die wel eenig nadeel kan hebben voor een of ander, maar toch voor
niemand een groot bezwaar heeft en aldus aan beide stroomingen te
gemoet wordt gekomen. Dit is zijn jarenlange ervaring. Hij wil wel er
naar srreven. om de vergaderingen, wanneer er geen bezwaren van
anderen aard zijn. zooveel mogelijk te beleggen in de eerste drie dagen
der week, nu blijkt, dat sommigen daaraan de voorkeur geven en geen
der leden daartegen bezwaren heect.
De heer Vermeulen vraagt, wanneer het steenpuin aan de Kapel te
Veltum wordt opgeruimd en het terrein aan de Paterskuil in orde wordt
gebracht, het ziet er daar nog zoo rommelig uit.
De Voorzitter antwoordt, dat het steenpuin aan de Kapel te Veltum
bestemd is voor den weg Ysselsteyn. Wat de Paterskuil betreft, zijn
thans de rails opgeruimd en het wegenraateriaal, dat aanwezig is, is
bestemd voor de verbetering der Paterslaan. Het ligt in de bedoeling,
om er een heel eenvoudige beplanting te maken, dat is vertraagd ten
gevolge van het weghalen der rails, overigens meenen B. en W. dat de
Paterslaan heel wat verbeterd is en hadden zij eerder verwacht hier
over een pluimpje te krijgen.
De heer Millen vraagt of de aannemer van den gemeentelijken auto
busdienst zijn nieuwe bus. waar reeds geregeld mee gereden wordt, nog
aangemerkt krijgt als nieuwe bus.
De Voorzitter antwoordt dat B. en W. hem vergunning hebben ge
geven om deze in te rijden.
De heer Millen meent dat dit geen inrijden meer is. Er worden
duizenden K.M. mee gereden. Trouwens inrijden kan nergens beter ge
beuren dan op den Stationsdienst. Rijden, stoppen, weer rijden en
stoppen en dit herhaalt zich den geheelen weg. De motor wordt nooit
warm en deze methode is de juis.e, maar niet zooals Derksen doet, er
nu reeds honderden K. M. per dag mee rijdendat is geen inrijden.
Spreker kan dan ook niet goedkeuren, dat deze bus,als nieuw in den
gemeentedienst wordt gebracht. De menschen spreken er over.
De Voorzitter zegt, dat, wat de menschen zeggen, het college van
Burgemeester en Wethouders volkomen koud laat. Burgemeester en
Wethouders hebben niet willen verlangen, dat er alleen proefritten ge
maakt mochten worden, zonder passagiers. Of de aannemer er nu een
klein voordeel van heeft, is niet erg. Dat de bussen ingereden worden
is niet in strijd met het gemeentebelang, en de ingereden bussen zijn
voor B. en W. geheel nieuwe bussen.
Wethouder Pubben zegt, dat Derksen het juist gevraagd heeft, om
dat dit beter voor de bussen is.
De heer Vermeulen begrijpt de kleingeestige vraag van den heer
Millen niet een motor moet ingereden worden.
De heer Odenhoven begrijpt niet, dat B. en W. afwijken van het
contract, want hiertegen wordt natuurlijk gereclameerd. Als een inschrij
ver laag inschrijft, moet hij dat zelf weten, maar dat mag' niet tot
gevolg hebben, dat men hem nu in het contract verboden dingen toe
staat, want daardoor kan veel last ontstaan en het is ook niet billijk
tegenover de andere inschrijvers, die aan de hand van de voorschriften
hebben ingeschreven.
Wethouder Houben zegt. dat iedere andere inschrijver, wien gegund
was, van B. en W. toestemming zou hebben gekregen om de bussen
in te rijden, zoover dat noodig was.
De heer Odenhoven zegt. dat dan het laatste woord in deze nog
niet gesprokenis. Wat recht is, is recht en hieruit kan allerlei corruptie
voortkomen.
De heer Goumans vindt het zoo erg niet, dat de aannemer met het
inrijden der bussen tevens iets tracht te verdienen en begrijpt niet dat
men zich daar zoo druk over maakt.
De heer Stoot meent, dat in de voorwaarden staat, dat als ze niet
meer goed zijn, de aannemer nieuwe moet leveren; we zijn dus gewaar
borgd gedurende die 4 jaren steeds goede bussen te hebben, hetgeen
de Voorzitter bevestigt en waarop de heer Stoot het dan niet zoo
erg vindt, dat de bussen tevoren al eens een keer gebruikt worden,
temeer niet. als deskundigen zeggen, dat dit zelfs in het belang der
bussen is.
De heer Millen herhaalt, dat hij de handelwijze van B. en W. niet
kan goedkeuren en deze tot allerlei misbruiken kan leiden.
Thans niets meer aan de orde zijnde en geen der leden nog het
woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering met gebed.
t, 1 j V\ uiaycu vuutm luiaai i ïuit.ii tu uat utt nuy it utnntn v
staat. Oirlo vraagt de school en heeft hiervoor geen kinderen van^KJein- groQt f 3104.47i/2. overeenkomstig art. 41 der rekeningsvoorschriften uit
Oirlo noodig. en spreker is er voor, waar de wet de mogehjknet 1 gemeentekas aan het bedrijf moet worden uitgekeerd en wel f 1961.93
Gebruik hiertegen de Zenuw,tillende en Zenuwsterkende
Glazen Buisje 75 cent. Bij Apoth. en Drogisten