Tweede Blad 'Fan „PUL 1M MAAS Mij is de wraak Vergadering Boeren leenbank Venray. FEUILLETON Giftenen giftmengers Carnaval en- Rusland. Ingezonden. ZATERDAG 1 MAART 1930 Een en vijftigste Jaargang No. 10 De Voorzitter, de heer M. Wis- mans, opende de vergadering met den Christelijken groet en een woord van welkom aan de aanwezigen, speciaal den ZeerEerw. Heer Kap. Strijkers als Geestelijken Adviseur der Bank en den Ed.GrootAchtb. Heer J. A. Poels, lid van Ged. Staten van Limburg als een der nog weinigen in leven zijnde oprichters der Boerenleenbank te Venray. Uit de presentielijst bleek, dat thans 102 leden aanwezig waren tegen 82 in de vorige week uitge stelde .vergadering. De Voorzitter constateert met ge noegen dezen vooruitgang en hoopt voor de toekomst dat de leden meer belang zulléh stellen in den gang van zaken der Bank, die per slot van rekening hun Bank is, en niet die van het bestuur. De notulen der vorige vergadering worden door den Secretaris, den heer J. Pijpers, voorgelezen en door de vergadering onveranderd goedge keurd. Ten opzichte van de vacature in het bestuur, ontstaan door het over lijden van den Heer H. Poels, merkt de Voorzitter op, dat de Inspecteur der Bank uit Eindhoven er op had gewezen, dat het bestuur feitelijk uit voldoende leden bestaat zoodat aan vulling dezer vacature niet per sé vereischt werd, doch de vergadering heeft hierin te beslissen. Z.h.s. ging de vergadering er mee accoord geen nieuw bestuurslid aan te stellen. Gaarne brengt de Voorzitter hier eene warme hulde aan de nagedach tenis van den Heer Poels, wiens kalm en weldoordacht woord voor de Bank en voor de leden vaak verstrekkende gevolgen had. O. dat de leden toch eens beseften de zoo dikv/ijls zeer moeilijke positie van een bestuurslid, die niet altijd alleen rekening kan houden met zijn goed hart, maar vaak het laatste woord moet laten aan het verstand. Daar om heeft het hem als Voorzitter zeer gegriefd, dat zoo weinig leden der Bank waren opgekomen om tegenwoordig te zijn bij de H. Mis, die de Bank tot zielerust van den Heer Poels deed opdragen, om daarin eeniger mate te vergoeden, wat de heer Poels bij zijn leven voor het belang der Bank en haar leden ge daan heeft. Werkelijk zulk een blijk van waardeering is een dure plicht der leden. Aan de beurt der periodieke af treding als leden van den Raad van Toezicht waren thans de heeren A. Droessen en A. Wismans. Hier moest schriftelijk gestemd worden en werden tot stemopnemers benoemd de heeren Wijnhoven. G. Wismans en A. Poels Jzn. Er werden uitgebracht 98 stemmen, waarvan 1 ongeldig. Hiervan ver kregen Ant. Droessen 92 en Ant. Wismans 91 stemmen, zoodat zij met groote meerderheid herkozen zijn, welke herkiezing de heer A. Droes sen, tegenwoordig zijnde, op de betreffende vraag des Voorzitters, onder dank voor het in hem gestelde vertrouwen, verklaarde te aanvaar den. Hierna deed de Secretaris voor lezing der Rekening en Balans over het boekjaar 19ü9, waaruit wij op- teekenden Rekening. Ontvangsten Inh. kas 31 Dec. vorig jaar f 9876,85 Ontvangen spaargelden f 271246,73 Terugbet. voorschotten f 39761,05 Ontvangen in L. R. leden f 16468,94 Ontv. in L. R. C.C.B. f 125715,83 Afschr. Roer. goederen f 15,— Afb. winst vorig jaar f 778,84 Interesten voorschotten f 7714,48 Prov. en kosten voorsch. f 108,08 Prov. en kosten L. R. f 5,17 Interesten Loop. Rek. f 6979,32 Boeten, giften, enz. f 42,51 Uitgaven. Terugbet. spaargelden Gegeven Voorschotten Uitg. Loop. Rek. leden Uitg. Loop. Rek. C.C.B. Uitg. Deposito C.C.B. Interesten spaargelden Prov. en kosten L. R. Salaris kassier Overb. winst vorig jaar Uitkeering winst Inhoud kas 31 Dec. 1929 Buitengew. uitgaven Balans. Actief. Inhoud kas 31 Dec. 1929 Uitstaande voorschotten Tegoed Loop. Rek. leden Tegoed L. Rek. C.C.B. Tegoed Deposito C.C.B. Waarde p. v. k. 31 Dec. Waarde aandeel. C.C.B. Waarde aandeel. B.H.B. Waarde Roer. goederen Rest. interesten voorsch. Uitb. pr. N.V. Borg Mij. Treffend verhaal. Naar liet Spaanseh. IV. Omstreeks het jaar 1814 was ik ernstig ziek. Eens dat ik, reeds aan de beterhand, in een leuning stoel mij in de zon koesterde, want hel was toen winter, zag ik Juana binnentreden. Het deed mij veel genoegen, haar te zien, zij had nooit vergeten naar den staat mijner gezondheid le laten vragen, en vernomen hebbende, "dat ik aan de beterhand was, kwam zij zich zelve van het toenemen mijner krachten overtuigen. Tante Juana, zeide ik tot haar, hoe gaat het met onze waarde tweelingen Luz, don "Justo, antwoordde de grootmoeder, is schoon en sterk; zij heeft eene gezondheid voor twee; Paz is tenger en teer, hoe wel men niet kan zeggen, dat zij eenige kwaal heeft, maar onze geneesheer is zeer geleerd... zoo als gij weet. Ja, ja, don Gaspar, die hen, f 478712,70 f 182697,96 f 43225.— f 17589.99 f 160717,81 f 50000,— f 11356,32 f 323,08 f 775,- f 778,74 f 255.- f 10439,74 f 554,06 f 478712,70 f 10439,74 f 194630,38 f 11218,04 f 104872,77 f 100000,— 8000,— 300,- 100,— 540,— 3214,97 100,60 f 433416,50 Passief. Saldo spaargelden direct opvorderbaar f 259128,81 Deposito m.e.j. opzegging f 148407,76 Reserve winst f 24054,10 Winst van dit jaar f 1825,83 f 433416,50 De Voorzitter noemde 1929 een zeer gunstig jaar voor de Bank, er was circa f 1000 meer verdiend dan in 1928, uit welke winst het Bestuur voorstelde de navolgende giften te doen R. K. Kerk, Ysselsteyn f 50.— R. K. Kerk, Venray f 50.- St. Agnes-Patronaat f 50. St. Antonius-Patconaat f 50. St. Vincentiusvereeniging f 50. Het Groene Kruis f 75.— St. Josephgesticht f 50.— Landb. school St. Martinus f 25. Totaal f 400. Z.h.s. vereenigde de vergadering met dit voorstel en keurde de Rekening en Balans over 1929 goed. Op de vorige jaarvergadering waren vele ter vergadering opge- komenen te vroeg weggegaan, zoodat de stemming, die op het eind der vergadering gehouden was, wegens de weinige stemmers door het be stuur te Eindhoven ongeldig ver klaard, zoodat thans opnieuw ge stemd moest worden over de gekozen bestuursleden M. Wismans, G. W. Litjens, Ant. Roelofs en P. J. H. van Dijck en de leden van den Raad van Toezicht Joh. v. Meijel en W. v. Dijck. Met 98 stemmen werden de herkiezingen bekrachtigd. De ZeerEerw. Heer Strijkers als Geestelijk Adviseur wenscht de leden geluk met 1929, dat voor de Bank zoo gunstig was. Daarom kan de Bank thans ook zich kwijten zooals ieder mensch van haar plicht van dankbaarheid jegens God door het doen van goede werken als giften aan kerkelijke en sociale instellingen. Dit geeft de Bank haar Christelijk cachet. Moge 1930 weer gunstig zijn voor de Bank en haar leden opdat het ruim kan bijdragen tot groei en bloei der Bank en het wel zijn der leden. De heer J. A. Poels herinnert er aan, dat a.s. Woensdag de oprichting der Boerenleenbank voor 30 jaar zal herdacht worden, die van een val gedroomd hebben, laat aderlaten. Juist, don Justo, omdat hij zegt, dat de indruk dezelfde is, en dikwijls in den droom sterker, dan in wezenlijkheid. Welnu, zoo als ik zeide, don Gaspar gelooft, dat Paz door eene hartkwaal be dreigd wordt. Daarom moet zij alle hevige lichaamsbewegingen en alle sterke aandoeningen ver mijden, men mag haar niet ver velen, noch tegenspreken waarin het ook zij. Gelukkig, dat zij zoo zacht is als een engel, want wie zou, zonder dat, aan al hare lief kozingen weerstand kunnen bieden? Zij is als het ware een juweel in katoen, en zij doet niets dan naaien en borduren. Al het huis werk valt Luz ten deel, maar die heeft alles in een oogwenk op zijn plaats gebracht. Zij is groot, sterk en frisch als de dageraad. En hebben zij minnaars Ah, senor, is er eene zon zonder stralen, of een meisje zonder minnaar? Zij hebben ze, don Justo, en dat ligt mij even zwaar op het hart als een molen steen. Om u op de hoogte van dat alles te brengen, zal ik u verhalen, wat heden morgen plaats gehad heeft. Juana deed mij een lang ver haal, hetgeen ik u met hare eigen woorden oververtellen zal, daar het mij toen zoo vermaakte dat, ik het nooit vergeten heb. Om 9 uur zal er in de Parochie kerk eene H. Mis worden opgedragen en des avonds is er een feestvergade- ring. Indertijd heeft Mgr. Dr. Poels op verzoek van spreker hem in kennis gebracht met een professor in België, waar het Instituut der Leenbanken reeds bestond. Aanvankelijk waren de menschen hier met weinig ver trouwen in dat nieuwe bezield. Met een 30 of 40 leden werd de Bank hier opgericht en ziet nu eens om u heen, wat de Boerenleenbank reeds gepresteerd heeft waarbij niemand schade maar allen slechts voordeelen bij hadden. Duizenden zijn er op de bekende goedkoope wijze geholpen, wat veel beteekent, vooral in de jaren, dat de landbouw een harden tijd doormaakte. Thans staat het onomstootelijk vast, dat de landbouw Boerenleenbank een weldaad is voor de boeren en hun bedrijf. Spreker spoort dan ook allen aan om tegen woordig te zijn in de H. Mis van a.s. Woensdag en daar God dank te zeggen voor het vele goede, dat hun in en door de Bank verleend is. En dan des avonds allen op ter feestvergadering, waar een propagan dist uit Eindhoven het bestaansrecht der Bank nader zal toelichten, en een overzicht zal geven over alles wat de Bank tijdens haar 30-jarig bestaan verricht heeft tot het welzijn der boeren en hun bedrijf. Een ernstig woord van vermaning moet spreker er echter ook bijvoegen en wel over het vele wegblijven ter vergadering. Nu is het zeer opmer kelijk dat de wegblijvers, niettegen staande zij absoluut niet op de hoogte zijn van den gang van zaken, het grootste woord voeren en maar al te dikwijls een ondoordachte critiek voeren, die ontstemming wekt en vooral de bestuursleden, die niet voor hun belang, doch voor de belangen der leden zich moeite en inspanning getroosten, bitter grieft. O, zeker het is geen ondankbaar heid, die hen zoo doet handelen, maar sleur en hiermee moet ten spoedigste gebroken worden. Toon uw medeleven met uw Bank en begin daarmede a.s. Woensdag in de H. Mis van 9 uur. De heer Ant. Droessen merkt op, dat de Voorzitter er slag van heeft om iemand aan het spreken te krijgen. Op de eerste plaats brengt hij ook namens de mede-herkozenen dank voor het gestelde vertrouwen en verzekert dat allen hun beste krachten zullen geven voor den groei en bloei der Bank. Verder, wil hij met een dikke lijn onderstrepen, wat de heer Poels reeds gezegd heeft en memoreert gaarne de enorme werklust, die het overleden bestuurslid Poels steeds toonde en hoopt dat in de toekomst Uitvaart diensten voor bestuursleden veel tal rijker zullen bijgewoond worden. Al mag het waar zijn, dat thans de be hoeften aan een Boerenleenbank niet zoo gevoeld wordt als bij de op richting, de uit de rekening en balans genoemde cijfers wijzen nog altijd op een veel omvattenden werkkring. Nadat de Voorzitter, na het lang durig applaus, de sprekers namens de vergadering dank heeft gezegd voor het gesprokene en de stem opnemers voor hunne volbrachte taak, sluit hij de vergadering met .den Christelijken groet. Het proces tegen de Hongaarsche giftmengers, heeft weer eens aange toond, hoe spoedig de mensch geneigd is, juist dit verschrikkelijke en listige moordwapen te gebruiken. Reeds in de alleroudste tijden zijn menschen door vergift om 't leven Gij weet, dat halver wege van Sevilla naar Dos Hermanas de weg in een klein dal afdaalt. Zij wordt bespoeld door een berg stroom, die 's-winters haar door snijdt, maar die 'szomers op zijn bed van keisteenen verdroogt. Hij is zöo doorschijnend en kalm, dat men nooit eenige kennis van zijn bestaan zou dragen, indien de zonnestralen er zich niet zoo schitterend in afspiegelden. Ter rechterhand op eene hoogte, ver heft zich het moorsch kasteel, be- hoorende bij een landgoed, dat koning don Pedro aan dona Maria de Padilla gaf, en dat nog tegen woordig clona Maria genoemd wordt. Tegenover dit groot histo risch gedenkstuk, is, beneden in het dal een herberg rood, geel en blauw als een hansworst beschil derd. Daar vindt de reizende land bouwer alles wat aan zijn matige behoeften voldoen kanwater, wijn, brood; in den winter,oranje appelen, in den zomer, druiven. Voorbij de herberg verheft zich de weg tot een zandigen heuvel, totdat zij te Buena Vista komt, een wel gepaste naam voor deze hoogte, omdat men aan haar voet Sevilla in de vlakte ziet liggen, met zijne voeten door den stroom bespoeld, en zijn hoofd door oranje- bloemen overschaduwd.'s Morgens werd deze hoogte door drie wezens beklommen, die, reeds sedert vele jaren zoo verbonden waren als de gebracht. De Engelsche toxicoloog Sir William Willcox heeft dezer dagen in een korte voordracht en kele bijzonderheden vermeld. Volgens zijn navorschingen bestonden de giftmoorden reeds in den tijd lang voor de vroegste geschiedenis. De eerste godheid, die met vergiften in verbinding staat, zegt hij, is Gula, wier naam reeds 4500 jaar voor Chr. voorkomt. Zij werd vereerd, als zijnde „de heerscheres van de tooverij en wonderen, als de ver schrikkelijke godin en als de be waarster der schandelijke vergiften." De laatste opgravingen in Mesopotamië hebben bijzonderheden over deze giftgodin aan het licht gebracht, Egyptische en Babylonische gege vens uit de vierde en vijfde eeuw voor Chr. doen zien, dat reeds in deze vroege tijden vergiften bij de behandeling van ziekten werden gebruikt. Daar men toen ook reeds met vergiften en hun doodelijke uitwerking bekend was, kan men, aldus Willcox wel aannemen, dat vergiften in dien tijd reeds als moordwapen werden gebruikt, Homerus en Ovidius maken mel ding van vergiftigde pijlenhet gift in deze pijlen was afkomstig van slangen. Deze giftpijlen waren reeds in gebruik bij de meest pri mitieve menschen, zelfs bij dwerg volken. In de geschiedenis der misdaden verschijnt de eerste giftmoord in Rome, omstreeks 331 jaar voor Chr., toen eenige matrozen de be reiding en het gebruik van vergiften bekendmaakten en door ambtenaren gedwongen werden de door hen zelve bereidde dranken te nuttigen, waaraan zij allen stierven. In den Romijnschen keizertijd kwamen giftmoorden herhaaldelijk voor Agrippina en haar zoon Nero maakten een ernstige stijdie van de leer der vergiften. Hun kennis ge bruikten zij, om personen, die hun in den weg stonden of die hun misnoegen hadden opgewekt, uit den weg te ruimen. Tijdens de Renaissance in Italië werd de giftmoord als een schoone kunst voorgesteld. Willcox het bij zijn voordracht verschillende interessante voorwerpen zien. Zoo toonde hij b v. Spaansche dolken, welke een gift in de wond brengen, dat in de kling verborgen Ook had hij giftringen, waarin het gevaarlijke goedje voor dadelijk gebruik werd meegenomen. bekers vervaardigd uit hoorn van den rhinoceros, welke hoornstof ter bescherming tegen vergiften diende, daar het bij aanwezigheid hiervan van kleur veranderde. Nog heden zijn deze bekers voor de Chineezen van groote waarde en vaak worden de voorwerpen met prachtig snijwerk versierd. De primitieve mensch wist welke kruiden en planten vergiftigd waren en juist door het gadeslaan van dieren heeft men menig tegengift kunnen ontdekken. We schreven daar Carnaval en Rusland Gij hebt het allen gelezen. Terwijl daarginds in dat onmetelijke rijk waar nog millioenen men schen wonen met een diep-godsdien- stig hart, met een lichtend geloof, met een troostrijke Gods liefde, terwijl daarginds een troep boeven al die edele gevoelens met duivel- sche hardheid tracht kapot te stampen de huizen van God sluit en verandert in bioscopen, danszalen vingers aan eene hand. De eerste was een klein, droogj oud mannetje, zoo buigzaam als een lederen riem; de tweede, eene kleine, oude vrouw, vlug en leven dig als een eekhorentjeen de derde, eene oude ezelin, zwaar en lomp, maar nog sterk, die, zonder ooit te struikelen, met afgemeten en gelijken stap voorlging als de slinger van een uurwerk; en de begrippen van draf en galop, ten minste als zij die ooit in haar leven had kunnen hebben, waren thans voor haar niets meer, dan verwarde en bijna uitgewischte herinnerin gen eener lang vervlogene jeugd. De lucht was zoo zuiver, zoo kalm, zoo zoel, dat zij een onbe schrijfelijk gevoel van rust en lichamelijk en zedelijk welbehagen verwekte. De kleine oude vrouw, die achter haar man op de ezelin zat, was, gewiegd door de lang zame en regelmatige bewegingen van haar rijbeest, in slaap geval len, toen zij plotseling gewekt werd door de volgende woorden, welke haar man haar op ernstigen toon toevoegde. Gelooft gij allen dan inder daad, dat ik mijne oogen nergens anders voor heb, dan om mijn gelaat te verfraaien? Neen, waarlijk nietdaar zijn zij niet mooi genoeg voor, ant woordde de aldus aangesprokene. Welnu, denkt gij dan, dat ik ze voor niets heb? en gaarkeukens terwijl daarginds de onzedelijkheid officieel wordt in de hand gewerkt; de verwaarloosde kinderen met honderdduizenden, to taal bedorven, als jonge schavuiten langs de straat en wegen zwerven, terwijl daarginds de goddeloosheid met tergende en uitdagende heilig schennis als een Judasgil over land en stad gilt terwijl daarginds wel bewust en met voorbedachten rade een nieuwe Godsmoord bedreven wordt in millioenen zielen en, daar mee niet tevreden, ook nog Europa ja de heele wereld wil inspuiten met het oude Satansgif, dat reeds een keer 's menschen geluk zoo wreed had verstoord, terwijl de Goddelijke weegschaal haast noodzakelijk zai moeten doorslaan naar beneden, we gens het ontzaglijke kwaad, wat daardoor vooral telkendage in de wereld toeneemt, terwijl eerherstel en boete en gebed en goede werken en christelijke levensernst en gods dienstige fierheid en overtuiging ontzaglijk zullen moeten toenemenin de wereld om in de Goddelijke weegschaal een voldoende tegenwicht te kunnen bieden tegen al dat kwaad. Nu dansen wij, christenen, dagen lang, tot diep in den nacht, met maskers voor. Waarom, waarom nog meer maskers in de wereld Nu hossen en joelen wij christe nen, als halve bezetenen langs de straat. Nu drinken wij, christenen, den drank die dagen lang met gulpende stroomen.... Nu daarginds in het onmetelijke rijk, onze millioenen broeders en zusters in Christus in hartverscheu rende klachten de verzuchtingen van hun. gefolterd gemoed ten hemel sturen, omdat de duivels-in-men- schengedaante over hen heerschen en wij hen zoo noodzakelijk te hulp moeten komen door de kracht van ons gebed en de macht van onze verstervingen nu gaan wij die dagen en die nachten lang leven in een feestroes, waarin de jaszband gilt en giert, waarin het spel der zinne zijn bedwelming viert, waarin het spiedend oog, het onrustig hart en de losgebroken begeerlijkheid om bevrediging roepen. Aan den verren horizon stapelt de zwarte donkerte van een onheil spellend onweer zich op. Uit de donkere diepte van het ontzagwekkende Russische rijk, komt de moderne verderfduivel met zijn vale vlerken zijn sombere schaduwen leggen over het zich-uitlevende Europa, en als een alles-vernietigende prairiebrand, overal het rossige vuur ontstekend van Godshaat van broedertwistvan revolutiebrand van losbandige driften.... En wij, christenen, wij dansen.... En wij, christenen, (ont)kleeden ons, voor het nachtelijke bal.... En wij, christenen, verkleeden ons in het pak van harlekijn, met de rinkelbellen der zotheid... En wij, christenen, eten en drin ken met wellust tot overzadigens toe. En wij, christenen, zijn (drie) dagen lang in den feestroes van de walgelijke, ordinaire lol.... Gode zij dank, er zijn er ook nog velen, die ook met Vastenavond den „Katholieken Offerzin" verstaan. Die, omdat zij den offerzin van den grooten Vasten verstaan en in beoefening brengen, in zooverre hun goeden wil en hun kunnen dat toe laten, ook de christelijke vreugde van den Vastenavond verstaan. Zij verheugen zich in den Heer op gepaste, nette, beschaafde, gema tigde wijze. Zij weten, dat de „Katholieke offerzin", hen ook in hun vermaak zekere grenzen stelt. Men heeft ze u gegeven om te zien. Goed 1 Dat moest gij niet vergeten. En waarloe dient die uitval die mij uit mijn slaapje gewekt heeft, terwijl ik juist zoo aange naam sliep? Om u te waarschuwen, Juana, dat niets mij ontgaat. Neen, niets, behalve de patrij zen en konijnen, als gij op de jacht gaat. Houdt u maar zoo onnoozel niet, oude vrouw 1 Wat ik u zeg en herhaal, is dat niets mijne aandacht ontgaat. Maar wat mij ontsnapt is het geduld; zult gij mij denzin van uwe woorden eens uitleggen, die zooveel beloven, en die even z ^o zullen eindigen als de berg in de fabel, met een muis ter wereld te brengen Gij houdt u alsof gij mij niet begrijpt, gij houdt u onnoozel,gij, die zoo slim zijt als een advokaat? Welnu, omdat gij het puntje van de i wilt weten, zal ik u zeggen, dat de wandelingen van Marcos Ruiz en de guitarre van Manuel Diaz in mijne straat, mij maar in het geheel niet bevallen. En wat kan ik er aan doen, dat i zij wandelen en zingen, op de straat, die niet u, maar den koning toebehoort? Zijt gij dan ook niet eens twintig jaren oud geweest, hebt gij ook niet onder Een kleeding volgens de bisschop pelijke voorschriften. Een dans, die werkelijk een acte van reine vreugde is, en die het onchristelijke nachtleven schuwt. Een grens in spijs en drank, welke al hen goede weet te waardeeren als gaven Gods. maar in matigheid. En vooraliederen dag een be zoek aan Jezus in het Allerheiligste Sacrament. Tot aanbidding, Tot eerherstel. Tot verzoening. lagugaien litltieeUngsa. Stop die rheumatiek Verwaarloos nimmer de geringste aanval van rheumatiek. Die kan u maandenlang pijn en ongemak kosten. Ofschoon weinig menschen bij voch tig of koud weer geheel van rheu matiek bevrijd blijven, behoeft deze kwaal niet die kwelling te zijn als het geval is. De oorzaak is gewoon lijk urinezuur, en zooals bekend, is het de taak der nieren om dit urine zuur en andere schadelijke bestand- deelen uit het bloed te filtreeren. Men kan derhalve in het algemeen zeggen, dat men bevrijd kan blijven van rheumatiek, als de nieren gezond en geregeld werken. Bij slecht weer en na een gevatte koude, of als ongewone inspanning de nieren verzwakt heeft, is derhalve de eenige veilige weg om de werking dezer allerbelangrijkste organen te versterken. Daarvoor wordt geen middel sterker aanbevolen dan Fos ter's Rugpijn Nieren Pillen, want tenzij de nieren gezond zijn en goed werken, hebt gij kans niet van rheu matiek verschoond te blijven. Ver in geen kostbare tijd. Neem Foster's Pillen zoodra gij de minste rheumatische pijn voeltwek de trage nieren op en versterk ze. en bevrijd u zoodoende van nierver schijnselen als rugpijn, spit, ischias, rheumatiek en die ellendige urine- stoornissen. Verkrijgbaar (in glasverpakking met geel etiket let hier vooral op) bij apotheken en drogisten a f 1.75 per flacon. 40 Buiten verantwoordelijkheid der Redactie Mijnheer de Redacteur. Schrijver dezes, niet beter wetend, bestelde eenige jaren geleden in Gouda een kistje Goudsche pijpen. Maar 't beleefde antwoord van den Goudschen fabrikant was, dat hij er geen gevolg aan kon geven, en hij noemde een Venrayschen midden stander bij wien de besteller zich geliefde te vervoegen. Dat was heel goed dat hoorde zoo. Maar wat is dat allemaal ver anderd 1 Vandaag ziet men een fabrikant bij een winkelier een artikel verkoopen en van hem regelrecht naar een gesticht gaan, waar hij liegt dat bedoeld artikel in Venray niet te verkrijgen is of althans veel te duur, en brengt dan zijn waar aan den man tegen inkoopsprijs. Een krachtig aaneengesloten Mid denstandsorganisatie, waarvan de leden elkaar vertrouwen, kan daar veel, ja alles tegen doen. Mogelijk dat een plaatselijke orga nisatie niet bij machte is; maar wel de algemeene. Indien zij den fabri kant aan het verstand brengt, dat de Middenstand bestemd is om de goederen te distribueeren, dat een Maatschappij zonder Middenstand een ellendige Maatschappij is: indien zij dreigt den schuldigen fabrikant dood te verklaren, dan zal hij en dan zullen zijn kornuiten voorzeker wel anders gaan doen. MIDDENSTANDSVRIEND. de vensters gewandeld? Nooit dan onder het uwe, dat weet gij toch wel, Juana. Maar gij vrouwen, gij houdt u allen zoo, alsof gij ons niet zaagt, terwijl juist het tegendeel waar is. Wel! waarom zou ik anders handelen, indien de kinderen el kander beminnen? En gij gelooft, dat mijne toe stemming bij dat alles van nul en geene waarde gehouden moet worden Men zal u vragen, als de tijd gekomen zal zijn. Mijnentwege kwam die tijd nooit. Ik zeg hét u vooruit, en voor dat de kinderen zich geheel en al verloven, ik wil het niet. En waarom wilt gij niet? Wat hebt gij tegen Manuel Diaz te zeggen, een jongen, zoo als men er slechts weinigen ziet, die zijne moeder en zijne broeders onder houdt, en die goed zijn brood verdient. Ja, JaEn wat zoekt hij tusschen de gevangenis en de galgen? Hij is smokkelaar en loopt de groote wegen af. Hij be valt mij niet? Goed. En is het smokkelen dan zulk eene doodzonde? Het is stelen, vrouw, het is de regeering bestelen. En. besteelt de regeering ons dan ook niet, met hare rechten en opbrengsten? Gij kent hel spreekwoord: dat hij, die een dief

Peel en Maas | 1930 | | pagina 7