JAlfQMft Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. Accountantskantoor H. Okhuyseo, Vecio DS.O. I-Moblia I 'YQQRDEEUOT |YÜURUu YOORDEELM Dit nummer bestaat uit TWEE bladen. Twaalf torpedo'svoor de slechte Pers. De sigarenindustrie. Buitenl. Overzicht. Voor 't groote gezin Land- en Tuinbouw Verslag Eierbond. Provinciaal Nieuws ZATERDAG 25 JANUARI 1930 Een en vijftigste Jaargang No. 5 MANUFACTUREN j BLIJKEN TOCH HET PEEL EN MAAS f MANUFACTUREN i BLIJKEN TOCH HET PRIJS DER ADVERTENT1EN 1—8 regels 60 cent, elke regel meer 7 t ct. bij abonnement lagere tarieven. Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF VENIIAY Telefoon 51 GIRO 150652 ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ctper post 75 cent voor het buitenland f 1.05 bij vooruitbetaling, afzonderl. nummers 5 cent Parade 22bis Inrichten, Controleeren en Bijhouden van Administratie, Belastingadviezen. Ter overweging aan Katholieke Lozers van De Courant, De Tele graaf, Het Leven en andere z.g. „neutrale", maar in werkelijkheid anti-goflsdienstige couranten en tijdschriften. 1. Gij slikt de ideën van Uw blad, zonder eerst te proeven en uw overduidelijk bewezen Godsdienst verwaarloost gij. 2. Hebt gij meer vertrouwen in de schrijvers van uw bladen, dan in de Kerk van Christus, de Pausen, de Bisschoppen en groote geleerden van 20 eeuwen 3. Door de slechte of neutrale krant wordt de geest verschrompeld en het beest vetgemest 4. Lezer van „De Courant", zoudt gij willen, dat uw dochter ging leven als de veile deernen, heldinnen van uw blad 5. Jonge man zoudt gij een meisje tot vrouw willen, zooals de flirten uit de romans van uw blad? 6. Gij meent vrij-denker te worden en gij volgt slaafs, wat men U onbe wezen voorzet. 7. Do,or wie komt op aarde de meeste ellende? Door hen die de godsdienstig liberale princiepen van uw slechte krant volgen. 8. De mensch heeft voor zijn vrijheid een sterke rem noodig, anders wordt deze vrijheid bandeloosheid op veel gebied. 9. Leest katholieke bladenzij leeren u de echte waarheid en ook de driestheid van de leugen, 10. Uw abonnementsgeld wordt besteed tot het beloonen van corres pondenten, die schunnige tooneeltjes moeten beschrijven. 11De katholieke bladen zijn ook vlug met hun nieuwsberichten; helpt ze door den steun van uw abonnement. 12. Wie wetens en willens zijn z.g. „neutrale" krant blijft lezen, stelt zijn geloof en goede zeden in groot gevaar en leeft dus voortdurend in doodzonde. To veel handen, te weinig arbeiders Aan een artikel in het Huisgezin ontleenen we het volgende Het is een zaak van belang, alle werkgelegenheid voor ons volk te benutten, te bewaren met vlijt de mogelijkheid tot arbeiden, die bestaat en nieuwe gelegenheid tot werken te ontsluiten. Aan voorzorg in dit op zicht ontbreekt nog wel iets. Het parodoxaal het moge klinken „te veelhanden te weinig arbeiders" dat woord is op de werkelijkheid menigmaal van toepassing. o— Neem b.v. de tabaksindustrie. Ze beleeft een nieuwe periode van expansie. Volgens mededeelingen van Mr. A. Steinkiihler in „Handels berichten" steeg de waarde der productie van sigaren ondanks de felle concurrentie der diverse sigaretten merken, van 81 millioen gulden in 1926 tot 87 millioen 500 duizend gulden in 1928, derhalve met onge veer 8 pCt. De export nam nog be langrijker toekomende van 3 miEioen 300 duizend gulden in 1926 op 3 millioen en bijna 800 duizend gulden in 1928, vermeerderde deze met 14 pet. Aan deze productievermeerdering beantwoordt een stijging van het aantal werkkrachten. Waren er in 1925 in totaal 10390 sigarenmakers, in 1928 was dit aantal geklommen tot 11865. Van werkloosheid is althans in het Zuiden des lands dan ook geen sprake meerom vol doende arbeidskrachten te trekken moet volgens Mr. Steinkühler de sigarenindustrie herhaaldelijk loo- nen boven de C. A. O. uitbetalen. Ja, men kan zelfs van een beduidend tekort aanarbeidskrachten voor dezen tak van industrie spreken, als men er op let, dat op een totaal van 16.608 tabaksbewerkers in 1928 niet minder dan 1171 werkkrachten voor kwamen, uit België betrokken Handen genoeg, intusschen in ons landje En toch te weinig arbeiders. De paradox, die werkelijkheid is. o— Wat de reden van dezen vreemden toestand is. ook daar van zegt Mr. Steinkühler iets. Het invoeren van machines, vooral van de bosjesmachine heeft tot ge volg, dat het opkweeken van vakkundige sigarenmakers zoo goed als achterwege blijft. Vroeger ontpopte zich de bosjes maker na korter of langer leertijd als de bekwame oproller en opdek- ker. Nu komt dit leerstadium door de machine te vervallen. Maar het ziet er niet naar uit, dat de machine het werk van den ei genlijken sigarenmaker ooit zal overnemen. De menschelijke hand blijft tenslotte het fijnste werktuig dat ter beschikking staat. En zoo zullen vakkundige sigarenmakers ook in de toekomst noodig zijn. Waar de sigarenindustrie zich meer en meer in het Zuiden concentreert, is de vorming van vakkundige ar beiders ook een groot Brabantsch belang. Een vakschool voor sigarenmakers blijft door de ontwikkeling, die de industrie neemt, onmisbaar. Een vakschool, opgericht en in stand gehouden door alle belanghebbenden. Door de organisaties van Werk gevers en Werknemers in de tabaksindustrie beheerd, onder steun en toezicht der Overheid. Die school kan dan aan vele jongemannen arbeid verzekeren en een behoorlijk bestaan. Wie neemt het vruchtbare initiatief? D> Haagsche conferentie heeft na verschillende strubbelingen, waaraan het verschijnen en het optreden van den president der Duitsche Rijks bank, dr. Schacht, niet vreemd was, eenige resultaten bereikt, in de eerste plaats wat betreft de zaken tus- schen Frankrijk en Duitschland. Aan het begin dezer week leek het er al naar, dat de dagen, de uren der Haagsche conferentie geteld waren. Briand, een der Fransche afgevaardigden, was de vorige week al afgereisd omdat hij elders iets te doen had. De heer Tardieu moet hem Zaterdag al per telegram er van verwittigd hebben, dat er een definitieve overeenkomst was over de regeling der Duitsche schadevergoeding. Waarom dus, zooals de heer Tardieu het ook zei, een gelukkig resultaat in het belang van den vrede is bereikt. Ongetwijfeld was de regeling der Duitsche schadevergoeding een der belangrijkste, zoo niet de belangrijke kwestie, die geregeld moest worden. Als die nu uit de wereld is, mogen de mogendheden, speciaal Frankrijk en Duitschland elkaar gelukwenschen. Uit den aard der zaak zal echter die definitieve regeling nog zooveel omvatten, dat het niet in een kort bestek duidelijk is weer te geven, In de plaats van het plan Ycung is officieel het Nieuwe Plan getre den. Over de „sancties" ten opzich te van Duitschland te nemen is op de eerste Haagsche conferentie niet of niet veelgezegd. Op de tweede conferentie kwamen ze echter aan de orde ook al, omdat voornamelijk van Fransche zijde er prijs op gesteld werd precies te weten, wat er zou moeten en kunnen geschieden ingeval Duitschland in eenig opzicht nalatig werd. De gezochte formule is gevonden. Overeengekomen is, dat wanneer Duitschland het voor nemen mocht hebben, zich kwaad willig aan de bepalingen van het Nieuwe Plan te onttrekken, een beroep zal worden gedaan op het Internationale Hof. En wanneer dan de mogendheden, die als aanklaag sters optreden, bij het Hof gelijk Jcrijgen, zal haar volledige vrijheid van handelen worden gegeven. Wat dus hierop neerkomt, dat ingeval van kwaadwillige onttrekking aan wat het nieuwe plan vaststelt, de mogendheden die er bij betrokken zijn tot strafmaatregelen zouden kun nen overgaan. Vermoedelijk zouden de Duitschers tot een kwaadwillige schending der verdragen wel alleen dan overgaan indien het in staat zou zijn zich tegen mogelijke straf maatregelen te verzetten. ^De vraag is of het „recht" van sanctie maatregelen, inderdaad wel zooveel beteekent. Wanneer Duitschland er ooit toe mocht komen, het Nieuwe Plan kwaadwillig en opzettelijk te schen den, zou het zich allicht om de waarde van het recht tot het nemen van strafmaatregelen weinig bekom meren, en het zal ten allen tijde begrijpen, en begrepen hebben, dat ten slotte een schending van het verdrag (door Duitschland zelve) voor de andere mogendheden (van haar standpunt) de noodzakelijkheid zou scheppen tegen Duitschland op te treden of Duitschland dan het recht daartoe erkende of niet. Maar, laten we hopen, dat het „sanctierecht" dan maar alleen voor den vorm is vastgesteld, en dat de verdere zaken tusschen Duitschland en Frankrijk en ook tenslotte de zaken betreffende de Oost-Euro- peesche Staten zich lange lijnen van geleidelijkheid en steeds in den m'nne blijven afwikkelen Deze week Dinsdag is te Londen de maritieme^ conferentie begonnen onder de vijf voornaamste zeemo gendheden. De bedoeling is middelen te bera men om eventueele te nemen maat regelen te bespreken, welke zouden kunnen leiden tot beperking en ver mindering van de bewapening ter zee. Op dit gebied werd reeds iets, zij het dan misschien niet zoo veel bereikt, namelijk op de Washi-g'.on- sche Conferentie van 1921 1922, op welke conferentie eenige beper king werd bereikt met betrekking tot de slagschepen. Er zal heel wat te bepraten vallen tusschen de vijf mogendheden ook al wordt het ontwapeningsvraagstuk niet in zijn geheel, maar slechts voorzoover de bewapening ter zee betreft, aan de orde gesteld. Er zijn natuurlijk bij de ontwEpming ter zee meer mogend heden dan de vijf voornaamste betrokken. Maar wat die vijf ge- zamelijk mochten besluiten zal door de overwegende macht dier vijf wel van zoodanige invloed op de kleinere mogendheden zijn, dat de uitgespro ken wil der vijf mogendheden als wet aan de andere zal zijn op te leggen. En als de conferentie te Londen mislukt, misschien ziet het er dan voorloopig met ue ontwapening Ter zee droevig uit. Er zijn ter conferentie te Londen vijf hoofden dus (we bedoelen natuurlijk niet het aantal gedelegeer den) en er zullen ook wei verschil lende zinnen zijn. Uit wat in de laatste maanden omtrent de opvat tingen der verschillende mogendheden in de bladen verschenen is, valt zeker wel op te maken, dat er naast overeenstemming op sommige punten ook veel verschil zal zijn. De Brit- sche regeering zou voornemens zijn o.a. voor te stellen, dat de vervan ging van oude slagschepen door nieuwe vertraagd zal worden door den levensduur van de bestaande schepen uit te breiden. Uit het feit, dat dit mogelijk geacht wordt, zou men kunnen concludeeren, dat tot op heden de levensduur der slag schepen niet werd bepaald door de vraagkan het schip nog mee maar alleen dan de vraagwelke elke mogendheid zich stelde h;bben de andere mogendheden betere inge richte slagschepen dan ik, zco ja, dan verklaar ik de mijne voor oud en versleten, op. De bewapeningswedijver is optima forma. Maar als nu de vijf mogend heden, Engeland, Amerika, Japan, Frankrijk en Italië met elkaar over eenkwamen hun slagschepen een langeren levensduur te gunnen, zou dit wellicht in de praktijk neerkomen op een zekere gedeeltelijke uitschake ling van den bewapeningswedijver. Mac Donald's denkbeeld om de pantserschepen af te schaffen moet in Amerikaansche kringen eenige verrassing te weeg gebracht hebben. Overigens betuigt men in Amerika instemming met Mac Donald's wensch alle categorieën van oorlogsschepen te verminderen. Nu is het geval, dat de eene mo gendheid zich in het bijzonder in teresseert voor de eene categorie, terwijl een andere mogendheid haar zinnen gezet heeft op een zekere sterkte in een andere categorie. Frankrijk bijv. bekommert zich niet zoo bijzonder veel om de slagschepen, maar hecht meer waarde aan kleine kruisers bijv., omdat het die meer van noode denkt te hebben dan slagschepen. Frankrijk zou willen dat werd vastgesteld een maximum tonnenmaat voor elke vloot, maar zou overigens bepaald willen zien, dat elk land verder, binnen de aangegeven perken de toegemeten tonnenmaat naar eigen verkiezing en naar eigen be hoefte besteden kon. De mogendheden weten precies, wat ze zelf denken noodig te heb ben en ook wat andere noodig hebben. Frankrijk is van meening, dat 't een grooter vloot noodig heeft dan Italië. Vermelden we tenslotte nog, dat de „Daily Herald" meldde, dat de Italiaansche regeering van plan zou zijn op de vlootconferentie bij monde van zijn Minister van Bui- tenlandsche Zaken mee te deelen, dat Italië bereid is zoo goed als zijn geheele vloot af te danken, als de andere naties daartoe ook overgin gen. Deze goede wil moet voor 'n deel hierin zijn oorsprong vinden, dat Mussolini begrijpt, dat, welk plan te Londen aanvaard wordt zijn land toch veroordeeld zal zijn verre in de minderheid te blijven. Een speciale vredesbedoeling zit er dus, zou men zeggen, niet eens achter. Naar gemeld wordt zou Mac Donald nogal sceptisch gestemd zijn ten opzichte van het voorstel van Mussolini. Pluatspngehl en groote gezinnen Onlangs hebben wij melding ge maakt van het feit, dat in enkele parochies bij de bepaling van den prijs voor vaste plaatsen in de kerk rekening werd gehouden met de grootte van het gezin. In het orgaan van den R.K. Bond voor Groote Gezinnen „Het Gezin" wordt thans de aandacht gevestigd op het feit, dat een dergelijke regeling ook is tot stand gekomen in de St. Willebrorduskerk te Rotterdam. Een vader die drie of vier kinde ren te verzorgen heeft en een plaats huurt kan desverlangd op die plaats 30 (zegge dertig) procent korting verkrijgenbij vijf kinderen stijgt deze korting tot veertig procent op den oorspronkelijken huurprijs. Huurt de vader van zulk een ge zin twee plaatsen dan betaalt hij voor de tweede plaats nog eens twintig procent minder dan hij voor de eerste plaats heeft te betalen voor een derde plaats wordt dertig en voor een vierde en volgende plaatsen veertig procent minder betaald. Een vader die vijf kinderen te verzorgen heeft en vier vaste plaatsen huurt, die feitelijk e!k f 20 per jaar zouden -moeten opbrengen, betaalt desverlangd niet f 80 per jaar, m^ar voor de eerste plaats f 12 voorde tweede plaats f 9,60 voor de derde plaats f 8.40voor de vierde plaats l 7,20 aldiis in totaal f 37,20, ofwel nog minder dan de helft van f 80. Een ryksinerk voor honig. Naast het reeds bestaande rijks- merk op boter en kaas, zal binnen korten tijd een derde voedingsmiddel van een rijksmerk worden voorzien, n. 1. de honig. De redenen, waarom de belang hebbende producenten hierop bij de regeering hebben aangedrongen, zijn van anderen aard dan die, welke de rijksmerken van boter en kaas in het leven geroepen hebben. Ons land produceert jaarlijks tus schen een 1/2 en 1 millioen K. G. 'honig de hoeveelheid hangt geheel af van de weersgesteldheid in de zomermaanden. Naast deze productie wordt er jaarlijks 3i/2 a. 4 millioen K.G buitenlandsche honig geïmpor teerd. Wanneer honig in landen meteen betrekkelijk ongunstig klimaat, zooals in ons land, wordt ingevoerd, kan dit geschieden tegen prijzen, die aan merkelijk lager zijn dan die, tegen welke in ons land honing kan worden gewonnen. Het aantal bijenvolken dat in ons land wordt gehouden en dat op dit oogenblik nog ongeveer 100.000 bedraagt, is in de laatste jaren niet onaanzienlijk gedaald. Er is hier een groot belang aan verbonden. Zooals men weet, vormt de fruit en zaadteelt in ons land een belang rijk bedrijf, waarin een groot aantal personen in bijna alle provinciën een middel van bestaan vindt. En nu is geconstateerd* dat zonder een flink bijenbezoek gedurende den bloeitijd, zeer veel fruitboomen, heesters en zaadgewassen slechts een zeer kleine opbrengst geven. Zal de bijenteelt blijven bestaan, dan moet echter de honingproductie loonend blijven, omdat de bijenteelt voor een groot deel gedreven wordt door andere personen dan die, welke zich op de fruit- en zaadteelt toe leggen. Het binnenkort in te voeren Rijks- honigmerk nu is een der middelen, welke zullen worden aangewend om te voorkomen, dat de bijenteelt in Nederland hoe langer hoe meer achteruitgaat. De drie voornaamste bijenteelt- vereenigingen in ons land, tezamen meer dan 10.000 leden tellende, heb ben zich vereenïgd tot een lichaam, waarvan de aangeslotenen, indien zij zulks verlangen, het recht zullen krijgen om op den door hen onder een bepaald toezicht gewonnen honig, het rijksmerk te voeren. De consumenten, die dezen honig koopen, zullen daarmee de garantie krijgen van een, onder groote voorzorgen gewonnen Nederlandsch product van onberispelijke samenstelling. Een betere verkoop van dit product zal zeker hiervan het gevolg zijn. Het „Vad." spreekt de verwachting uit. dat talrijke biienhouders in ons land zich als aangeslotenen bij het Nederlandsche Rijkshonigmerk zullen opgeven. Ingezonden, Duiten verantwoordelijkheid der Redactt Mijnheer de Redacteur. Als ik u om eenige plaatsruimte verzoek naar aanleiding van het ge schrijf van „Toeschouwer", dan is zulks niet om hem zijn inconsequen tie's te weerleggen. Ik zal evenmin trachten hem te overtuigen, dat ge heel zijn geschrijf^egen alle mensche- lijk gevoel indruischt, dat zou boter aan de galg gesmeerd zijn. Ik vraag mij echter af, waarom die storm van verontwaardiging op mijn niets kwaads bedoelende, doch oprecht gemeende en juiste aanvul ling bij „Toeschouwer" is losgebro ken. Waarom verschuilt ge u achter het niets zeggende „Toeschouwer Waarom niet, als uwe critiek als zoodanig bedoeld is, met open vizier gestreden en uw waren naam ge noemd Had „Toeschouwer" nevenbedoe lingen Ik kan slechts de bedoeling gissen. Voor wat mij persoonlijk betreft, laat ik het langs mij heen gaan; 'ttreftmij niet „Toeschouwer". Jammer is het echter en onredelijk tevens, dat gij een der beste en trouwste leden van Polyhymnia niet alleen, maar ook van de fanfare in zijn beste gevoelens gekwetst hebt. De keeren dat hij, zoowel voor de eene als voor de andere vereeniging, optrad, is zulks steeds met succes geschied. Vriend Frans, acht je verheven boven dat geschrijf en schud het op je geworpen vuil van je af. Wij weten u en uw spel beter en naar waarde te schatten en met ons ge heel weldenkend Venray. U, mijnheer de Redacteur, dank ik beleefd voor de verleende plaats ruimte. Namens 't Gemengd Koor, P. VAN OPBERGEN Jzn. MERSELO. Te ruim zes uur opent de Voorzitter de vergadering met gebed, spreekt zijn voldoening uit over de talrijke opkomst, wenscht allen een zalig nieuwjaar en spreekt de hoop uit, dat 1930 voor de kip- penhouderij even voordeelig zal zijn als het vorige jaar geweest is. Daarna verzoekt hij de notulen der vorige vergadering voor te lezen, welke zonder op- of aanmerking worden goedgekeurd. De secretaris leest ver volgens het jaarverslag voor, waaraan wij het volgende ontleenen Geleverd werden aan de C. V. V. te Venlo 1339757 kipeieren, netto gewicht 79060.50 K.G. 7013 eendeneieren, netto gewicht 467.20 K.G. 49 ganzeneieren. Totaal 1346819 stuks, netto gewicht 79527.70 K.G., verpakt in2725 kisten. Voor 1 K.G. kipeieren was noodig ruim 16 9/10 ei. Uitbetaalde prijzen. Voor kipeieren werd uitbetaald bijna f 1.11 per Kg. of 61/5 cent per stuk. (In 1928 werd uitbetaald f 1.05 per Kg. of 6 3/10 cent per stuk). Voor eendeneieren werd uitbetaald f 0.775 per Kg. of 5 cent per stuk. Voor ganzeneieren werd uitbetaald 151/2 cent per stuk. Ontvangsten, Ontvangen van de C.V.V. voor 1346819 eieren f 90281.76. Voor diversen f 125.03. Totaal f 90406.79. Uitgaven. Uitbetaald aan de leden-voor 1346819 eieren f 88040.23. Uitbetaald aan inpakloon, vracht en diversen f 2264.80 Totaal f90305.03. Zoodat het kasgeld op 31 Dec. 29 bedroeg f 101.76. Daar niemand naar aanleiding van dit verslag het woord verlangt, wor den rekening en verantwoording goedgekeurd en wordt de Secretaris door den Voorzitter bedankt voor 't nauwkeurig samenstellen van notulen en jaarverslag. De commissie van Comptabititeit bestaande uit de heeren L. Arts, W. Verstraaten. L. van Dijck en S. Lem- mens, brengt bij monde van den heer L. Arts verslag uit van haar bevin dingen en zegt de boeken nauw keurig in orde bevonden te hebben. De Voorzitter bedankt den Serce- taris voor zijn accurate boekhouding en genoemde commissie voorde moeite die zij zich getroost heeft om te boeken te controleeren. Deze wordt ook weer voor het volgende jaar benoemd. Wegens aanstaand vertrek wordt in plaats van den heer S. Lemmens de heer J. van Rijswijck in deze commissie benoemd. De heer J. Janssen brengt een uitvoerig verslag uit van de vergade ring, gehouden te Venlo en ontvangt hiervoor een woord van dank van den Voorzitter. Thans komt de be stuursverkiezing aan de orde. De heer P. Pubben stelt voor de af tredende leden bij acclamatie te her benoemen, hetgeen wordt aangeno men. Hierna wordt medegedeeld, dat in 't vervolg geen enkele ledige kist van de C.V.V. mag worden uitge leend. Heeft men kisten of cartons noodig, dan kan men dit bij den secretaris opgeven. Nadat aan leden en personeel was dank gebracht, werd de ver gadering met chr. groet gesloten. VENRAY. 25 Jannari 1930. Belasting op honden. Burgemeester en Wethouders van Venray brengen in herinnering dat de aangifte voor de belasting op de honden moet geschieden ten kantore van den Gemeente-Ontvanger vóór 1 Februari a.s. De aangifte kan geschieden eiken werkdag des voormiddags tusschen 9 en 12 uur. Speciaal wordt hiervoor zitting gehouden op 'Maandag 27 Jannari a.s. Venray 21 Januari 1930 Burgemeester en Wethouders vnmd. O. VAN DE LOO De Secretaris. VAN HAAREN Verdediging of ufbraak van Carnaval? Onder dezen titel zal a.s. Zondag avond, 26 Januari, van half 8 tot 8 uur, voor de K.R.O. gesprokenwor- den over de Vastenavondviering. Aangezien dat onderwerp haa^t blijvend actueel kan worden genoemd en zeer velen daar bijzondere belang stelling voor zullen hebben, meenen we goed te doen, de aandacht op die lezing te vestigen. Om ze des te beter te kunnen volgen, geven we hier den gedachtengang der lezing. 1Korte inleiding. 2. Wat is de oorsprong van Carnaval. 3. Wat is de feestelijke viering. 4. Waarom heeft Carnaval zich in de meer Zuidelijke streken gehand haafd 5. De groote vraagafbraak of verdediging van Carnaval. Welke vraag dien overeenkomstig wordt ge splitst in een „tegen" en een „voor." 6. Proeven van oplossing. Den hoorder heil. Op de Maandag alhier ge houden jaarmarkt waren in totaal aangevoerd 245 stuks, Dragend vee 75 Vet vee 44 Gust vee 13 Biggen 113. Handel levendig, prijzen stijgend. Morgen 2 uur aan de Hoop GRAVE „Sint Christoffel." Naar wij vernemen, is onze bloeien de Turnclub „Sint Christoffelvoor nemens een uitvoering te geven op Zaterdag 8 en Zondag 9 Februari a.s. Met medewerking van den nieuwen frisschen Humorist Willy, die den laatsten tijd in Katholieke Vereeni- gingen zulk een opgang maakt. Er zal veel werk worden gemaakt van toeren op het gebied der Acro batiek. Ook de jongere gymnasten zullen een nummer van het mooie programma vertoonen onder andere een paar Middeleeuwsche Reidansen. Het belooft een zeer aparte voor stelling te worden. De Turnclub geeft deze uitvoering ten bate van het St. Antonius- Patronaat, dat dit jaar wederom de zware biljarten-belasting moetbetaien. Ook hierom van harte aanbevolen Schilderij-tentoonstelling. Sinds Zaterdag heeft de kunst handel Tigchelman uit Venlo in het knusse bovenzaaltje der luchroom „de Meierij", van Jos. Verheugen te Eindhoven, een aardige, interessante expositie van schilderijen gearran geerd. De Heer Verheugen, die zelf een bekend kunstkenner en amateur is, verrijkt ze met enkele schilder stukken uit zijn collectie. Zoo werd

Peel en Maas | 1930 | | pagina 1