JAlfQMft
Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
Accountantskantoor H. Okhuyseo, Vecio
DS.O. I-Moblia I
'YQQRDEEUOT
|YÜURUu
YOORDEELM
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen.
Twaalf torpedo'svoor
de slechte Pers.
De sigarenindustrie.
Buitenl. Overzicht.
Voor 't groote gezin
Land- en Tuinbouw
Verslag Eierbond.
Provinciaal Nieuws
ZATERDAG 25 JANUARI 1930
Een en vijftigste Jaargang No. 5
MANUFACTUREN j
BLIJKEN
TOCH HET
PEEL EN MAAS
f MANUFACTUREN
i BLIJKEN
TOCH HET
PRIJS DER ADVERTENT1EN 1—8 regels 60 cent, elke regel meer 7 t ct.
bij abonnement lagere tarieven.
Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF VENIIAY
Telefoon 51 GIRO 150652
ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ctper post 75 cent
voor het buitenland f 1.05 bij vooruitbetaling, afzonderl. nummers 5 cent
Parade 22bis
Inrichten, Controleeren en Bijhouden van
Administratie, Belastingadviezen.
Ter overweging aan Katholieke
Lozers van De Courant, De Tele
graaf, Het Leven en andere z.g.
„neutrale", maar in werkelijkheid
anti-goflsdienstige couranten en
tijdschriften.
1. Gij slikt de ideën van Uw
blad, zonder eerst te proeven en uw
overduidelijk bewezen Godsdienst
verwaarloost gij.
2. Hebt gij meer vertrouwen in
de schrijvers van uw bladen, dan in
de Kerk van Christus, de Pausen,
de Bisschoppen en groote geleerden
van 20 eeuwen
3. Door de slechte of neutrale
krant wordt de geest verschrompeld
en het beest vetgemest
4. Lezer van „De Courant", zoudt
gij willen, dat uw dochter ging leven
als de veile deernen, heldinnen van
uw blad
5. Jonge man zoudt gij een meisje
tot vrouw willen, zooals de flirten
uit de romans van uw blad?
6. Gij meent vrij-denker te worden
en gij volgt slaafs, wat men U onbe
wezen voorzet.
7. Do,or wie komt op aarde de
meeste ellende? Door hen die de
godsdienstig liberale princiepen van
uw slechte krant volgen.
8. De mensch heeft voor zijn
vrijheid een sterke rem noodig, anders
wordt deze vrijheid bandeloosheid op
veel gebied.
9. Leest katholieke bladenzij
leeren u de echte waarheid en ook
de driestheid van de leugen,
10. Uw abonnementsgeld wordt
besteed tot het beloonen van corres
pondenten, die schunnige tooneeltjes
moeten beschrijven.
11De katholieke bladen zijn ook
vlug met hun nieuwsberichten; helpt
ze door den steun van uw abonnement.
12. Wie wetens en willens zijn
z.g. „neutrale" krant blijft lezen, stelt
zijn geloof en goede zeden in groot
gevaar en leeft dus voortdurend in
doodzonde.
To veel handen, te weinig arbeiders
Aan een artikel in het Huisgezin
ontleenen we het volgende
Het is een zaak van belang, alle
werkgelegenheid voor ons volk te
benutten, te bewaren met vlijt de
mogelijkheid tot arbeiden, die bestaat
en nieuwe gelegenheid tot werken te
ontsluiten. Aan voorzorg in dit op
zicht ontbreekt nog wel iets.
Het parodoxaal het moge klinken
„te veelhanden te weinig arbeiders"
dat woord is op de werkelijkheid
menigmaal van toepassing.
o—
Neem b.v. de tabaksindustrie. Ze
beleeft een nieuwe periode van
expansie. Volgens mededeelingen van
Mr. A. Steinkiihler in „Handels
berichten" steeg de waarde der
productie van sigaren ondanks de felle
concurrentie der diverse sigaretten
merken, van 81 millioen gulden in
1926 tot 87 millioen 500 duizend
gulden in 1928, derhalve met onge
veer 8 pCt. De export nam nog be
langrijker toekomende van 3 miEioen
300 duizend gulden in 1926 op 3
millioen en bijna 800 duizend gulden
in 1928, vermeerderde deze met 14 pet.
Aan deze productievermeerdering
beantwoordt een stijging van het
aantal werkkrachten. Waren er in
1925 in totaal 10390 sigarenmakers,
in 1928 was dit aantal geklommen
tot 11865. Van werkloosheid is
althans in het Zuiden des lands
dan ook geen sprake meerom vol
doende arbeidskrachten te trekken
moet volgens Mr. Steinkühler
de sigarenindustrie herhaaldelijk loo-
nen boven de C. A. O. uitbetalen.
Ja, men kan zelfs van een beduidend
tekort aanarbeidskrachten voor dezen
tak van industrie spreken, als men
er op let, dat op een totaal van
16.608 tabaksbewerkers in 1928 niet
minder dan 1171 werkkrachten voor
kwamen, uit België betrokken
Handen genoeg, intusschen in ons
landje En toch te weinig arbeiders.
De paradox, die werkelijkheid is.
o—
Wat de reden van dezen
vreemden toestand is. ook daar
van zegt Mr. Steinkühler iets.
Het invoeren van machines, vooral
van de bosjesmachine heeft tot ge
volg, dat het opkweeken van
vakkundige sigarenmakers zoo goed
als achterwege blijft.
Vroeger ontpopte zich de bosjes
maker na korter of langer leertijd
als de bekwame oproller en opdek-
ker. Nu komt dit leerstadium door
de machine te vervallen.
Maar het ziet er niet naar uit, dat
de machine het werk van den ei
genlijken sigarenmaker ooit zal
overnemen. De menschelijke hand
blijft tenslotte het fijnste werktuig
dat ter beschikking staat. En zoo
zullen vakkundige sigarenmakers
ook in de toekomst noodig zijn.
Waar de sigarenindustrie zich meer
en meer in het Zuiden concentreert,
is de vorming van vakkundige ar
beiders ook een groot Brabantsch
belang.
Een vakschool voor sigarenmakers
blijft door de ontwikkeling, die de
industrie neemt, onmisbaar. Een
vakschool, opgericht en in stand
gehouden door alle belanghebbenden.
Door de organisaties van Werk
gevers en Werknemers in de
tabaksindustrie beheerd, onder steun
en toezicht der Overheid.
Die school kan dan aan vele
jongemannen arbeid verzekeren en een
behoorlijk bestaan.
Wie neemt het vruchtbare initiatief?
D> Haagsche conferentie heeft na
verschillende strubbelingen, waaraan
het verschijnen en het optreden van
den president der Duitsche Rijks
bank, dr. Schacht, niet vreemd was,
eenige resultaten bereikt, in de eerste
plaats wat betreft de zaken tus-
schen Frankrijk en Duitschland.
Aan het begin dezer week leek
het er al naar, dat de dagen, de
uren der Haagsche conferentie
geteld waren. Briand, een der
Fransche afgevaardigden, was de
vorige week al afgereisd omdat hij
elders iets te doen had. De heer
Tardieu moet hem Zaterdag al per
telegram er van verwittigd hebben,
dat er een definitieve overeenkomst
was over de regeling der Duitsche
schadevergoeding. Waarom dus,
zooals de heer Tardieu het ook zei,
een gelukkig resultaat in het belang
van den vrede is bereikt.
Ongetwijfeld was de regeling der
Duitsche schadevergoeding een der
belangrijkste, zoo niet de belangrijke
kwestie, die geregeld moest worden.
Als die nu uit de wereld is, mogen
de mogendheden, speciaal Frankrijk
en Duitschland elkaar gelukwenschen.
Uit den aard der zaak zal echter
die definitieve regeling nog zooveel
omvatten, dat het niet in een kort
bestek duidelijk is weer te geven,
In de plaats van het plan Ycung
is officieel het Nieuwe Plan getre
den. Over de „sancties" ten opzich
te van Duitschland te nemen is op
de eerste Haagsche conferentie niet
of niet veelgezegd. Op de tweede
conferentie kwamen ze echter aan de
orde ook al, omdat voornamelijk
van Fransche zijde er prijs op
gesteld werd precies te weten, wat
er zou moeten en kunnen geschieden
ingeval Duitschland in eenig opzicht
nalatig werd. De gezochte formule
is gevonden. Overeengekomen is,
dat wanneer Duitschland het voor
nemen mocht hebben, zich kwaad
willig aan de bepalingen van het
Nieuwe Plan te onttrekken, een
beroep zal worden gedaan op het
Internationale Hof. En wanneer dan
de mogendheden, die als aanklaag
sters optreden, bij het Hof gelijk
Jcrijgen, zal haar volledige vrijheid
van handelen worden gegeven. Wat
dus hierop neerkomt, dat ingeval
van kwaadwillige onttrekking aan
wat het nieuwe plan vaststelt, de
mogendheden die er bij betrokken
zijn tot strafmaatregelen zouden kun
nen overgaan. Vermoedelijk zouden
de Duitschers tot een kwaadwillige
schending der verdragen wel alleen
dan overgaan indien het in staat
zou zijn zich tegen mogelijke straf
maatregelen te verzetten.
^De vraag is of het „recht" van
sanctie maatregelen, inderdaad wel
zooveel beteekent.
Wanneer Duitschland er ooit toe
mocht komen, het Nieuwe Plan
kwaadwillig en opzettelijk te schen
den, zou het zich allicht om de
waarde van het recht tot het nemen
van strafmaatregelen weinig bekom
meren, en het zal ten allen tijde
begrijpen, en begrepen hebben, dat
ten slotte een schending van het
verdrag (door Duitschland zelve)
voor de andere mogendheden (van
haar standpunt) de noodzakelijkheid
zou scheppen tegen Duitschland op
te treden of Duitschland dan het
recht daartoe erkende of niet.
Maar, laten we hopen, dat het
„sanctierecht" dan maar alleen voor
den vorm is vastgesteld, en dat de
verdere zaken tusschen Duitschland
en Frankrijk en ook tenslotte de
zaken betreffende de Oost-Euro-
peesche Staten zich lange lijnen van
geleidelijkheid en steeds in den
m'nne blijven afwikkelen
Deze week Dinsdag is te Londen
de maritieme^ conferentie begonnen
onder de vijf voornaamste zeemo
gendheden.
De bedoeling is middelen te bera
men om eventueele te nemen maat
regelen te bespreken, welke zouden
kunnen leiden tot beperking en ver
mindering van de bewapening ter
zee. Op dit gebied werd reeds iets,
zij het dan misschien niet zoo veel
bereikt, namelijk op de Washi-g'.on-
sche Conferentie van 1921 1922,
op welke conferentie eenige beper
king werd bereikt met betrekking tot
de slagschepen. Er zal heel wat te
bepraten vallen tusschen de vijf
mogendheden ook al wordt het
ontwapeningsvraagstuk niet in zijn
geheel, maar slechts voorzoover de
bewapening ter zee betreft, aan de
orde gesteld. Er zijn natuurlijk bij
de ontwEpming ter zee meer mogend
heden dan de vijf voornaamste
betrokken. Maar wat die vijf ge-
zamelijk mochten besluiten zal door
de overwegende macht dier vijf wel
van zoodanige invloed op de kleinere
mogendheden zijn, dat de uitgespro
ken wil der vijf mogendheden als
wet aan de andere zal zijn op te
leggen.
En als de conferentie te Londen
mislukt, misschien ziet het er dan
voorloopig met ue ontwapening Ter
zee droevig uit.
Er zijn ter conferentie te Londen
vijf hoofden dus (we bedoelen
natuurlijk niet het aantal gedelegeer
den) en er zullen ook wei verschil
lende zinnen zijn. Uit wat in de
laatste maanden omtrent de opvat
tingen der verschillende mogendheden
in de bladen verschenen is, valt
zeker wel op te maken, dat er naast
overeenstemming op sommige punten
ook veel verschil zal zijn. De Brit-
sche regeering zou voornemens zijn
o.a. voor te stellen, dat de vervan
ging van oude slagschepen door
nieuwe vertraagd zal worden door
den levensduur van de bestaande
schepen uit te breiden. Uit het feit,
dat dit mogelijk geacht wordt, zou
men kunnen concludeeren, dat tot
op heden de levensduur der slag
schepen niet werd bepaald door de
vraagkan het schip nog mee
maar alleen dan de vraagwelke
elke mogendheid zich stelde h;bben
de andere mogendheden betere inge
richte slagschepen dan ik, zco ja,
dan verklaar ik de mijne voor oud
en versleten, op.
De bewapeningswedijver is optima
forma. Maar als nu de vijf mogend
heden, Engeland, Amerika, Japan,
Frankrijk en Italië met elkaar over
eenkwamen hun slagschepen een
langeren levensduur te gunnen, zou
dit wellicht in de praktijk neerkomen
op een zekere gedeeltelijke uitschake
ling van den bewapeningswedijver.
Mac Donald's denkbeeld om de
pantserschepen af te schaffen moet
in Amerikaansche kringen eenige
verrassing te weeg gebracht hebben.
Overigens betuigt men in Amerika
instemming met Mac Donald's wensch
alle categorieën van oorlogsschepen
te verminderen.
Nu is het geval, dat de eene mo
gendheid zich in het bijzonder in
teresseert voor de eene categorie,
terwijl een andere mogendheid haar
zinnen gezet heeft op een zekere
sterkte in een andere categorie.
Frankrijk bijv. bekommert zich niet
zoo bijzonder veel om de slagschepen,
maar hecht meer waarde aan kleine
kruisers bijv., omdat het die meer
van noode denkt te hebben dan
slagschepen.
Frankrijk zou willen dat werd
vastgesteld een maximum tonnenmaat
voor elke vloot, maar zou overigens
bepaald willen zien, dat elk land
verder, binnen de aangegeven perken
de toegemeten tonnenmaat naar
eigen verkiezing en naar eigen be
hoefte besteden kon.
De mogendheden weten precies,
wat ze zelf denken noodig te heb
ben en ook wat andere noodig
hebben. Frankrijk is van meening,
dat 't een grooter vloot noodig
heeft dan Italië.
Vermelden we tenslotte nog, dat
de „Daily Herald" meldde, dat
de Italiaansche regeering van plan
zou zijn op de vlootconferentie bij
monde van zijn Minister van Bui-
tenlandsche Zaken mee te deelen, dat
Italië bereid is zoo goed als zijn
geheele vloot af te danken, als de
andere naties daartoe ook overgin
gen. Deze goede wil moet voor 'n
deel hierin zijn oorsprong vinden,
dat Mussolini begrijpt, dat, welk
plan te Londen aanvaard wordt zijn
land toch veroordeeld zal zijn verre
in de minderheid te blijven.
Een speciale vredesbedoeling zit
er dus, zou men zeggen, niet eens
achter. Naar gemeld wordt zou Mac
Donald nogal sceptisch gestemd zijn
ten opzichte van het voorstel van
Mussolini.
Pluatspngehl en groote gezinnen
Onlangs hebben wij melding ge
maakt van het feit, dat in enkele
parochies bij de bepaling van den
prijs voor vaste plaatsen in de kerk
rekening werd gehouden met de
grootte van het gezin.
In het orgaan van den R.K. Bond
voor Groote Gezinnen „Het Gezin"
wordt thans de aandacht gevestigd
op het feit, dat een dergelijke regeling
ook is tot stand gekomen in de St.
Willebrorduskerk te Rotterdam.
Een vader die drie of vier kinde
ren te verzorgen heeft en een plaats
huurt kan desverlangd op die plaats
30 (zegge dertig) procent korting
verkrijgenbij vijf kinderen stijgt
deze korting tot veertig procent op
den oorspronkelijken huurprijs.
Huurt de vader van zulk een ge
zin twee plaatsen dan betaalt hij
voor de tweede plaats nog eens
twintig procent minder dan hij voor
de eerste plaats heeft te betalen
voor een derde plaats wordt dertig
en voor een vierde en volgende
plaatsen veertig procent minder
betaald.
Een vader die vijf kinderen te
verzorgen heeft en vier vaste plaatsen
huurt, die feitelijk e!k f 20 per jaar
zouden -moeten opbrengen, betaalt
desverlangd niet f 80 per jaar, m^ar
voor de eerste plaats f 12 voorde
tweede plaats f 9,60 voor de derde
plaats f 8.40voor de vierde plaats
l 7,20 aldiis in totaal f 37,20, ofwel
nog minder dan de helft van f 80.
Een ryksinerk voor honig.
Naast het reeds bestaande rijks-
merk op boter en kaas, zal binnen
korten tijd een derde voedingsmiddel
van een rijksmerk worden voorzien,
n. 1. de honig.
De redenen, waarom de belang
hebbende producenten hierop bij de
regeering hebben aangedrongen, zijn
van anderen aard dan die, welke de
rijksmerken van boter en kaas in het
leven geroepen hebben.
Ons land produceert jaarlijks tus
schen een 1/2 en 1 millioen K. G.
'honig de hoeveelheid hangt geheel
af van de weersgesteldheid in de
zomermaanden. Naast deze productie
wordt er jaarlijks 3i/2 a. 4 millioen
K.G buitenlandsche honig geïmpor
teerd.
Wanneer honig in landen meteen
betrekkelijk ongunstig klimaat, zooals
in ons land, wordt ingevoerd, kan
dit geschieden tegen prijzen, die aan
merkelijk lager zijn dan die, tegen
welke in ons land honing kan
worden gewonnen.
Het aantal bijenvolken dat in ons
land wordt gehouden en dat op dit
oogenblik nog ongeveer 100.000
bedraagt, is in de laatste jaren niet
onaanzienlijk gedaald.
Er is hier een groot belang aan
verbonden.
Zooals men weet, vormt de fruit
en zaadteelt in ons land een belang
rijk bedrijf, waarin een groot aantal
personen in bijna alle provinciën een
middel van bestaan vindt. En nu is
geconstateerd* dat zonder een flink
bijenbezoek gedurende den bloeitijd,
zeer veel fruitboomen, heesters en
zaadgewassen slechts een zeer kleine
opbrengst geven.
Zal de bijenteelt blijven bestaan,
dan moet echter de honingproductie
loonend blijven, omdat de bijenteelt
voor een groot deel gedreven wordt
door andere personen dan die, welke
zich op de fruit- en zaadteelt toe
leggen.
Het binnenkort in te voeren Rijks-
honigmerk nu is een der middelen,
welke zullen worden aangewend om
te voorkomen, dat de bijenteelt in
Nederland hoe langer hoe meer
achteruitgaat.
De drie voornaamste bijenteelt-
vereenigingen in ons land, tezamen
meer dan 10.000 leden tellende, heb
ben zich vereenïgd tot een lichaam,
waarvan de aangeslotenen, indien
zij zulks verlangen, het recht zullen
krijgen om op den door hen onder
een bepaald toezicht gewonnen
honig, het rijksmerk te voeren. De
consumenten, die dezen honig koopen,
zullen daarmee de garantie krijgen
van een, onder groote voorzorgen
gewonnen Nederlandsch product van
onberispelijke samenstelling.
Een betere verkoop van dit product
zal zeker hiervan het gevolg zijn.
Het „Vad." spreekt de verwachting
uit. dat talrijke biienhouders in ons
land zich als aangeslotenen bij het
Nederlandsche Rijkshonigmerk zullen
opgeven.
Ingezonden,
Duiten verantwoordelijkheid der Redactt
Mijnheer de Redacteur.
Als ik u om eenige plaatsruimte
verzoek naar aanleiding van het ge
schrijf van „Toeschouwer", dan is
zulks niet om hem zijn inconsequen
tie's te weerleggen. Ik zal evenmin
trachten hem te overtuigen, dat ge
heel zijn geschrijf^egen alle mensche-
lijk gevoel indruischt, dat zou boter
aan de galg gesmeerd zijn.
Ik vraag mij echter af, waarom
die storm van verontwaardiging op
mijn niets kwaads bedoelende, doch
oprecht gemeende en juiste aanvul
ling bij „Toeschouwer" is losgebro
ken. Waarom verschuilt ge u achter
het niets zeggende „Toeschouwer
Waarom niet, als uwe critiek als
zoodanig bedoeld is, met open vizier
gestreden en uw waren naam ge
noemd
Had „Toeschouwer" nevenbedoe
lingen Ik kan slechts de bedoeling
gissen. Voor wat mij persoonlijk
betreft, laat ik het langs mij heen
gaan; 'ttreftmij niet „Toeschouwer".
Jammer is het echter en onredelijk
tevens, dat gij een der beste en
trouwste leden van Polyhymnia niet
alleen, maar ook van de fanfare in
zijn beste gevoelens gekwetst hebt.
De keeren dat hij, zoowel voor de
eene als voor de andere vereeniging,
optrad, is zulks steeds met succes
geschied.
Vriend Frans, acht je verheven
boven dat geschrijf en schud het op
je geworpen vuil van je af. Wij
weten u en uw spel beter en naar
waarde te schatten en met ons ge
heel weldenkend Venray.
U, mijnheer de Redacteur, dank
ik beleefd voor de verleende plaats
ruimte.
Namens 't Gemengd Koor,
P. VAN OPBERGEN Jzn.
MERSELO. Te ruim zes uur
opent de Voorzitter de vergadering
met gebed, spreekt zijn voldoening
uit over de talrijke opkomst, wenscht
allen een zalig nieuwjaar en spreekt
de hoop uit, dat 1930 voor de kip-
penhouderij even voordeelig zal zijn
als het vorige jaar geweest is. Daarna
verzoekt hij de notulen der vorige
vergadering voor te lezen, welke
zonder op- of aanmerking worden
goedgekeurd. De secretaris leest ver
volgens het jaarverslag voor, waaraan
wij het volgende ontleenen
Geleverd werden aan de C. V. V.
te Venlo
1339757 kipeieren, netto gewicht
79060.50 K.G.
7013 eendeneieren, netto gewicht
467.20 K.G.
49 ganzeneieren.
Totaal 1346819 stuks, netto gewicht
79527.70 K.G., verpakt in2725 kisten.
Voor 1 K.G. kipeieren was noodig
ruim 16 9/10 ei.
Uitbetaalde prijzen.
Voor kipeieren werd uitbetaald
bijna f 1.11 per Kg. of 61/5 cent per
stuk. (In 1928 werd uitbetaald f 1.05
per Kg. of 6 3/10 cent per stuk).
Voor eendeneieren werd uitbetaald
f 0.775 per Kg. of 5 cent per stuk.
Voor ganzeneieren werd uitbetaald
151/2 cent per stuk.
Ontvangsten,
Ontvangen van de C.V.V. voor
1346819 eieren f 90281.76.
Voor diversen f 125.03.
Totaal f 90406.79.
Uitgaven.
Uitbetaald aan de leden-voor
1346819 eieren f 88040.23.
Uitbetaald aan inpakloon, vracht
en diversen f 2264.80
Totaal f90305.03.
Zoodat het kasgeld op 31 Dec.
29 bedroeg f 101.76.
Daar niemand naar aanleiding van
dit verslag het woord verlangt, wor
den rekening en verantwoording
goedgekeurd en wordt de Secretaris
door den Voorzitter bedankt voor
't nauwkeurig samenstellen van notulen
en jaarverslag.
De commissie van Comptabititeit
bestaande uit de heeren L. Arts, W.
Verstraaten. L. van Dijck en S. Lem-
mens, brengt bij monde van den heer
L. Arts verslag uit van haar bevin
dingen en zegt de boeken nauw
keurig in orde bevonden te hebben.
De Voorzitter bedankt den Serce-
taris voor zijn accurate boekhouding
en genoemde commissie voorde moeite
die zij zich getroost heeft om te
boeken te controleeren. Deze wordt
ook weer voor het volgende jaar
benoemd. Wegens aanstaand vertrek
wordt in plaats van den heer S.
Lemmens de heer J. van Rijswijck
in deze commissie benoemd.
De heer J. Janssen brengt een
uitvoerig verslag uit van de vergade
ring, gehouden te Venlo en ontvangt
hiervoor een woord van dank van
den Voorzitter. Thans komt de be
stuursverkiezing aan de orde. De
heer P. Pubben stelt voor de af
tredende leden bij acclamatie te her
benoemen, hetgeen wordt aangeno
men. Hierna wordt medegedeeld, dat
in 't vervolg geen enkele ledige kist
van de C.V.V. mag worden uitge
leend. Heeft men kisten of cartons
noodig, dan kan men dit bij den
secretaris opgeven.
Nadat aan leden en personeel
was dank gebracht, werd de ver
gadering met chr. groet gesloten.
VENRAY. 25 Jannari 1930.
Belasting op honden.
Burgemeester en Wethouders van
Venray brengen in herinnering dat
de aangifte voor de belasting op de
honden moet geschieden ten kantore
van den Gemeente-Ontvanger vóór
1 Februari a.s.
De aangifte kan geschieden eiken
werkdag des voormiddags tusschen
9 en 12 uur. Speciaal wordt hiervoor
zitting gehouden op 'Maandag 27
Jannari a.s.
Venray 21 Januari 1930
Burgemeester en Wethouders vnmd.
O. VAN DE LOO
De Secretaris.
VAN HAAREN
Verdediging of ufbraak van
Carnaval?
Onder dezen titel zal a.s. Zondag
avond, 26 Januari, van half 8 tot 8
uur, voor de K.R.O. gesprokenwor-
den over de Vastenavondviering.
Aangezien dat onderwerp haa^t
blijvend actueel kan worden genoemd
en zeer velen daar bijzondere belang
stelling voor zullen hebben, meenen
we goed te doen, de aandacht op
die lezing te vestigen. Om ze des te
beter te kunnen volgen, geven we
hier den gedachtengang der lezing.
1Korte inleiding.
2. Wat is de oorsprong van
Carnaval.
3. Wat is de feestelijke viering.
4. Waarom heeft Carnaval zich
in de meer Zuidelijke streken gehand
haafd
5. De groote vraagafbraak of
verdediging van Carnaval. Welke
vraag dien overeenkomstig wordt ge
splitst in een „tegen" en een „voor."
6. Proeven van oplossing.
Den hoorder heil.
Op de Maandag alhier ge
houden jaarmarkt waren in totaal
aangevoerd 245 stuks,
Dragend vee 75 Vet vee 44
Gust vee 13 Biggen 113.
Handel levendig, prijzen stijgend.
Morgen 2 uur
aan de Hoop
GRAVE
„Sint Christoffel."
Naar wij vernemen, is onze bloeien
de Turnclub „Sint Christoffelvoor
nemens een uitvoering te geven op
Zaterdag 8 en Zondag 9 Februari
a.s.
Met medewerking van den nieuwen
frisschen Humorist Willy, die den
laatsten tijd in Katholieke Vereeni-
gingen zulk een opgang maakt.
Er zal veel werk worden gemaakt
van toeren op het gebied der Acro
batiek. Ook de jongere gymnasten
zullen een nummer van het mooie
programma vertoonen onder andere
een paar Middeleeuwsche Reidansen.
Het belooft een zeer aparte voor
stelling te worden.
De Turnclub geeft deze uitvoering
ten bate van het St. Antonius-
Patronaat, dat dit jaar wederom de
zware biljarten-belasting moetbetaien.
Ook hierom van harte aanbevolen
Schilderij-tentoonstelling.
Sinds Zaterdag heeft de kunst
handel Tigchelman uit Venlo in het
knusse bovenzaaltje der luchroom
„de Meierij", van Jos. Verheugen te
Eindhoven, een aardige, interessante
expositie van schilderijen gearran
geerd. De Heer Verheugen, die zelf
een bekend kunstkenner en amateur
is, verrijkt ze met enkele schilder
stukken uit zijn collectie. Zoo werd