Tweed© Blad va» „PIEL EI MAAS" Organisatie van bebouwing en ontginning van de Peel. Grootvader en kleinzoon. Bijeenkomst van belanghebbenden. FEUILLETON Afschaffing van den accijns op vleesch Marktberichten Land- en Tuinbouw ZATERDAG 7 DECEMBER 1929 Vijftigste Jaargang No. 49 „De Maasbode" van Woensdag 27 Nov. bevat het verslag der verga dering, die over bovengenoemd onderwerp ten Raadhuize te Venray op Dinsdag 26 Nov. gehouden werd. Wij laten dit verslag hier in zijn geheel volgen Aanwezig waren de Commissaris sen der Koningin van de provincies Brabant en Limburg, mr. dr. v. Rijckevorsel en baron van Hövell tot Westerflier, de leden van Ged. Staten de heeren Kip, Jhr. Mr. v. Rijckevorsel, J. Poels, de Hoogeerw. Heer J. Hesselman, deken en pastoor van Beugen en een groot aantal burgemeesters. De Commissaris van Limburg opende de vergadering met een woord van welkom. Het initiatief tot deze bijeenkomst was van den Commissaris van Brabant uitgegaan, vandaar gaf Baron van Hövell tot Westerflier ook aan hem de leiding der vergadering over. Hierop sprak mr. dr. van Rijcke vorsel zijn dank uit voor de per soonlijke belangstelling van zijn Limburgsche collega en aan het ge meentebestuur van Venray voor de gastvrijheid. Hij verklaarde gaarne bereid te zijn tot medewerking aan een „Peel- plan". Het blijkt immers maar al te zeer noodig voor de Peel, dat met de nieuwe lotsbestemming rekening wordt gehouden bij alle organisatie. Het idee is niet nieuw. Het geestelijk gezag ging in dezen voor, want Mgr. Diepen had reeds aan deken Hessel- mans de zorg voor de Peel aanbe volen juist in het opzicht van even- tueele uitbreiding en groei. Hoewel totaal verschillend zou spr. toch een parallel willen trekken tusschen dit plan en het streekplan Eindhoven-Helmond. Want ook hier moet de Peel in al haar groei en organisatie als één geheel bekeken worden. De strevingen op de diverse terreinen moeten worden onderge bracht in een groot plan. Voorloopig zal er alleen contact noodig blijken tusschen de ontwer pers van het Peelplan en de Eind- hovensche Commissie, die tot dit contact gaarne bereid is. Spr. wees ook op de persoonlijke belangstelling der gemeente Helmond, die als schakel tusschen de beide gebieden zou kunnen dienen. Voor het „Peelplan" kon men verder profiteeren van de ervaringen der Nederl. Heidemaatschappij, die hier reeds pionierswerk heeft verricht en aan wie spr. het voor-ontwerp zou willen opdragen. De heer van Lonkhuizen, directeur van de Nederl. Heidemaatschappij gaf hierop een korte uiteenzetting van zijn gedachtengang in dezen, die we in eenige punten resumeeren. Er is veel te weinig organisatie in het ontginnen der woeste gronden. De ontginning van groote terreinen bracht nieuwe wegen en nieuwe waterloozingen mee. De wegen, zoowel de oude als de nieuwe, loopen alle dwars door de Peel. Rechte wegen in de lengte zijn er nog veel te weinig. Bij den aanleg van nieuwe wegen en waterlossingen zal conformiteit wel zeer noodig zijn. Niet minder van belang is de kwestie der vestigingen als een ge heel te bekijken. Onder Venray ontstond reeds een nieuw dorp (Treffend historisch-romantisch verhaal uit de tijden van de Katholieken-vervolging in Enge land onder koningin Elizabeth^, Vrij naar het Duitsch door B.B. 17 Plotseling hoorde hij eenige duidelijk gesproken woorden vlak bij hem. Hij verbleekte van schrik. Wie was die stem? Dit is grootvader, zeide hij bij zich zelf en aanstonds stond hij op van zijn bed en liep naar de muur, waar hij meende, dat het weenen en klagen vandaan kwam. Hij kon echter niets ver staan. Hij begreep er niets van en kon met geen mogelijkheid achterhalen, hoe zijn grootvader hier in de gevangenis terecht was gekomen. Juist wilde hij kloppen en roepen, toen hij in den gang zware voetstappen hoorde aan komen en terstond daarop hoorde hij een sleutel in het gat steken. Knarsend ging de deur open en de gevangenisbewaarder trad naar binnen met een lantaarn in zijn eene hand en een korfje in de Ysselsteyn, de Rips is een parallel geval. Onder de gemeenten Uden en Gemert is reeds een begin ge maakt. Tenslotte zal het noodig blijken aan te geven waar bouw- en gras land en waar bosch zal moeten worden aangelegd, daar dit alles verband houdt met nederzettingen, met ontwatering en wegenaanleg. Ook zal ér terrein behouden moeten blijven als natuurmonument, om een glimpje van hoe-'t-eens-was in de Peel voor het nageslacht te bewaren. Bij het maken van het vooront werp zal men moeten onderzoeken hoe de grondgesteldheid is, hoe de wegen, de waterlossingen en de reeds bestaande plannen zijn, o.a. hoe de wegen zijn door het Rijks wegenplan reeds door het Peelland geprojecteerd. Na deze uiteenzetting stelde de Commissaris van N.-Brabant voor een voorontwerp te laten maken en dat dit aan de meest belanghebben den te doen toekomen. Hij waar schuwde er echter voor, dat het geen sterk uitbreidingsplan mocht worden en drong aan op haastige afwerking, want meerdere Brabant- sche gemeenten zijn reeds bezig en wachten op plannen. De heer van Lonkhuizen deelde hierop mede dat de onkosten voor het voor-ontwerp waren geraamd op ongeveer f 6000 voor de Peel van N.-Brabant en Limburg samen, Bovendien was er uitzicht op een subsidie van Rijkswege door bemid deling van de Commissie van Advies voor ontginning van woeste gronden, onder voorwaarde, dat deze Com missie in de plannen mede wordt gekend. Het groote plan zal dan zoo worden ingericht, dat de individueele plannen der belanghebbende gemeen ten er in passen. Hierop zette de heer v. Beek, burge meester van Deurne, uiteen, hoe onder leiding van de Nederl. Heide maatschappij de kwestie van afwa tering geregeld is tusschen de gemeenten Uden en Mill. Zoowel wat vestiging als wegen aanleg betreft zal sterke samenwer king noodig zijn. De burgemeester van Helmond zou wenschen, dat het voor-ontwerp niets positiefs brengt, zoolang de ontwerpers niet zeker zijn van de instemming der diverse gemeenten. De heer Kip vroeg medewerking van de Commissie, die in het Noor delijk Peelplan reeds met uitgebreide plannen gereed is. In aansluiting daarop vroeg de burgemeester van Oploo een spoedige behandeling voor de Noorderpeel, Uden staat immers op het punt weer een nieuwe kerk te bouwen en het gevaar, dat déze op een ver keerde plaats komt, is niet denk beeldig. De vertegenwoordiger van den directeur van het Staatsboschbeheer pleitte voor het behoud van natuur schoon en zou bij beplanting van wegen enz. rekening willen zien gehouden met dit verzoek. Het lid van Ged. Staten van Limburg, de heer J. Poels, sprak er zijn groote voldoening over uit, dat de Commissarissen zich voor den wagen hebben gespannen, die nog nooit goed aangespannen is geweest. andere hand. Het licht van de lantaarn belichtte de ruwe, maar in den grond toch goedhartige trekken van den ruigen bakke baard. Zoo knaap, nog zoo opgewekt? zei de man in een iet of wat wijnvroolijke stemming. Is dit donsveeren bedje niet zacht genoeg voor je? Ha, ha, ha! Maar nu opgepast, kleine snaak Toen trok hij het doekje, dat over den korf lag weg en begon een rijk gastmaal op te dienen, zoo fijn, dat het uitgehongerde kind het water in den mond kwam. Nu, dat hebt je eigenlijk niet verdiend, omdat je me vandaag vanwege dien wijn voor heel de stad aan de kaak gesteld hebt. Ge wist toch wel, dat dit op bevel van den Bisschop gebeurde. En weet je nu wel, wie al die schoone dingen gestuurd heeft? Je Mama. Nu zal het je eerst pas fijn smaken. Nu enfin, ik heb er ook geen scha bij gehad, zei hij en klingelde eens vergenoegd met de ontvangen gouden kronen in zijn leeren zak. Maar natuurlijk zult ge je mondje wel heel stijf dicht houden, anders krijgen we er allebei van langs; enfin, daar zal ik niet bang voor behoeven te zijn, ik heb vandaag gezien, dat ge je mond kunt hou den als het er op aan komt. Heeft mijn lieve moeder dit gestuurd? O, laat ze toch een oogenblik hier komen. Een uurtje maar... het is nu nog donker en Hij vroeg verder of de Commissie geen rekening zou houden met een mogelijke spoorverbinding, vooral met het oog op het goederenvervoer. De directie van de Nederl. Spoor wegen schijnt hiervoor niet onge voelig te zijn en zal ditmaal tegen de gewoonte in het vervoer voor uit willen loopen. De voorzitter was het met den heer Poels eens, dat het noodig zal zijn zoowel bij Waterstaat als bij de Spoorwegdirectie te informeeren. Dit kan somtijds verrassende resultaten opleveren. Een en ander was bij het Eindhovensche streekplan nog onder vonden. De Commissaris van Limburg waarschuwde voor het gevaar, dat het plan loopt over veel jaren en dan weinig meer zal zeggen. Hij dacht onwillekeurig aan de sociaal- hygiënische commissie voor Zuid- Limburg, die een beschouwings- en vestigingsplan ontwierp, en nu reeds lang ter ziele is. Daarom zal het plan uitermate plooibaar moeten zijn en er zal een officieus lichaam noodig blijken, dat de uitvoering blijft leiden en reke ning zal houden met nieuwe moge lijkheden. De burgemeester van Venray gaf hierop mede namens de gemeenten Horst en Sevenum de verzekering gaarne aan het plan te zullen mede werken. Hij pleitte sterk voor hulp van de regeering in het onderhoud der wegen, dat voor de kleine Peel- gemeenten op den duur veel te zwaar zal blijken. Als conclusie van de bijeenkomst vroeg de voorzitter tenslotte of de 14 aanwezige Brabantsche gemeenten en de 3 Limburgsche bereid waren aan hun gemeenten een som van f 200 te vragen voor het voor ontwerp. Van zijn kant verklaarde hij zich bereid aan de Prov. Staten van N. Brabant een subsidie van f 1000 te vragen, terwijl de Commissaris van Limburg f 500 voor zou stellen. Vóór 1 Jan. 1930 moeten de ge meenten de beslissing mededeelen aan het bestuur der Provincie. Na een kort dankwoord slöot de voorzitter hierop de bijeenkomst. Wanneer de pogingen slagen, gaat het Peelland een blijde toekomst tegemoet. De Vee- en Vleeschhandel schrijft, dat het jaar 1929 voor den vee- en vleeschhandel wel een bijzondere beteekenis heeft, in vergelijking met voorgaande jaren. Immers, het is bijnaregel.dat in de najaarsmaanden „vetvee voor de slachtbank" goed koop wordt, althans dat er een daling in de prijzen van het afge- weide vee plaats vindt. Die daling van veeprijzen nu is dit jaar uitge bleven. Het tegendeel is waar te nemende prijzen werden iets stijver. Een gulden per K. G. slacht- gewicht voor redelijke kwaliteit is voor dezen tijd geen kleinigheid, terwijl de prima waar ook voor veel hoogere prijzen grif aftrek vindt. De oorzaak van deze duurte, die in het najaar anders weinig voorkomt moet o. a. verklaard worden als een gevolg van de langdurige strenge koude, die dit voorjaar geheerscht heeft, waardoor het vee veel te laat in de weide kon gebracht worden. Bovendien was er veel te weinig gras, met het gevolg, dat er minder vee in de weiden werd gehouden dan in vorige weidseizoenen. De te geringe voedselvoorraad in de weide noopte de dieren steeds in niemand zal er iets van merken. Ja, ventje, zij wilde ook wel graag meekomen, ma&r je begrijpt dat ik dit korfje gemakkelijker door de wacht kan binnensmok kelen dan je moeder en daarom heb ik alleen het korfje maar meegenomen. Maar wat is dat? Wat hoor ik daar voor een lawaai? onderbrak de wachter. Wie ligt daar te kermen en te klagen? Ik geloof, dat het mijn groot vader is, maar ik weet niet hoe hij hier gekomen is en waarom hij zoo steent en klaagt, zei de knaap. Dit weet ik des te beter en ik kan me ook best voorstellen waarom hij zoo tekeer gaat en daar ligt te kermen, hernam de wachter Ik zou ook allesbehalve zin hebben om te lachen, als ze op mij morgen die »Skavinger Dochter" eens wilde probeeren. We zullen eens even naar boven gaan en kijken wat hem scheelt. John had ook meermalen van dit verschrikkelijk foltertuig ge hoord en sidderend volgde hij den gevangenbewaarder naar de cel van zijn grootvader. Zij vonden Sir Richard in een verschrikkelijk opgewonden toestand. De gewetens wroeging over het laf verraad van zijn eigen kind en de plotselinge inhechtenisneming hadden zijn gezondheid reeds diep geknakt, maar de scène in de gerechtszaal en de bedreiging met het foltertuig hadden zijn laatste krachten ge. beweging te blijven, om voldoende voedsel tot zich te kunnen nemen. Daardoor werd de groei, of beter gezegd, de vetvorming bij de runde ren zeer belemmerd, want om goed te groeien, heeft een rund rust noodig, een rust die het stalvee steeds ge niet. Stalvee hoeft zijn voedsel niet te zoeken het wordt het voorgelegd. Die groote beweeglijkheid, het late en weinige gras, zijn tevens oorzaak dat het vee dit jaar zoo weinig „vet in had." Dit verschijnsel schijnt zich ook in andere landen te hebben voorgedaan, want de invoer van veel en zwaar vet uit andere landen was dit jaar ook veel minder dan vorige jaren. Dit alles was de oor zaak van de hooge vetprijzen, die besteed moesten worden. De prijsstijging van vleesch en vet wordt nog bevorderd door den accijns op het geslacht. Er wordt tien procent van de waarde van het rund aan belasting betaald. Die be- belastingopbrengst stijgt dus met de veeprijzen omhoog. Het publiek, de consument wordt door verhooging van de vleeschprijzen door de duurte tweevoudig gedupeerd ook de door hem te betalen vleeschaccijns wordt hooger De conclusie, dat de stijgende op brengst van den geslachtsaccijns zou wijzen op meer vleeschverbruik, en (dus op meer welvaart, is geheel onjuist. Duurte van het vee, het belaste artikel, heeft automatisch een verhoogde belasting-opbrengst ten gevolge. Indien men den lagen kant houdt met den prijs van goed slachtvee niet het beste een gulden per K. G. slachtgewicht, dan wil dit met accijns ad tien procent zeggen, f 1.10, met been en minderwaardige deelen (peezen e. d.) Dit komt eigenlijk neer op een druk van pl. m. f 0.15 per K. G. zonder been. Deze belastingdruk maakt het vleesch, dat toch een onmisbaar volksvoedsel mag heeten, nog eens extra duurder voor het vleeschetend publiek, dat bovendien een prijsstij ging van vee, niet alleen moet dra gen in den vorm van meer betalen voor het product, doch tevens moet boeten voor evenredige belasting- verhooging. Juist na een „duur" vleeschjaai rijst de vraag, of het publiek niet bovenal gebaat zou zijn met accijns afschaffing, En of die afschaffing niette verkiezen ware geweest boven andere lastenvermindering, Zoo zijn de posttarieven weer verlaagd, voor de zooveelste maal binnen korten tijd. Zou het nu niet beter zijn, dat men met opzijzetting van de (fictieve scheiding van de diensten posterijen belastingdiensten) de derving van inkomsten had tot stand gebracht door afschaffing van den Geslacht accijns, aan welker inningswijze tevens zulke groote, ernstige gebreken kleven en waarvan de druk op het vleeschetend publiek zoo onbillijk drukt. Juist wanneer door stijging veeprijzen, het vleesch buiten het bereik van den minder draagkrachtige dreigt te geraken, en belastingverla ging logisch en noodzakelijk zou zijn wordt die druk hooger, en wordt dit buiten-bereik-raken door den Staat verhaast. Het publiek heeft meer aan goed- kooper vleesch, dan b. v. aan een onbeteekenendeposttarievenverlaging die een brief li/t cent goedkooper maakt. Dat verlicht het butget van de huismoeder niet. Het blad hoopt, dat de pogingen om den accijns op het vleesch af te schaffen, zullen gelukken. Daarvoor zijn tal van argumenten, die het niet meer zal opsommen. Maar het heeft nog eens duidelijk willlen belichten, broken. Hij lag nu in- een hevige koorts, welke, zijn leeftijd in aan merking genomen, doödelijk kon zijn. Toen de grijsaard de sleutels hoorde knarsen in het slot en de deur hoorde opengaan, kroop hij weg in zijn dekens en riep: Daar komen ze aan! Weg! weg! Zij willen me naar de folter kamer brengen.... Houd je maar kalm, Sir Richard, zoover is het nog nietl Ben je ziek? vroeg de wachter met meer medelijden in zijn stem dan men achter zijn ruwe bakke baarden wel zou gezocht hebben, en tegelijk hield hij zijn lantaarn bij het van koorts gloeiend gelaat. Ziek...? vroeg Heer Richard, terwijl hij zich bevend en sidde rend oprichtte en het grijze haar van zijn voorhoofd wreef. Ziek...? Neen, ik ben niet ziek. Ik heb wel grijze haren, maar hebt ge dan nooit gehoord, dat menschen met grijze haren nog lang kunnen leven Bij Sint Pieter, de patroon van alle sleutelbewaarders in de papistische tijden, ik geloof waar achtig, dat je grootvader zijn ver stand verloren heeft, riep de wachter ontsteld. Praat gij maar eens met hem, knaap, misschien dat hij jou herkent. Aanstonds knielde John bij het bed neder, drukte zijn hand op de magere handen van zijn groot vader en vroeg met tranen in zijn hoe onbillijk een duurder worden van het vleesch den belastingdruk op dit cousumptie-artikel verhoogt, ten nadeele van den verbruiker. Mifcdullagia. Stop die rheumatiek Verwaarloos nimmer de geringste aanval van rheumatiek. Die kan u maandenlang pijn en ongemak kosten. Ofschoon weinig menschen bij voch tig of koud weer geheel van rheu matiek bevrijd blijven, behoeft deze kwaal niet die kwelling te zijn als het geval is. De oorzaak is gewoon lijk urinezuur, en zooals bekend, is het de taak der nieren om dit urine zuur en andere schadelijke bestand- deelen uit het bloed te filtreeren. Men kan derhalve in het algemeen zeggen, dat men bevrijd kan blijven van rheumatiek, als de nieren gezond en geregeld werken. Bij slecht weer en na een gevatte koude, of als ongewone inspanning de nieren verzwakt heeft, is derhalve de eenige veilige weg om de werking dezer allerbelangrijkste organen te versterken. Daarvoor wordt geen middel sterker aanbevolen dan Fos ter's Rugpijn Nieren Pillen, want tenzij de nieren gezond zijn en goed werken, hebt gij kans niet van rheu matiek verschoond te blijven. Ver zuim geen kostbare tijd. Neem Foster's Pillen zoodra gij de minste rheumatische pijn voeltwek de trage nieren op en versterk ze, en bevrijd u zoodoende van nierver schijnselen als rugpijn, spit, ischias, rheumatiek en die ellendige urine- stoomissen. Verkrijgbaar (in glasverpakking met geel etiket let hier vooral op) bij apotheken en drogisten a f 1,75 per flacon 40 ROERMOND. Op de Coöp. Eiermijn van Maandag waren aange voerd 750.000 eieren. Groote eieren van f 10.70 tot f 12.50 Kleine eieren van f 6.50 tot f 10.50 Eendeneieren van f 8.50 tot f 9.20 VENLO. Op de Coöp. Veiling vereniging van Maandag waren aangevoerd 380.000 eieren. Groote eieren van f 11.40 tot f 12.30 Kleine eieren vanf 6.70 tot f 10.80 Eendeneieren van f 8.70 tot f 9.40 Ganseieren f24,40 Kippeneieren per Kg. f 1.68 Wat thans good als veevoeder dienst kan doen. Nu in dit jaar de oogsten buiten gewoon groot genoemd mogen wor den en daarentegen de prijzen zoo bijzonder laag zijn, zal wel bij vele landbouwers de vraag rijzen, of het niet mogelijk is op de een of andere wijze de producten meer rendadel te maken. Reeds meer wezen we op het gebruik van aardappels als voeder voor koeien en varkens, wat zonder bezwaar en met voordeel kan plaats vinden, aangezien de voederwaarde van aardappels in vergelijking met die van maïs f 1.50 per H.L. bedraagt. In het Friesch landbouwblad wordt er nu gewezen op het gebruik van suikerbieten bij het mesten van baconvarkens. Op de proefboerderij der Fr. M. v. L. te Rijperkerk wordt een proef genomen met doel de waarde der suikerbieten te leeren kennen voor het mesten van varkens. Een groep van 8 varkens werd gevoederd met een mengsel van 60 deelen maïsmeel, 20 deelen gries, 15 deelen cocosmeel en 5 deelen diermeel, De 7 dieren onschuldige oogen De oude keek hem een wijl star aan en zeide toen langzaam: Zijt gij het, John? Maar je wilde me niet meergroeten,bidden wilde je alleen maar voor me, bidden, bidden... en je haren zijn nog zoo blond! Ik moest eigenlijk ook bidden, maar ik kan niet meer bidden, het is te laat, te laat!.. Neen, grootvader, het is nog niet te laat, kom, laten we tesamen een Onze Vader bidden, troostte de knaap... Onze Vader, die... Stil John, gij moogt nog zoo bidden, maar een mensch, die zijn eigen zoon verried... mag die nog Vader" zeggen? En hoort ge, John, ik heb u zeer lief ook al wilt gij mij niet groeten, luister: Ik heb geld, veel geld in Blaïnsco Hall, fluisterde hij den sidderenden knaap toe.... dit is allemaal voor jou en ook heel het huis en die aschgrauwe ponny, waar je zoo veel van houdt... zeg mij alleen maar, waar Thomas, je oom, zich verborgen heeft, dan kan ik het morgen tegen Graaf Derby zeggen, anders zullen ze mij folteren, hoort ge goed, tot doodens toe folteren I Wee, weeIk ben ver loren 1 Luid jammerend en klagend viel de grijsaard geheel uitgeput terug op zijn bundel stroo. Ik geloof, dat het 't beste is, is, dat we maar aanstonds den dokter gaan halen, zeide de wach ter en zette zijn lantaarn in een der/ andere groep kregen bij hun rantsoen van genoemd mengsel elk 2.5 K.G. suikerbieten per dag en om de ei wit verhouding niet te wijzigen daarbij nog 1 ons diermeel. Een tweede proef werd genomen met 16 biggen uit 2 toornen, verdeeld over twee groepen, elk van 8 stuks. De eene groep kreeg een mengsel van 100 deelen gerst en 20 deelen diermeel; de andere daarbij 1 K.G. bieten en een half ons diermeel. Beide groepen kregen bovendien wei. Bij slachting werd de kwaliteit van bietenvarkens in doorsnee beter geacht dan die der varkens, welke geen bieten gegeten hadden. De leiding van het voederbureau der Fr. M. v. L. concludeert: Wat den groei betreft, komen de cijfers der gemiddelde gewichtsver meerdering per dag bij beide proe ven goed overheen. De meelvarkens zijn sneller gegroeid, de bietvarkens echter voordeeliger, vooral bij de proef, waarbij 2.5 K.G. suikerbieten per varken per dag werd gevoederd. De snellere groei der meelvarkens is van invloed geweest op de mindere kwa liteit en omgekeerd de minder snelle groei der bietenvarkens op de betere kwaliteit van het bacon. Het voor deel is dus, hier, wat den kostprijs betreft per K.G. aan den kant der bieten varkens, die 2.5 K.G. bieten per dag per dier ontvangen hebben. Zoolang, als in dit geval, 0.7 K.G. maismeel, 0.23 K.G. gries, 0.18 K.G. cocosmeel duurder zijn dan 0.075 K.G. diermeel en 3.57 K.G. bieten, is het voordeeliger bieten te voederen, afgezien van het prijsverschil bij uitbetaling naar kwaliteit en het risico door den langeren duur der mest- periode bij bietenvarkens. Bij de andere proef is het voordeel der bietenvarkens, tegenover de meel varkens slechts gering. Daarbij komen 0.37 K.G. gerst overeen met 1.39 K.G. bieten. De bieten zijn dus nog iets in het voordeel. In Duitschland, waar het al niet anders is dan ten onzent, zoekt men ook naar middelen om de geoogste vruchten zoo voordeelig mogelijk te ruimen. En zoo heeft het Pruisisch Minis terie van landbouw op grond van de proeven van prof. Lehrmann te Göttingen en op grond van jaren lange waarnemingen op de proef boerderij voor varkenshouderij te Ruhlsdorf een leidraad laten publi- ceeren voor het gebruik van rogge als veevoeder onder het opschrift „Rogge kan het best gebruikt wor den in den varkensstal". Het vleesch van met rogge ge voederde varkens heeft een pittigen smaak. In voedingswaarde staat het eenigszins hooger dan gerst en iets lager dan mais. Stelt men gerst op 100, dan is die van rogge 109 en die van mais 116. Het eiwitgehalte is zoo goed als gelijk. Bij gevolg kan rogge met gerst en (of) mais worden vermengd. Rogge heeft echter een scherpen smaak, waar de varkens niet erg opgesteld zijn. Het verdient daarom aanbeveling niet te veel rogge bij te mengen. Dat varkens tengevolge van het voederen met rogge stijf worden, is een vooroordeel. Rachitis kan door alle graansoor ten worden veroorzaakt en ontstaat altijd, wanneer het voeder niet genoeg kalk bevat. Het verdient aanbeveling rogge in middelmatig gebroken vorm te voederen. Kóoken en stoomen van de ongebroken roggekorrels bevordert de verteerbaarheid niet, doch neemt den sterken smaak eenigzins weg. Versche rogge moet niet worden gevoederd. Roggeschroot kan het best met andere krachtvoedermiddelen voor elke ouderdomsklakse afzonder lijk worden gemengd. Deze droge mengsels dienen bij eiken maaltijd in den stal te worden gebracht, waar ze tegelijk met aardappelen gevoederd worden. nis van den muur. Blijft gij onder- tusschen maar hier en zorgt, dat de oude zich zelf geen leed doet. De gevangenisdeur ging op slot en John bevond zich alleen met zijn grootvader, ijlend in wilde koortsvlagen. Een onuitsprekelijke angst overviel hem, dat zijn groot vader in deze toestand van bewus teloosheid zou sterven zonder be rouw en zonder biecht. De knaap wist wel hoe verschrikkelijk het moest zijn om zoo, in deze toestand, geheel onvoorbereid voor den Eeuwigen Rechter te moeten ver schijnen. In zijn doodelijke angst begon hij te bidden zoo vurig als hij nog nooit gebeden had .Hij nam zijn toevlucht tot de Moeder Gods en bestormde haar met tra nen en smeekbeden, dat Zij toch zijn grootvader niet in zijne zon den liet sterven, maar dat zij toch bij God genade voor hem wilde afsmeeken. Heel mijn leven wil ik voor hem ten offer brengen, alle dagen zal ik voor hem bidden! O, lieve moeder Maria, toont toch, dat gij ook zijne moeder zijt en laat hem niet verloren gaan Inderdaad werd de grijsaard rustiger. Met het heengaan van den wachter verdwenen ook weer langzamerhand die kwellende schrikbeelden van de folterkamer uit zijn geest. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1929 | | pagina 5