Tweed© Blad van „F11L 11 MAAS"
it Venray's
Archieven
Grootvader
en kleinzoon.
BROHCHm
ABDIJSIROOP
M
FEUILLETON
De slavernij der mode.
PUROL
Hoe in Frankrijk
priesters belasterd
worden.
AKKER'5
Sinterklaas.
ZATERDAG 30 NOVEMBER 1929
Vijftigste Jaargang No. 48
door A. F. VAN BEURDEN.
XVIII
Kruissen no. 236 VAN DEN
MUNCKHOF Hendrik, smid,
geb. 1810, gehuwd Sistervelds
Josina, geb. 1810; kinderen
Peter Jan, geb. 1837; Peter An-
toon geb. 1841; Herman geb.
1844; Maria Gertruda geb. 1834;
|ohanna |acomina geb. 1839:
Anna Oertruda geb. 1847; Evers
Gertruda geb. 1773, Sieben Jari
smid, geb. 1827, twee studenten
en een dienstmeid.
Leunen 830 VAN DEN BERG
Martin, onderwijzer, geb. 1798,
gehuwd Geurts Anna Elisabeth,
geb. 1810; kinderen: Cornelis,
geb. 1842; Frans geb. 1844; An
na Maria geb. 1835: Anna Hen-
drika geb. 1837; Theodora geb.
1839; Petronella geb. 1840; An
na Catharina geb. 1840, Geurts
Peter, koster, geb. 1767.
Kulut 425 BOOM Jacob, siroo
dekker, geb. 1786; Boom Wil-
helmina, geb. 1815; Kusters Pe
tronella geb. 1837.
Heijde 439 BOOM Arnold,
stroodekker, geb. 1810, gehuwd
Verheijen Wilhelmina geb. 1811;
kinderen: Jan Martin, geb. 1838;
Jan geb. 1846; Hendrik geb.
1849; Hendrina geb. 1840; Pe
tronella 1843.
Merselo472 VAN DEN BERG
Martin, geb. 1797, R.C. Geeste
lijke en vicarius. Bij 472 staat
de nieuwe school en onderwij
zerswoning.
Brabander 517 WILLEMS—
VLOET Willem, schoenmaker,
geb. 1803, gehuwd van Opber
gen Theodora, geb. .1799. kin
deren: Peter geb. 1835; Jan geb.
1838; Martin geb. 1842; Johanna
geb. 1833.
Brabander 540 VAN KESSEL
Andries, stroodekker, geb. 1783,
Jan, geb. 1821; Elisabeth geb.
1824.
Smakt 554 A3SËLBERGHS
Oerard Everhard, geb. 11818, ge
huwd Meuws Petronella Chris
tina geb. 1821, kinderen: Jacob
Theodor, geb. 1847; Peter Caro-
lus geb. 1849; Anna Elisabeth,
geb. 1843; Johanna Maria, geb.
1845; knecht en 2 meiden.
Rosmolen 560 LENSSEN Ge
rard, molenaar, geb. 1778, geh.
Claessens Wilhelmina geb. 1779
kind: Rudolf 1813.
Oostrum 571 VERMEULEN
Jacob, kleermaker, geb. 1789;
kinderen: Gerard geb. 1827;
Anna Geertrui geb. 1820; Maria
Theresia geb. 1822.
Ooslrum 606 DEENEN Jan,
geb. 1801, gehuwd Raijmakers
Hermina geb. 1810; kinderen
Peter Jacob geb. 1836; Anna
Geertrui geb. 1845.
Brukske 641 POELS Hendrik
akkerman, geb. 1816, gehuwd
Camps Johanna, kinderen: Mar
tin geb. 1840; Jan geb. 1846;
Hendrik geb. 1848; Petronella
geb 1842; Hendrina geb. 1844.
Hesen Martin, koopman, geb.
1824; twee knechts, een schaap
herder en twee meiden.
Castenray 670 DE PONTI
Gerard, onderwijzer, geb. 1798,
gehuwd Camps Catharina, geb.
1800; kinderen: Gerard, geb.
1832; Bernard geb. 1833; Theo
dora geb. 1838; Maria Catharina
geb. 1840 en een meid.
Oirlo 30 HELDENS Hendrik,
onderwijzer, geb. 1792; idem
Barbara geb. 1790.
Oirlo 720 BERNARDUSSEN
Jan R.C. Priester en pastoor, geb
1807 en een dienstmeid.
Klein-Oirlo 50 VAN HEES
Jan, molenaar, geb. 1808; van
Hees Godfr. Hub. molenaar,
geb. 1831, kinderen: Wilhelmina
geb. 1821; Johanna Huberta geb.
1829.
Boschhuizen 595, WISMANS
Simon, geb. 1789, gehuwd La-
mers Catharina geb. 1789, kin
deren: Gerard geb. 1824, Simon
geb. 1827, Anna Maria geb.
1822, Henrica geb. 1820, Petro
nella geb. 1831.
Hiermede willen wij deze op
name, die als een losse greep
uit vele gegevens moet be
schouwd worden, sluiten.
In die 80 jaren, die verleden
zijn, heeft zich Venray veel uit
gebreid, hebben er zich vele
vreemdelingen gevestigd, maar
toch regeeren in hoofdzaak nog
de oude namen, want de Noord-
Limburgers hechten sterk aan
hun geboortegrond.
(Treffend historisch-romantisch
verhaal uit de tijden van de
katholieken-vervolging in Enge-
and onder koningin Elizabeth).
rrij naar het Duitsch door B.B.
16
Dit ontwaken viel als een on
gewoon zware slag op hem neer
en gaf een geweldige knak aan
de levenskracht van denongeluk-
kigen grijsaard,
Hij wist maar al te goed, dat
in die dagen een enkel klein licht
vermoeden van hoogverraad reeds
voldoende was om iemand op de
pijnbank te brengen of de folter
tuigen aan te doen.... wat zou er
van hem geworden
Angst en ook schuldbewustzijn
maakte hem bijna waanzinnigen
zoo zien wij den Heer Richard
bevend en opgewonden in doods
angst voor zijn rechters verschij
nen.
De aanklacht werd voorgelezen
en door de verklaringen van Sir
Het vrijzinnig democratisch
Kamerlid mevr. W. van Ila'ie
van Embden, heeft te Rotterdam
gesproken over de mode-uitwas
sen van onzen tijd. Aan het
verslag der N.R C. zij het vol
gende ontleend:
Poiret (dat is'n bekend mode
huis uit Parijs) is naar Amerika
gevlucht omdat men alleen daar
zijn scheppingen nog betalen
kan. Toch doet Europa mee.
Wie lanceeren er dan de mode?
De fabrieken. Als zij de mode
hebben uitgedacht, alleen om
tot koopen te drijven, dan moet
zij toch gelanceerd worden. Dat
doen niet meer de vrouwen van
de hooge wereld, maar die van
de halve wereld. Dezen schrijven
ons thans onze kleeding voor,
en allen van de rijkste tot de
armste volgen hen na.
Spreekster zeide verder, dat
de mode de eenige is, die de
geestelijkheid een halt kan toe
roepen en dat de waarschuwin
gen der artsen niet den minsten
invloed hebben. Zij wees op
rheumatiek, longontstekingen.de
alarmkreten over de verwoestin
gen der vermageringen, alles als
gevolg van de mode.
Waarom drijven nu aldegmen,
die achter den tyran....de mode
staan? Omdat de verkooper, die
Edmund Trafford en den onder
sheriff bevestigd.
Iloe de aangeklaagde ook riep
en bezwoer, dat het werkelijk zijn
bedoeling geweest was zijn zoon
aan het gerecht over te leveren,
men lachtte hem uit, niemand
wilde hem gelooven en dit alles
wekte, zoowel bij de gerechtsdie
naren als bij de toeschouwers
eerder afschuw dan medelijden.
Nogmaals vermaande Graaf
Derby den aangeklaagde een
volledige bekentenis af te leggen;
alleen langs dezen weg zou hij
zijn straf van hoogverraad kun
nen ontgaan.
Maar zoowaar ik hier voor
uwe Lordschap sta, jammerde de
grijsaard, ik weet het niet
Al zijn zielskracht scheen ge
broken; hij viel op zijn knieën
voor de rechters en betuigde zijn
onschuld. Alles had hij in 'twerk
gesteld om te gehoorzamen aan
de wet. Hij bezocht de preeken
van het zuivere Woord en was
bereid om alles te doen wat Hare
Majesteit van hem verlangde.
Zeg ons dan waar uw zoon
is, herhaalde de Graaf, eerder
zullen we al uwe beweringen niet
geloovenI
Maar ik weet het niet! riep
de oude in doodsangst.
Bezint u dan tot morgen en
ik raad u aan, dat ge het dan
weet, anders zou ik misschien
gedwongen zijn, om u op geen
erg vriendschappelijke manier
tegenwoordig op groote lasten
zit, verkoopen moet. Maar hoe
staat het met het budgel van de
koopsters en koopers? Hoe is
de verhouding van de uitgaven
voor de mode tegenover de
andere uilgaven? Drijft er te veel
geld weg voor de mode, dan
beteekent dit twist in de huis
houding, allerlei louche wijzen
om aan geld te komen, onte
vredenheid van de dochters,
zwoegen met kleine naaistertjes,
alles om „te doen alsof". De
steeds wisselende mode drijft
ertoe, snufjes, pruldingetjes te
nemen, en om aan alle eischen
te voldoen moet de man meer
zenuwprikkelenden arbeid ver
richten. De man is veel meer
dan vroeger de geld-inbrengende
machine geworden, en het gevolg
is scheidingen, schuwheid voor
trouwen enz.
Mode en kleeding maken
vrouwen klein. Hirsch heeft een
huilkamertje ingericht voor haar
geplaagde personeel. Mode maakt
protserig. Zij is een massa-ver
schijnsel en de mensch is een
eenling. Geen twee neuzen,geen
twee duimen zijn gelijk. Wat
doet de mensch zelf? Doorzijn
slaafsche volgen van de mode
verknoeit hij het werk der
natuur. Ook de kleur schrijft de
mode voor. Staat zij ieder,maakt
zij iedere vrouw mooier, verhoogt
zij de harmonie? Integendeel, zij
vermoord haar, maar wie zou
de modekleur niet dragen? Wil
zij, dan kan de vrouw zich ver
lossen van de mode, zichzelf
zijn.
Een kleine beweging is aan
het opkomen van kleeding-
kunstenaars, dieonlwerpenwillen
wat past bij den aard en de ge
stalte van een vrouw. De duurte
van één keer wordt hierbij de
goedkoopste van steeds. Draagt
zij de kleedij die bij haar past,
dan zal er rust van haar uitgaan.
Zij kan zegevieren over den
tyran. Een inwendige rust, de
heerlijkste gave van dezen lijd,
zal van haar uitgaan. Zulk een
vrouw heeft en toont karakter.
Karakter Irekt altijd aan, ook de
mannen.
In dit korte stukje wordt de
kwaal der modeslavernij bloot
gelegd en zien we hare treurige
gevolgen gepeild. Inderdaad is
de mode-tyran tot nu toe over
machtig gebleken. Iedereen voelt
de builensporigheidzijner eischen
maar het verzet daartegen is tot
nu toe bij falloozen uiterst zwak
De groote verandering zal van
binnenuit moeten aanvangen, nl.
van het gemoed en karakter der
vrouwen zelve, die zich tot slavin
der mode lieten maken. Het
getal der velen, die weerstand
boden aan die slavernij moge
voortdurend versterktwordcn.
Ernstige woorden als die van
mevr. van llallie-van Emden
kunnen daartoe bijdragen evenals
de herhaalde waarschuwingen,
welke van katholieke zijde voort
durend worden gehoord.
Ruwe Huid
Ruwe Handen
Ruwe Lippen
kennis- te laten maken met de
sSkavinger Dochter"
De »Skavinger Dochter" was een
van de meest gevreesde folter-
werktuigen, welke toentertijd in
Duitschland bij de heksenproces
sen werd aangewend en welke
honderden offers, stroomen van
bloed en doodzweet heeft geëischt.
Dit verschrikkelijk werktuig werd
ook in de gruwzame priesterver
volgingen onder Elisabeth over
vloedig gebruikt.
Bij het hooren van den naam
van dit folterwerkluig stiet de
grijsaard een luide, bijna waan
zinnige gil uit en trok zich de
grijze haren uit het hoofd
Op een wenk van den voorzit
ter werd hij weggevoerd en de
graaf sloct de zitting met de ge
wone groet »Lang leve de Komn
gin"
Lang leve de Koningin
riepen ook de commissarissen,
maar slechts weinig toeschouwers
op de galerijen stemden in met
deze roep. Zwijgend en diep on
der den indruk verliet de menigte
de gerechtszaal.
Toen zij buiten op het plein
kwamen begon de schemering
reeds te vallen en Mr. Clayton,
de meester pottenbakker, zei heel
zachtjes tegen zijn zwager:
Nu, wat zegt ge daar van?
Die jongen deed me mijn hart in
mijn lijf ronddraaien; wat hij zei
heeft me meer goed gedaan dan
tien lange predikaties. Nu laat ik
'n Meisje doet bij de politie aan
gifte... dat ze haar Mevrouw ver
moord heeft.
Maar ze voegt erbij... dat pastoor
Boutaric haar tot die afschuwelijke
daad heeft aangezet I
De rechterlijke instructie doet heel
verontwaardigd en laat den pastoor...
die zonder meer voor schuldig wordt
gehouden... door de politie ophalen...
op klaarlichten dag... en leidt hem
voor de rechtsmagistraten.
Onbeschoft laten ze hem in een
hoek... en eerst in den laten avond
wordt hij ondervraagd... tot 5 uur
's morgens
Onder eede betuigt hij onschuldig
te zijn.
Geef niets... 't is 'n priester... die
moet wel schuldig zijn
En de vrijmetselaarspers... die om
Sacco en Vanzetti te verdedigen
de revolutionaire elementen naar
Parijs riep... houdt nu den dooden-
dans rond dien... ellendeling van 'n
pastoor.
'n Ongewoon buitenkansje... zoo
vlak voor de verkiezingen
Vanuit de Loges in het Bourbon
paleis vliegen de geheime agenten
aan... om het vuil rond te bazuinen.
Dat die pastoor... 'n onbesproken
verleden heeft... nou ja... wat zou
dat
Dat de oorlog hem gekend heeft...
als heldhaftig soldaat... geridderd-
wei daarom haten die jakhalzen
hem te meer.
En de openbare meening... bewerkt
door de anti-clericale pers... smult
Priesters en kloosterzusters worden
er om uitgefloten... op straatHet
canaille juicht en de nette lui...
houden zich verlegen stil.
M'n beste Boutaric, vriend Léon...
je hebt wel 20 jaar hard gewerkt
onder de jeugd en de armen, je hebt
je, niet het minst ontzien heel den
oorlog lang, en de stakkerds die gij
getroost hebt en bemoedigd zijn wel
niet te tellen... maar... wat zou dat
alles ge zijt maar... 'n pastoor
En de opgezwiepte menigte wil je...
onder de guillotine, wil je lynchen.
Satanisch lachen daarom degenen,
die u lieten opbrengen en de jour
nalisten, die de volkswoede wisten
te wekken.
Arme pastoor, dat ge daar zijt
Paria, op wiens rug altijd weer de
anti-clericalen „verzamelen" slaan.
Zij, het meisje, dat de moord deed
beschuldigt je.
Wie dat schepseltje wel is... wat
voor een
Doet niets ter zake.
Haar stem... alleen... geldt.
Zwijgt gij
Maar ziet
De wroeging... knaagt felon
dragelijk fel
En... het meisje verklaart... dat ze-
gelogen heeft Dat gij, pastoor
Boutaric volmaakt onschuldig zijt
En... toen kondt ge weer terug
naar je pastorie... ge mocht blij zijn...
dat ge... onschuldig waart... daarmee
uit!
Maar niets en niemand... tenzij de
Meester zal ooit de vreeselijke wond
kunnen genezen.
Ge waart doodgoed... maar nu
heeft menschelijke boosaardigheid iets
in je weggeslagen... dat ge nooit
meer zult hervinden.
En 's avonds hebt ge schreiend
gebeden om de kracht... te vergeven
aan hen... die je zedelijk hebben ver
moord.
me ook met plezier ter wille van
mijn geloof villen en ophangen.
Ja, ja, antwoordde de schoen
maker en die oude wie zou
denken, dat ze van dezelfde stam
waren heeft ook een preek
voor ons gehouden; zoo iets over
Judas, meen ik. Voor al het geld
van de wereld zou ik niet in zijn
schoenen willen steken. Goede
nacht. Zoo iets mag men tegen
woordig iemand slechts heel zacht
in de ooren fluisteren.
De beide meesters namen af
scheid en ieder ging zijns weegs.
Nauwelijks was meester Clayton
den jroek van de eerste de beste
straat omgeslagen of daar kwam
uit de schaduw van een huis de
gesluierde dame, die naast hem
op de galerij gestaan had, op hem
toegeloopen.
Gij zijt een katholiek en een
man van eer, als ik mij niet ver
gis, zoo sprak zij hem aan. Zoudt
gij de moeder van den jongen
Worthington ook een samenkomst
kunnen verschaffen met uw ver
wante, den gevangenisbewaarder
van de Friary?
Zijt gij Lady Worthington
vroeg de pottenbakker. God zegene
u, genadige vrouw. Weest zoo
goed mij maar te volgen, dat zal
nog wel gevonden kunnen worden,
denk ik.
Heden avond nog?
Binnen een uur.
I Beide liepen nu door straten en
steegjes, totdat zij ten laatste een
Zorg ervoor, dat Uw aandoening der
luchtpijpen (bronches), die Ge kunt
herkennen aan een piepende, pijnlijke
ademhaling en een diepen, blaffer den
en pijnlijken hoest, niet slepend wordt.
Vergeet nooit, hoe dicht de bronchitis
de ontstekingskiemen bij deteere longen
brengt. Wapen Uw slijmvliezen tegen
de aanvallen der bacteriën door ze
te versterken met de uit het sap van
vgrsche geneeskrachtige kruiden berei
de Akkers Abdijsiroop. Deze helpt U
het vastzittende slijm oplossen en ver
lost U van een pijnlijken hoest, die
Uw luchtwegen zou vernielen als ge
niet tijdig Uw toevlucht nam tot de
geneeskrachtige en toch onschadelijke
Voorde Borst.
Per koker: f 1.50, f2.75, f4.50
En geen van je moordenaars ont
ving den striem in z'n gezicht... om
hen voor altijd te teekenen
Wij... mogen niet striemen
Maar wel mogen anderen zelfs
in naam der Justitie op ons
spuwen en ons overleveren om ver
scheurd te worden... omdat we...
priester zijn
Had dat meisje haar gruwelijke
leugen volgehouden... dan waart ge...
onberispelijk prjester, oorlogsinvalide,
onvermoeid werker... weggevoerd
naar de eilanden der gedeporteerden...
als... boef.
En later... als ge zelf reeds zoudt
gestorven zijn... zou dat schepsel
wellicht op eigen sterfbed... aan 'n
priester hebben opgebiecht... dat gij...
onschuldig.., waart.
Draag nu... goeie vriend... de
stomme smart.., van onschuldig te
zijn aangeklaagd.
Morgen... is de beurt aan 'n ander
onder ons priesters.
Dat zal voortduren... totdat we
zelf aan die onverlaten den klap
geven, dien ze verdienen.
En komen zal die dag.
Laten wij, Katholieken en priesters-
oud-strijders intusschen aan Abbé
Boutaric 'n gedenkkelk schenken...
Hij zal er tydens het H. Misoffer,
de goddelijke kracht uit putten...
waaraan hij, die dezen lijdenskelk
drinken moest... zooeen behoefte
heeft.
En bij den „Memento der leven
den"... zal hij allerinnigst hen weten
te gedenken, die op al het leed, dat
de haat hem berokkende... den troos-
tenden balsem wisten te gieten van
broederlijke liefde.
In onze jonge jaren schoven we
den vooravond van Sinterklaas juist
voor 't slapen gaan, behoedzaam een
korf in den hoek van de schouw.
We legden erin een wortel of een
klein huisje, vlak tegen den ring
muur aan, binnentraden.
Ondertusschen was het volslagen
duister en nacht geworden. Zwij
gend, somber staken de ouder-
wetsche torens en gevels de hoogte
in en teekenden zich spookachtig
af tegen den donkeren hemel, uit
wiens eindelooze gewelven tallooze
sterren in fonkelende pracht op
de koude aarde neerzagen.
Of de kleine John ze in zijn
gevangenis ook zag en of hij ook
dacht aan het lied, dat hen ver
geleek met bescherm engelen....?
Zeker is echter, dat twee Engelen
over hem waakten; een hemelsche,
die heden openlijke en zoo
heldhaftige geloofsbelijdenis van
den knaap met gouden letters in
het boek des levens heeft opge
schreven.... en een zichtbare op
aarde, die alles in het werk stelde
om hem troost, aanmoediging en
zoo mogelijk de vrijheid te bren
gen, n.l.... zijn lieve moeder.
5.
Verdere lotgevallen.
Op nog geen tweehonderd passen
van het huis van den meester-
pottenbakker verwijderd lag een
oer-oud, somber kloostergebouw,
de »Friary" genaamd. In 1221 was
het reeds door een graaf van
Lancaster voor de «Bruine Broe
ders", de Franciscanen, gebouwd
en sindsdien tijd was het altijd
korst brood voor 't beestje van
Sinterklaas' knecht. En dien avond
vroegen we vroeg een kruiske, baden
een weesgegroetje mee en gingen
naar bed. Lang bleven we roerloos
wakker liggen, luisterend naar de
mysterieuse komst van Sinterklaas.
Maar de vaak kwam ongemerkt...
en we droomden van wolken en
blauwe lucht, van groote schouw
pijpen en van kazuivels. Als we
ontwaakten en schemer hadden ge
zien, vlug naar beneden
Allemaal wonder! Hoe had de
heilige man spekken en spekulaas-
venten, bal en treintje zoo netjes in
den korf geschikt, zonder stukken
en zonder schenden Hoe had hij
den korf van onder de schouw op
tafel gebrachtMysterie. Maar
Sinterklaas en zijn helpers waren
goedwe hadden dien dag den
heiligen man op straat willen ont
moeten we zouden op ons kniekes
gevallen zijn, we zouden een kruiske
gevraagd hebben, we zouden zijn
hand gekust hebben, want alle goed
heid verdient bemind te worden. En
wij hadden ook verlangd dat de
heilige eens goedig en zacht op ons
kaken had geslagen, gelijk de bis
schop bij het Vormsel.
Ik herinner me dat ik eens stout
was geweest, en dat Sinterklaas dat
jaar niet veel van zijn bestelling had
achtergelaten. Ik vond het spijtig
maar niet raar.
Nu is het mysterie van Sinterklaas
opgeklaardmaar het verheugde
ons in ons onze jonge jaren, en
maakt ons heden nog blij.
Gansch ons leven is een groote
Sinterklaasdag.
Wij hebben het leven gekregen
en we hebben verstand gekregen om
al het schoone te zien in de velden
en in den hemd, 's morgens en
,s avonds en we hebben handen
gekregen en krachten om te werken.
We hebben kinderen gekregen
schatjes met oogen lijk zonnekes,
met stemmekes lijk muziek, met doen
trouw gebleven aan zijne bestem
ming, totdat Hendrik VIII de
mortnikken er uit verdreef. Sinds
dien had men het klooster in een
gevangenis veranderd en zoo vin
den we onzen kleinen John in
een klooster-cel opgesloten.
Moe van al die opwindende ge
beurtenissen van dien dag, had de
knaap zich na een kort maar
innig avondgebed, op de harde
stroozak geworpen en was met
de zoete herinnering aan zijn lieve
moeder terstond daarop ingeslapen.
Hij wist niet hoelang hij wel
geslapen had, toen hij plotseling
wakker schrok door een luid
klagen en jammeren. Vol schrik
opende hij de oogen, maar in de
volslagen donkere cel kon hij niets
waarnemen en begreep in het be
gin in het geheel niet, waar die
klaagtonen vandaan kwamen. De
knaap maakte voortdurend kruis-
teekens en in zijn angst begon
hij nogmaals het avondgebed te
bidden. Al die verschrikkelijke
spookgeschiedenissen, welke de
oude Martha hem vroeger wel
eens verteld had, kwamen hem
nu in eens weer voor den geest.
En dit was niet te verwonderen
ook, want die donkere, sombere
kloostergangen met hun half ver
vallen en vergane cellen maakten
op zich reeds een akelige, geheim
zinnige indruk.
Plotseling hoorde hij eenige,
duidelijk gesproken woorden; hij
verbleekte van schrik.... Wie was
die stem?... Wordt vervolgd.