r4n Is 't schoonste sieraad van Uw huis. Het radicale Schuur- en Reinigingsmiddel. Lucas 14e Hoofdstuk 12-14e vers. Gemengde Berichten Marktberichten. AU een spiegel blinkt Uw fornuisplaat. Ata neemt alle roest en vlekken weg. Ge bruik slechts Ata het is zonder weerga in 't gebruik. Alles blijft als nieuw door mm Ëenig Importeur E. Oslermann Cos Handel Mij., Amsterdam Fabrikante: Henkei Cie. A. G.. Düsseidorf gyptologen, George Benedite. die kort na een reis naar de konings graven, in Parijs gestorven is. Ook Lady Elizabeth Carnavon werd door den vloek getroffen, en stierf aan een beet van een vergiftig insect. En nu, mijne dames en heeren, tot besluit van mijne voordracht, wil ik u het interessantste stuk uit mijne meegebrachte collectie toonen een uit een oud koningsgraf afkom stige „Egyptische dolknaald" aan beide zijden zoo scherp als een scheermes....rijk versierd met edelge steenten.... Ook op dezen dolk rust een vloek, die ieder der eigenaars op gruwzame wijze in den dood gejaagd geeft. Ik heb hem meegebracht om hem aan de Egyptische afdeeling van ons museum te schenken. We zouden het haast als een onmogelijkheid beschouwen, dat aan doode dingen zulk een vloek kan verbonden zijn. Zouden het misschien slechts on gelukkige spelingen van het noodlot zijn of gaat het hier misschien om suggestieve verschijnselen eener ver hitte phantasie, die combinaties vormt die in werkelijkheid niet bestaan en nooit bestaan hebben Met deze woorden hadDr. Shiff- mann zijn interesante uiteenzettingen waarmede hij zijn toehoorders meer dan een uur geboeid had, besloten. Toen het applaus eenigzins bedaard was, nam John Trevor het woord, en beweerde dat hij geen geloof kon hechten aan den mysterieuzen samen hang tusschen de sterfgevallen waar Dr. Shiffmann van sprak en den vloek, die er op die voorwerpen rustte. Hij begreep trouwens hee- lemaal niet, hoe moderne menschen uit de 20ste eeuw, menschen uit de nuchtere en koeldenkende eeuw der techniek, aan zulke belachlijke spook geschiedenissen geloof konden hech ten, ook al kwamen die uit Egypte, Ten teeken dat ik den vloek der „Egyptische naald" niet vrees, verzoek ik Dr. Shiffmann als vriend mij dezen dolk ten geschenke te geven. Ze zal mij uitstekend vUn pas komen om mijn brieven te openen. Na eenig aarzelen gaf Dr. Shiftman nu den dolk aan den spotter. Met triomfantelijken blik nam Trevor hem aan. Hij bracht de dolk naar zijn bu reau en legde hem op de moderne schrijftafel. Met lachend gezicht keerde hij direct terug en zette zich weer aan tafel, waaraan ook Dr. Shiffmann plaats nam. Spoedig hadden wijnen likeur ook onder de gasten de ee nigzins gedrukte stemming, die de mysterieuze onthullingen van den spreker hadden achtergelaten, weg gevaagd, evenals den pijnlijken indruk die de woorden van John Trevor gemaakt hadden. Op eens excuseerde John Trevor de gastheer zich, zooals hij zeide „voor enkele oogenblikken" terwijl Dr. Shiffmann in gezelschap van drie heeren en twee dames aan een tafel bleven zitten en den heelen tijd door zijn plaats zelfs geen seconde ver liet. Een half uur verliep, zonder dat de gastheer terugkwam.... toen er echter een uur verstreken was zon der dat John Trevor tot het gezel schap terugkeerde, werd men ongerust en begaf men zich naar zijn werk kamer; men klopte aan....nog eens.... geen antwoord men wilde de deur openen.... zij was van binnen geslo ten. Nu vreesde men een ongeluk, vooral, omdat John Trevor den laatsten tijd wat ziekelijk was en nu tamelijk veel alcohol gebruikt had. Men gaf de bedienden bevel de deur met geweld te openen....en ze desnoods in te trappen. Toen men de deur geopend en den schakelaar van het electrisch licht omgedraaid had, stonden de gasten verstijfd van schrik John Trevor zat voorover gebogen in zijn fauteuil bij zijn schrijftafel en diep in zijn nek stak...de Egyptische dolk. Ontzetting stond op aller gelaat te lezen. Men telefoneerde direct om een dokter hij kon slechts den dood constateeren. Men ging naar het gerecht.... de politie kwam, maar stond voor een onoplosbaar raadsel. John Trevor was zonder twijfel vermoord. Het wapen stak juist in den derden hals wervel en wel dwars van links naar rechts. De kamer had maar 1 venster dat vanbinnen gesloten en onbeschadigd was. De doodsteek moest van bui ten toegediend zijn en John Trevor in een volkomen rustige houding hebben verrast. De deur was van binnen echter gesloten en andere toegangen waren er niet. De nauwkeurigste onderzoe kingen naar den dader liepen op totaal niets uit. Men stond voor een groot schijn baar onoplosbaar raadsel. De Lon- densche ochtend-bladen brachten daarom het bericht over dezen mys terieuzen moord onder den titel „De moord zonder dader". De cri- mineele politie stelde haar beide defectieven aan het werk en loofde groote belooningen uit voor degene die dit geval kon ophelderen of het geheim kon ontsluieren over den vloek der Egyptische naald. Hoe de moord geschiedde. De crimineele politie had werke lijk prachtig werk geleverd na 5 maanden zat Dr. Shiffmann onder de zware beschuldiging, den Londenschen bankier, John Trevor op geraffineerd sluwe manier vermoord te hebben, op het bankje der beklaagden van het Gerechtshof. „Deze bewijzen van uw schuld zult u wel niet willen loochenen, daarom verzoeken wij u in uw eigen belang, mijnheer Shiffmann, een zoo volledig mogelijke bekentenis af te leggen sprak de officier van justi tie. Aschvaal, meer een sidderend ge raamte dan een mensch, stond Dr. Shiffmann daar, en bekende„Ja, ik ben zijn moordenaar. Wij waren vroeger jeugdvrienden geweest en beminden het zelfde meisje. Ik echter was de gelukkige aan wien zij haar hart geschonken had. Toen moest ik deelnemen aan een expeditie, die mij door verschil lende landen voerde en langen tijd in Egypte ophield. Voor mijn vertrek had zij mij beloofd op mij te zullen wachten. Gedurende de 8 jaar van mijn studiereis heeft John Trevor haar echter tot ontrouw jegens mij gebracht,...en al hare bedenkingen wist hij weg te rede neeren door te zeggen, dat ik hoogstwaarschijnlijk niet meer in leven was, en wanneer dit onverhoopt het geval mocht zijn, dan zou ik toch nooit weer terugkeeren. Zij behoefde dus om geen enkele reden op mij te wachten....8 jaar is ook lang..en zoo werd zij zijn vrouw, Het duurde echter niet lang, of hij kreeg genoeg van haar, behandel de haar brutaal en joeg haar op een nacht de straat op.., Weggejaagd uit haar huis, dwaalde zij in een toestand van de hoogste vertwijfeling door de straten van Londen,.... zij vond tenslotte den dood. ...Zoo heeft hij haar en ook mijn levensgeluk wreed vernield, en daar om wreekte ik mij op hem.." „Hoe hebt u dan den moord ge pleegd?" vroeg de officier van justitie verder. „Mijn misdaad was niet zoozeer een voorbedachte en overlegde han delwijze dan wel het slot van een ongelukkige keten van toevallige omstandigheden. Terwijl John Trevor zich in zijn kamer opgesloten had, hoorde ik van zijn handelwijze tegenover mijn verloofde en mij... Ik kon niet meer denken...ik was onbekwaam ook maar een heldere gedachte te vormen. Er was bijna een uur verloopen sinds John Trevor onze tafel had verlaten, men klopte aan zijn kamer deur en daar hij niet opende werd men ongerust. Ik echter wist dat John Trevor verslaafd was aan mor fine. Omdat zijn organisme tengevolge van het vele alcoholgebruik verzwakt was, werkte de morfine-inspuiting natuurlijk sterker, en toen hij na verloop van een uur niet terugkwam wist ik dat hij in slaap gevallen was of liever hij was bedwelmd. Toen onder de krachtige slagen der bedienden de deur open ging was ik toevallig de eerste die de kamer binnendrong - de kamer was nog onverlicht, Ik zag John Tre vor in zijn stoel zitten slapend naar het scheen met den rug naar de deur. Naast hem op de schrijftafel glin sterde en fonkelde in het bleeke maanlicht, de noodlottige Egyptische dolk. Toen flitste plotseling een gedachte door mijn hoofd „De dolk zal hem straffen, de vloek die er op rust, zal hem treffen...hem den bespotter en moordenaar van mijn verloofde. Ik greep hem en zonder veel overleg, maar met volle kracht duw de ik het moorddadig wapen in zijn lichaam. Dit alles was slechts het werk van een seconde....Ik sprong direct naar de deur terug, waardoor zich reeds meerdere gasten hadden heenge werkt. Plotseling knipte men het licht aan....men zag mijn werk.... Allen bleven verstijfd staan bij dit schouw spel...niemand durfde den doode te naderen ef ook maar een schrede vooruitte komen.... Maar allen zagen den geheimzinnigen Egyptischen dolk, die fascineerde.., Men was heelemaal in de war over deze onbegrijpelijke geheimzinnige gebeurtenissen... En zoo dacht niemand er aan, dat de moordenaar slechts enkele schreden van den vermoorde stond. Een nauwkeurig onderzoek maak te echter uit, dat er bij den doode stofvezeltjes gevonden werden, die bij mijn kostuum pasten, en hout- splintertjes die van de deur afkom stig waren en bij mijn slachtoffer aangetroffen werden...terwijl ik me het eerst door de opening der deur had heengewerkt. Zoo werd de aandacht op mij gevestigd en daarna ook de verden king.... en ik beken nogmaals dat ik schuldig ben aan den moord en ik wil....boeten. De aardsche gerechtigheid behoef de echter geen vonnis meer uit te spreken over den schuldige, want nadat hij deze woorden gesproken had, zakte hij in elkaar. De dokter kon niet anders dan den dood con stateeren... een beroerte als gevolg van al te groote opwinding.., De Egyptische dolk had weer 'n slachtoffer geëischt... Regien Vogels, de vrouw van Janus Vogels van „De Berkenhof" was naar de leste Mis geweest. Ze was nu weer op den terugweg naar huis, maar 't ging maar heel zoetjes aan vooruit, want 't waaide en stormde van geweld en ze moest recht tegen den wind in. Hijgend sukkelde het korte, dikke, ronde vrouwke voort over de hooge akkers en ze had alle moeite om haar kanten muts met de wapperende pofferlinten in bedwang en op haar hoofd te houden. Ook in haar binnenste wees de wijzer van den barometer op half tien nog wel geen vliegende storm, maar 't ging er toch bedenkelijk op af. t Was ook geen wonder na zoo'ne preek als zij d'r krek eene van den pastoor had meegemaaktVer- beeld-oe, daar had ze me gisteren den heelen dag liggen te bakken en te braajen ze had er kompleet blajers van aan d'r vingers voor de visite, die ze te-middag overkre eg, en nou begint me dieë pastoor of 't zoo zijn moest, net over zoon visite te preeken... Wê had-ie ook weer allemaal gezeed Dé ge noit iemeze moest verzoeken, bij wie ge later de schaai terug kont komen halen, maar alleenig meer êrm minschen, waar niks te halen viel.,, en dan alleen zou-de zalig worden, 't Stond zoo in den bijbel, bij Lucas veertien, zeed-ie. Zonder dat ze er erg in had - zoo diep was ze in gedachten ver zonken geweest was ze bij „de Berkenhof" aangekomen. Schilder achtig lag daar de schoone boerderij met haar schoppen en schuren en hooibergen tusschen het hooge ge boomte, waar nog altijd de voor- jaarsstorm in loeide en raasde. Ze trad binnen. In den grooten keukenhèrd, aan de tafel bij het raam, zat Janus Vogel zijn pijp te rooken en het boerenbondsblad te lezen. Janus was van nature eene kalme, bezadigde, bedaarde mensch, maar 's Zondags 's morgens was hij de verpersoonlijkte kalmte en bezadig- heid zelf. Hij had al gauw gezien, wat voor weer 't was bij zijn vrouw hij kende 4iaar gezicht beter dan het weerglas, al had 't dan ook geenen wijzer. Zoo Jans, bènde daar Waar hedde de durskes ergens gelaten Ja. nou vraag maar toe waar hedde de durskes gelaten die zullen natuurlijk wel weer vergade ring hebben van den een of anderen bond. Janus zweeg. Hij dacht altijd maar zoo'n onweer trekt van eiges over as ge maar niks zegt en daar had hij zich in zijnen trouw altijd heel goed bij bevonden. Waar is ons Bertha Kun-de nie efkes zeggen, dê ze me 'ns gauw een sterk bekske koffie zet, want ik heb zoo'nen dreugen mond gekregen van dieë schrale winddan kan ik m'n eigen onderhand verkleejen. Janus stond op z'n gemak op, deed een paar zware halen aan zijn pijp en ging naar buiten om Bertha te roepen, die de kippen aan 't voeren was. Hij nam den bak met ochtendvoer over uit de handen van z'n dochter en stuurde haar naar binnen om moeder te gerieven. Toen hij na de kippen afgevoe- derd en het paard op den dries gejaagd te hebben, weer binnen kwam, zat z'n vrouw zich te goed te doen aan 't lekker bekske, dat Bertha voor haar gezet had. Hij zag aanstonds, dat de barometer aan merkelijk was vooruitgeloopen. Maar op schoon weer stond hij toch nog belangen niet. Zoo vreemd en zoo aardig as onze pastoor vanmèrgen gepreekt heeft, zoo heb ik 't van m'n leven nóg niet gehoord. Janus trok eens aan zijn pijp, maar zei niets. Volgens hem mag-de geen familie en geen kennissen meer op visite verzoeken, maar alleen maar èrm menschen en ongelukkige tob- bers... Anders kon-die nie zalig worden, zeed ie. Zóó erg zal 't toch wel nie zijn, moeder, lachte Bertha, die met een groot bord was komen aandra gen. Niet zoo erg 't Stond in den bijbel, zeed-ie d'r nog wel bij Hij had 't maar niks as over Lucas, veertien Lucas veertien veur, en Lucas veertien na... Nou moeder, dan zullen we Lucas veertien 'ns efkes nakijken, zei Bertha, dan kunnen we mijn heer pastoor narekenen of 't uitkomt. Het meisje ging naar het kammenet, haalde het gele Canisiusbijbeltje uit de la en kwam bij de tafel zitten om het veertiende hoofdstuk van den heiligen, niets kwaads vermoe denden Evangelist Lucas op te zoeken. Daar is 't, moeder kijk nou maar, of d'r in staat, wat de pastoor gezegd heê. Ze leunde voorover met de ellebogen op tafel en zocht met haastige blikken de regels van het hoofdstuk af. Verechtig, hier gleuf ik, dat zooiets staat lees 'ns hardop vuur, Bertha. Het meisje las, langzaam en plech tig: Wanneer ge een middag- of avondmaal aanricht, roep dan niet uw vrienden, of uw broeders, of uw bloedverwanten of rijke buren, opdat niet ook zij u terugnoodigen en u vergelding geschiede. Maar als ge een gastmaal aanricht, noodig dan armen, gebrekkigen, kreupelen en blinden. En zalig zult ge zijn, omdat ze niet in staat zijn u te vergelden: want u zal vergolden worden in de opstanding der rechtvaardigen. Heer in den hemel, 't staat er toch, riep vrouw Vogels, en ze sloeg de handen in elkaar. Maer dê ge anders nie zalig kunt worden, dê hedde toch verkeerd verstaan, zei Janus. Dat kon hij toch niet over zijn kant laten gaan. Heel veul scheelt 't toch niet, dat vin ik dan... Maar 't ergste is, dat dieë pastoor mee zooiets aan kom, net as ge visite verwacht. En ik had nog wel zoo m'n best gedaan om 'ns te laten zien, dê 'k nog wat anders bakken kan dan boerenmik alleen... Maar nou heeft die pastoor me alles bedorven die had er zeker iets van gehoord, dê 'k volk over- kreeg en me daarom een veeg uit de pan meegegeven... Ik dacht ook al, wê kijkt-ie me den heelen tijd aan't Is me een mooie, dieë pastoor en Lucas veertien d'rbij Ho, ho een bietje, vrouw, Lucas is den bijbelzei Janus Vogels. Zooiets kon hij toch ook niet laten passeeren Den bijbel?... Dan moet ik dus zeker de visite afbestellen en in de plaats daarvan wê schooiers ver zoeken om ze m'nen taart en m'n poolsche muts en m'n ham op te laten eten. Ik zal. wel wê èrm en gebrek- kelijke menschen bij elkaar gaan zoeken, lachte Bertha. Die heb ben ook wel 'ns zin in een hartelijk brukske. Die hebben 't krek 't hardste vandoen, zei Janus ernstig. Op datoogenblik kwamen de beide meisjes nieuwsgierig binnengevallen, vroolijk en luidruchtig, met door den scherpen wind hoogrood gekleurde gezichten en met verwaaide mutsen en kleeren... Spoedig zaten ze aan de koffie, om weer een beetje op verhaal te komen. Moet-te ook nog niet een taske, moeder vroeg Bertha. Vrouw Vogels schoof haar kopje terugNee, dank oe, 't smaakt me nie meer. Dat had Lucas veertien ook op z'n geweten... Na het Lof ging vrouw Vogels de tafel klaar maken in de goei kamer, 't Ging niet van harte. En ze had er zich zooveel van voor gesteld om eens flink voor den dag te komen en om aan haar gasten te laten zien, dat zij ook verstand had den van bakken en braajen en zaaien, evengoed als de dochters van d'r zuster, al waren die dan ook op de boerinneschool in Lierop geweest... Maar nu kon 't haar allemaal niets schelenze had zelfs geen oog voor de groote eigen-gebakken taart, die daar midden op de tafel stond te pronken en te geuren,., Wê had de pastoor ook weer gezegd...? Ze móest de armen mee van 't beste geven, net of 't een gave was aan Onzen Lieven Heer eiges. Nou, dan mocht ze Todde-Mieke wel eens 'n kram worst, of een stukske vleesch, of een deel ribben meegeven, in plaats van den halven kinnebak, die ze 't êrm menschke wel 'ns toestopte... Wê had de pastoor ook weer gezegd...? Dê ge ieder in z'n om geving goed moest doen, zooveul as-ie kon en dê ge nie mee eene centimeter moest gaan narekenen, hoever oew verplichting ging, want as Onze Lieve Heer mee 't oordeel ook zoo begon, dan zou 'tnie goed afloopen.... Ze kon misschien nog wel een beetje meer doen voor Driek, den daggelder, die nou al een maand ziek was en niks verdiende, want daar is wê noodig in huis hauwen mee zeuven kinder en ze was al in geen veertien dag meer geweest bij Mieke van Eerd, die al zoo lang in d'r tentje lag en die 't toch volgens den dokter moest hebben van frissche lucht en goei spullen. En eigenlijk gezegd, kon ze toch ook wel een bietje meer geven, as de èrmmeesters rondkwa men en op slot van rekening kon 't er toch ook wel af, dê ze eennèj raam gaven in de kerk, waar de pastoor al zoo lang voor aan 't schooien was en ze mocht toch ook wel 'ns denken aan het Liefde werk van nieuwe kerken in het bis dom dé stond wel nie in Lucas veertien, maar 't was toch zeker een goe werk en een schoon werk.., Op dat oogenblik werd haar ge- dachtenloop onderbroken door het binnentreden van Bertha, die kwam zeggen, dat het knechtje van Tante Martha was gekommen met een boodschap. Dag vrouw Vogels, Zoo jongen, wê brengde voor nêis De komplementen van ons vrouw en dê ze nie kwamen. Ze hadden de huifkar al ingespannen gehad, maar ze durfde 't niet te be zien mee zoo'n wind. Ge moet thuis zeggen, dê we d'r erge spijt af hebben en dé ze 't maar 'ns gauw moeten vervatten, 't Was ook geen weer, dê was 't nie... Met die boodschap, met zes boter hammen achter het vestje en 'n sigaar in z'n mond fietste de jongen weer op huis aan. Dieën eigen avond nog, toen 't donker geworden was, bracht Bertha al de fijne gerechten naar de zieken, ieder wat zoets en ieder wat harte lijks. eerlijk gedeeld en ze moest er jbij zeggen, dat moeder 'ns gaauw komen zou... En Driek, de daggelder en Todde- Mieke en Mieke van Ferd en de èrm menschen, die aan de deur kwamen en de èrmmeesters konden maar niet begrijpen, hoe vrouw Vogels, die altijd zoo goed van geven was geweest, nou ineens nog veel vrijgeviger werd. Veertien dagen later kwam de pastoor 'ns praten op „Den Berken hof"; en toen hij 't druk had over de versiering van z'n kerk, ging vrouw Vogels naar 't kammenet, haalde een paar van die mooi pam- pierkes uit de schuifla en reikte ze den pastoor over met de woorden: Voor de drie leste ramen van het priesterkoor! De pastoor was er grif van ver schoten, en pas toen Janus hem de geschiedenis van z'n Zondagsche preek verteld had, lachte hij weer... Toen de pastoor door den vallen den avond over de hooge akkers naar huis wandelde, zei hij in zich zelfEn het vierde gedeelte viel in goede aarde en bracht honderd ja duizendvoudige vrucht voort. Thuis gekomen sloeg hij het Nieuwe Testament open en trok met rooden inkt een fijne streep onder Lucas, XIV Hoofdstuk 12—15 vers. Gesprongen Handen Wjnter handen Winter voeten RuweHuldj Apoih <n 842—11 Doodeiyk mijnongeluk. Tijdens het transport van steen wagens heeft Zaterdag in het on dergronds bedrijf van de staatsmijn „Hendrik" een doodelijk ongeval plaats gehad. De 18-jarige sleeper Hoenen geraakte tusschen twee wagens bekneld, waardoor hij ernstige verwondingen aan het hoofd bekwam. Hij werd naar het St Jo- sephs-ziekenhuis te Heerlen overge bracht waar hij eenige uren later is overleden, Hoenen woonde te Brunssum. Statistiek van doodelyke mijnongevallen. De statistiek der doodelijke mijn ongevallen gedurende de periode 1 Januari 15 November vertoont, vergeleken bij het vorig jaar, voor de staatsmijnen een gunstig beeld. Tot dusver zijn er dit jaar slechts zeven dooden te betreuren tegenover 35 in 1928. Bij de particuliere mijnen is echter een opvallende stijging te constateeren, n. 1, vorig jaar negen, dit jaar 22. Het totaal aantal doode lijke ongelukken van alle mijnen bedroeg 29, vorig jaar 44. Opvallend is ook het betrekkelijk groote aantal ongelukken met doo- delijken afloop op de mijnen Laura en Julia, n. 1. zeven t. o. slechts 1 gedurende 1928. Onder een stoomketel. Maandagmorgen om half twaalf werd een stoomketel vervoerd naar de vloerzeilfabriek te Zwolle. Bij de fabriek kantelde de ketel en viel, waarbij de 23-jarige H. v. d. V. onder den ketel terecht kwam en zoo ernstig gewond werd, dat hij spoedig overleed. Nog twee andere arbeiders werden zeer ernstig gewond. Van èèn werd de borstkas ingedrukt. Ook de muur der fabriek werd zwaar beschadigd. Per politiebrancard werden de zwaar gewonde arbeiders naar het zieken huis overgebracht. Te lang en te kort. Ja, die gulden middenweg! De tong is te lang.... en het verstand is te kort. Uw vermaak is te lang.... en uw gebed is te kort. Ge ligt te lang in het bed.... en in de kerk zijt gij te kort. Te lang blijft ge kwaad.... en dankbaar te kort. Uw hals is te lang.... en uw kleed is te kort. Uw critiek is te lang.... en uw geduld is te kort. Uw bezoek aan de herberg is te lang., en uw verblijf thuis is te kort. De lijst uwer fouten is te lang.... en uw voornemen duurt te kort. Over een andermans fouten spreekt gij te lang.... en over zijn deugden te kort. Een korte Mis vindt ge te lang.... maar een lange film te kort. ROERMOND. Op de Coöp. Eiermijn van Maandag waren aange voerd 700.000 eieren. Groote eieren van f 10.tot f 11.50 Kleine eieren van f 6.70 tot f 9.50 Eendeneieren van f 8.— tot f 8.70 VENLO. Op de Coöp. Veiling- vereeniging van Maandag waren aangevoerd 300.000 eieren. Groote eieren van f 10.40 tot f 11.70 Kleine eieren vanf 6..tot f 10.20 Eendeneieren van f 8.20 tot f 8.70 Ganseieren f24,90 Kippeneieren per Kg. f 1.64

Peel en Maas | 1929 | | pagina 12