Tweede Blad van „PEEL EN MAAS
mclereti
w
Dompers.
Grootvader
en kleinzoon.
Paardenmarkt
zenuwen
overwerkte
zanuw-
{affóiten
FEUILLETON
Het Zilveren jubilé
van de Coöp. Roer-
mondsche Eiermijn.
(B VEKRAY
Maandag 30 Sept.
Uit de Lartdbouwwereld.
üi to kind heeft vaak last v?n
ZATERDAG 28 SEPTEMBER 1929
Vijftigste Jaargang No. 39
Gelijk meerder zijner collega's
't geslacht sterft gelukkig uit
placht zeker professor in zijne
lessen nog al af te geven op
Kerk en priesters.
„Die papen", sprak hij door
gaans, „deugen nergens toe.
Altijd zijn ze vijanden geweest
van wetenschap, kunst en be
schaving. Achterlijke wezens,
wars van alle nieuwigheden,
tegenstanders van iederen voor
uitgang 1"
Deze handelwijze begon som
migen zijner studenten te ver
velen. Een hunner, een ronde
kerel, tuk op een grap en niet
licht uit het veld te slaan, besloot
hieraan een einde te maken. Hij
ging den hoogleeraar bezoeken
en zei„Professor, U moest me
eens een verklaring geven van
een paar moeilijkheden, die mij
kwellen sedert ik uwe lessen
volg."
„Volgaarne Ze zijn...
„Enkele vragen slechts wilde
ik U stellen. Door wier toedoen
zijn eigenlijk de meesterwerken
der klassieke oudheid, de Griek-
sche en Romeinsche schrijvers,
tot ons gekomen Hoe is het
mogelijk, dat ze niet verloren
zijn geraakt, toen in de middel
eeuwen, vooral onder en na de
Volksverhuizing, vernielings
woede en plunderzucht zoo
vreeselijk huis hielden in ver
schillende landen
„Dat hebbenwij aan de
monniken te danken. Zij schreven
ze over en bewaarden ze in hun
kloosters."
„De monniken, zegt U
„Zeker, en voornamelijk de
Benedictijnen maaktenzich hierbij
verdienstelijk."
„Papen, dompers dus hebben
die schoone geschriften gered 1
Dat zal me ook een karwei ge
weest zijn, dunkt u niet? En
dan, dat stof dat ze inademen,
wie weet of die oude boeken
wormen er nog geen longont
steking van gekregen hebben.
Die monniken! En dal nog wel
in een tijd, toen zelfs koningen
hun handteekening niet konden
zetten. Kenners beweren, dat hun
perkamenten warekunstgewroch-
ten zijn, keurig geschreven, met
zorg afgewerkt alsof het een
waardevolle schilderij gold. Toch
achterlijk! Is het ook waar pro
fessor, dat Columbus waarschijn
lijk Amerika niet zou ontdekt
hebben, had de monnik Mauro
hem in 1450 geen kaart voorge
legd, waardoor zijn gedachten
op de nieuwe wereld gevestigd
werden
,,'t Is waar, doch een ander
had zoo'n kaart ook kunnen
teekenen 1
„Dat spreekt! Doch, hoe zou
het komen, dat juist die papen
zoo vernuftig zijn Ik heb ook
we! eens gelezen, dat een of
andere Paus die vervelende
Romeinsche cijfers door Arabi
sche vervangen heeft."
„Ja, dat deed Paus Silvester
II, maar 'n ander had dit ook
(Treffend historisch-romantisch
verhaal uit de tijden van de
Katholieken-vervolging in Enge
land onder koningin Elizabeth).
Vrij naar het Duitsch door B.B.
7.
De grijsaard ging zonder een
woord tegen te spreken bij het
vuur zitten en de roode gloed be
lichtte met haar schi 11e weerschijn
het gelaat van den ouden man.
Men had zijn gelaatstrekken eer
biedwaardig kunnen vinden, indien
zij niet de stempel droegen van
innerlijke onrust en van een hart
zonder vrede.
Er volgde een pauze, waarin
moeder en kind den bezoeker met
vragenden blik aankeken.
Toen herinnerde de kleine zich
plotseling, het bevel van zijn moe
der. Hij trad naar voren en niet
zonder innerlijke strijd greep hij
de hand van zijn grootvader en
zei
Moeder heeft mij bevolen u
hartelijk te groeten, grootpapa 1
Heeft zij u dit bevolen
Anders zoudt ge het dus niet ge
daan hebben, John? vroeg Sir
klaar gespeeld. Wat kan men er
aan doen als die pausen zich
steeds op den voorgrond drin
gen 1"
,Men beweert ook, dat de
verrekijker en de microscoop
door papen zijn uitgevonden,
maar dat kan toch zeker niet
waar zijn De papen willen zich
alles toeëigenen."
„Niet waar zijn Het is ge
schiedkundig bewezen 1 De
Franciscaan Rogerius Bacon is
er de uitvinder van, maar dat
was een man van de moderne
richting, geen monnik zooals de
andere."
,Zoo Wanneer leefde hij
dan
„Hij stierf in 12Ö2".
„Nu, dan was die al heel
vroeg modern 1 Nog iets. Laatst
las ik wie voor het eerst met
deze stellingen voor den dag
kwam De zon staat stil, de
aarde draait. Wee! u wie
„Ook een vraag 1 Wel Coper
nicus I"
„Mis, die domheer was de
eerste niet. Bijna een eeuw voor
hem had de bisschop van
Regensburg Regiomontanus
(1476) haar reeds verdedigd."
,,'t Is mogelijk".
„Neem mij niet kwalijk, pro
fessor, doch ook deze vraag
moet mij van het hart. Waar
om wordt 't tijdvak, waarin
kunst en wetenschap zoo'n
hoogen bloei bereikten, de gouden
eeuw van Leo X genoemd
„Omdat die Paus de bijzondere
beschermer was der geleerden
van die dagen."
„Leo X was dan paus en toch
vriend der letteren
„Genoeg, kerel, ik geloof dat
je den spot met mij wilt drij
ven."
„Heelemaal niet, professor.
Twijfel alleen doet mij aldus
handelen. Immers toen ik dit
alles voor het eerst hoorde,
kwam het mij zoo onverklaar
baar voor, dat ik uw meening
dienaangaande eens wou hooren.
Zoo gaarne had ik de papen
eens onder handen genomen en
hun de woorden dompers,
duisterlingen toegebeten. Nu
eenmaal alles strookt met de
waarheid, zal ik beter doen te
zwijgen.
Is het verder waar, dat de la
Salie de eerste kostelooze volks
school geopend heeft?"
„Zeker, Jean Baptisfe de la
Salie, een Franschman."
„Priester de la Sahe?"
„Ja, die Priester."
„En wie hebben een aanvang
gemaakt met het onderricht der
doofstommen Was dat de
Spanjaard Petro de Pance niet
en na hem 1 Epée?"
„Wind U niet op, professor,
't is immers onze schuld niet,
dat die papen den geschied
schrijvers zooveel werk geven.
Wat kunnen wij er aan doen,
dat de monnik Berthold Schwarz
het buskruit, de monnik Guido
d'Arezzo de toonladder en de
grondbeginselen der harmonie
leer, een monnik vanTegernsee
in Beieren de glasschilderkunst,
de Jesuiet Cavalieri..."
„Houd op 1 Ik bemerk nu al
Richard met onderzoekende blik
zijn kleinkind.
En nog voordat deedelvrouw in
staat was een woord in het midden
te brengen, antwoordde de knaap,
wien leugen en verdraaierij nog
vreemd was
Neen, zoolang u naar de
protestantsche kerk gaat, had ik
mij voorgenomen wel veel voor u
te bidden, maar groeten wilde ik
u niet meer.
De uitwerking van dere oprechte
woorden uit den mond van zijn
kleinkind was als een verschrik
kelijke slag op het hart van d n
grootvader...
O, riep hij uit, dat ik nog
zoo dwaas was om alles, zelfs
mijn zielerust op te offeren om
u voor den bedelstaf te behoeden!
Zooals ik zie stellen uw oom en
uw moeder alles in het werk om
ook u en met u de hoop en ver
wachting van onze familie te ver
nietigen. Het is hoog tijd, dat ik
er tusschen kom.
Op een wenk van zijn moeder
verliet de verschrokken knaap de
kamer toen bleef zij, innerlijk
bevend wachten tot dat de toorn
van den ouden man een weinig
bedaard was.
Sir Richard was opgesprongen
en liep met groote stappen de
kamer heftig op en neer. Eindelijk
keerde hij zich snel om, bleef
voor de dame staan en zei
Roep oogenblikkelijk mijn
zoon, ik moet hem spreken I
Mijn man, vroeg zij, alsof
te goed, dat je den draak met
mij steekt. Wat bliksem 1"
„Van bliksem gesproken, niet
Franklin heeft de bliksemafleiders
uitgevonden, maar een Norber-
tijner-Pater Prokrop Devisch, in
het jaar 1754."
„Zwijg, vervelende veelpraat 1"
„Veelpraat Een veelpraat,
dunkt mij, zal Kardinaal Mezzo-
fanti wel geweest zijn. Hij sprak
immers vloeiend 30 levende
talen, 't ls geen kleinigheid
„Maak dat je weg komt 1"
„Ik ga al, doch welke richting
moet ik uit? Was nu die diaken
lavia Giofa maar hier, die in
1300 het kompas zoo aanmerke
lijk verbeterde!"
„Je raaskalt, je bovenkamer
staat in brand 1"
Brand I? Wel, dan moet de
brandspuit gehaald worden.
Weet U ook dat Cistercienser-
moi.niken de brandspuit uitvon
den en dat Capucijnen tot de
zeventiende eeuw de eenige
brandweer van Parijs uitmaak
ten 1"
„Houd je mond of je vliegt
naar buiten."
„De lucht in natuurlijk. Zonder
luchtballon zou dit echter niet
gaan. Gelukkig dat de monnik
Berthold Gusmac dien reeds 60
jaar voor Montgolfieri uitvond
en er in 1720 ten aanschouwe
van het Portugeesche hof mee
omhoog steeg. Waarom veegt
u toch zoo dikwijls uw bril af,
professor De bril is toch ook
een uitvinding der papen. Wij
hebben htm te danken aan een
Dominicaan Alexander Spina,
die in de 13de eeuw leefde.
Hebt l' zoo'n haast, dat U
telkens op uw horloge kijkt
Dat moet u niet doen, want het
eerste horloge leverde ons de
kerkelijke geschiedschrijver Cat-
siodorus (505), aan welke uit
vinding de monnik Gerbert,
meer bekend als paus Silvester
II, belangrijke verbeteringen
aanbracht. Bovendien schonk de
abt Richard Wallinfort de wereld
het eerste astronomisch uur
werk.
Maar ik moet weg. Het licht
is al aan. U weet toch zeker
wel, dat de Jesuieten, „dat licht
schuwend volk", het gaslicht
hebben uitgevonden. Vergis ik
mij niet, dan mocht Stonyhorst
in Engeland getuige zijn van
hun eerste proeven. Nu heb ik
geen oogenblik meer te verliezen.
Gelukkig, dat ik mijn fiets bij
Tij heb. Ze staat onder aan de
trap. Ik kan den priester Pianton
niet genoeg danken voor deze
zoo gemakkelijke uitvinding.
Toen men hem in 1845 op een
tweewieler zag rijden stond
iedereen verstomd. En nu Alles
fietst.
Goeden avond professor.
Nogmaals verschooning dat ik
U lastig heb gevallen, maar wat
waar is blijft waar. Een geschied-
vorscher zoeke slechts de waar
heid. Vaarwel".
Bij Apoth, cq Drogistet
837—13
zij hem niet begreep? Gij weet
toch, dat hij op zee is en de eerste
zes maanden hier niet- wordt
terugverwacht.
Neen, Richard wil ik niet
spreken 1 Was hij maar hier, zei
de grijsaard, neen, dien anderen
die ons allen in het ongeluk wil
storten, dien priester!
Die is hier niet in Sankey
House, antwoordde de dame kalm.
Die is wél hier! Meent gij
dan, dat ik dit niet weet? Daar
boven in de jachtkamer woont hij?
Men heeft u verkeerd inge
licht, zei de dame en greep een
kandelaar. Wilt u zoo goed zijn
mij naar die kamer te volgen en
u zelf te overtuigen?
Nu, het kan zijn, dat hij Op
het oogenblik afwezig is, maar
hij woont hier in huis of opzijn
minst, weet gij toch waar hij zich
ophoudt. Gij moet er voorzorgen,
dat ik hem dezen avond nog te
spreken krijghet moet nood
zakelijk, drong Sir Richard aan.
Maar Lady Worthington her
haalde rustig:
U vraagt en beveelt iets, wat
niet in mijn macht ligt.
Vrees beving weer den ongel uk-
kigen grijsaard en steeg steeds
hooger in koortsachtige opwinding.
Ik wil niet, dat mijn familie
tot den bedelaarstaf gebracht wordt
of in de armen-zondaars-toren of
aan de galg aan haar einde komt,
riep hij heftig. Ik ben besloten
om welken prijs ook, mijn huis
te redden.
De C. R. E. viert haar 25-jarig
bestaan, een jubilé dat voor deze
organisatie de herdenking zeer zeker
ten volle waard is.
Wat was er voor 25 jaren
Wanneer we daaraan terugdenken,
dan zien we voor ons weer de nobele
figuur van den voorzitter-stichter, den
heer J. M. Breukers, destijds hoofd
der school te Neer. Hij was een echt
vriend van den kleinen boer, oprecht,
tróuw, eerlijk en eenvoudig.
In den zomer van 1904 bracht hij
Midden-Limburg met eenige
artikeltjes in „De Nieuwe Koerier"
de beweging tot stand, waaruit de
C. R. E. is gegroeid.
Op dat oogenblik werden in ons
land jaarlijks nog millioenen eieren
meer ingevoerd dan uitgevoerd. De
kip stond iets in aanzien te stijgen,
maar van selectie en opvoering dei-
productie was nog geen sprake. De
spaarzaam vergaarde en nog spaar
zamer bewaarde eieren welk boertje
veroorloofde zich toen buiten Paschen
de weelde van een ei werden
wekelijks in stad of dorp ingeruild
tegen levensmiddelen en manufacturen.
De prijzen bepaalde de winkelier.
Thans bepaalt het Roermondsche ei
mede den prijs op de wereldmarkt.
Op 15 October 1904 kon de eerste
eierveiling plaats hebben. En in dit
slechte seizoen tot 1 Januari 1905
werden ruim 25.000 eieren geveild,
welk aantal in 1905 reeds steeg tot
meer dan 800.000.
Er zat groei in de beweging. Werd
de veiling door de afgevaardigden
van eenige dorpen gesticht, het gebied
van de leveranciers aan de mijn
breidde zich voortdurend uit. De halve
cirkel ten Westen van Roermond,
waarin de afdeelingen der organisatie
gelegen waren, werd voortdurend
grooter en omvatte weldra een groot
deel van Limburg, Noord-Brabant
en Zuid-Gelderland.
Met millioenen vermeerderde het
aantal eieren, dat werd aangevoerd
ruim 2 millioen in 1906, 3.800.000
in 1907, 6.800.000 in 1908 ënz, tot
58.100.000 in 1916.
Reeds in 1909 was een nieuw
gebouw aangekocht in de Hamstraat,
dat herhaaldelijk door aankoop werd
uitgebreid, zoodat de ruimte den
groei van het bedrijf zoo ongeveer
kon bij houden.
We maakten zooeven gewag van
de productie tot en met 1916. In
1917 was reeds eenige inzinking te
constateeren, De productie vermin
derde tot 55.700.000. De groote af
slachting van de kippen, een gevolg
van den voedselnood door de steeds
nijpender oorlogsschaarschte, had een
aanvang genomen en ontaarde in
1918 tot een kippenmoord op groote
schaal, We zien de afspiegeling in
de cijfers. De aanvoer van eieren
aan Roermonds eiermijn liep van
56.700.000 in 1917 terug tot slechts
18.900.000 in 1918.
Langzaam trad daarna weer de
verbetering in. In 1919 werden bijna
21.300.000 eieren aangevoerd, in 1920
ruim 24.100.000, in 1921 begon de
mijn weer de groote sprongen te
maken, die ze voortzette tot nu toe,
n.l.:
Toch niet om de prijs van
uw eeuwige zaligheid vroeg de
edelvrouw ernstig.
Bewaar uw predikaties maar
tot morgen, Mylady, en luister
wat er gebeuren moet, indien
binnen een maand niet met uw
ldnd op straat wilt loopen rond-
bedelen, antwoordde Heer Richard.
De priester, dien gij hier herbergt
moet uit Engeland weg en hij
moet mij heden avond nog met
een heiligen eed zweren, dat hij
oogenblikkelijk en voor altijd dê
Engelsche bodem zal verlaten 1
Zoo niet, dan heeft hij het aan
zijn eigen koppigheid en halstar-
righeid te danken, dat ik gedwon
gen wordt een stap te doen, waar
ik voor terugschrik. Wilt gij er
uw hand op opgeven mij te helpen
dien ongeluksbrenger zoo spoedig
mogelijk uit ons midden te ver
wijderen?
Nooit! antwoordde de ede'.,
vrouw verontwaardigd. Duizend
maal liever wil ik in levende lijve
onder de afschuwelijke gewelven
van den Tower van Londen weg
rotten
Dan ben ik verplicht alleen
te handelen, zei de grijsaard met
een onheilspellende uitdrukking
van vastbeslotenheid in zijn on
rustige blik, welke meer voort
kwam uit vrees dan wel uit over
tuiging.
Geeft mijn mantel en laat
mijn paard voorkomen.
Wat wilt gij doen vroeg de
beangstigde vrouw in wier boezem
1921
33.200.000 eieren
1922
42.500.000
1923
53.100.000
1924
66.800.000
1925
94.500.000
1926
131.300.000
1927
151.400.000
1928
164.100.000
En op den laatsten dag van
Augustus van dit jaar was in 1929
reeds een aanvoer van 155.700.000
bereikt. Het oude record zal weer
overtroffen worden.
De eierprijzen, die natuurlijk in
den loop der jaren zeer varieerden
en in 1918 met f 13.77 per 100 als
middelprijs den top bereikten, bleven
zich in den loop der jaren wel steeds
op voldoende hoogte handhaven. In
1928 was er een middelprijs van
f 6.09 per 100 stuks.
We behoeven niet te zeggen, dat
toen het eierental naar de honderd
millioenen ging loopen, de ruimte in
de magazijnen weer te klein wérd.
In 1925 werd dan ook besloten tot
den bouw van het groote mijnge-
bouw aan de spoorlijn Roermond-
Gladbach, dat een lengte heeft van
140 en een breedte van 12 M., met
groote opslagruimten, prachtig inge
richt voor het bedrijf, waar in het
goede seizoen wekelijks 400 wagons
geladen en gelost worden.
De pluimveefokkerij in Zuid-
Nederland werd zeer zeker in hooge
mate bevorderd door de oprichting
van het Centraal Fokstation voor
Pluimveeteelt van de C. R. E., te
Horst, dat in 1921 geopend werd en
zorgde voor goede legrassen en
opvoering der productiviteit.
Op het zilveren feest der C.R.E.
viert de heer Ger. Steegmans zijn
25-jarig jubilé als bestuurslid van de
Coöp. Roermondsche Eiermijn. Tot
1920 nam hij tevens het secretariaat
waar. Hij maakte zich zeer verdien
stelijk voor de uitbreiding van het
afzetgebied der C.R.E.
De heer W. Janssen van Horst,
werd reeds op 1 April 1906 in het
bestuur gekozen en wel als onder
voorzitter. Sinds de oprichting daar
van was hij directeur van het Centraal
Fokstation te Horst. Verder vervult
hij de functie van ass. Rijkspluim-
veeconsulent.
De heer J. Breukers is, zooals wij
reeds zeiden, sinds 1 Januari 1908
als directeur aan de C.R.E. verbon
den. Hij heeft de relaties der mijn
steeds verder weten uit te breiden.
De tegenwoordige voorzitter is de
heer P. J. van Haaren te Tilburg,
die sinds 27 Augustus 1927 deze
functie met waardigheid vervult,
Sinds 1923 is de heer Leo Simons,
van Swalmen, de ijverige secretaris
van het bestuur.
Het moge de instelling wel gaan,
Haar bloei blijve toenemen in dezelfde
mate als in de laatste jaren.
kalmeeren en worden
gesterkt door
1 Buisje 75ct. Bij Apoth.en Drogisten.
685—19
w
üff «k vallen en bezeeren zich
il iw dikwijls en het wiege-
iH w| roode of gesmette huid.
IS W Dit verzacht en geneest
men, met
813-16
een verschrikkelijk vermoeden
oprees.
Daar zuil ge van hooren en
het zal u wellicht niet erg aange
naam zijn; maar het is het eenige
middel en ik grijp het aan uit
liefde voor uw kind, dat mij, zijn
grootvader, zijn groet niet waardig
keurt, gaf Sir Richard ten ant
woord.
Walwillgij doen,ongelukkige?
Ik vermoed het reeds maar het
kan niet zijn! Doet het niet! O,
doet het toch niet, ik bezweer het
u bij uw onsterfelijke zielDenkt
er aan, dat ge spoedig voor de
rechterstoel van God zult moeten
verschijnen, die gezegd heeft: Gij
kunt God niet dienen en den
mammon. Uwe dagen zijn geteld,
dat zeggen u uw grijze haren op
uw hoofd!
Zoo bezwoer in haar doodsangst
Lady Worthington haar schoon-
schoonvader, maar ook ditmaal
vond de roepstem der genade geen
gehoor in het hart van den vast
besloten grijsaard.
Genoeg, zeide hij, ik heb u
nu genoeg gewaarschuwd en ver
oorloof mij afscheid van u te
nemen, ik word bij een vriendin
Warrington verwacht. Onder die
woorden liep hij de vrouw heftig
voorbij en eenige minuten later
klonken de hoefslagen op het
steenen plaveisel van den hof en
gingen weldra in de verte verloren.
Lady Worthington wist niet
beter te doen dan te bidden en
dacht over de dreigende woorden
Geld zonder borg.
Niet zelden komt men een adver
tentie met dit aantrekkelijk opschrift
tegen: „Geld zonder borg." Bij de
Boerenleenbank kan men alleen een
voorschot krijgen, of wel een
hypotheek, tegen een persoonlijke
of zakelijke zekerheidsstelling. En
zoo komt menigeen er toe, ook al
omdat men het liefst voor niemand
weten wil, dat men geld noodig
heeft, om op zulk een advertentie
te schrijven. En velen van hen, door
den nood gedwongen, geraken aldus
in misère. Hoe het hen vergaat kan
het volgende staaltje leeren. Iemand
die een f 500 behoefde, schreef op
een advertentie, „Geld zonder borg."
en meldde dat hij desnoods ook wel
een borg kon stellen.
Het antwoord kwam van een
maatschappij, die de volgende voor
waarden stelde: het aanbod van een
borg werd geaccepteerd, en zelfs
werd van den borg een 2e inschrij
ving geëischt op zijn boerderijtje;
de aanvragerwe noemen hem boer
Sijmen, want het is hier met recht
„Sijmen betaal"—moest twee „winst-
spaarschuldbrieven" nemen, waarvan
n.b. de jaarpremie per stuk f 36
bedroeg, de rente zou bedragen 7
zegge zeven procent, welke vooruit
diende te worden betaald. Dat
vooruit, was dan voor anderhalf jaar,
want in dien tijd namelijk, in 18
maandelijksche termijnen zou de lee
ning worden afgelost.
Maar hiermede was Sijmen nog
geenszins klaar. Want hem werd
voorgerekend als rentebedrag: rente
a 7 pet. is f52.50. U ziet men wil
de hem de rente laten betalen van
de geheele f 500, hoewel hij elke
maand een achtiende deel moest
aflossen, en dus na een jaar al
twaalf achtiende of 2 'a zou hebben
terngbetaald! Hoe noemt men zogiets
in gezond Hollandsch? Sijmen zou
op deze wijze niet 7 pet., maar 13
pet. rente hebben betaald, Voorts
zou hij nog verschuldigd zijn de
kosten der zegels a f4, terwijl ook
de helft der eerste jaarpremie voor
de z.g. winstspaarschuldbrieven on
middellijk moest worden gestort.
Tellen we even opdirect te
betalen f 52.50 -f f 4 f 37
f 93.50. Sijmen kreeg derhalve in de
hand niet f 500, maar f 93,50 min
der, zijnde f 406.50. En laten we
niet vergeten, dat de arme drommel
ook de kosten van de hypotheekakte
had te voldoen.
Niet waar, dit geld verstrekken
„zonder borg" is wel een humane
wijze, om iemand, die in nood zit,
te helpen! Maar het zal U zeker
een vreugde zijn te vernemen, dat
deze aanvrager er niet inliep. Hij
begreep de voorwaarde niet goed en
ging daarom met den brief naar den
kassier der plaatselijke boerenleen
bank, die hem inlichtte. Toen had
hij genoeg van het zaakje, en heeft
waarschijriijk zich voorgenomen, om
op dergelijke schoonklinkende adver
tenties niet meer te schrijven. Mogen
allen, die dit lezen, er dezelfde leering
uit trekken.
van Sir Richard na. Wat was hij
van plan? Plechtig over te gaan
tot den Staatsgodsdienst? Zijn
eigen zoon gaan verraden Zij
moest zich zelf toegeven, dat hij
op het oogenblik in zijn groote
opgewondenheid zelfs in staat zou
zijn zulk een wanhoopsdaad te
verrichten.
Maar een andere gedachte, nog
veel smartelijker doorkruiste haar
geest. Het was toen ter lijd niets
zeldzaams, dat kinderen van
katholieke ouders van rechtswege
aan hun ouders ontnomen werden
en aan fanatieke protestanten ter
opvoeding werden gegeven. Lady
Worthington begon te sidderen en
te beven bij de gedachte, dat het
haar schoonvader wel eens in kon
vallen om haar heur kind volgens
rechterlijke uitspraak te ontnemen.
Uit voorzichtigheid besloot zij
toen tegen alle mogelijke gebeur
tenissen haar maatregelen te
nemen. Een vertrouwd' dienaar
werd naar Warrington gezonden
om den priester te waarschuwen,
dat hij voorloopig en tot nader
bericht niet naar Sankev House
moest terugkeeren. Toen liep zij
ijlings naar haar kamer om te
zien of alles goed was opgeborgen
in de geheime vakjes. Hiermede
was voor het dringendste en nood
zakelijkste gezorgd.
Wordt vervolgd.