Tweede Blad van „PEEL EN MAAS mclereti w Dompers. Grootvader en kleinzoon. Paardenmarkt zenuwen overwerkte zanuw- {affóiten FEUILLETON Het Zilveren jubilé van de Coöp. Roer- mondsche Eiermijn. (B VEKRAY Maandag 30 Sept. Uit de Lartdbouwwereld. üi to kind heeft vaak last v?n ZATERDAG 28 SEPTEMBER 1929 Vijftigste Jaargang No. 39 Gelijk meerder zijner collega's 't geslacht sterft gelukkig uit placht zeker professor in zijne lessen nog al af te geven op Kerk en priesters. „Die papen", sprak hij door gaans, „deugen nergens toe. Altijd zijn ze vijanden geweest van wetenschap, kunst en be schaving. Achterlijke wezens, wars van alle nieuwigheden, tegenstanders van iederen voor uitgang 1" Deze handelwijze begon som migen zijner studenten te ver velen. Een hunner, een ronde kerel, tuk op een grap en niet licht uit het veld te slaan, besloot hieraan een einde te maken. Hij ging den hoogleeraar bezoeken en zei„Professor, U moest me eens een verklaring geven van een paar moeilijkheden, die mij kwellen sedert ik uwe lessen volg." „Volgaarne Ze zijn... „Enkele vragen slechts wilde ik U stellen. Door wier toedoen zijn eigenlijk de meesterwerken der klassieke oudheid, de Griek- sche en Romeinsche schrijvers, tot ons gekomen Hoe is het mogelijk, dat ze niet verloren zijn geraakt, toen in de middel eeuwen, vooral onder en na de Volksverhuizing, vernielings woede en plunderzucht zoo vreeselijk huis hielden in ver schillende landen „Dat hebbenwij aan de monniken te danken. Zij schreven ze over en bewaarden ze in hun kloosters." „De monniken, zegt U „Zeker, en voornamelijk de Benedictijnen maaktenzich hierbij verdienstelijk." „Papen, dompers dus hebben die schoone geschriften gered 1 Dat zal me ook een karwei ge weest zijn, dunkt u niet? En dan, dat stof dat ze inademen, wie weet of die oude boeken wormen er nog geen longont steking van gekregen hebben. Die monniken! En dal nog wel in een tijd, toen zelfs koningen hun handteekening niet konden zetten. Kenners beweren, dat hun perkamenten warekunstgewroch- ten zijn, keurig geschreven, met zorg afgewerkt alsof het een waardevolle schilderij gold. Toch achterlijk! Is het ook waar pro fessor, dat Columbus waarschijn lijk Amerika niet zou ontdekt hebben, had de monnik Mauro hem in 1450 geen kaart voorge legd, waardoor zijn gedachten op de nieuwe wereld gevestigd werden ,,'t Is waar, doch een ander had zoo'n kaart ook kunnen teekenen 1 „Dat spreekt! Doch, hoe zou het komen, dat juist die papen zoo vernuftig zijn Ik heb ook we! eens gelezen, dat een of andere Paus die vervelende Romeinsche cijfers door Arabi sche vervangen heeft." „Ja, dat deed Paus Silvester II, maar 'n ander had dit ook (Treffend historisch-romantisch verhaal uit de tijden van de Katholieken-vervolging in Enge land onder koningin Elizabeth). Vrij naar het Duitsch door B.B. 7. De grijsaard ging zonder een woord tegen te spreken bij het vuur zitten en de roode gloed be lichtte met haar schi 11e weerschijn het gelaat van den ouden man. Men had zijn gelaatstrekken eer biedwaardig kunnen vinden, indien zij niet de stempel droegen van innerlijke onrust en van een hart zonder vrede. Er volgde een pauze, waarin moeder en kind den bezoeker met vragenden blik aankeken. Toen herinnerde de kleine zich plotseling, het bevel van zijn moe der. Hij trad naar voren en niet zonder innerlijke strijd greep hij de hand van zijn grootvader en zei Moeder heeft mij bevolen u hartelijk te groeten, grootpapa 1 Heeft zij u dit bevolen Anders zoudt ge het dus niet ge daan hebben, John? vroeg Sir klaar gespeeld. Wat kan men er aan doen als die pausen zich steeds op den voorgrond drin gen 1" ,Men beweert ook, dat de verrekijker en de microscoop door papen zijn uitgevonden, maar dat kan toch zeker niet waar zijn De papen willen zich alles toeëigenen." „Niet waar zijn Het is ge schiedkundig bewezen 1 De Franciscaan Rogerius Bacon is er de uitvinder van, maar dat was een man van de moderne richting, geen monnik zooals de andere." ,Zoo Wanneer leefde hij dan „Hij stierf in 12Ö2". „Nu, dan was die al heel vroeg modern 1 Nog iets. Laatst las ik wie voor het eerst met deze stellingen voor den dag kwam De zon staat stil, de aarde draait. Wee! u wie „Ook een vraag 1 Wel Coper nicus I" „Mis, die domheer was de eerste niet. Bijna een eeuw voor hem had de bisschop van Regensburg Regiomontanus (1476) haar reeds verdedigd." ,,'t Is mogelijk". „Neem mij niet kwalijk, pro fessor, doch ook deze vraag moet mij van het hart. Waar om wordt 't tijdvak, waarin kunst en wetenschap zoo'n hoogen bloei bereikten, de gouden eeuw van Leo X genoemd „Omdat die Paus de bijzondere beschermer was der geleerden van die dagen." „Leo X was dan paus en toch vriend der letteren „Genoeg, kerel, ik geloof dat je den spot met mij wilt drij ven." „Heelemaal niet, professor. Twijfel alleen doet mij aldus handelen. Immers toen ik dit alles voor het eerst hoorde, kwam het mij zoo onverklaar baar voor, dat ik uw meening dienaangaande eens wou hooren. Zoo gaarne had ik de papen eens onder handen genomen en hun de woorden dompers, duisterlingen toegebeten. Nu eenmaal alles strookt met de waarheid, zal ik beter doen te zwijgen. Is het verder waar, dat de la Salie de eerste kostelooze volks school geopend heeft?" „Zeker, Jean Baptisfe de la Salie, een Franschman." „Priester de la Sahe?" „Ja, die Priester." „En wie hebben een aanvang gemaakt met het onderricht der doofstommen Was dat de Spanjaard Petro de Pance niet en na hem 1 Epée?" „Wind U niet op, professor, 't is immers onze schuld niet, dat die papen den geschied schrijvers zooveel werk geven. Wat kunnen wij er aan doen, dat de monnik Berthold Schwarz het buskruit, de monnik Guido d'Arezzo de toonladder en de grondbeginselen der harmonie leer, een monnik vanTegernsee in Beieren de glasschilderkunst, de Jesuiet Cavalieri..." „Houd op 1 Ik bemerk nu al Richard met onderzoekende blik zijn kleinkind. En nog voordat deedelvrouw in staat was een woord in het midden te brengen, antwoordde de knaap, wien leugen en verdraaierij nog vreemd was Neen, zoolang u naar de protestantsche kerk gaat, had ik mij voorgenomen wel veel voor u te bidden, maar groeten wilde ik u niet meer. De uitwerking van dere oprechte woorden uit den mond van zijn kleinkind was als een verschrik kelijke slag op het hart van d n grootvader... O, riep hij uit, dat ik nog zoo dwaas was om alles, zelfs mijn zielerust op te offeren om u voor den bedelstaf te behoeden! Zooals ik zie stellen uw oom en uw moeder alles in het werk om ook u en met u de hoop en ver wachting van onze familie te ver nietigen. Het is hoog tijd, dat ik er tusschen kom. Op een wenk van zijn moeder verliet de verschrokken knaap de kamer toen bleef zij, innerlijk bevend wachten tot dat de toorn van den ouden man een weinig bedaard was. Sir Richard was opgesprongen en liep met groote stappen de kamer heftig op en neer. Eindelijk keerde hij zich snel om, bleef voor de dame staan en zei Roep oogenblikkelijk mijn zoon, ik moet hem spreken I Mijn man, vroeg zij, alsof te goed, dat je den draak met mij steekt. Wat bliksem 1" „Van bliksem gesproken, niet Franklin heeft de bliksemafleiders uitgevonden, maar een Norber- tijner-Pater Prokrop Devisch, in het jaar 1754." „Zwijg, vervelende veelpraat 1" „Veelpraat Een veelpraat, dunkt mij, zal Kardinaal Mezzo- fanti wel geweest zijn. Hij sprak immers vloeiend 30 levende talen, 't ls geen kleinigheid „Maak dat je weg komt 1" „Ik ga al, doch welke richting moet ik uit? Was nu die diaken lavia Giofa maar hier, die in 1300 het kompas zoo aanmerke lijk verbeterde!" „Je raaskalt, je bovenkamer staat in brand 1" Brand I? Wel, dan moet de brandspuit gehaald worden. Weet U ook dat Cistercienser- moi.niken de brandspuit uitvon den en dat Capucijnen tot de zeventiende eeuw de eenige brandweer van Parijs uitmaak ten 1" „Houd je mond of je vliegt naar buiten." „De lucht in natuurlijk. Zonder luchtballon zou dit echter niet gaan. Gelukkig dat de monnik Berthold Gusmac dien reeds 60 jaar voor Montgolfieri uitvond en er in 1720 ten aanschouwe van het Portugeesche hof mee omhoog steeg. Waarom veegt u toch zoo dikwijls uw bril af, professor De bril is toch ook een uitvinding der papen. Wij hebben htm te danken aan een Dominicaan Alexander Spina, die in de 13de eeuw leefde. Hebt l' zoo'n haast, dat U telkens op uw horloge kijkt Dat moet u niet doen, want het eerste horloge leverde ons de kerkelijke geschiedschrijver Cat- siodorus (505), aan welke uit vinding de monnik Gerbert, meer bekend als paus Silvester II, belangrijke verbeteringen aanbracht. Bovendien schonk de abt Richard Wallinfort de wereld het eerste astronomisch uur werk. Maar ik moet weg. Het licht is al aan. U weet toch zeker wel, dat de Jesuieten, „dat licht schuwend volk", het gaslicht hebben uitgevonden. Vergis ik mij niet, dan mocht Stonyhorst in Engeland getuige zijn van hun eerste proeven. Nu heb ik geen oogenblik meer te verliezen. Gelukkig, dat ik mijn fiets bij Tij heb. Ze staat onder aan de trap. Ik kan den priester Pianton niet genoeg danken voor deze zoo gemakkelijke uitvinding. Toen men hem in 1845 op een tweewieler zag rijden stond iedereen verstomd. En nu Alles fietst. Goeden avond professor. Nogmaals verschooning dat ik U lastig heb gevallen, maar wat waar is blijft waar. Een geschied- vorscher zoeke slechts de waar heid. Vaarwel". Bij Apoth, cq Drogistet 837—13 zij hem niet begreep? Gij weet toch, dat hij op zee is en de eerste zes maanden hier niet- wordt terugverwacht. Neen, Richard wil ik niet spreken 1 Was hij maar hier, zei de grijsaard, neen, dien anderen die ons allen in het ongeluk wil storten, dien priester! Die is hier niet in Sankey House, antwoordde de dame kalm. Die is wél hier! Meent gij dan, dat ik dit niet weet? Daar boven in de jachtkamer woont hij? Men heeft u verkeerd inge licht, zei de dame en greep een kandelaar. Wilt u zoo goed zijn mij naar die kamer te volgen en u zelf te overtuigen? Nu, het kan zijn, dat hij Op het oogenblik afwezig is, maar hij woont hier in huis of opzijn minst, weet gij toch waar hij zich ophoudt. Gij moet er voorzorgen, dat ik hem dezen avond nog te spreken krijghet moet nood zakelijk, drong Sir Richard aan. Maar Lady Worthington her haalde rustig: U vraagt en beveelt iets, wat niet in mijn macht ligt. Vrees beving weer den ongel uk- kigen grijsaard en steeg steeds hooger in koortsachtige opwinding. Ik wil niet, dat mijn familie tot den bedelaarstaf gebracht wordt of in de armen-zondaars-toren of aan de galg aan haar einde komt, riep hij heftig. Ik ben besloten om welken prijs ook, mijn huis te redden. De C. R. E. viert haar 25-jarig bestaan, een jubilé dat voor deze organisatie de herdenking zeer zeker ten volle waard is. Wat was er voor 25 jaren Wanneer we daaraan terugdenken, dan zien we voor ons weer de nobele figuur van den voorzitter-stichter, den heer J. M. Breukers, destijds hoofd der school te Neer. Hij was een echt vriend van den kleinen boer, oprecht, tróuw, eerlijk en eenvoudig. In den zomer van 1904 bracht hij Midden-Limburg met eenige artikeltjes in „De Nieuwe Koerier" de beweging tot stand, waaruit de C. R. E. is gegroeid. Op dat oogenblik werden in ons land jaarlijks nog millioenen eieren meer ingevoerd dan uitgevoerd. De kip stond iets in aanzien te stijgen, maar van selectie en opvoering dei- productie was nog geen sprake. De spaarzaam vergaarde en nog spaar zamer bewaarde eieren welk boertje veroorloofde zich toen buiten Paschen de weelde van een ei werden wekelijks in stad of dorp ingeruild tegen levensmiddelen en manufacturen. De prijzen bepaalde de winkelier. Thans bepaalt het Roermondsche ei mede den prijs op de wereldmarkt. Op 15 October 1904 kon de eerste eierveiling plaats hebben. En in dit slechte seizoen tot 1 Januari 1905 werden ruim 25.000 eieren geveild, welk aantal in 1905 reeds steeg tot meer dan 800.000. Er zat groei in de beweging. Werd de veiling door de afgevaardigden van eenige dorpen gesticht, het gebied van de leveranciers aan de mijn breidde zich voortdurend uit. De halve cirkel ten Westen van Roermond, waarin de afdeelingen der organisatie gelegen waren, werd voortdurend grooter en omvatte weldra een groot deel van Limburg, Noord-Brabant en Zuid-Gelderland. Met millioenen vermeerderde het aantal eieren, dat werd aangevoerd ruim 2 millioen in 1906, 3.800.000 in 1907, 6.800.000 in 1908 ënz, tot 58.100.000 in 1916. Reeds in 1909 was een nieuw gebouw aangekocht in de Hamstraat, dat herhaaldelijk door aankoop werd uitgebreid, zoodat de ruimte den groei van het bedrijf zoo ongeveer kon bij houden. We maakten zooeven gewag van de productie tot en met 1916. In 1917 was reeds eenige inzinking te constateeren, De productie vermin derde tot 55.700.000. De groote af slachting van de kippen, een gevolg van den voedselnood door de steeds nijpender oorlogsschaarschte, had een aanvang genomen en ontaarde in 1918 tot een kippenmoord op groote schaal, We zien de afspiegeling in de cijfers. De aanvoer van eieren aan Roermonds eiermijn liep van 56.700.000 in 1917 terug tot slechts 18.900.000 in 1918. Langzaam trad daarna weer de verbetering in. In 1919 werden bijna 21.300.000 eieren aangevoerd, in 1920 ruim 24.100.000, in 1921 begon de mijn weer de groote sprongen te maken, die ze voortzette tot nu toe, n.l.: Toch niet om de prijs van uw eeuwige zaligheid vroeg de edelvrouw ernstig. Bewaar uw predikaties maar tot morgen, Mylady, en luister wat er gebeuren moet, indien binnen een maand niet met uw ldnd op straat wilt loopen rond- bedelen, antwoordde Heer Richard. De priester, dien gij hier herbergt moet uit Engeland weg en hij moet mij heden avond nog met een heiligen eed zweren, dat hij oogenblikkelijk en voor altijd dê Engelsche bodem zal verlaten 1 Zoo niet, dan heeft hij het aan zijn eigen koppigheid en halstar- righeid te danken, dat ik gedwon gen wordt een stap te doen, waar ik voor terugschrik. Wilt gij er uw hand op opgeven mij te helpen dien ongeluksbrenger zoo spoedig mogelijk uit ons midden te ver wijderen? Nooit! antwoordde de ede'., vrouw verontwaardigd. Duizend maal liever wil ik in levende lijve onder de afschuwelijke gewelven van den Tower van Londen weg rotten Dan ben ik verplicht alleen te handelen, zei de grijsaard met een onheilspellende uitdrukking van vastbeslotenheid in zijn on rustige blik, welke meer voort kwam uit vrees dan wel uit over tuiging. Geeft mijn mantel en laat mijn paard voorkomen. Wat wilt gij doen vroeg de beangstigde vrouw in wier boezem 1921 33.200.000 eieren 1922 42.500.000 1923 53.100.000 1924 66.800.000 1925 94.500.000 1926 131.300.000 1927 151.400.000 1928 164.100.000 En op den laatsten dag van Augustus van dit jaar was in 1929 reeds een aanvoer van 155.700.000 bereikt. Het oude record zal weer overtroffen worden. De eierprijzen, die natuurlijk in den loop der jaren zeer varieerden en in 1918 met f 13.77 per 100 als middelprijs den top bereikten, bleven zich in den loop der jaren wel steeds op voldoende hoogte handhaven. In 1928 was er een middelprijs van f 6.09 per 100 stuks. We behoeven niet te zeggen, dat toen het eierental naar de honderd millioenen ging loopen, de ruimte in de magazijnen weer te klein wérd. In 1925 werd dan ook besloten tot den bouw van het groote mijnge- bouw aan de spoorlijn Roermond- Gladbach, dat een lengte heeft van 140 en een breedte van 12 M., met groote opslagruimten, prachtig inge richt voor het bedrijf, waar in het goede seizoen wekelijks 400 wagons geladen en gelost worden. De pluimveefokkerij in Zuid- Nederland werd zeer zeker in hooge mate bevorderd door de oprichting van het Centraal Fokstation voor Pluimveeteelt van de C. R. E., te Horst, dat in 1921 geopend werd en zorgde voor goede legrassen en opvoering der productiviteit. Op het zilveren feest der C.R.E. viert de heer Ger. Steegmans zijn 25-jarig jubilé als bestuurslid van de Coöp. Roermondsche Eiermijn. Tot 1920 nam hij tevens het secretariaat waar. Hij maakte zich zeer verdien stelijk voor de uitbreiding van het afzetgebied der C.R.E. De heer W. Janssen van Horst, werd reeds op 1 April 1906 in het bestuur gekozen en wel als onder voorzitter. Sinds de oprichting daar van was hij directeur van het Centraal Fokstation te Horst. Verder vervult hij de functie van ass. Rijkspluim- veeconsulent. De heer J. Breukers is, zooals wij reeds zeiden, sinds 1 Januari 1908 als directeur aan de C.R.E. verbon den. Hij heeft de relaties der mijn steeds verder weten uit te breiden. De tegenwoordige voorzitter is de heer P. J. van Haaren te Tilburg, die sinds 27 Augustus 1927 deze functie met waardigheid vervult, Sinds 1923 is de heer Leo Simons, van Swalmen, de ijverige secretaris van het bestuur. Het moge de instelling wel gaan, Haar bloei blijve toenemen in dezelfde mate als in de laatste jaren. kalmeeren en worden gesterkt door 1 Buisje 75ct. Bij Apoth.en Drogisten. 685—19 w üff «k vallen en bezeeren zich il iw dikwijls en het wiege- iH w| roode of gesmette huid. IS W Dit verzacht en geneest men, met 813-16 een verschrikkelijk vermoeden oprees. Daar zuil ge van hooren en het zal u wellicht niet erg aange naam zijn; maar het is het eenige middel en ik grijp het aan uit liefde voor uw kind, dat mij, zijn grootvader, zijn groet niet waardig keurt, gaf Sir Richard ten ant woord. Walwillgij doen,ongelukkige? Ik vermoed het reeds maar het kan niet zijn! Doet het niet! O, doet het toch niet, ik bezweer het u bij uw onsterfelijke zielDenkt er aan, dat ge spoedig voor de rechterstoel van God zult moeten verschijnen, die gezegd heeft: Gij kunt God niet dienen en den mammon. Uwe dagen zijn geteld, dat zeggen u uw grijze haren op uw hoofd! Zoo bezwoer in haar doodsangst Lady Worthington haar schoon- schoonvader, maar ook ditmaal vond de roepstem der genade geen gehoor in het hart van den vast besloten grijsaard. Genoeg, zeide hij, ik heb u nu genoeg gewaarschuwd en ver oorloof mij afscheid van u te nemen, ik word bij een vriendin Warrington verwacht. Onder die woorden liep hij de vrouw heftig voorbij en eenige minuten later klonken de hoefslagen op het steenen plaveisel van den hof en gingen weldra in de verte verloren. Lady Worthington wist niet beter te doen dan te bidden en dacht over de dreigende woorden Geld zonder borg. Niet zelden komt men een adver tentie met dit aantrekkelijk opschrift tegen: „Geld zonder borg." Bij de Boerenleenbank kan men alleen een voorschot krijgen, of wel een hypotheek, tegen een persoonlijke of zakelijke zekerheidsstelling. En zoo komt menigeen er toe, ook al omdat men het liefst voor niemand weten wil, dat men geld noodig heeft, om op zulk een advertentie te schrijven. En velen van hen, door den nood gedwongen, geraken aldus in misère. Hoe het hen vergaat kan het volgende staaltje leeren. Iemand die een f 500 behoefde, schreef op een advertentie, „Geld zonder borg." en meldde dat hij desnoods ook wel een borg kon stellen. Het antwoord kwam van een maatschappij, die de volgende voor waarden stelde: het aanbod van een borg werd geaccepteerd, en zelfs werd van den borg een 2e inschrij ving geëischt op zijn boerderijtje; de aanvragerwe noemen hem boer Sijmen, want het is hier met recht „Sijmen betaal"—moest twee „winst- spaarschuldbrieven" nemen, waarvan n.b. de jaarpremie per stuk f 36 bedroeg, de rente zou bedragen 7 zegge zeven procent, welke vooruit diende te worden betaald. Dat vooruit, was dan voor anderhalf jaar, want in dien tijd namelijk, in 18 maandelijksche termijnen zou de lee ning worden afgelost. Maar hiermede was Sijmen nog geenszins klaar. Want hem werd voorgerekend als rentebedrag: rente a 7 pet. is f52.50. U ziet men wil de hem de rente laten betalen van de geheele f 500, hoewel hij elke maand een achtiende deel moest aflossen, en dus na een jaar al twaalf achtiende of 2 'a zou hebben terngbetaald! Hoe noemt men zogiets in gezond Hollandsch? Sijmen zou op deze wijze niet 7 pet., maar 13 pet. rente hebben betaald, Voorts zou hij nog verschuldigd zijn de kosten der zegels a f4, terwijl ook de helft der eerste jaarpremie voor de z.g. winstspaarschuldbrieven on middellijk moest worden gestort. Tellen we even opdirect te betalen f 52.50 -f f 4 f 37 f 93.50. Sijmen kreeg derhalve in de hand niet f 500, maar f 93,50 min der, zijnde f 406.50. En laten we niet vergeten, dat de arme drommel ook de kosten van de hypotheekakte had te voldoen. Niet waar, dit geld verstrekken „zonder borg" is wel een humane wijze, om iemand, die in nood zit, te helpen! Maar het zal U zeker een vreugde zijn te vernemen, dat deze aanvrager er niet inliep. Hij begreep de voorwaarde niet goed en ging daarom met den brief naar den kassier der plaatselijke boerenleen bank, die hem inlichtte. Toen had hij genoeg van het zaakje, en heeft waarschijriijk zich voorgenomen, om op dergelijke schoonklinkende adver tenties niet meer te schrijven. Mogen allen, die dit lezen, er dezelfde leering uit trekken. van Sir Richard na. Wat was hij van plan? Plechtig over te gaan tot den Staatsgodsdienst? Zijn eigen zoon gaan verraden Zij moest zich zelf toegeven, dat hij op het oogenblik in zijn groote opgewondenheid zelfs in staat zou zijn zulk een wanhoopsdaad te verrichten. Maar een andere gedachte, nog veel smartelijker doorkruiste haar geest. Het was toen ter lijd niets zeldzaams, dat kinderen van katholieke ouders van rechtswege aan hun ouders ontnomen werden en aan fanatieke protestanten ter opvoeding werden gegeven. Lady Worthington begon te sidderen en te beven bij de gedachte, dat het haar schoonvader wel eens in kon vallen om haar heur kind volgens rechterlijke uitspraak te ontnemen. Uit voorzichtigheid besloot zij toen tegen alle mogelijke gebeur tenissen haar maatregelen te nemen. Een vertrouwd' dienaar werd naar Warrington gezonden om den priester te waarschuwen, dat hij voorloopig en tot nader bericht niet naar Sankev House moest terugkeeren. Toen liep zij ijlings naar haar kamer om te zien of alles goed was opgeborgen in de geheime vakjes. Hiermede was voor het dringendste en nood zakelijkste gezorgd. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1929 | | pagina 5