weed© Blad van nPEEL EN MAAS" Grootvader en kleinzoon. it ttenray's Archieven FEUILLETON Zijn ze zoo? De hongersnood Zuid-Shansi. in Goed vee. ATERDAQ 21 SEPTEMBER 1929 Vijftigste Jaargang No. 38 door A. F. VAN BEURDEN. De heerlijkheid Oirlo. In het jaar 1619 werd het noodig, dat Oirlo, 't welk van oude tijden af een parochiekerk had en een eigen heerlijkheid, opgemeten werd en dat daarvan een totaal overzicht kwam, opdat ieder eigenaar een gerecht aan deel in de belastingen bijdroeg. Leonards Hanrijcker Verschuren, de landmeter, zou dat bezorgen en hij mat de landerijen binnen de graven en heggen, terwijl hij de wegen en voetpaden er buiten liet en zegt hij in zijn rapport mat hij alles met verwaarloozing van de voeten en kleinere maat, omdat de boeren weinig goede scheipa'en tusschen hunne landerijen hadden liggen, een gebrek, dat nog bestaat. De grootste erven, berekend in morgens, waren o.a. Ie. Oirlo. Oijske Simons, hofstad toe komende aan de kerk van Oirlo 7i/« morgen. Seger Allarts hofstad mitte weij en landt end -14i/s morgen. Jan Allarts hofstat neffen Peter Dimus 7i/s morgen. Peter Dimus hofstat mitte betue in de heide 36imorgen. Hencken Oeurts hofstat, de Bremmenkamp, het Hagelcruitz enz. 39 morgen Jan Willem Custers, stuk a.d. Loeweert, het Haechstuk 28 m. Thijs Theuskens goet 21 m. Merijke Weerckens hofstad! mitten Bosch, den Acker 35 m. Wyllem op de Bogaerts hof stat 16 morgen Gerard Pastors erf 12i/s morgen Jan van Actenborchs hofstat, Jutte kamp. Lorlheijster 30 morgen Hendrik Claes Verschuerens hofstat 16i/t morgen. Pastoor van Oirlo a.d. trap straat, den Winckel 19 morgen Jacob Koenen hofstat mitte weij 29 morgen Peter Rutgens hofstat mitte weij 23i/« morgen. Schuerens hofstatt van Geijs- teren 29 morgen, Pannekoeks goet van Pastoor van Oirlo 35 morgen. Art, Hendricks Op Zandt 24 morgen. Herman Hermenskens Ingen- Santssone 22 morgen. Kertsgen Simons hofstat 17i/s morgen. Hendrik Hebben hofstatt 15 morgen. 2e. Cleijn Oirlo. Thijs van Issum hofstatt, op Klein Sumels enz. 26 morgen. Jan Hebben hofstatt, op Baer- lant enz. 34 mcrgen. Seger van Loms hofstatt, aan de Roeybeeck, op den graef- akker 48 morgen. Jan Henskens hofstatt, op gen Hultgens Zaet, enz. 28 morgen. Coen Drussens, Driessenhof (Treffend historisch-romantisch verhaal uit de tijden van de Katholieken-vervolging in Enge land onder koningin Elizabeth). Vrij naar het Duitsch door B.B. Zoo zat nu de edelvrouw in die behagelijke stemming, welke het bewustzijn van vervulde plicht schenkt, gemoedelijk pratend met haar kind voor het venster. John, de blonde krullenkop, met zijn trouwe, blauwe oogen vleide zich zich tegen zijn moeder aan en vertelde haar, hoe goed hij zijn werk gemaakt had en dat zijn oom erg tevreden over hem was. Vandaag had hij nog een heele veldslag uit Cornelius Nepos vertaald, iets waar zijn Heeroom niet weinig verbaasd over stond. Toen vertelde hij zijn moeder de geschiedenis van den Griek- schen Pausanias en sloot zijn ver telling met de volgende woorden: Ziet u, moeder, dat vind ik zoo verschrikkelijk, dat die man zoo'n leelijke verrader was. Dit mitte camp, aen de Loeij 36 m. Peter Engelborchs idem idem 36 morgen. Jan Verberks hofstatt idem 45 morgen. De Kerkenhof, Stryeacker, de Eyckacker enz. 24 morgen. Wanneer men nu eens ziet, hoe groot eene boerderij met land en wei door elkander was, dan behoorde tot het bedrijf gemiddeld 25 morgen of onge veer 7 hectaren. Doordat de grond over het algemeen schraal was, moest men goed mesten en was men op stalmesf aangewezen. Men kon dien moeielijk voor een grooter aantal morgens be komen. De kunstmest heef! daarin verandering gebracht. Oirlo's onafhankelijkheid. Een bewijs van de zelfstandig heid van Oirlo en van de over tuiging van Scholtis, schepenen er, gezworenen, dat zij deze moesten verdedigen, ais zij die bedreigd of geschonken achtten, is zoo menig proces, dat Oirlo tegen het vee! machtiger Venray over de grenzen voerde. Baron Schellardt van Obben- dorp, heer van Geijsteren, Oirlo en Oostrum, stond hen daartoe bij. Ook Horst was Oirlo tame lijk verdacht. Men had het ge woonlijk over de limiet of grens scheiding. Men procedeerde voor het Hof van Roermond over de zaak omstreeks 1640 en de Oirloschen gaven als grens de volgende richtingen op. Men begon aan het Erf van Peier Verblackt, een Venraysche, dat voor lange jaren met toe slemming van Oirlo van de heide afgegraven was, en dat ook tienden onder Oirlo betaalde, dan volgt het stuk van Kerstgen Simons, vervolgens het stuk, daar voor jaren het Blaeten huis of huis der Melaetschen siond, dan bij het huis van den gerichisbode van Oirlo Steven van Dael, het stuk van doktor Pannekoeck in 1557 door dezen verkregen, de huisplaets ge naamd Aengeneindt Peeter Denisstn Beetens Wercken Derks kamp Anna Hebben dan een stuk, waar men van Venray daartoe gelast, het paard van den bode van Oirlo in beslag nam, maar weer terug moest brengen en ten slotte eene afscheiding van heuvelkens en een weijde met het hagel kruis. Oirlo wees alles zeer nauw keurig aan en Venray en ook Horst moesten op verschillende punten toegeven, 't Wasjammer. dat de processen destijds ook al zooveel geld kostten en zoolang duurden. De rechtskundige raads lieden voeren er het beste bij. (Wordt vervolgd.) „Zeg mij eens, beste vriend, waarom laat ge uwe vrouw en kinderen thuis alleen zitten, terwijl gij alle avonden door brengt in de herberg om te kaarten en te drinken „Luister, mijnheer. Mijn vrouw en mijn huis hangen me de keel uit. Nu weet ge 't allemaal in eens, of wilt ge meer bijzon derheden mijn vrouw kent geen orde. Nooit is het eten gereed op een vast uur, altijd te vroeg of te laat, als ik van mijn werk kom is de soep of te koud of te heet, het vleesch taai als zoolleer of verbrand als houtskool. Op andere dagen is er niets gereed, dan moei ik een gansch of een half uur wachten, alvorens de tafel gedekt wordt. Oij zult me toegeven, dat zoo iets niet plezierig is voor iemand die hard moet werken en met een leege maag naar huis komt. Maar dat is nog niet alles. Heel 't huis staat 't onderste boven het linnengoed slingert over tafels, stoelen en beelden, de kleeren zitten vol stof. en slijk, spatten, de kinderen loopen rond vuil en ongekamd 't is soms smerig om van fe walgen. En eindelijk om mijn humeur heele- maal te doen verliezen, nauwe lijks heb ik me rustig aan 't vuur neergezet om op rrijn ge mak de gazet te lezen en een pijpken te rooken of mijn vrouw denkt er aan dat ze het huis nog niet geveegd heeft. Dan pak! ze den bezem en op mijn eerewoord, ik geloof dal ze 'e er op aan legt om mij zooveel mogelijk slof en vuiligheid toe te werpen. Natuurlijk dat ik dan uit mijn sloffen schiet, dan oordeel ik 't maar beter naar de herberg te gaan, in plaals van me thuis zoo te laten mishandelen, zie mijn heer, dat is mijn geval De vrouw valt in Mijn man zegt u niet alles mijnheer, ik zal u de rest van de geschiedenis vertellen. Hij beschuldigt mij, dat ik met het eten nooit op tijd gereed ben maar hoe is dat mogelijk voor zoo iemand als hij om de eenvoudige reden, dat ik op geen stukken na kan weten, wanneer hij thuis komt. Hij verlaat de fabriek om 6 uur, dat is waar, maar dan loopt hij te slenteren met zijn vrienden of wel gaal plakken In tie ner- berg. Dikwijls wordt het 7 of 8 uur eer hij thuis is. Is 't dan mijn schuld, als het eten koud wurdt en het vieesch verbrandt Maar het is altijd hetzelfde deuntjewij vrouwen hebben altijd ongelijk. Het mansvolk is volmaakt, wij vrouwen hebben alle gebreken Kom, kom, vrouwtje, bedaar u een beetje. Het is onwaar, dat de vrouwen altijd ongelijk hebben dat er moeilijkheden zijn in het huishoudenen gij verdedigt uwe zaak nog zoo slecht niet. Uw man doet in elk geval verkeerd, als hij na zijn werk niet onmiddehijk naar huis komt en nog verkeerder doet hij, als hij met zijn kameraden in de herberg zijn geld gaat verkwis ten. Maar als hij nu eens belooft zich te beteren en voortaan na 't werk recht naar huis te komen, zorg gij dan, dat er altijd voot hem een smakelijk avondmaal op eene propere tafel staat en is afschuwelijk, vindt u ook niet? En het ergert mij altijd nog als ik denk aan die slechte Koningin in Londen, die Maar, John, hoe durft gc zoo iets te zeggen Zij is en blijft onze koningin en zoover als ons geweten het toelaat, moeten wij ook aan haar gehoorzamen, zeide de moeder. Ach, moeder, ik weet wel, dal ik dit niet mag zeggen tegen over de menschen, maar tegen u mag ik het toch wel zeggen. Laat zij onze priesters dan niet marte len En onzen lieven oom zou zij gewis ook laten ophangen en vierendeeien, als zij hom te pak ken kon krijgen, verdedigde zich de knaap en nogmaals zei hij en dat ergert mij liet meest, dat zij ons katholieken verraders noemt. Maar, nietwaar, moeder wij zijn geen verraders! Dit zijn wij zeker niet, lief kind, zei de moeder glimlachend. We hebben onze rechtmatige ko ningin en ons huis van harte lief. Dit heb ik heden tegen Jo- sua van den pachter ook nog ge zegd en toen kwam zij wederom voor den dag met, dat wij de wetten van de koningin niet op volgden. Toen heb ik heb ik haar geantwoord, dat wij aan God meer moeten gehoorzamen dan aan de menschen. De Maehabeesche broe ders en de andere martelaren hebben ook zoo gedaan. Daar wist juist op 't uur. Oe kunt niet gelooven, dat er zoo'n groot verband bestaat tusschen de maag en 't humeur. Hebt gij na een flinken maaltijd ooit uw man in colère zien schieten als de maag tevreden is, is meestal heel de mensch tevreden niet geneigd tot gram schap, maar veeleer geneigd, alles van den goeden kant op te nemen. Tracht daarom alles in 't werk te stellen om uw man zoo spoedig mogelijk den weg naar de kroeg te doen ver geten. En wat de ordelijkheid en het vegen betreft. „Nu, ja mijnheer wat dat aan gaat. ik moet bekennen dat ik daar wat schuld aan heb, maar er is ook zooveel te doen in het huishouden als er de vrouw alléén voor staat „Ztker, vrouwtje, dal begrijp ik volkomen. Maar tracht uw huis zoo aantrekkelijk mogelijk te maken voor uw man. Een werkman is aan zijn huis gehechtmaar hij wil het proper hebben en alles smaakvol ge rangschikt de kleeren goed gevouwen en geborsteld alles op zijn plaats in de kast, de haard schoon gevaagd de kinderen gewasschen en gekamd, zoodat ze vader bij 't binnenkomen om den hals kunnen vliegenen dan een welverzorgd avondmaal. Want vrouwtje, vergeet nooit, dat de kwestie van het huiselijk geluk en den huiselijken vrede voor een deel eene maagkwestie is." zij niets meer op te zeggen en toen zeide zij, dat mijn grootva der ook naar de nieuwe godsdienst was overgegaan en dit heeft mij erg bedroefd. Het is wel treurig, mijn kind. dat hij de protcstantsche gods dienstoefeningen bijwoont, maar in zijn hart is en blijft hij tocli katholiek en hij doet veel goed aan de armen van Blainsco Hall Gij moet dagelijks bidden, dat God hem wederom de genade der bekeering schenke, zei Lady Wort- hington. Toen zweeg zij, ontroerd zag zij met droefgeestige blik naar het landschap, belicht door de ondergaande winterzon. Op dit late uur hadden de troe bele wolken zich een oogenblik geopend en een vuurroode zonne bol verrees achter het nevelach tig wolkengordijn; als een reus achtige gloeiende kogel bleef zij rusten op de verre heuvelen van Woolton. Stroomen van goud en purper goot zij over de wonderlijk 'daar heen glijdende wolkenpracht en over de vaalbleeke aarde, ontdaan van haar zomerkleed. De golven van den nabij gelegen Mersey, waarop door wind en ebbe begunstigd, eenige zei ischepen langzaam stroomafwaarts voeren, fonkelden gelijk vloeibaar metaal en de kerkvensters van de oude abdij, waarvan heden niets meer dan ruinen boven op de kruin van den Runcorn zijn overgeble Zoo even ontvingen wij, door Siberië, brieven van Mgr. Fortunatus Spruit, en Pater Quintinus Pessers. De brieven zijn gedateerd 25, 26 en 27 Juli. Over den hongersnood melden zij het volgende: Monseigneur. Zooals gij begrijpt wordt er door de christenen zeer veel gebeden om regen. Vrijdag Zaterdag en Zondag, hebben we drie plechtige biddagen gehouden met uitópJUng van hst Allerheiligste. Zondag, onder het Lof, begon het een beetje te regenen, en den vol genden dag heeft het den geheelen voormiddag geregend. De veldvruch ten stonden te verdorren, misschien dat er nu nog iets van terecht komt. De kouo, (vogeltjeszaad, het gewone voedsel van het volk) is geheel ver droogd. De oogst daarvan is geheel mislukt. P. Marsianus Dercks schrijft me zoo juist (19 Juli): Hier heeft het volk het er op gewaagd, en koren gezaaid. Niets is uitgekomen, alles is verdroogd. In den volgenden brief schrijft Monseigneur, o.a. heidenen en chris tenen trekken weg naar andere streken meest naar Mandsjoerije. Gisteren om 12 uur kwam men mij roepen, om een paar christen vrouwen te bedienen, die op weg naar genoem de streken van uitputting waren be zweken. Zij lagen een goed uur buiten Luanfu op den weg, Toen ik er aankwam, was de eene helaas reeds overleden, de andere kon ik gelukkig voor zij stierf nog het H. Oliesel toedienen. Velen sterven langs den weg, waar zich niemand om bekommert. Ook in Kao lao, bij den wereld priester Laurentius Chen, moet een ontzettende toestand heerschen. Pater Quintinus Pessers schrijft Hier is geen korrel voedsel meer te koop. Het volk verlaat de huizen en trekt naar andere streken om wat voedsel te bedelen. Mgr. Spruit besluit zijn brief met de woordenDank onze weldoeners voor den geldelijken steun, welken gij ons zondt. Wij helpen en redden er mee, wat en waar we kunnen. Giro 46316. Pater VICT. KRUITWAGEN O.F.M. Procurator Francisc. Missiebond Weert (L.) G. H. D. M. Aerts, z.b naar Heerlen, Gasthuisstr. 26. G. E. J. Janssen z.b. naar Weert, College. E. Dullers Overste-Directeur naar Noordwijkerhout. lageseade» Mdedeellagsa. Waarschuwingssignalen. Als uw organisme zelf u door pijn en kwalen, een duizelig gevoel, oor suizingen en andere stoornissen waarschuwt, dat de nieren het urine zuur en andere vergiftige stoffen niet behoorlijk uit het bloed filtreeren, dient gij u in acht te nemen, Gij kunt het spoedig genoeg zelf uit maken Let er op of gij last hebt van rugpijn, rheumatische pijnen, ischias of spit, een prikkelbaar, zenuwachtig, afgemat gevoel, een gevoel of uw ooren suizen of gonzen, te vaak of te weinig aandrang tot urineeren, troebel, te donker of te licht gekleurd water. Brandend en pijnlijk bij de loozing. Zanderig, gruisachtig of draderig bezinksel. Elk dezer verschijnselen kan be- teekenen, dat uw nieren hulp behoe ven. Gebruik dan onmiddellijk Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Zij worden aanbevolen als het middel, dat de verzwakte nieren opwekt, de urine- loozing regelt en u bevrijdt van rugpijn, rheumatiek en die andere ellendige verschijnselen van nieraan doening. Verkrijgbaar (in glasverpakking met geel etiket let hier vooral op) bij apotheken en drogisten a f 1.75 per flacon. 34 ven, vlamde in laatste afscbeids glans. Ook Jthn bleef tenslotte stil zitten staren naar dit vreedzame vondlandscbap en eindelijk riep hij uit O, wat heeft God dit alles toch schoon gemaakt Schoon, maar vergankelijk, zei zijn moeder. Ziet gij, nu is de zon reeds bijna onder en aanstonds is de aarde weer zonder kleur en het water van de rivier weer donker en daarboven in de oude Abdij verdwijnt weer de glans uit de venstersde gouden wolken verbleeken en over een paar mi nuten is alles weer koud en grauw.... Even snel als het avond rood, verbleekt ook het geluk en de glans dezer aarde. Daarom, mijn kind, weest altijd op uw hoede, dat gij het vergankelijk schijngeluk van deze aarde niet verwisselt met het eeuwig geluk in den hemel.... De knaap blikte met zijn hel dere oogen in de oogen van zijn moeder en antwoorddeIk weet wat U zeggen wilt, moeder. Ik zal goed voor grootvader bidden, die naar de kerk van de ketters gaat om geen geldboete behoeven te betalen. Dal is goed, kind. Ga uw Oom roepen en zeg hem dat hij naar heneden kome, dan gaan wij ons avondgebed bidden. De knaap ging heen, maar kwam spoedig terug zeggende, dat Oom Ingekomen en vertrokken personen van 6 tot 13 Sept. INGEKOMEN: H. Alberts z.b, Willemsstr.2 van Nijmegen. H Lathouwers idem idem v. idem. EH M Hoedemackers. dienstbode-, JLangstraa£ van iNijmegen G J M van Lierop idem Lange- weg van Deurne. G W J Rutten smid Smakt van Wanssum. A J Vissers en echtgen. hoofd der school Leunen K 65 van Meerlo. G Wasser en echtgen. bankwerker J. L, E. Vulling s, dienstbode Gasstr. 80 van Boxmeer. P. A. v. d. Eijnde slager Hense- niusstr. van Venlo H, A. Staps broeder, Stationsweg 14 van Selzaete. H Gerichhauzen, verpleger idem van Bergeu. C. A. Hermans, kloosterzuster Eindstr. 10 van Hoelen, F. Schloes. idem Overloonscheweg van Tegelen. W. Hageman, letterzetter Langstr. 12 van Amsterdam. VERTROKKEN A. H. M. Winters, z.b, naar Weert. College. M. A. J. Winters idem naar Echt. Pensionaat. M. C. van Hoorde, religieuse naar naar Noordwijk. M. de Frainpont, idem naar idem J. Willems schilder naar Deurne. Thomas door een achterpoortje- naar een zieke in Warrington gegaan was. Toen baden zij te- samen in de avondschemering voor de arme zielen der zondaars en van het vagevuur. Daarna stak zijn moeder een waskaars aan en de kleine John moest uit een oud legendeboek het een en ander voorlezen. Zoo zal er ongeveer een half uur verloopen zijn, toen zij in hun lezing gestoord werden door de aankomst van een vreem deling. Wie kan dat zijn riep John en ijlde naar het vensier om te zien. Een eenzaam ridder, in een dichte mantel gehuld, hield stil bij het ijzeren hek voor den hof. Een dienaar deed het hek open en toen de man door de reeds donkere hoftuin reed, viel uit een der vensters van de hal een lichtstraal op zijn gelaat en belichtte de trekken van den grijzen Heer van Blainsco Hall. Het is grootvader, riep John, en ik dacht nog wel dat net een spion was. Hij is het werkelijk, bevestigde de moeder verbaasd. Kom John, we zullen hem tege moet gaan. Neen, mama, ik zal voor hem bidden, maar zoolang hij naar de Protcstantsche Kerk gaat, mag ik hem niet begroeten. De oude Martha heeft ook al gezegd, dat hij zelfs in staat is om onzen goeden Oom, die toch zijn eigen zoon is, aan de gerechtsdienaren Het Hollandsche vee was al be kend in de eerste tijden van onze jaartelling. Holland en Friesland met hun natuurlijke weiden waren uit den aard der zaak op de veeteelt aangewezen. Uit de geschiedenis vernemen we, dat de Friezen aan de Romeinen als schatting dieren huiden moesten leveren. En dat de veeteelt ook in latere tijden werke lijk van veel beteekenis was, blijkt wel hieruit, dat in het jaar 1624 op de markt te Enkhuizen 11,769 ossen verkocht werden. En dat men ook dieren wist te fokken met wat vleesch om de botten, leert ons het feit uit het jaar 1568, toen een os het res pectabele gewicht bereikte van 30C0 pond. Wat de melkopbrengst betreft, deze mocht er ook zijn. Hierom trent vermeldt Reinders omstreeks 1780 „In Holland geven de beste melkkoeien in de beste streken, naar behooren behandeld wordende, in de eerste drie maanden, nadat ze gekalfd hebben, omtrent 70 Deut sche koppen (35 L.), in Friesland acht en twintig mingelen (27 L.) en in Groningerland, mede op de beste wijze behandeld zijnde, twintig kroezen (26 L.) in 24 uren". Ziekten en andere omstandigheden veroorzaakten soms een sterke ver mindering van den veestapel, maar enkele gunstige jaren waren vol doende om het aantal op de vroegere sterkte terug te brengen. In onze provincie is in vroeger tijden de veestapel alleen van be teekenis geweest op de rivierklei van de Maas. Op de zandgronden werd wel vee gehouden uit nood zaak, omdat zonder stalmest toen gewoon niet te boeren was. In de jaren 1870 begonnen door de groote aanvoeren uit Rusland en Amerika de graanprijzen hier te lande te dalen, en dit bereikte in de jaren 1890 een zoodanig peil, dat de graanbouw onmogelijk met winst kon gedreven worden. Dit had tengevolge een vermeerdering van den veestapel, ook op de zand gronden, omdat men door 't gebruik gewassen kon verbouwen. Als 't nijpt, leert men elkanders hulp het beste waardeeren. Zoo kwam er een drang naar samen werking, en de negentiger jaren zagen ook in Limburg de eerste zuivelfabrieken ontstaan, die nu al gemeen over de Limburgsche lan douwen verdeeld zijn. Een zeer belangrijk feit in de ge schiedenis van de rundveeteelt in ons land is de oprichting van het Nederlandsche Rundvee-Stamboek (kortweg N.R.S.) in het jaar 1874. Deze vereeniging stelde zich ten doel„Het aanleggen, bijhouden en druk uitgeven van stamregisters voor uitmuntend, aan de leden toe- behoorend en in Nederland gehou den rundvee, voorts het bevorderen van al wat tot verbetering van den veestapel strekken kan." Aanvankelijk werd deze vereeni ging met een schuin oog aangezien en maakte ze weinig opgang. Toen echter een sterke vraag naar goed fokvee van bekende afstamming uit het buitenland kwam, vooral uit Duitschland en Noord-Amerika, over te leveren als hij maar kon. Dit mag de oude Martha niet zeggen, ik beveel u dat ge hem heel vriendelijk de hand moet reiken en nu, kom mede,, Hel speet Lady Worthinglon zeer. dat haar verwijdering van Blainsco Hall den ouden man nog meer had verbitterd in plaats van hem lot inkeer te brengen. Zij had zich daarom voorgenomen hem zoo vriendelijk mogelijk te ontvangen. Met den knaap aan haar hand ging zij hem tegemoet en groette hem met een Welkom in San key House Welkom vroeg de grijsaard ongeloovig. Is een ketter'sche schoonvader, met wien men niet meer onder één dak wil wonen, dar nog welkoni hier in dit huis? Doe geen moeite, Mylady, spaar uw mooie woorden. Ik heb ook heusch niet uit pure hoffelijkheid dien langen weg door weer en wind gemaakt, weet dit wel. Ik weet, dat gij uil liefde, of schoon uit verkeerd begrepen liefde, tot ons den stap deed, welken wij zoozeer betreuren, hernam de edelvrouw. Gaat nu een oogenblik, na die vermoeiende ril, bij het vuur zitten en laat ik U nu eens een flinke beker warme wijn inschenken, zei de Lady zoo hartelijk mogelijk. De grijsaard ging zonder een woord te zeggen bij het vuur zitten en de rosse gloed belichtte 'met haar schelle kleuren de ge-

Peel en Maas | 1929 | | pagina 7