weed© Blad van nPEEL EN MAAS"
Grootvader
en kleinzoon.
it ttenray's
Archieven
FEUILLETON
Zijn ze zoo?
De
hongersnood
Zuid-Shansi.
in
Goed vee.
ATERDAQ 21 SEPTEMBER 1929
Vijftigste Jaargang No. 38
door A. F. VAN BEURDEN.
De heerlijkheid Oirlo.
In het jaar 1619 werd het
noodig, dat Oirlo, 't welk van
oude tijden af een parochiekerk
had en een eigen heerlijkheid,
opgemeten werd en dat daarvan
een totaal overzicht kwam, opdat
ieder eigenaar een gerecht aan
deel in de belastingen bijdroeg.
Leonards Hanrijcker Verschuren,
de landmeter, zou dat bezorgen
en hij mat de landerijen binnen
de graven en heggen, terwijl
hij de wegen en voetpaden er
buiten liet en zegt hij in
zijn rapport mat hij alles met
verwaarloozing van de voeten
en kleinere maat, omdat de
boeren weinig goede scheipa'en
tusschen hunne landerijen hadden
liggen, een gebrek, dat nog
bestaat.
De grootste erven, berekend
in morgens, waren o.a. Ie. Oirlo.
Oijske Simons, hofstad toe
komende aan de kerk van Oirlo
7i/« morgen.
Seger Allarts hofstad mitte weij
en landt end -14i/s morgen.
Jan Allarts hofstat neffen Peter
Dimus 7i/s morgen.
Peter Dimus hofstat mitte betue
in de heide 36imorgen.
Hencken Oeurts hofstat, de
Bremmenkamp, het Hagelcruitz
enz. 39 morgen
Jan Willem Custers, stuk a.d.
Loeweert, het Haechstuk 28 m.
Thijs Theuskens goet 21 m.
Merijke Weerckens hofstad!
mitten Bosch, den Acker 35 m.
Wyllem op de Bogaerts hof
stat 16 morgen
Gerard Pastors erf 12i/s morgen
Jan van Actenborchs hofstat,
Jutte kamp. Lorlheijster 30 morgen
Hendrik Claes Verschuerens
hofstat 16i/t morgen.
Pastoor van Oirlo a.d. trap
straat, den Winckel 19 morgen
Jacob Koenen hofstat mitte
weij 29 morgen
Peter Rutgens hofstat mitte
weij 23i/« morgen.
Schuerens hofstatt van Geijs-
teren 29 morgen,
Pannekoeks goet van Pastoor
van Oirlo 35 morgen.
Art, Hendricks Op Zandt 24
morgen.
Herman Hermenskens Ingen-
Santssone 22 morgen.
Kertsgen Simons hofstat 17i/s
morgen.
Hendrik Hebben hofstatt 15
morgen.
2e. Cleijn Oirlo.
Thijs van Issum hofstatt, op
Klein Sumels enz. 26 morgen.
Jan Hebben hofstatt, op Baer-
lant enz. 34 mcrgen.
Seger van Loms hofstatt, aan
de Roeybeeck, op den graef-
akker 48 morgen.
Jan Henskens hofstatt, op gen
Hultgens Zaet, enz. 28 morgen.
Coen Drussens, Driessenhof
(Treffend historisch-romantisch
verhaal uit de tijden van de
Katholieken-vervolging in Enge
land onder koningin Elizabeth).
Vrij naar het Duitsch door B.B.
Zoo zat nu de edelvrouw in die
behagelijke stemming, welke het
bewustzijn van vervulde plicht
schenkt, gemoedelijk pratend met
haar kind voor het venster.
John, de blonde krullenkop,
met zijn trouwe, blauwe oogen
vleide zich zich tegen zijn moeder
aan en vertelde haar, hoe goed
hij zijn werk gemaakt had en
dat zijn oom erg tevreden over
hem was. Vandaag had hij nog
een heele veldslag uit Cornelius
Nepos vertaald, iets waar zijn
Heeroom niet weinig verbaasd
over stond.
Toen vertelde hij zijn moeder
de geschiedenis van den Griek-
schen Pausanias en sloot zijn ver
telling met de volgende woorden:
Ziet u, moeder, dat vind ik
zoo verschrikkelijk, dat die man
zoo'n leelijke verrader was. Dit
mitte camp, aen de Loeij 36 m.
Peter Engelborchs idem idem
36 morgen.
Jan Verberks hofstatt idem 45
morgen.
De Kerkenhof, Stryeacker, de
Eyckacker enz. 24 morgen.
Wanneer men nu eens ziet,
hoe groot eene boerderij met
land en wei door elkander was,
dan behoorde tot het bedrijf
gemiddeld 25 morgen of onge
veer 7 hectaren. Doordat de
grond over het algemeen schraal
was, moest men goed mesten en
was men op stalmesf aangewezen.
Men kon dien moeielijk voor
een grooter aantal morgens be
komen. De kunstmest heef! daarin
verandering gebracht.
Oirlo's onafhankelijkheid.
Een bewijs van de zelfstandig
heid van Oirlo en van de over
tuiging van Scholtis, schepenen
er, gezworenen, dat zij deze
moesten verdedigen, ais zij die
bedreigd of geschonken achtten,
is zoo menig proces, dat Oirlo
tegen het vee! machtiger Venray
over de grenzen voerde.
Baron Schellardt van Obben-
dorp, heer van Geijsteren, Oirlo
en Oostrum, stond hen daartoe
bij. Ook Horst was Oirlo tame
lijk verdacht. Men had het ge
woonlijk over de limiet of grens
scheiding. Men procedeerde voor
het Hof van Roermond over de
zaak omstreeks 1640 en de
Oirloschen gaven als grens de
volgende richtingen op.
Men begon aan het Erf van
Peier Verblackt, een Venraysche,
dat voor lange jaren met toe
slemming van Oirlo van de heide
afgegraven was, en dat ook
tienden onder Oirlo betaalde, dan
volgt het stuk van Kerstgen
Simons, vervolgens het stuk,
daar voor jaren het Blaeten huis
of huis der Melaetschen siond,
dan bij het huis van den
gerichisbode van Oirlo Steven
van Dael, het stuk van doktor
Pannekoeck in 1557 door dezen
verkregen, de huisplaets ge
naamd Aengeneindt Peeter
Denisstn Beetens Wercken
Derks kamp Anna Hebben
dan een stuk, waar men van
Venray daartoe gelast, het paard
van den bode van Oirlo in
beslag nam, maar weer terug
moest brengen en ten slotte
eene afscheiding van heuvelkens
en een weijde met het hagel
kruis.
Oirlo wees alles zeer nauw
keurig aan en Venray en ook
Horst moesten op verschillende
punten toegeven, 't Wasjammer.
dat de processen destijds ook al
zooveel geld kostten en zoolang
duurden. De rechtskundige raads
lieden voeren er het beste bij.
(Wordt vervolgd.)
„Zeg mij eens, beste vriend,
waarom laat ge uwe vrouw en
kinderen thuis alleen zitten,
terwijl gij alle avonden door
brengt in de herberg om te
kaarten en te drinken
„Luister, mijnheer. Mijn vrouw
en mijn huis hangen me de
keel uit. Nu weet ge 't allemaal
in eens, of wilt ge meer bijzon
derheden mijn vrouw kent
geen orde. Nooit is het eten
gereed op een vast uur, altijd
te vroeg of te laat, als ik van
mijn werk kom is de soep of
te koud of te heet, het vleesch
taai als zoolleer of verbrand als
houtskool. Op andere dagen is
er niets gereed, dan moei ik een
gansch of een half uur wachten,
alvorens de tafel gedekt wordt.
Oij zult me toegeven, dat zoo
iets niet plezierig is voor iemand
die hard moet werken en met
een leege maag naar huis komt.
Maar dat is nog niet alles. Heel
't huis staat 't onderste boven
het linnengoed slingert over
tafels, stoelen en beelden, de
kleeren zitten vol stof. en slijk,
spatten, de kinderen loopen rond
vuil en ongekamd 't is soms
smerig om van fe walgen. En
eindelijk om mijn humeur heele-
maal te doen verliezen, nauwe
lijks heb ik me rustig aan 't
vuur neergezet om op rrijn ge
mak de gazet te lezen en een
pijpken te rooken of mijn vrouw
denkt er aan dat ze het huis nog
niet geveegd heeft. Dan pak! ze
den bezem en op mijn eerewoord,
ik geloof dal ze 'e er op aan
legt om mij zooveel mogelijk
slof en vuiligheid toe te werpen.
Natuurlijk dat ik dan uit mijn
sloffen schiet, dan oordeel ik 't
maar beter naar de herberg te
gaan, in plaals van me thuis zoo
te laten mishandelen, zie mijn
heer, dat is mijn geval
De vrouw valt in
Mijn man zegt u niet alles
mijnheer, ik zal u de rest van
de geschiedenis vertellen.
Hij beschuldigt mij, dat ik met
het eten nooit op tijd gereed
ben maar hoe is dat mogelijk
voor zoo iemand als hij om
de eenvoudige reden, dat ik op
geen stukken na kan weten,
wanneer hij thuis komt.
Hij verlaat de fabriek om 6
uur, dat is waar, maar dan loopt
hij te slenteren met zijn vrienden
of wel gaal plakken In tie ner-
berg. Dikwijls wordt het 7 of 8
uur eer hij thuis is. Is 't dan
mijn schuld, als het eten koud
wurdt en het vieesch verbrandt
Maar het is altijd hetzelfde
deuntjewij vrouwen hebben
altijd ongelijk. Het mansvolk is
volmaakt, wij vrouwen hebben
alle gebreken
Kom, kom, vrouwtje, bedaar
u een beetje. Het is onwaar, dat
de vrouwen altijd ongelijk hebben
dat er moeilijkheden zijn in het
huishoudenen gij verdedigt
uwe zaak nog zoo slecht niet.
Uw man doet in elk geval
verkeerd, als hij na zijn werk
niet onmiddehijk naar huis komt
en nog verkeerder doet hij, als
hij met zijn kameraden in de
herberg zijn geld gaat verkwis
ten. Maar als hij nu eens belooft
zich te beteren en voortaan na
't werk recht naar huis te komen,
zorg gij dan, dat er altijd voot
hem een smakelijk avondmaal
op eene propere tafel staat en
is afschuwelijk, vindt u ook niet?
En het ergert mij altijd nog als
ik denk aan die slechte Koningin
in Londen, die
Maar, John, hoe durft gc
zoo iets te zeggen Zij is en blijft
onze koningin en zoover als ons
geweten het toelaat, moeten wij
ook aan haar gehoorzamen, zeide
de moeder.
Ach, moeder, ik weet wel,
dal ik dit niet mag zeggen tegen
over de menschen, maar tegen u
mag ik het toch wel zeggen. Laat
zij onze priesters dan niet marte
len En onzen lieven oom zou
zij gewis ook laten ophangen en
vierendeeien, als zij hom te pak
ken kon krijgen, verdedigde zich
de knaap en nogmaals zei hij
en dat ergert mij liet meest, dat
zij ons katholieken verraders
noemt. Maar, nietwaar, moeder
wij zijn geen verraders!
Dit zijn wij zeker niet, lief
kind, zei de moeder glimlachend.
We hebben onze rechtmatige ko
ningin en ons huis van harte
lief.
Dit heb ik heden tegen Jo-
sua van den pachter ook nog ge
zegd en toen kwam zij wederom
voor den dag met, dat wij de
wetten van de koningin niet op
volgden. Toen heb ik heb ik haar
geantwoord, dat wij aan God meer
moeten gehoorzamen dan aan de
menschen. De Maehabeesche broe
ders en de andere martelaren
hebben ook zoo gedaan. Daar wist
juist op 't uur.
Oe kunt niet gelooven, dat er
zoo'n groot verband bestaat
tusschen de maag en 't humeur.
Hebt gij na een flinken maaltijd
ooit uw man in colère zien
schieten als de maag tevreden
is, is meestal heel de mensch
tevreden niet geneigd tot gram
schap, maar veeleer geneigd,
alles van den goeden kant op
te nemen. Tracht daarom alles
in 't werk te stellen om uw
man zoo spoedig mogelijk den
weg naar de kroeg te doen ver
geten.
En wat de ordelijkheid en het
vegen betreft.
„Nu, ja mijnheer wat dat aan
gaat. ik moet bekennen dat ik
daar wat schuld aan heb, maar
er is ook zooveel te doen in
het huishouden als er de vrouw
alléén voor staat
„Ztker, vrouwtje, dal begrijp
ik volkomen. Maar tracht uw
huis zoo aantrekkelijk mogelijk
te maken voor uw man.
Een werkman is aan zijn huis
gehechtmaar hij wil het proper
hebben en alles smaakvol ge
rangschikt de kleeren goed
gevouwen en geborsteld alles op
zijn plaats in de kast, de haard
schoon gevaagd de kinderen
gewasschen en gekamd, zoodat
ze vader bij 't binnenkomen om
den hals kunnen vliegenen
dan een welverzorgd avondmaal.
Want vrouwtje, vergeet nooit,
dat de kwestie van het huiselijk
geluk en den huiselijken vrede
voor een deel eene maagkwestie
is."
zij niets meer op te zeggen en
toen zeide zij, dat mijn grootva
der ook naar de nieuwe godsdienst
was overgegaan en dit heeft mij
erg bedroefd.
Het is wel treurig, mijn kind.
dat hij de protcstantsche gods
dienstoefeningen bijwoont, maar
in zijn hart is en blijft hij tocli
katholiek en hij doet veel goed
aan de armen van Blainsco Hall
Gij moet dagelijks bidden, dat
God hem wederom de genade der
bekeering schenke, zei Lady Wort-
hington. Toen zweeg zij, ontroerd
zag zij met droefgeestige blik
naar het landschap, belicht door
de ondergaande winterzon.
Op dit late uur hadden de troe
bele wolken zich een oogenblik
geopend en een vuurroode zonne
bol verrees achter het nevelach
tig wolkengordijn; als een reus
achtige gloeiende kogel bleef zij
rusten op de verre heuvelen van
Woolton.
Stroomen van goud en purper
goot zij over de wonderlijk 'daar
heen glijdende wolkenpracht en
over de vaalbleeke aarde, ontdaan
van haar zomerkleed.
De golven van den nabij gelegen
Mersey, waarop door wind en
ebbe begunstigd, eenige zei ischepen
langzaam stroomafwaarts voeren,
fonkelden gelijk vloeibaar metaal
en de kerkvensters van de oude
abdij, waarvan heden niets meer
dan ruinen boven op de kruin
van den Runcorn zijn overgeble
Zoo even ontvingen wij, door
Siberië, brieven van Mgr. Fortunatus
Spruit, en Pater Quintinus Pessers.
De brieven zijn gedateerd 25, 26
en 27 Juli.
Over den hongersnood melden zij
het volgende:
Monseigneur. Zooals gij begrijpt
wordt er door de christenen zeer
veel gebeden om regen. Vrijdag
Zaterdag en Zondag, hebben we drie
plechtige biddagen gehouden met
uitópJUng van hst Allerheiligste.
Zondag, onder het Lof, begon het
een beetje te regenen, en den vol
genden dag heeft het den geheelen
voormiddag geregend. De veldvruch
ten stonden te verdorren, misschien
dat er nu nog iets van terecht komt.
De kouo, (vogeltjeszaad, het gewone
voedsel van het volk) is geheel ver
droogd. De oogst daarvan is geheel
mislukt.
P. Marsianus Dercks schrijft me
zoo juist (19 Juli): Hier heeft het
volk het er op gewaagd, en koren
gezaaid. Niets is uitgekomen, alles is
verdroogd.
In den volgenden brief schrijft
Monseigneur, o.a. heidenen en chris
tenen trekken weg naar andere streken
meest naar Mandsjoerije. Gisteren
om 12 uur kwam men mij roepen,
om een paar christen vrouwen te
bedienen, die op weg naar genoem
de streken van uitputting waren be
zweken. Zij lagen een goed uur
buiten Luanfu op den weg, Toen
ik er aankwam, was de eene helaas
reeds overleden, de andere kon ik
gelukkig voor zij stierf nog het H.
Oliesel toedienen. Velen sterven
langs den weg, waar zich niemand
om bekommert.
Ook in Kao lao, bij den wereld
priester Laurentius Chen, moet een
ontzettende toestand heerschen.
Pater Quintinus Pessers schrijft
Hier is geen korrel voedsel meer te
koop. Het volk verlaat de huizen
en trekt naar andere streken om
wat voedsel te bedelen.
Mgr. Spruit besluit zijn brief met
de woordenDank onze weldoeners
voor den geldelijken steun, welken
gij ons zondt. Wij helpen en redden
er mee, wat en waar we kunnen.
Giro 46316.
Pater VICT. KRUITWAGEN
O.F.M.
Procurator Francisc. Missiebond
Weert (L.)
G. H. D. M. Aerts, z.b naar
Heerlen, Gasthuisstr. 26.
G. E. J. Janssen z.b. naar Weert,
College.
E. Dullers Overste-Directeur naar
Noordwijkerhout.
lageseade» Mdedeellagsa.
Waarschuwingssignalen.
Als uw organisme zelf u door pijn
en kwalen, een duizelig gevoel, oor
suizingen en andere stoornissen
waarschuwt, dat de nieren het urine
zuur en andere vergiftige stoffen niet
behoorlijk uit het bloed filtreeren,
dient gij u in acht te nemen, Gij
kunt het spoedig genoeg zelf uit
maken
Let er op of gij last hebt van
rugpijn, rheumatische pijnen, ischias
of spit, een prikkelbaar, zenuwachtig,
afgemat gevoel, een gevoel of uw
ooren suizen of gonzen, te vaak of
te weinig aandrang tot urineeren,
troebel, te donker of te licht gekleurd
water. Brandend en pijnlijk bij de
loozing. Zanderig, gruisachtig of
draderig bezinksel.
Elk dezer verschijnselen kan be-
teekenen, dat uw nieren hulp behoe
ven. Gebruik dan onmiddellijk Foster's
Rugpijn Nieren Pillen. Zij worden
aanbevolen als het middel, dat de
verzwakte nieren opwekt, de urine-
loozing regelt en u bevrijdt van
rugpijn, rheumatiek en die andere
ellendige verschijnselen van nieraan
doening.
Verkrijgbaar (in glasverpakking
met geel etiket let hier vooral
op) bij apotheken en drogisten a
f 1.75 per flacon. 34
ven, vlamde in laatste afscbeids
glans.
Ook Jthn bleef tenslotte stil
zitten staren naar dit vreedzame
vondlandscbap en eindelijk riep
hij uit
O, wat heeft God dit alles
toch schoon gemaakt
Schoon, maar vergankelijk,
zei zijn moeder. Ziet gij, nu is de
zon reeds bijna onder en aanstonds
is de aarde weer zonder kleur en
het water van de rivier weer
donker en daarboven in de oude
Abdij verdwijnt weer de glans uit
de venstersde gouden wolken
verbleeken en over een paar mi
nuten is alles weer koud en
grauw.... Even snel als het avond
rood, verbleekt ook het geluk en
de glans dezer aarde. Daarom,
mijn kind, weest altijd op uw
hoede, dat gij het vergankelijk
schijngeluk van deze aarde niet
verwisselt met het eeuwig geluk
in den hemel....
De knaap blikte met zijn hel
dere oogen in de oogen van zijn
moeder en antwoorddeIk weet
wat U zeggen wilt, moeder. Ik
zal goed voor grootvader bidden,
die naar de kerk van de ketters
gaat om geen geldboete behoeven
te betalen.
Dal is goed, kind. Ga uw Oom
roepen en zeg hem dat hij naar
heneden kome, dan gaan wij ons
avondgebed bidden.
De knaap ging heen, maar kwam
spoedig terug zeggende, dat Oom
Ingekomen en vertrokken
personen
van 6 tot 13 Sept.
INGEKOMEN:
H. Alberts z.b, Willemsstr.2 van
Nijmegen.
H Lathouwers idem idem v. idem.
EH M Hoedemackers. dienstbode-,
JLangstraa£ van iNijmegen
G J M van Lierop idem Lange-
weg van Deurne.
G W J Rutten smid Smakt van
Wanssum.
A J Vissers en echtgen. hoofd
der school Leunen K 65 van Meerlo.
G Wasser en echtgen. bankwerker
J. L, E. Vulling s, dienstbode
Gasstr. 80 van Boxmeer.
P. A. v. d. Eijnde slager Hense-
niusstr. van Venlo
H, A. Staps broeder, Stationsweg
14 van Selzaete.
H Gerichhauzen, verpleger idem
van Bergeu.
C. A. Hermans, kloosterzuster
Eindstr. 10 van Hoelen,
F. Schloes. idem Overloonscheweg
van Tegelen.
W. Hageman, letterzetter Langstr.
12 van Amsterdam.
VERTROKKEN
A. H. M. Winters, z.b, naar
Weert. College.
M. A. J. Winters idem naar Echt.
Pensionaat.
M. C. van Hoorde, religieuse naar
naar Noordwijk.
M. de Frainpont, idem naar idem
J. Willems schilder naar Deurne.
Thomas door een achterpoortje-
naar een zieke in Warrington
gegaan was. Toen baden zij te-
samen in de avondschemering
voor de arme zielen der zondaars
en van het vagevuur. Daarna stak
zijn moeder een waskaars aan en
de kleine John moest uit een oud
legendeboek het een en ander
voorlezen. Zoo zal er ongeveer
een half uur verloopen zijn, toen
zij in hun lezing gestoord werden
door de aankomst van een vreem
deling.
Wie kan dat zijn riep John
en ijlde naar het vensier om
te zien. Een eenzaam ridder, in
een dichte mantel gehuld, hield
stil bij het ijzeren hek voor den
hof. Een dienaar deed het hek
open en toen de man door de
reeds donkere hoftuin reed, viel
uit een der vensters van de hal
een lichtstraal op zijn gelaat en
belichtte de trekken van den
grijzen Heer van Blainsco Hall.
Het is grootvader, riep John,
en ik dacht nog wel dat net een
spion was. Hij is het werkelijk,
bevestigde de moeder verbaasd.
Kom John, we zullen hem tege
moet gaan.
Neen, mama, ik zal voor hem
bidden, maar zoolang hij naar de
Protcstantsche Kerk gaat, mag ik
hem niet begroeten. De oude
Martha heeft ook al gezegd, dat
hij zelfs in staat is om onzen
goeden Oom, die toch zijn eigen
zoon is, aan de gerechtsdienaren
Het Hollandsche vee was al be
kend in de eerste tijden van onze
jaartelling. Holland en Friesland met
hun natuurlijke weiden waren uit
den aard der zaak op de veeteelt
aangewezen. Uit de geschiedenis
vernemen we, dat de Friezen aan
de Romeinen als schatting dieren
huiden moesten leveren. En dat de
veeteelt ook in latere tijden werke
lijk van veel beteekenis was, blijkt
wel hieruit, dat in het jaar 1624 op
de markt te Enkhuizen 11,769 ossen
verkocht werden. En dat men ook
dieren wist te fokken met wat vleesch
om de botten, leert ons het feit uit
het jaar 1568, toen een os het res
pectabele gewicht bereikte van 30C0
pond.
Wat de melkopbrengst betreft,
deze mocht er ook zijn. Hierom
trent vermeldt Reinders omstreeks
1780 „In Holland geven de beste
melkkoeien in de beste streken, naar
behooren behandeld wordende, in
de eerste drie maanden, nadat ze
gekalfd hebben, omtrent 70 Deut
sche koppen (35 L.), in Friesland
acht en twintig mingelen (27 L.) en
in Groningerland, mede op de beste
wijze behandeld zijnde, twintig
kroezen (26 L.) in 24 uren".
Ziekten en andere omstandigheden
veroorzaakten soms een sterke ver
mindering van den veestapel, maar
enkele gunstige jaren waren vol
doende om het aantal op de vroegere
sterkte terug te brengen.
In onze provincie is in vroeger
tijden de veestapel alleen van be
teekenis geweest op de rivierklei
van de Maas. Op de zandgronden
werd wel vee gehouden uit nood
zaak, omdat zonder stalmest toen
gewoon niet te boeren was.
In de jaren 1870 begonnen door
de groote aanvoeren uit Rusland en
Amerika de graanprijzen hier te
lande te dalen, en dit bereikte in
de jaren 1890 een zoodanig peil,
dat de graanbouw onmogelijk met
winst kon gedreven worden. Dit
had tengevolge een vermeerdering
van den veestapel, ook op de zand
gronden, omdat men door 't gebruik
gewassen kon verbouwen.
Als 't nijpt, leert men elkanders
hulp het beste waardeeren. Zoo
kwam er een drang naar samen
werking, en de negentiger jaren
zagen ook in Limburg de eerste
zuivelfabrieken ontstaan, die nu al
gemeen over de Limburgsche lan
douwen verdeeld zijn.
Een zeer belangrijk feit in de ge
schiedenis van de rundveeteelt in
ons land is de oprichting van het
Nederlandsche Rundvee-Stamboek
(kortweg N.R.S.) in het jaar 1874.
Deze vereeniging stelde zich ten
doel„Het aanleggen, bijhouden en
druk uitgeven van stamregisters
voor uitmuntend, aan de leden toe-
behoorend en in Nederland gehou
den rundvee, voorts het bevorderen
van al wat tot verbetering van den
veestapel strekken kan."
Aanvankelijk werd deze vereeni
ging met een schuin oog aangezien
en maakte ze weinig opgang. Toen
echter een sterke vraag naar goed
fokvee van bekende afstamming uit
het buitenland kwam, vooral uit
Duitschland en Noord-Amerika,
over te leveren als hij maar kon.
Dit mag de oude Martha niet
zeggen, ik beveel u dat ge hem
heel vriendelijk de hand moet
reiken en nu, kom mede,,
Hel speet Lady Worthinglon
zeer. dat haar verwijdering van
Blainsco Hall den ouden man
nog meer had verbitterd in plaats
van hem lot inkeer te brengen.
Zij had zich daarom voorgenomen
hem zoo vriendelijk mogelijk te
ontvangen. Met den knaap aan
haar hand ging zij hem tegemoet
en groette hem met een Welkom
in San key House
Welkom vroeg de grijsaard
ongeloovig. Is een ketter'sche
schoonvader, met wien men niet
meer onder één dak wil wonen,
dar nog welkoni hier in dit huis?
Doe geen moeite, Mylady, spaar
uw mooie woorden. Ik heb ook
heusch niet uit pure hoffelijkheid
dien langen weg door weer en
wind gemaakt, weet dit wel.
Ik weet, dat gij uil liefde, of
schoon uit verkeerd begrepen
liefde, tot ons den stap deed,
welken wij zoozeer betreuren,
hernam de edelvrouw. Gaat nu
een oogenblik, na die vermoeiende
ril, bij het vuur zitten en laat ik
U nu eens een flinke beker warme
wijn inschenken, zei de Lady
zoo hartelijk mogelijk.
De grijsaard ging zonder een
woord te zeggen bij het vuur
zitten en de rosse gloed belichtte
'met haar schelle kleuren de ge-