Tweed,© Blad van „FEEL EM MAAS" Uit Venray's Archieven Grootvader en kleinzoon. FEUILLETON Een Burgemeester- verkiezing in Brazilië Leven- en weers veranderingen. 2ATERDAG 31 AUGUSTUS 1929 Vijftigste Jaargang No. 35 door A. F. VAN BEURDEN. XI Vrijgestelden In 1780 behoorde Venray nog tot het Pruisisch gebied. Maar de Fransche beginselen van Vrijheid, Gelijkheid en Broeder schap drongen overat dóór. Het vo!k verlangde, dat er een eind zou komen aan de vele vrijstellingen van belastingi die de betalingen voor de overigen nog moeilijker maak ten. Ook moesten de middelklasse en de boeren voor die vrijge stelden de hand- en spandirnsten verrichten, de wegen onderhou den en alle werk verrichten, dat men „boerenzelen" noemde. Venray was rustig, maar men sloot zich aaneen en een I3tal ingezetenen dienJen een klaag schrift in ain de Regeering, dat vele huishoudingen werden, volgens de rekwestranten ten onrechte vrijgesteld. De klacht maakt ons tevens bekend met verschillende gegoe deingezetenen. Zij protesteerden tegen de vrijstellingen van le. Petrus Vermeulen, koster, tevens drijvende het kuipers- handwerk; 2e. W. Zeelen, schoolmees ter, zoutzieder, winkelier en kostgangers houdende; 3e. Doctor Raymakers, eigen huis, bedrijft de doctorije; 4e. H. Rutlée, schout van Wanssum en Oirlo, heeft herberg en houdt koeien; 5e. de weduwe van Lend, moeder van den ontfanger, houdt koeien; 6e. Heer Driessen, is geeste lijke en Principaal der Latijnsche school, houdt kostgangers; 7e. Doctor O.omen, houdt kostgangers; 8e. Ph. van den Boom, schoolmeester van de meisjes, houdt kostgangers; 9e. Jacobus Diels, molenaar, heefl een paard, doet geen hand en spandiensten; 10e. De weduwe Prinssen, houdt kostgangers, slachterij, weidt mager vee vet, slacht en verkoopt, heeft een zoon die geestelijke is; tie. De eerste burgemeesier Sweij, heeft bakkerij en houdt koeien; 12e. De tweede burgemees ter, Piet Oomen, drijft de brou werij, voerman op Antwerpen en Wesel, tapper van wijn en bier; 13e. De Secretaris der ge meente is rentmeester van den Baron van Oeijsteren, Baron Schellardt; 14e. De derde burgemeester, Arts, drijft brouwerij, paard en schapen houdende; 15e. De kerkmeester is looier en schoenmaker van professie; 16e. De armmeesterv. Kuijk is smid en handelt in hout en ijzerwerk; ^Treffend historiach-romantisch verhaal uit de tijden van de Katholieken-vervolging in Enge land onder koningin Elizabeth). Vrij naar het Duitsch door B.B. Werkelijk, genadige vrouw, waart U bevreest voor tegenwer king van mijn kont? Praditig! En daarom besloot U, in uw vrouwelijke scherpzinnigheid, den oude onaangenamen dwarskop, die de onbescheidenheid heeft een andere meening te zijn toege daan, dan al die dweepzieken naar Bradshaw llall te sturen. Waarlijk allerliefst van Ui Toen veranderde de grijsaard plotseling van toon, ging vlak voor haar staan en nep met van toorn bevende lippen: Wil gij dan met alle geweld mijn familie in het ongeluk storten? Plechtige II. Mis en eerste II. Communie in tijden als deze en daarenboven zulk een waagstuk nog overal rond gaan bazuinen, is meer dan ik van je domme dweeperij verwacht had! 17e. O. Oeraerds, wiens vrouw wijsmoeder is, houdt koebees ten; 18e. De heer Teijn, rentenier houdt een kostganger; 19e. De heer Heikop, ren tenier, heeft een kostganger, een horlogiemaker; 20e Heer baron van Mheer, geestelijke, rentenier; 21e. De heer Scholtis Oys- kens, verhuurt een zijner hui zen; 22e. W. Martens, oud-bur gemeester, doet geen hand- en spandiensten; 23e. Mathijs Arts, oud-bur gemeester, als 22; 24e. H Wijnhoven, veldschut en schoenmakersknecht. Deze zijn ook alle vrij van het maken der vestingwerken le Wesel, waartoe eiken dag 10 man op iedere 20 huishoudens moeien dienen. In andere gemeenten kregen d.ze dienstplichtigen 8 tot 10 stuiver per dag toelagen, hier niels. De gemeene man, zegt men, kan haast niet aan 't lever, blij ven, daarom vragen zij herzie ning. Gedaan 3 Mei 1789. De Pruisische regeering was vlug met haar antwoord, reeds op 10 Mei 1789 schreef zij aan de Venraysche regeerders terug: Zij wilde rader onderzoek hebben, maar berichlte alvast, dat het vanzelf sprak, dat gees telijken, doctoren, schoolmees- rers, veldschutten en renteniers, die toch voor het voordeel der inwoners werken, vrij waren. Zij wilden echter weten, waar om de koster, de schout, de mulder, de slachterse, de drie burgemeesters en den secretaris, de armmeesters en de wijsvrouw vrijgesteid waren, waarop de Venraysche regeerders wel geen goed bescheid zullen hebben kunnen geven. Eenige jaren later, toen de Franschen hier te lande kwamen, zaten allen tegelijk in den put en waren alle voorrechten ineens opgeheven. Wordt vervolgd Het onderstaande is echt ge beurd. Ondergeteekende is er zelf getuige var geweest, of schoon hij, vanwege de dreigen de messen, dolken en kogels, zoo wijs was een beetje op een afstand te blijven. In ons geliefd vaderland, dat overvloeit van boter, kaas en aardappelen, worden de burger vaders heel wijseiijk benoemd door Hare Majesteit de Koningin. Zooals gezegd in ons vorig artikel, worden in Brazilië de burgemeeslers echter gekozen door het volk, evenals bijv. in België en in meerdere landen nog hel geval is. Dat men op den vooravond an Kerstmis eenige vertrouwde buren uitnoodigt, is toch in Engeland niets ongewoons, ant woordde de dame rustig. Vertrouwde buren! riep Sir Richard. Wie kan men tegenwoor dig nog vertrouwen? Het is overigens onaangenaam genoeg dat men alle katholieke families uitnoodigt. En ze daarenboven nog in huis halen om naderhand le kunnen getuigen, hoe men in hel huis van Wortihngton, tot hoon van de wetten van hare Majesteit, openlijk Mis leest en andere dwaasheden hegaat, waa-- op de doodstraf van hoogverraad staat.l Dit Is dolzinnigheid, dat is pure waanzin.. gUw opgewondenheid veront schuldigt deze uitdrukkingen Mylord, antwoordde de dame blozend. Ik meende, datdeplechtigc herhaling van de doopbeloften, welke de eerste II. Communie voorafgaat, er toe zou bijdragen om een of andere uitgenoodigde testerken in de trouwe belijdenis van zijn geloof. Prachtig! Daaraan herken ik de zuster van den Stichter van die Engelsch Priester-Seminaries. (Zij was werkelijk een zuster van den beroemden Dr. Allen, die later om zijn verdiensten voor de Katholieke Kerk, tot kardinaal van Engeland werd benoemd). En onder de wankelenden, die in hun Zulk een burgemeester-verkie zing had er dan plaats in het jaar 1922 Ie Pirapora. Twee groote, breede boule vards, elkander kruisend in den vorm van een X, vormen de voornaamste stralen van dit zoo mooie, nieuwe stadje in de bin nenlanden van Brazilië Het lelt ongeveer 8000 bewo ners en heeft een gemeente, ongeveer zoo groot als Limburg of Brabant, met in het geheel een 15 tot 20 duizend zielen. Aan den eenen kant ligt het aan 't uiteinde van den grooten spoorweg en aan den anderen kant bij den waterval van een groote, breede rivier. Aangezien de schepen en de booten daar dus niet verder kunnen, zoo vormde het zich van lieverlede van zelf tot een havenplaatsje. Een goede 25 jaar geleden, stonden er nog slechts enkele hutten, nu is het reeds een heel modern stadje, met een mooie groote kerk, (gebouwd door de Paters Franciscanen), nog twee kleinere bijkerken, 'n prachtig zieken- en gemeente huis, theaters, warenhuizen, bioscopen, auto's, van alles is er te koop. De laatste mode van Parijs is daar geen nieuwtje meer; alles was daar al „Polka-kop", toen dit arme hoofdje van Jut, waar op de laatste jaren zooveel ge beukt is, hier in menige een voudige boerengemeente nog uit den booze was. Toen een goede twintig jaren geleden de Locomotief, volgens Braziliaansche gewoonte, veel dampend, sissend, fluitend en gillend voor 't eerst het station kwam binnenrennen en daarmee de verbinding lusschen spoor en haven een feit was, begreep de President van den Staat (zooals gezegd, zooveel als gouverneur van de provincie) dat 't plaatsje snel zou groeien. De dertig, veertig leemen hut ten, welke er stonden, waren nu juist geen heilige huisjes. Matrozen en scheepsvolk van allerlei geur en kleur, dat de rivier kwam afgezakt, allesbe halve lieve jongens, bleven daar overnachten en soms maanden lang hangen. Moord, drinkgelagen, vecht partijen waren aan de orde van den dag, een soort Amster- damsch „Zeedijkske" op zijn Braziliaansch. De gouverneur van de pro vincie zond er daarom iemand heen met dictatoriale macht en de opdracht, dat hij zich daar, als alles goed ging, maar lang zamerhand moest opwerpen als burgemeester. De man, die gezonden werd, was de juiste man op de juiste plaats. Net, delicaat opgevoed bij de Paters Salesianen, klein van stuk, maar daarom niet minder dapper. Den eersten den besten avond stapte ons burgemeestertje een van die hutten binnen, waar ze voor den zooveelsten keer aan t bakkeleien, drinken en andere dingen aan 't doen waren, die een fatsoenlijk mensch niet passen.... geloof versterkt moeten worden behoor ik zeker ook...maar neen dit ia waar ook, men kon mijom bovengonoemde redenen niet uit* noodigen. I.adij VVorthinglon antwoord de niets, een smartelijke trek kwam op haar lippen, diep ernstig zag zij Sir Richard met haar zielvolle reine oogen zwijgend aan. Deze ontweek haar blik en ging voort: liet spijt mij Myladij dat zulk een goed voorbereid en tref fend feest achterwege moet blijven; de boden -zijn reeds weg om de uilgenoodigden af le zeggen. Wellicht heb ik mij door dezen stap een weinig vergrepen aan de rechten van de huisvrouw maar blijf kalm. Dez brief, wel ken ik heden namiddag ontving en welke tevens ook de oorzaak was, dat ik zoo onverwachts terugkeerde, zal mij wel veront schuldigen. Terwijl Ladij Worlhington de haar aangeboden regels vluchtig doorlas, wierp Sir Richard zich in een leuningstoel dicht bij het vuur. Toen de dame den brief eenige minuten later wederom kalm opvouwde en hem teruggaf, vroeg hij, met een handbeweging even eens tot zitten uitnoodigend :Nu wat denkt mijn verstandige schoondochter van deze aanma nillg? Als je blieft uilscheiden, heeren De dames en heeren de laatsten tot aan de tanden toe gewapend, keken een oogenblik verbaasd naar dit kleine heertje en stonden verbaasd over zoo veel moed. Hé, wie ben jij en wat jij klonk de stem van een halfbloed reuzen-neger, met een paar messen op zij, waarmee je wel tien varkens tegelijk de ooren kon afsnijden. - Ik ben de burgemeester I en op hetzelfde oogenblik zag de neger een revolver onder zijn neus, zoo groot ais hij er nooit een gezien had. Er klonk een fluitje, drie, vier soldaten stapten naar binnen, pakten den belhamel bij zijn doorbrand en doorbruind neger- vel, wierpen hem een paar boeien om en gaven hem den volgenden dag zulk een afram meling, dat zijn eerbiedwaardige neger-ribbekasl er tien jaren later nog pijn van deed. Verder kreeg hij de bood schap mee, om voortaan wal fatsoenlijker op te treden tegen het gezag. Den volgenden dag natuurlijk groote opschudding in de hutten, zwoeren wraak enz., maar de vrees was er ingekomen en van dien dag af was het gezag van den burgervader gevestigd. De man bleek later een zeer tactisch, verstandig en recht vaardig wezen. Hij was streng, maar niet overdreven en zijn groote verdienste was, dat hij altijd op het juiste oogenblik energiek wist in te grijpen; ver der practisch katholiek en een goed, braaf huisvader; de twee laatste dingen vooral, maken een diepen indruk op een Bra ziliaan. Het plaatsje nam toe, groeide uit tot een stadje, de burger vader bestuurde alles met wijze hand was algemeen geacht en bemind en toen er genoeg kiezers waren, werd hij jaren lang ge- en herkozen tot bur gemeester. Maar de geest der duisternis, de groote onruststoker, krabde eens achter zijn duivelsooren en dacht: het gaat hier veel te goed den laatsten tijd. Mijn zaakje gaat achteruit. Ze drinken niet meer zooveel, ze steken elkaar niet meer -overhoop enz. Daar is vee' te veel rust, vrede en eendracht. Hij zon op een mid del om den vrede te verstoren, en zijn gloeiende hersens hadden al spoedig een plannetje uitge broed. Op een goeie dag blies hij nl. de Braziliaansche regeering in, dat zij een spoorwegbrug moest bouwen over de rivier, opdat de spoor ook aan den «verkant haar modernieeerende loop kon vervolgen. Ofschoon er de eerste 20 jaar nog wel geen spoorlijn 'al worden gelegd aan den over kant, omdat de eerste fatsoen lijke stopplaats een tien uur sporen ver de steppen inligt, zoo hebben ze de brug er toch maar vast neer gelegd. Het is een prachtbrug van bijna 900 meter lang, met aan de eene zijde een voetpad en aan de andere zijde 'n wagen pad. Als ze in Den Haag er ook eens zoo over dachten Die brug werd helaas echter de aanleidiug tot veel haal, nijd, twist, afgunst, politieke verdeeld heid enz. Een ingenieurtje, pas uit den dop, en niet al le best bij kas, stoomde naar Pirapora, was nog familie van familie van den burgemeester en verkeerde in de vaste overtuiging, dat een, twee drie, de bruggenbrouw aan hem zou worden opgedra gen. Maar van je familie moet je 't hebben, zeggen ze wel eens, De burgemeester vond het ingenieurtje nog niet rijp genoeg en ontbood een andere, meer op leeftijd, meer bekwaam. Het ingenieurtje woedend, zwoer gruwelijk wraak, 't Eerste wat de slimmerd deed, was van zijn doctors- en ingenieurstitel gebruik te maken, door verliefd te worden op de dochter van een schatrijken boer en grond bezitter en er mee le trouwen. Ziezoo, nu had hij geld, naam invloed enz. alles wat noodig was, om een politieke „campag ne" te beginnen, tegen zijn zoo genaamde beleediger. Van dien dag af begon de campagne tegen den burger vader. Over twee jaren waren de verkiezingen. Hij had dus alle tijd om een tegenpartij te vormen. Eerst werd zijn vrouw bewerkt, toen de familie van zijn vrouw, een tegenfanfare en tegenkrant werd opgericht, de burgervader werd op alle mogelijke manieren zoowel wat zijn particulier, als zijn openbaar leven betreft, naar beneden gehaald. De grootere lui van het stadje werden aan den pols gevoeld, hun onder bewustzijn ontwaakte. Ze hadden eigenlijk wel niets tegen den president van de gemeente, maar ze vonden toch ook, dat hij nu lang genoeg de baas had gespeeld en anderen ook eens de beurt moesten zijn. Steeds verhitter werden de gemoederen, wederzijdsche be dreigingen van moord volgden elkander op als donderslagen bij zwaar onweer enz. De bur gemeester liet zoowel vanwege eigen veiligheid, als terwillevan het algemeen belang een com mandant met een troep soldaten aanrukken. Twee, drie dagen later waren commandant en soldaten omge kocht door de tegenpartij. De burgemeester stuurde ze naar huis, verzocht een betere editie, tweede editie kwam, binnen een paar dagen weer hetzelfde spel weer naar huis en tenslotte zond de gouverneur een onom koopbare editie, die de rust daar voorloopig herstelde. De boeren uit de omliggende dorpen en gehuchten van de gemeente werden met mooie woorden en beloften gepaaid en overgehaald en eiken boer of landsman en zelfs menige vrouw en meisje, dat man of vrijer wist over te halen, om op den candidaat van de tegenpartij te stemmen, kreeg een „bonnetje" op een warenhuis in de stad, met recht om die bon in te ruilen tegen een hoed, pet, een paar schoenen, blouse of jurkje, al naar gelang ze het liefste hadden. Over bet algemeen is het boeren-geweten nog al tamelijk plooibaar, wanneer er iets te halen valt, al spoedig vonden ook zij, dat die tegenpartij een beste partij was, waar je nog wat aan had. Zoo stonden ongeveer dus de zaken op den vooravond van den beroemden verkiezingsdag in het plaatsje P. in de binnen landen van Brazilië. De tegenpartij had een groote meerderheid verkregen en het leed geen twijtel of de candidaat van het ingenieurtje (zelf durfde hij zich geen candidaat stellen) zou met een verpletterende meerderheid worden gekozen. Edoch, de Brazilianen zijn eerste siimmerikken, vooral op politiek gebied; de burgemees ter en de gemeenteraad waren nog niet van plan om op te rukken. De tegenpartij, ofschoon over veel geld beschikkend, was niet van de intellectueelste (be halve natuurlijk het ingenieurtje) en zoo gebeurde het, dat de Burgemeester den volgenden dag, niettegenstaande groote „minderheid" van stemmen, tot overstelpende woede en razernij van de tegenpartij, nogmaals officieel herkozen ,werd en uit de stembus kwam. Hoe dit komieke Braziliaan sche wonder geschiedde, hopen we een volgende keer te ver halen. B.B. Slot volgt. Om U de waarheid te zeggen had ik ze reeds veel eerder verwacht. Uw weifelende houding op den duur onhoudbaar en ronduit gezegd ben ik er eigenlijk blij om, dat gij nu eindelijk gedwongen wordt een beslissende houding aan te nemen en open lijk aan de zijde der katholieken te treden. 11a zijt gij daar blij om? Zijt gij er blij om, dat het oude geslacht der Worthinglons ten gronde gaat, riep de grijsaard en sliet het vuurijzer met zulk een kracht in het vuur, dat de von ken naar alle kanten heenvlogen. Ik verheug mij, Mylord, dal ons huis in staat wordt gesteld Jesus Christus te Jtoonen dat zij de trouw aan zijn kerk hooger acht dan alle aardsche goederen luidde het edele antwoord. Meent gij dan werkelijk, dat ik van plan ben elk jaar 3250 pond, de voor ons vastgestelde boete voor het ontvangen der Sacramenten, le betalen alleen omdat ik weigereen preek le aan hooren die niet heelcmaal Roomsch is? Denkt gij waarlijk, dat ik binnen enkele jaren het op mijn hoogen leeftijd nog zal moeten beleven om al die sclioone goe deren van mijn voorvaderen aan den bedelstaf te zien prijsgeven? En dan ten slotte zal ik volgens da wet eerst nog gegeeseld wor den. gebrand en eindelijk als een misdadiger uil Engeland gejaagd worden! Neen en nogmaals neen! Daarmee was de katholieke zaak trouwens al heel weinig gediend Laat mij uitspreken, dan zult gij zien dat ik het beter met U meen dun gij wel vermoedt. Ziet gij zelf dan niet hoe onze vijanden alleraderen in beweging brengen om de eene katholieke familie na de andere te vernieti ger. en uit te roeien? Met dit troepje verbannen bedelaars hebhen zij gemakkelijk werk gehad, maar met de Worlhington zal hun dit niet gelukken. Zoo lang ik leef, zullen ze hier geen cent boete le pakken krijgen en ik ben van meening dat ik door de ondergang van een oud katho liek geslacht tegen te houden, de Kerk nuttiger ben dan door dit beetje vasthoudendheid van dweepzieken en overspannen geesten. Luister lol het einde Myladij het is goed dal we elkan der begrijpen. Ik ben in mijn hart evengoed katholiek als gij en Uw broeder in Rheims, of schoon ik het uit .berekende en goed doordachte wijsheid den laatsten tijd niet meer zoo naar buiten toon en in de toekomst zal ik verplicht zijn het nog veel min der te laten merken. Een Fransch hoveling vroeg eens in mijn tegenwoordigheid aajgl dan met een gloeiend ijzer [den Markies rail Winchester,'hoe Even verplaats ik u naar Buenos Aires (Argentinië). We trekken Zuid-Westwaarts. Spoedig betreden wij de eindelooze vlakten der Pampas. Zooals men op den oceaan slechts den hemel en het water ziet, ziet men hier alleen den hemel en het gras. De beruchte Xoorderwind waait. Levenloos liggen heele kudden paarden en runderen op den grond. Ook de inensch is volslagen lusteloos en lijdt aan hevige hoofdpijn. Einde lijk wijst de Gaucho, de bewoner dezer streek, den reiziger naar het Zuid-Westen. De Pampero is in aantochtBoven den horizon ver heft zich een wolk, die, stijgend steeds grooter wordt en spoedig in het Zuid-Westen den geheelen horizon beslaat. Waar zich nog voor weinige minuten het diepe blauw over de grijsgele steppe welfde, verdringen nu donkere, bijna zwarte wolkenmassa's elkaar. Weldra bedekken ze den geheelen hemel. Mensch en dier herleeft, als uit een diepen slaap ontwaakt. De reiziger kan met nieuwen moed zijn weg vervolgen. We trekken noordwaarts en bevinden ons aan de oevers van één der talrijke zijrivieren van de Amazone. We komen er in den regentijd. De wouden zijn somber en donker. Dichte nê^els hangen onder het hoog verheven loofdak, langs de boomen druipt het water in kleine stralen naar beneden de talrijke bloemen openen haar hij het toch had aangelegd om bij al die verschillende regeeringen van Hendrik XII tot Elizabeth toe, steeds in de gunst van het hof te stijgen Toen gaf de Markies ljet volgend treffend antwoord Ik was een wilg en geen eik! Dit woord van dien verslandi- gen jnan heb ik mij zelf tot lijf spreuk gemaakt, ik zal mij buigen voor de onvermijdelijke storm. Als hij voorbij gewaaid is, kan ik mijn grijs hoofd wederom opheffen de trotsche eik echter, eenmaal door de storm geknakt, staat niet meer op. Daarenboven kan er elk oogenblik weer een nieuwe, meer gunstige wending komen bij de regeering tegenover de aloude Kerk. Wellicht gelukt het de gevangen Koningin van Schotland, Maria, nog zich te bevrijden en de kroon op het hoofd te zetten en dan.... dan zal d<* Kerk mij dankbaar zijn, dat ikhetschoone vermogen van ons huis niet in de schoot geworpen heb van de kettersche schatkist. En het woord van dien karukterloozeiï' Markies, die om politieke redenen viermaal van geloof verwisselde, wil een Wor- thington zich tot lijf§pr.euk r j,lff oeg ide^4y rf^rj^atotaidsew .bh

Peel en Maas | 1929 | | pagina 5