Tweed,© Blad van „FEEL EM MAAS"
Uit Venray's
Archieven
Grootvader
en kleinzoon.
FEUILLETON
Een Burgemeester-
verkiezing in Brazilië
Leven- en weers
veranderingen.
2ATERDAG 31 AUGUSTUS 1929
Vijftigste Jaargang No. 35
door A. F. VAN BEURDEN.
XI
Vrijgestelden
In 1780 behoorde Venray nog
tot het Pruisisch gebied. Maar
de Fransche beginselen van
Vrijheid, Gelijkheid en Broeder
schap drongen overat dóór.
Het vo!k verlangde, dat er
een eind zou komen aan de
vele vrijstellingen van belastingi
die de betalingen voor de
overigen nog moeilijker maak
ten.
Ook moesten de middelklasse
en de boeren voor die vrijge
stelden de hand- en spandirnsten
verrichten, de wegen onderhou
den en alle werk verrichten, dat
men „boerenzelen" noemde.
Venray was rustig, maar men
sloot zich aaneen en een I3tal
ingezetenen dienJen een klaag
schrift in ain de Regeering, dat
vele huishoudingen werden,
volgens de rekwestranten ten
onrechte vrijgesteld.
De klacht maakt ons tevens
bekend met verschillende gegoe
deingezetenen. Zij protesteerden
tegen de vrijstellingen van
le. Petrus Vermeulen, koster,
tevens drijvende het kuipers-
handwerk;
2e. W. Zeelen, schoolmees
ter, zoutzieder, winkelier en
kostgangers houdende;
3e. Doctor Raymakers, eigen
huis, bedrijft de doctorije;
4e. H. Rutlée, schout van
Wanssum en Oirlo, heeft herberg
en houdt koeien;
5e. de weduwe van Lend,
moeder van den ontfanger,
houdt koeien;
6e. Heer Driessen, is geeste
lijke en Principaal der Latijnsche
school, houdt kostgangers;
7e. Doctor O.omen, houdt
kostgangers;
8e. Ph. van den Boom,
schoolmeester van de meisjes,
houdt kostgangers;
9e. Jacobus Diels, molenaar,
heefl een paard, doet geen hand
en spandiensten;
10e. De weduwe Prinssen,
houdt kostgangers, slachterij,
weidt mager vee vet, slacht en
verkoopt, heeft een zoon die
geestelijke is;
tie. De eerste burgemeesier
Sweij, heeft bakkerij en houdt
koeien;
12e. De tweede burgemees
ter, Piet Oomen, drijft de brou
werij, voerman op Antwerpen
en Wesel, tapper van wijn en
bier;
13e. De Secretaris der ge
meente is rentmeester van den
Baron van Oeijsteren, Baron
Schellardt;
14e. De derde burgemeester,
Arts, drijft brouwerij, paard en
schapen houdende;
15e. De kerkmeester is looier
en schoenmaker van professie;
16e. De armmeesterv. Kuijk
is smid en handelt in hout en
ijzerwerk;
^Treffend historiach-romantisch
verhaal uit de tijden van de
Katholieken-vervolging in Enge
land onder koningin Elizabeth).
Vrij naar het Duitsch door B.B.
Werkelijk, genadige vrouw,
waart U bevreest voor tegenwer
king van mijn kont? Praditig!
En daarom besloot U, in uw
vrouwelijke scherpzinnigheid, den
oude onaangenamen dwarskop,
die de onbescheidenheid heeft
een andere meening te zijn toege
daan, dan al die dweepzieken
naar Bradshaw llall te sturen.
Waarlijk allerliefst van Ui Toen
veranderde de grijsaard plotseling
van toon, ging vlak voor haar
staan en nep met van toorn
bevende lippen: Wil gij dan met
alle geweld mijn familie in het
ongeluk storten? Plechtige II. Mis
en eerste II. Communie in tijden
als deze en daarenboven zulk een
waagstuk nog overal rond gaan
bazuinen, is meer dan ik van je
domme dweeperij verwacht had!
17e. O. Oeraerds, wiens vrouw
wijsmoeder is, houdt koebees
ten;
18e. De heer Teijn, rentenier
houdt een kostganger;
19e. De heer Heikop, ren
tenier, heeft een kostganger, een
horlogiemaker;
20e Heer baron van Mheer,
geestelijke, rentenier;
21e. De heer Scholtis Oys-
kens, verhuurt een zijner hui
zen;
22e. W. Martens, oud-bur
gemeester, doet geen hand- en
spandiensten;
23e. Mathijs Arts, oud-bur
gemeester, als 22;
24e. H Wijnhoven, veldschut
en schoenmakersknecht.
Deze zijn ook alle vrij van
het maken der vestingwerken
le Wesel, waartoe eiken dag 10
man op iedere 20 huishoudens
moeien dienen.
In andere gemeenten kregen
d.ze dienstplichtigen 8 tot 10
stuiver per dag toelagen, hier
niels.
De gemeene man, zegt men,
kan haast niet aan 't lever, blij
ven, daarom vragen zij herzie
ning.
Gedaan 3 Mei 1789.
De Pruisische regeering was
vlug met haar antwoord, reeds
op 10 Mei 1789 schreef zij aan
de Venraysche regeerders terug:
Zij wilde rader onderzoek
hebben, maar berichlte alvast,
dat het vanzelf sprak, dat gees
telijken, doctoren, schoolmees-
rers, veldschutten en renteniers,
die toch voor het voordeel der
inwoners werken, vrij waren.
Zij wilden echter weten, waar
om de koster, de schout, de
mulder, de slachterse, de drie
burgemeesters en den secretaris,
de armmeesters en de wijsvrouw
vrijgesteid waren, waarop de
Venraysche regeerders wel geen
goed bescheid zullen hebben
kunnen geven.
Eenige jaren later, toen de
Franschen hier te lande kwamen,
zaten allen tegelijk in den put
en waren alle voorrechten ineens
opgeheven.
Wordt vervolgd
Het onderstaande is echt ge
beurd. Ondergeteekende is er
zelf getuige var geweest, of
schoon hij, vanwege de dreigen
de messen, dolken en kogels,
zoo wijs was een beetje op een
afstand te blijven.
In ons geliefd vaderland, dat
overvloeit van boter, kaas en
aardappelen, worden de burger
vaders heel wijseiijk benoemd
door Hare Majesteit de Koningin.
Zooals gezegd in ons vorig
artikel, worden in Brazilië de
burgemeeslers echter gekozen
door het volk, evenals bijv. in
België en in meerdere landen
nog hel geval is.
Dat men op den vooravond
an Kerstmis eenige vertrouwde
buren uitnoodigt, is toch in
Engeland niets ongewoons, ant
woordde de dame rustig.
Vertrouwde buren! riep Sir
Richard. Wie kan men tegenwoor
dig nog vertrouwen? Het is
overigens onaangenaam genoeg
dat men alle katholieke families
uitnoodigt. En ze daarenboven
nog in huis halen om naderhand
le kunnen getuigen, hoe men in
hel huis van Wortihngton, tot
hoon van de wetten van hare
Majesteit, openlijk Mis leest en
andere dwaasheden hegaat, waa--
op de doodstraf van hoogverraad
staat.l Dit Is dolzinnigheid, dat is
pure waanzin..
gUw opgewondenheid veront
schuldigt deze uitdrukkingen
Mylord, antwoordde de dame
blozend. Ik meende, datdeplechtigc
herhaling van de doopbeloften,
welke de eerste II. Communie
voorafgaat, er toe zou bijdragen
om een of andere uitgenoodigde
testerken in de trouwe belijdenis
van zijn geloof.
Prachtig! Daaraan herken
ik de zuster van den Stichter van
die Engelsch Priester-Seminaries.
(Zij was werkelijk een zuster van
den beroemden Dr. Allen, die
later om zijn verdiensten voor de
Katholieke Kerk, tot kardinaal
van Engeland werd benoemd). En
onder de wankelenden, die in hun
Zulk een burgemeester-verkie
zing had er dan plaats in het
jaar 1922 Ie Pirapora.
Twee groote, breede boule
vards, elkander kruisend in den
vorm van een X, vormen de
voornaamste stralen van dit zoo
mooie, nieuwe stadje in de bin
nenlanden van Brazilië
Het lelt ongeveer 8000 bewo
ners en heeft een gemeente,
ongeveer zoo groot als Limburg
of Brabant, met in het geheel
een 15 tot 20 duizend zielen.
Aan den eenen kant ligt het
aan 't uiteinde van den grooten
spoorweg en aan den anderen
kant bij den waterval van een
groote, breede rivier.
Aangezien de schepen en de
booten daar dus niet verder
kunnen, zoo vormde het zich
van lieverlede van zelf tot een
havenplaatsje. Een goede 25 jaar
geleden, stonden er nog slechts
enkele hutten, nu is het reeds
een heel modern stadje, met een
mooie groote kerk, (gebouwd
door de Paters Franciscanen),
nog twee kleinere bijkerken, 'n
prachtig zieken- en gemeente
huis, theaters, warenhuizen,
bioscopen, auto's, van alles is
er te koop.
De laatste mode van Parijs is
daar geen nieuwtje meer; alles
was daar al „Polka-kop", toen
dit arme hoofdje van Jut, waar
op de laatste jaren zooveel ge
beukt is, hier in menige een
voudige boerengemeente nog
uit den booze was.
Toen een goede twintig jaren
geleden de Locomotief, volgens
Braziliaansche gewoonte, veel
dampend, sissend, fluitend en
gillend voor 't eerst het station
kwam binnenrennen en daarmee
de verbinding lusschen spoor en
haven een feit was, begreep de
President van den Staat (zooals
gezegd, zooveel als gouverneur
van de provincie) dat 't plaatsje
snel zou groeien.
De dertig, veertig leemen hut
ten, welke er stonden, waren
nu juist geen heilige huisjes.
Matrozen en scheepsvolk van
allerlei geur en kleur, dat de
rivier kwam afgezakt, allesbe
halve lieve jongens, bleven daar
overnachten en soms maanden
lang hangen.
Moord, drinkgelagen, vecht
partijen waren aan de orde van
den dag, een soort Amster-
damsch „Zeedijkske" op zijn
Braziliaansch.
De gouverneur van de pro
vincie zond er daarom iemand
heen met dictatoriale macht en
de opdracht, dat hij zich daar,
als alles goed ging, maar lang
zamerhand moest opwerpen als
burgemeester.
De man, die gezonden werd,
was de juiste man op de juiste
plaats. Net, delicaat opgevoed
bij de Paters Salesianen, klein
van stuk, maar daarom niet
minder dapper.
Den eersten den besten avond
stapte ons burgemeestertje een
van die hutten binnen, waar ze
voor den zooveelsten keer aan
t bakkeleien, drinken en andere
dingen aan 't doen waren, die
een fatsoenlijk mensch niet
passen....
geloof versterkt moeten worden
behoor ik zeker ook...maar neen
dit ia waar ook, men kon mijom
bovengonoemde redenen niet uit*
noodigen.
I.adij VVorthinglon antwoord
de niets, een smartelijke trek
kwam op haar lippen, diep ernstig
zag zij Sir Richard met haar
zielvolle reine oogen zwijgend
aan.
Deze ontweek haar blik en ging
voort: liet spijt mij Myladij dat
zulk een goed voorbereid en tref
fend feest achterwege moet blijven;
de boden -zijn reeds weg om de
uilgenoodigden af le zeggen.
Wellicht heb ik mij door dezen
stap een weinig vergrepen aan
de rechten van de huisvrouw
maar blijf kalm. Dez brief, wel
ken ik heden namiddag ontving
en welke tevens ook de oorzaak
was, dat ik zoo onverwachts
terugkeerde, zal mij wel veront
schuldigen.
Terwijl Ladij Worlhington de
haar aangeboden regels vluchtig
doorlas, wierp Sir Richard zich
in een leuningstoel dicht bij het
vuur.
Toen de dame den brief eenige
minuten later wederom kalm
opvouwde en hem teruggaf, vroeg
hij, met een handbeweging even
eens tot zitten uitnoodigend :Nu
wat denkt mijn verstandige
schoondochter van deze aanma
nillg?
Als je blieft uilscheiden,
heeren
De dames en heeren de
laatsten tot aan de tanden toe
gewapend, keken een oogenblik
verbaasd naar dit kleine heertje
en stonden verbaasd over zoo
veel moed.
Hé, wie ben jij en wat
jij klonk de stem van een
halfbloed reuzen-neger, met een
paar messen op zij, waarmee je
wel tien varkens tegelijk de
ooren kon afsnijden.
- Ik ben de burgemeester I
en op hetzelfde oogenblik zag
de neger een revolver onder zijn
neus, zoo groot ais hij er nooit
een gezien had.
Er klonk een fluitje, drie, vier
soldaten stapten naar binnen,
pakten den belhamel bij zijn
doorbrand en doorbruind neger-
vel, wierpen hem een paar
boeien om en gaven hem den
volgenden dag zulk een afram
meling, dat zijn eerbiedwaardige
neger-ribbekasl er tien jaren
later nog pijn van deed.
Verder kreeg hij de bood
schap mee, om voortaan wal
fatsoenlijker op te treden tegen
het gezag.
Den volgenden dag natuurlijk
groote opschudding in de hutten,
zwoeren wraak enz., maar de
vrees was er ingekomen en van
dien dag af was het gezag van
den burgervader gevestigd.
De man bleek later een zeer
tactisch, verstandig en recht
vaardig wezen. Hij was streng,
maar niet overdreven en zijn
groote verdienste was, dat hij
altijd op het juiste oogenblik
energiek wist in te grijpen; ver
der practisch katholiek en een
goed, braaf huisvader; de twee
laatste dingen vooral, maken
een diepen indruk op een Bra
ziliaan.
Het plaatsje nam toe, groeide
uit tot een stadje, de burger
vader bestuurde alles met wijze
hand was algemeen geacht en
bemind en toen er genoeg
kiezers waren, werd hij jaren
lang ge- en herkozen tot bur
gemeester.
Maar de geest der duisternis,
de groote onruststoker, krabde
eens achter zijn duivelsooren en
dacht: het gaat hier veel te goed
den laatsten tijd. Mijn zaakje
gaat achteruit. Ze drinken niet
meer zooveel, ze steken elkaar
niet meer -overhoop enz. Daar
is vee' te veel rust, vrede en
eendracht. Hij zon op een mid
del om den vrede te verstoren,
en zijn gloeiende hersens hadden
al spoedig een plannetje uitge
broed.
Op een goeie dag blies hij
nl. de Braziliaansche regeering
in, dat zij een spoorwegbrug
moest bouwen over de rivier,
opdat de spoor ook aan den
«verkant haar modernieeerende
loop kon vervolgen.
Ofschoon er de eerste 20 jaar
nog wel geen spoorlijn 'al
worden gelegd aan den over
kant, omdat de eerste fatsoen
lijke stopplaats een tien uur
sporen ver de steppen inligt,
zoo hebben ze de brug er toch
maar vast neer gelegd.
Het is een prachtbrug van
bijna 900 meter lang, met aan
de eene zijde een voetpad en
aan de andere zijde 'n wagen
pad.
Als ze in Den Haag er ook
eens zoo over dachten
Die brug werd helaas echter
de aanleidiug tot veel haal, nijd,
twist, afgunst, politieke verdeeld
heid enz.
Een ingenieurtje, pas uit den
dop, en niet al le best bij kas,
stoomde naar Pirapora, was nog
familie van familie van den
burgemeester en verkeerde in
de vaste overtuiging, dat een,
twee drie, de bruggenbrouw
aan hem zou worden opgedra
gen.
Maar van je familie moet je
't hebben, zeggen ze wel eens,
De burgemeester vond het
ingenieurtje nog niet rijp genoeg
en ontbood een andere, meer
op leeftijd, meer bekwaam.
Het ingenieurtje woedend,
zwoer gruwelijk wraak, 't Eerste
wat de slimmerd deed, was van
zijn doctors- en ingenieurstitel
gebruik te maken, door verliefd
te worden op de dochter van
een schatrijken boer en grond
bezitter en er mee le trouwen.
Ziezoo, nu had hij geld, naam
invloed enz. alles wat noodig
was, om een politieke „campag
ne" te beginnen, tegen zijn zoo
genaamde beleediger.
Van dien dag af begon de
campagne tegen den burger
vader. Over twee jaren waren
de verkiezingen. Hij had dus
alle tijd om een tegenpartij te
vormen.
Eerst werd zijn vrouw bewerkt,
toen de familie van zijn vrouw,
een tegenfanfare en tegenkrant
werd opgericht, de burgervader
werd op alle mogelijke manieren
zoowel wat zijn particulier, als
zijn openbaar leven betreft, naar
beneden gehaald. De grootere
lui van het stadje werden aan
den pols gevoeld, hun onder
bewustzijn ontwaakte. Ze hadden
eigenlijk wel niets tegen den
president van de gemeente,
maar ze vonden toch ook, dat
hij nu lang genoeg de baas had
gespeeld en anderen ook eens
de beurt moesten zijn.
Steeds verhitter werden de
gemoederen, wederzijdsche be
dreigingen van moord volgden
elkander op als donderslagen
bij zwaar onweer enz. De bur
gemeester liet zoowel vanwege
eigen veiligheid, als terwillevan
het algemeen belang een com
mandant met een troep soldaten
aanrukken.
Twee, drie dagen later waren
commandant en soldaten omge
kocht door de tegenpartij. De
burgemeester stuurde ze naar
huis, verzocht een betere editie,
tweede editie kwam, binnen een
paar dagen weer hetzelfde spel
weer naar huis en tenslotte
zond de gouverneur een onom
koopbare editie, die de rust
daar voorloopig herstelde.
De boeren uit de omliggende
dorpen en gehuchten van de
gemeente werden met mooie
woorden en beloften gepaaid en
overgehaald en eiken boer of
landsman en zelfs menige vrouw
en meisje, dat man of vrijer
wist over te halen, om op den
candidaat van de tegenpartij te
stemmen, kreeg een „bonnetje"
op een warenhuis in de stad,
met recht om die bon in te
ruilen tegen een hoed, pet, een
paar schoenen, blouse of jurkje,
al naar gelang ze het liefste
hadden.
Over bet algemeen is het
boeren-geweten nog al tamelijk
plooibaar, wanneer er iets te
halen valt, al spoedig vonden
ook zij, dat die tegenpartij een
beste partij was, waar je nog
wat aan had.
Zoo stonden ongeveer dus de
zaken op den vooravond van
den beroemden verkiezingsdag
in het plaatsje P. in de binnen
landen van Brazilië.
De tegenpartij had een groote
meerderheid verkregen en het
leed geen twijtel of de candidaat
van het ingenieurtje (zelf durfde
hij zich geen candidaat stellen)
zou met een verpletterende
meerderheid worden gekozen.
Edoch, de Brazilianen zijn
eerste siimmerikken, vooral op
politiek gebied; de burgemees
ter en de gemeenteraad waren
nog niet van plan om op te
rukken. De tegenpartij, ofschoon
over veel geld beschikkend, was
niet van de intellectueelste (be
halve natuurlijk het ingenieurtje)
en zoo gebeurde het, dat de
Burgemeester den volgenden
dag, niettegenstaande groote
„minderheid" van stemmen, tot
overstelpende woede en razernij
van de tegenpartij, nogmaals
officieel herkozen ,werd en uit
de stembus kwam.
Hoe dit komieke Braziliaan
sche wonder geschiedde, hopen
we een volgende keer te ver
halen. B.B.
Slot volgt.
Om U de waarheid te zeggen
had ik ze reeds veel eerder
verwacht. Uw weifelende houding
op den duur onhoudbaar en
ronduit gezegd ben ik er eigenlijk
blij om, dat gij nu eindelijk
gedwongen wordt een beslissende
houding aan te nemen en open
lijk aan de zijde der katholieken
te treden.
11a zijt gij daar blij om?
Zijt gij er blij om, dat het oude
geslacht der Worthinglons ten
gronde gaat, riep de grijsaard en
sliet het vuurijzer met zulk een
kracht in het vuur, dat de von
ken naar alle kanten heenvlogen.
Ik verheug mij, Mylord, dal
ons huis in staat wordt gesteld
Jesus Christus te Jtoonen dat zij
de trouw aan zijn kerk hooger
acht dan alle aardsche goederen
luidde het edele antwoord.
Meent gij dan werkelijk, dat
ik van plan ben elk jaar 3250
pond, de voor ons vastgestelde
boete voor het ontvangen der
Sacramenten, le betalen alleen
omdat ik weigereen preek le aan
hooren die niet heelcmaal Roomsch
is? Denkt gij waarlijk, dat ik
binnen enkele jaren het op mijn
hoogen leeftijd nog zal moeten
beleven om al die sclioone goe
deren van mijn voorvaderen aan
den bedelstaf te zien prijsgeven?
En dan ten slotte zal ik volgens
da wet eerst nog gegeeseld wor
den.
gebrand en eindelijk als een
misdadiger uil Engeland gejaagd
worden! Neen en nogmaals neen!
Daarmee was de katholieke zaak
trouwens al heel weinig gediend
Laat mij uitspreken, dan zult gij
zien dat ik het beter met U meen
dun gij wel vermoedt.
Ziet gij zelf dan niet hoe onze
vijanden alleraderen in beweging
brengen om de eene katholieke
familie na de andere te vernieti
ger. en uit te roeien? Met dit
troepje verbannen bedelaars
hebhen zij gemakkelijk werk
gehad, maar met de Worlhington
zal hun dit niet gelukken. Zoo
lang ik leef, zullen ze hier geen
cent boete le pakken krijgen en
ik ben van meening dat ik door
de ondergang van een oud katho
liek geslacht tegen te houden, de
Kerk nuttiger ben dan door dit
beetje vasthoudendheid van
dweepzieken en overspannen
geesten. Luister lol het einde
Myladij het is goed dal we elkan
der begrijpen. Ik ben in mijn
hart evengoed katholiek als gij
en Uw broeder in Rheims, of
schoon ik het uit .berekende en
goed doordachte wijsheid den
laatsten tijd niet meer zoo naar
buiten toon en in de toekomst zal
ik verplicht zijn het nog veel min
der te laten merken.
Een Fransch hoveling vroeg
eens in mijn tegenwoordigheid aajgl
dan met een gloeiend ijzer [den Markies rail Winchester,'hoe
Even verplaats ik u naar Buenos
Aires (Argentinië). We trekken
Zuid-Westwaarts. Spoedig betreden
wij de eindelooze vlakten der
Pampas. Zooals men op den oceaan
slechts den hemel en het water
ziet, ziet men hier alleen den
hemel en het gras. De beruchte
Xoorderwind waait. Levenloos
liggen heele kudden paarden en
runderen op den grond. Ook de
inensch is volslagen lusteloos en
lijdt aan hevige hoofdpijn. Einde
lijk wijst de Gaucho, de bewoner
dezer streek, den reiziger naar het
Zuid-Westen. De Pampero is in
aantochtBoven den horizon ver
heft zich een wolk, die, stijgend
steeds grooter wordt en spoedig
in het Zuid-Westen den geheelen
horizon beslaat. Waar zich nog
voor weinige minuten het diepe
blauw over de grijsgele steppe
welfde, verdringen nu donkere,
bijna zwarte wolkenmassa's elkaar.
Weldra bedekken ze den geheelen
hemel. Mensch en dier herleeft,
als uit een diepen slaap ontwaakt.
De reiziger kan met nieuwen moed
zijn weg vervolgen.
We trekken noordwaarts en
bevinden ons aan de oevers van
één der talrijke zijrivieren van de
Amazone. We komen er in den
regentijd. De wouden zijn somber
en donker. Dichte nê^els hangen
onder het hoog verheven loofdak,
langs de boomen druipt het water
in kleine stralen naar beneden
de talrijke bloemen openen haar
hij het toch had aangelegd om bij
al die verschillende regeeringen
van Hendrik XII tot Elizabeth toe,
steeds in de gunst van het hof te
stijgen Toen gaf de Markies ljet
volgend treffend antwoord
Ik was een wilg en geen eik!
Dit woord van dien verslandi-
gen jnan heb ik mij zelf tot lijf
spreuk gemaakt, ik zal mij buigen
voor de onvermijdelijke storm. Als
hij voorbij gewaaid is, kan ik mijn
grijs hoofd wederom opheffen de
trotsche eik echter, eenmaal door
de storm geknakt, staat niet meer
op. Daarenboven kan er elk
oogenblik weer een nieuwe, meer
gunstige wending komen bij de
regeering tegenover de aloude
Kerk. Wellicht gelukt het de
gevangen Koningin van Schotland,
Maria, nog zich te bevrijden en
de kroon op het hoofd te zetten
en dan.... dan zal d<* Kerk mij
dankbaar zijn, dat ikhetschoone
vermogen van ons huis niet in
de schoot geworpen heb van de
kettersche schatkist.
En het woord van dien
karukterloozeiï' Markies, die om
politieke redenen viermaal van
geloof verwisselde, wil een Wor-
thington zich tot lijf§pr.euk r
j,lff oeg ide^4y rf^rj^atotaidsew .bh