Tweede Blad van „PIEL EN MAAS"
Uit Venray's Archieven.
Grootvader en kleinzoon.
FEUILLETON.
v
Kampioen.
Arme kindertjes!
ZATERDAG 24 AUGUSTUS 1929
Vijftigste Jaargang No. 34
door A. F. VAN BEURDEN.
Oirlo en de Kerk.
Oirlo is een oud dorp, en was al
vroeg als parochie afgescheiden van
Venray. De naam ziet er ook oud uit.
Wanneer men op het spraakgebruik
let, waarbij men het dorp sOeldere",
samengetrokken uit Oelderloo of plaats
of bosch met »oelen" of wilgen bezet,
dan zou men zich met die verklaring
wel kuunen vereenigtn
Naamsduidingen zijn moeilijk en
gevaarlijk. Geysteren bijvoorbeeld kan
men afleiden van geest, dus van weide,
maar sommigen p'eiten ook voor Cas
trum Romeinsche legerplaats en
trachten dit te bewijzen uit de ligging
aan de Maas on het vinden van Ro
meinsche oudheden, zooals men dat
weet van Bla^iacum Blerick en
Castellum Kessel.
Een dertig jaar geleden was Oirlo
nog weinig buiten de Venraysche om
geving bekend Het lag ver verwijderd
van alle wereldsch gewoel en de be
woners deden in landelijk zwoegen bij
eenvoudig leven hun werk De weg er
heen was slecht en kronkelend. Maar
die rust werd plotseling verbroken.
De pers had reeds lang gemeld dat
er een spoorweg aangelegd zou worden
van Venlo naar Nijmegen, de Kamers
waren er al in gehoord, maar daar
alle goede dingen in Nederland lang
zaam komen, had het landvolk er zich
nog weinig van aangatrokken Het was
wel eena een keer des Zondags na de
Hoogmis in de herberg besproken,
maar dan ook weer in ruste terugge
zonken.
Tot op een goeden morgen de voor
boden verschenen van de nieuwe lijn.
Er kwamen landmeters met allerlei
instrumenten, en de werklieden plaats
ten hooge bakens in een lange lijn of
in de as, die da richting zouden aan
geven.
De lijn liep een driehonderd meter
ten Oosten van de kerk door het veld
en liep dan door wei en bosch, door
struikhout, heide, heuvel en zandberg
op Oo8trum aan. Strooken bosch ver
dwenen, men effende de baan, dolf
slooten met mooie schuine kanten,
sloeg ijzeren brugjes over de beeken
en toen er een tweeden nieuwen jaar
kring verscheen, stoi.den d8 boeren
met verbazing naar den eersten trein
te loeren, die voorbijsnelde Want een
halle was er toen nog niet.
Maar ook de reizigers keken ver
baasd naar hel stille dorp, dat daar
met zijn bescheiden hoeven en huizen
zijn oude kerk tusschen de korenvelden
en boomgaarden lag.
Later kreeg Oirlo door het ijverig
werken van wijlen meester de Ponti
en anderen een station, een eierpak
plaats en meer moderne zaken, terwijl
het dorp zich door bijbouw beduidend
uitbreidde.
Het doip is ontstaan op eene ont
ginning, die omsloten werd door moe
rassen als het Sumes, het laag Riebroek,
de Blackt en door zandduinen als het
hoog Riebroek, de Versen en de Oos
trumsche heide.
De kerk is in 1300 gebouwd en
evenals de kerk van Lotlum aan de
H Gerlrudis gewijd. Ze is in eenvou
digen gothieken stijl opgetrokken en
later in onzen lijd gerestaureerd. De
kerk werd den 17 October 1668 door
den vicaris generalis van Oeveren be
zocht. Pastoor was Gornelis Janssens
uit Blerick. De pastorie stond op hel
kerkhof en heeft een tuin.
De visitator zegtVincentius Baron
Schellardt van Obbendorp, heer van
(Treffend historisch-romantisch verhaal
uit de tijden van de Katholieken
vervolging in Engeland onder koningin
Elizabeth).
Vrij naar het Duitsch door B.B.
Wat is er hier aan de hand?
vroeg Sir Richard, hoed en mantel af
werpend.
Waartoe dienen al die toebereidselen?
De tafel werd gedekt voor eenige
gasten, welke wij heden nacht ver
wachten, antwoordde Tom werktuigelijk.
Voor gasten...? En wat voor een
feest wordt er dan hier buiten mijn
weten gevierd? vroeg de oude Heer,
terwijl de ader op zijn voorhoofd
bedenkelijk begon te zwellen.
Het hoogfeest van Christus geboorte
Mylord en de jongen Heer zou deze
nacht zijn eerste H. Communie doen
Mylady wilde eenige bevriende families
uit den omtrek in alle stille er hij
uitnoodigen, verklaarde Tom met schrik
de opvlammende toorn van zijn ouden
Heer Bemerkend.
Zoo, werkelijk, nu nog mooier en
heeft men mij daarom naar Bradshaw
Hall gestuurd 1 Openlijk Kerstfeest, Mis
en Communie, dat in tijden als deze
het is om waanzinnig te worden 1 En
hij stiet met zijn voet zoo hard op de
ateenen plavuizen, dat de sporen aan
Geijsteren, is vergever der pastorie. De
tienden worden gedeeld door den Pas
toor van Geijsteren en het Kapittel der
Roermondsche Kathedraal. Er zijn
(1668) 200 communiceerenden en geen
andersdenkenden. Het doopvont is van
steen en is gesloten met een metalen
deksel. Naast het Hoogaltaar zijn er
altaren: lo. van Sint Anthonius, onder
houden door het schuttersgilde van St
Antoon 2o. van St. Anna en St Ca
tharina. Da school en kosterij staan
ook op het kerkhof. De kapelaan houdt
school.
De molen staat in het gehucht Klein
Oirlo.
Bij de parochie Oirlo behoort eene
bijkerk of kapel, gewijd aao Sint
Mathias te Castenray of Castelre. De
kapel te Castenray bezit een zeer oud
koor, terwijl daaraan in 1804 een
grootere kapel gezet werd, die vooreen
twintigtal jaren door een ruimer golhiek
gebouw is vervangen bouwmeester C.
Franssen te Roermond.
Op korten afstand van de kapel ligt
de scheiding van Venray en Horst, die
door de bepk en weiden loopt. Daar
lag op Horater grondgebied het gericht,
waar men de misdadigers aan de galg
hing.
V
Van Castenray op Venray aan ligt de
zoogenaamde Gekkendijk, een stuk dijk
voor een honderd jaar gelegd als weg
van Castenray regelrecht op Venray
Onwijze bestuurders, die, toen men al
een eind ver gekomen was, eerst in
zagen dat de dijk hoe langer hoe hooger
zou moeten worden en hoe langer hoe
meer geld kosten, als men 't zóó door
zette Men besloot toen hem eenvoudig
te laten liggen. Het volk noemde hem
den Gokkendijk.
De dijk ia voor een groot deel weer
geslecht, maar op de kaarten ziet men
nog het verloop.
(Wordt vervolgd)
'n Prima doublé armbandhorloge
Ge moogt kampioen zijn in 't loopen,
fietsen, vliegen, zwemmen of boksen,
ge moogt half dood uit den wedstrijd
komen, zijt ge kampioen, dan wordt ge
gekiekt in alle mogelijke houdingen,
met en zonder hoed, met en zonder
boordje als men durfde zou men je
levend vernissen, of opzetten gij zij1
kampioen.
En nochtans, wat hebt gij gedaan
voor Je eer en voor het welzijn van
het menschdom; voor den vooruitgang
en voor de beschaving? Wat wint de
wereld erbij als ergens een dwaas hot
acht dagen kan uithouden zonder eten,
of als iemand drie dagen aan een stuk
kan blijven dansen, of als een gewei
denaar zijn tegenstrever, bij de eerste
round, het bloed uit zijn oogen kon
boksen.
En onderwijl zitten geleerde uitvinders
ergens in 'n stil laboratorium dag en
nacht te zoeken naar het geneesmiddel
tegen kanker en tering; groote schrij
vers en kunstenaars zitten armoe te
lijden op een zolderkamertje; missio
narissen vallen van uitputting onder de
doodende stralen van de evenaars zon
en onder de lasten van hun beschavings
zending; ziekenzusters zitten dag en
nacht te waken bij het bed van lijdende
menschenkinderen, of geven hun liefde
ten beste voor de verzorging van ver
laten ouderlingen broeders van liefde
gebruiken hun jonge kracht in de
verzorging van arme krankzinnigen
kloosterzusters bidden en boeten dag
en nacht voor het heil van het zondige
menschdom. Maar wie kent ze?
Wie denkt aan deze stille helden Wie
zou ze toejuichen, ze danken, ze be
wonderen??? En is hun stille leven
niet veel schooner en nuttiger dan dat
der sportmannen?
zijn rijachoenen er van rinkelden.
Wie zijn de uitgenoodigden vroeg
hij den knecht, die geheel verschrokken
hun namen noemde.
Oogenblikkelijk moeten eenige
knechten te paard springen en de uit
noodiging gaan afzeggen E k oogenblik
ben ik een... een huiszosking te wach
ten. Waar is Lady Worthington
In de blauwe kamer op den hoek
van het gebouw, Mylord, zei Tom en
keek verbluft zijn Heer na, die heftig
slappend dwars door de hal naar de
aangewezen deur stapte.
Ik had er toch al zoo'n voorgevoel
van, dat er iets lusschenbeiden zou
komen, zuchtte Tom, zulk een feest zou
al te mooi geweest zijn voor de tegen
woordige lijd. Mijn God, wat zal de
goede vrouw schrikken en als zijn zoon
nu dadelijk ook nog komt. ik durf er
bijna niet aan denken. Hij is in staat
zijn eigen kind, al is het een priester,
uit angst voor de vervolgers het huis
uit te jagen.
Schuddend met zijn hoofd keek Tom
nog eens naar die mooi gedekte tafel
en zuchtte: Alles tevergeefs 1
Toen ging hij heen om de knechten
te waarschuwen, dat zij de uitnoodigin-
gen moesten gaan afzeggen.
Lady Worthirgton, de schoondochter
van den ouden Heer vermoedde niet in
het minst, wat haar boven het hoofd
hing. Terwijl bovengenoemde scène
zich afspeelde tusachen Tom en zijn
meester, was de Lady met haar zoon
John, een flinke, frissche jongen van
ongeveer elf jaar, druk bezig het altaar
te versieren voor het langverwachte
feest. De dame trok van een uit kost
Een ware geschiedenis uit Rutland's
donkerste dsgen.
Het was nog donker toen ik boven
op de balken in een oude, halfvervallen
korenschuur lag en mij voor de benden
der patrouilleerende Bolsjewieken ver
borgen hield. Ik had nog tijd om 't
aanbreken van den morgen af te
wachten. Moe en uitgeput lag ik onder
ean halfvergane korenschoof 8n peinsde,
plotseling vernam ik het geluid van
fijne, sidderende kinderstemmen, die
beneden van den dorschvloer in mijn
ooren doordrongen. Ik boog mij zoover
mogelijk uil mijn schuilhoek naar voren,
maar kon niemand ontdekken. Ik kon
alleen de richting raden, waar het
geluid vandaan kwam. Terwijl ik er
over nadacht, hoe die kinderen hier
toch wel in die half vervallen koren
schuur terecht konden komen en waar
om ïij hierheen hun toevlucht genomen
hadden, vernam ik plotseling weer het
bevend stemmetje van een der kleinen
»Neen Wasjs, zich verdrinken, dat
is veel erger. Bij ons in het dorp was
er een meisje dat zich tweemaal heeft
willen verdrinken. Een keer beproefde
zij het zelfs 's nachts. Maar het lukte
haar niet. Beide keeren hebben visschers
haar uit het water getrokken. O, Wasja
wanneer n»en ons uit het water trekt,
en uitlevert dan slaat men ons dood
Neen, Wasja, dat gaat niet... Zich
ophangen dat is veel beter... Niemand
ziet het en niemand levert ons dan
uit...
2>0, Borja, ik durf geen touw om
mijn hals te knoopen, nee, dat niet, ik
ben zoo bang! In het water springen
dat gaat veel beter. Als er niemand te
zien is, binden we een steen aan ons
been dat doet men bij ons in hel
dorp ook, wanneer men honden of
katten verdrink^ en dan kan m6n ons
niet uit het water trekken.
Eerst moeten we echter goed rond
kijken of er geen visschers in den
omtrek te zien zijn en dan springen
we tegelijk in he* water".
>0 God, ik kan zoo niet langer leven,'
hoorde ik hetzelfde teere stemm3tje
weer klagen. Op deze woorden volgde
een diepe zucht, een zucht die tot in
het diepste van m'n ziel doordrong, ik
voelde mij hevig ontsteld, mijn hart
dreigde te breken bij het aanhooren
van zulke wanhopige woorden uit die
kindermondjes.
Hel werd lichter, langzamerhand brak
de morgen door de duisternis van den
nacht. Ik spande mijn oogen tot hel
uiterste in, en, daar zag ik beneden in
een hoek gedrukt, twee jongens staan
De een kon wél 13, de andere ongeveer
10 jaar oud zijn. Ds oudste had z'n
armen om den jongste heengeslagen en
drukte het schreisnd gezichtje aan zijn
borst. Hij kon geen woord van troost
vinden hij kon hem alleen aanzijn
meevoelend en bloedend jongenshart
drukken.
Schreiend klaagde de jongste zijn
nood en angst aan den oudsten en toen
het zacht schreien overging in luid
gesnik, onderbrak de oudste hem
levendig.
Schrei maar niet, Wasja, daar
vaR me zoo juist iets in. Fedja,jekent
hem wel, die is loopjongen in een
apotheek. Hij vertelde mij eens, dat er
vergiften zijn, die men maar hoeft in
te ademen, om direct dood te zijn.
Dat is zeker waar. Ik heb wel eens
gehoord, dat er een meisje in de ge»
vangenis was, die ontzettend veel van
de rooden te verduren had Toen zij
voor het Revolutionaire Gerechtshof
gesleept werd en iedereen haar aller
'ei verwijlen naar het hoofd slingerde,
omdat zij tot de bourgeoisie behoord
had en haar vader officier geweest
was en dat zij den dood schuldig was,
omdat zij niet tot het roode proleta
riaat behoorde greep zij plotseling
naar haar schoen, haalde een kleine
pastille te voorschijn, die in haar
schoen verborgen zat, slikte ze in en
zulke vergiften zijo...
Welk mensch met nog eenig gevoel
zou zulke taal uit onschuldigen kinder
mond, zonder ontroering kunnen aan
hooren Met een sprong was ik van
deu balk en stond naast de knapen,
die hevig schrokken bij mijn plotselinge
verschijning. Ik stelde ze zoo goed
mogpiijk gerust en fluisterde: Wees
bedaard, ook ik houd me schuil voor
de Bolsjewiki. Wie zijt ge Waarom
verberg jullie je? Waarom schrei je?
Vertel het me toch....
De oudste keek me schuw aan, ik
dacht bij me zelf: arme kindertjes,
opgejaagd als dieren...
Het scheen wel, dat ik al gauw hun
vertrouwen gewonnen had, want de
oudste begon
Wasja heeft niet den moed om
alles te verdragen,oom. Vi8r jaar wordt
de kleine nu reeds gekweld, men be»
spot en slaat hem, daarom schreit hij
zoo. Veel, ontzettend veel moest hij
lijden. Hij is nog geen elf jaar oud en
nu hebben de menschen hem naar een
school van de Roode Garde gestuurd,
want er moet een flinks roode soldaat
van hem gemaakt worden. Daar wordt
hij door de instructeurs gepijnigd,
bespot en dikwijls tot bloedens toe
geslagen en alleen omdat zijn vader
grondbezitter en gouverneur was
In het begin werd hij aan een com
munistischen boer toevertrouwd, deze
sloeg h8m onbarmhartig, 2 jaar lsng,
omdat hij de kalveren niet bij elkaar
kon houden. Goede menschen vonden
hem op zekeren dag bewusteloos in 'n
ouden schaapsstal liggen, namen hem
op en verpleegden hem met zorg, want
hij was toen gevaarlijk ziek.
Maar dit heerlijk leven duurde niet
lang voor hem, de militie bracht hem
ergens anders heen. Thans kwam hij
terecht bij een smid, een ruwe, brutale
man. Maar de jongen is zwak en teer
gebouwd, dat kunt ge toch zelf we!
zien, oom Hoe kon hij het nu daar
toch uithouden, dag in dag uit met
den zwaren hamer zwaaien en paarden
helpen beslaan. Hij kreeg er niets dan
slaag en nog eens slaag. Ze zouden
hem op een goeden dag doodgeslagen
hebben. Nu sturen ze hem naar de
school van de roode gardisten, daar
zal hij zeker doodgemarteld worden.
Lang ke8k ik naar beide knapen,
hoorde de woorden grondbezitter, vice
gouverneur, Wasja.Groote God, is 't
werkelijk mogelijk? Wasja, jongen,
ben jij het werkelijk
De oudste ging echter voort
Mijn vader bracht dikwijls een
bezoek aan zij a vader, die in de stad
woonde. Ik zelf ben tweemaal bij hen
op het landgoed geweest en speelde
veel met Wasja. En nu heb ik hem
hier aangetroffen? Wat moet hij nu
doen
Och help hem foch, oom, als ge
medelijden met hem hebt 1 Zeg. waar
kan hij heengaan, om van deze on»
menschen verlost te worden Ik ben
sterker gebouwd dan hij, als ik het
niet meer uit kan houden, dan ga ik
baar hout prachtig bewerkte tafel het
onderstel weg, dat de achtermuur
bedekte en gewoonlijk vol kostbare
glazen en pokalen zat. Toen schroefde
zij de met elpenbeen en paarlemoer
ingezette dekplaten los en... daar fon
kelde tegen het volle kaarslicht het
rijk vergulde beeldwerk van een oud
gothisch' altaar met kunstig snijwerk
en rijk bewerkte relikwie kasten ver
sierd.
O, wat mooijubelde de koaap
en zijn groote blauwe oogen glansden
van vreugde bij het zien van al dit
moois. Zie toch eens, lieve moeder,
riep hij op een kunstvolle groep
wijzend
Daar hebt ge het goddelijk kindje
Jezus en de lieve Moeder Gods en de
H. Jozef en de herders brengen Hem
een lammetje en daarboven zingen de
Engelen Gloria in Excelsis Deo Glorie
aan God in den hooge, staat er hier op
dit lint geschreven, dat zij io hun han
den houden Wat jammer, dat wij dit
mooie altaar altijd moeten verbergen
Hoe graag zou ik hier eiken dag de
H. Mis dienen, maar,niet waar moeder,
als ik eenmaal priester ben juist als
Oom die vannacht komt dan is die
slechte koningin daar in Londen reeds
lang gestorven en dan mag ik open
lijk aan dit altaar Mislezen. Bid maar
eens heel goed tot de lieve Jesus, die
vannacht voor het eerst in je hartje
komt, dat Hij ons huis den vrede
schenke en het altijd voor het katho
lieke geloof mag bewaren vermaande
de moeder ernstig.
Zeker, moeder, dal zal ik doen en ik
zal ook voor u bidden en voor vader
die op zee is en voor grootvader en
voor allen zooals u mij gezegd hebt
Maar voor die leelijke koningin, die
onze priesters op laat hangen, bid ik
niet, zei de knaap. Wat is dal? Weet
onzo John dan niet; dat we onze vij
anden moeten liefhebben? Heeft onze
lieve Heiland dan ook niet gebeden
voor degenen, die Hem aan het kruis
Goed moeder, omdat u het wil, zal
ik bidden voor haar bekeering
Niet omdat ik het wil, mijn kind
verbeterde de moeder, maar omdat God
hel wil. Geef mij nu de kandelaars
maar even aan en help mij de linnen
doeken op het altaar uitspreiden. In
de altaarsteen zijn relikwieën verbor
gen van heilige martelaren. Hier moet
het kussen met het misboek liggen,
zoo, zet de ampullen en de bel nog
even rechtop, den zijn we klaar. Nu
gaan we samen voor het altaar zitten
en nu moet gij mij maar eens iets
voorlezen uit de »Zielentuin" lot je
oom komt. Ik verwacht hem elk oogen
blik. De knaap had nog niet lang
gelezen, toen de deur van het kleine
voorkamertje, hetwelk dit vertrek met
degrootehal verbindt, plotseling heftig
werd opengerukt. Daar komt hij al aan
moeder, riep de knaap blij en sprong
naar de deur. Maar in plaats van den
verwachten Oom en priester tegelijk
trad Sir Richard hoogst opgewonden
binnen. Zijn verwelkte gelaatstrekken
stonden nog bleeker dan anders en
zijn kleurlooze lippen beefden van
ingehouden toorn. Toe John hem zag
iuplaats van zijn Heeroom, wist hij
niet wat hij er van denken moest, hij
er eenvoudig van door. Ik kan goeden
ver loopen, maar hij, waarheen zal hij
loopen, U ziet immers hoe zwak hij is.
Wat kon ik tot deze kinderen zeggen.
Ik nam dön kleine op mijn armen,
drukte zijn schokkend, uitgemergeld
lichaampje aan mijn hart, maar kon
geen woorden vinden om hem te kal-
meeren. Zijn lichaam beefde van droef
heid en angst, die voor een kind veel
te zwaar was om te dragen. Herinne
ringen die thans begraven en vergeten
willen zijn, werden in mij wakker.
Maar duidelijk rees het beeld van
den kleine, zooals ik hem voor de
laatste maal gezien had, mij voor den
geest
Het was op het landgoed van X.
Toentertijd was Wasja nauwelijks 6
jaar oud. De vader was aan het front
en zelden kwam er een brief van hem
in het huis van zijn geliefden en dan
nog bevatten die brieven niets anders
dan droevig nieuws.
Het was in de revolutiedagen van
1917, tijdens de voorloopige regeering,
onzaliger gedachtenis. Geen mensch
vermoedde toen het bloedig einde van
thars. Wasja nam mij bij de hand,
bracht mij naar de piano, sloeg met
een gewichtig gezicht eenige accoorden
aan en riep triomfantelijkKijk eens,
ik kan al spelen 1 De kleine had veel
gevoel voor muziek, want zijne moeder
was zeer muzikaal aangelegd. Toen
scheen de gouden zomerzon warm en
heerlijk door de gordijnen van Brus-
8elach kantwerk in de gezellige mu
zieksalon, alles was zonnig, vroolijk
er. gelukkig, in zoover men toen
vrooiijk en gelukkig kon zijn.
En nu.een armzalige, half verval
len korenschuur, ruwe Octoberwind
strijkt als een ijzige adem over onze
lichamen. Rondom ons niets dan ake
lige duisternis, een ontzettende angst
en benauwenis in die arme kinder
zieltjes, die met de gedachte rondloo
pen zich verdrinken of zich ophangen?
O God, o God, wij moeten vluchten!
Zij houden een wilde jacht 1 Wladimir
fluit vanuit den molen 1 Dat is voor
ons een teeken dat de soldaten van de
Tscheka in aantocht zijn en een wilde
jacht houden, gilde plotseling de oudste.
Kom, laten we hard loopan, levend
zullen de soldaten me niet in handen
krijgen 1 Wasja, kom gauw I Wij
loopen eerst naar den molen, daar
hebben ze zeker alles al nagezocht.
Kom, dan zullen we het verder wel
vinden I
Voor ik een woord kon uilen, rukte
de oudste den kleine uit mijn armen
los en rende met Wasja de korenschuur
uit.
Ik liep hen achterna. Maar beiden
verdwenen in de struiken en het hout
gewas in de omgeving. Toen ik bleef
star.n om even na te denken welke
richting ik zou inslaan, zag ik in de
verte eenige mannen in soldatenjassen
gekleed.... d8 trouwe dienaren van de
Tscheka.
Vlug zocht ik dekking in 't naaste
struikgewas om van daar uit weg te
kunnen sluipen. Zoo kroop ik verder
en verder: de stemmen der Tscheka-
soldateu klonken hoe langer hoe meer
in de verle en ik was weer voor een
keer gered.
Van mijn nachtelijke kennisjes heb
ik tot op den dag van heden nooit
meer iets vernomen....
Ziet gij ouder uit dan gij zijt?
Slechte spijsverte
ring. verstopping,
maagkwalen enz.,
werken nadeelig op
uw humeur en ge
stel. Foster's Maag-
pillen zijn een zacht-
werkend laxeermid
del. dat uw kwaal
doet verdwijnen.
Maagpiiien
f 0.65 per flacon.
Foster's
Alom verkrijgbaar
bleef verbaasd midden in het kamertje
staan en riep: Moeder het is grootva
der.
Ja het is grootvader, antwoorde de
grijsaard verbitterd. Had je liever niet
dat het grootvader was? Ga naar je
kamer en kom niet eerder beneden
voordat ik je laat roepen. Ik heb iets
met je moeder te bespreken. Toen de
knaap weg was, liep de oude Heer op
Ladij Worthington toe. Op het eerste
gezicht verschoot de edele vrouw wel
is waar van kleur, toen zij daar zoo
heel onverwacht haar schoonvader en
heer des huizes voor zich zag staan
maar spoedig herstelde zij zich en was
zij zich zeiven weer meester.
Ik ben vanavond wel niet zeer wel
kom, ving Heer Richard aan, maar
Mzlady, ik had in de versie verte
nooit kunnen vermoeden, dat mijn
aankomst in mijn eigen huia zoo sto
rend kon werken. Wat is er hier toch
aan de hand, als ik dit soms weten
mag. De tafel stond gedekt toen ik
binnen kwam en naar ik hoor zijn er
ook nog gasten uitgenoodigd en dat
ai les buiten mijn weten om en zonder
er mij van in kennis te stellen
Op deze buitengewoon opgewonden en
scherpe woorden antwoordde zij open
hartig: »Het spijt mij, Mylord dat ik
u heb beleedigd door dit kleine intieme
feest, dat ik vannacht wilde geven.
Maar al te gaarne had ik ook u daar
bij uitgenoodigd, want bij dö eerste H.
Communie van den kleinzoon mag
eigenlijk de grootvader niet ontbreken.
Maar om het zonder omwegen te zeg
gen, ik vreesde uw tegenwerking ea
zoo moest ik wel, ofschoon met smart