Eri Kracht
Patronaatsgedachten.
UPasch met
pDe Persil-methode
is de zuinigste en goedkoopste.
Praten.
Zaterdag 17 Augustus 1920, No. 33.
door A. N.
We hebben in onze vorige artikelen
uiteengezet, dat zij die »door den H.
Geest zijn aangesteld om te besturen
de Kerk Gods" een andere, betere
richting willen geven aan het Patro-
naatswerk.
De wensch van Nederlands Bisschop
pen moet geëerbiedigd worden. Aan
dezen wensch moet gevolg worden
gegeven, als en waar het kan. Het
onmogelijke wordt niet verlangd. Kan
't maar voor de helft of een kwart, dan
moet althans die helft of dal kwart
van den wensch worden vervuld.
Over Venray's St. Antonius-Patronaat
zuilen we het niet speciaal hebben.
Maar, omdat dit Patronaat een der
talrijkste is van ons vaderland en
omdat Venray toch maar niet een
klein dorpje is (waar men vaak zich
met een minimum moet tevreden stel
len), dèèrom hebben de Venraysche
ouders, en anderen die er iets mee te
maken hebben, het recht om te weten,
dat men doende is met een Nieuw
Werkprogram. Hel moet niet kunnen
gebeuren dat men, later, kan zeggen
»daar hebben we niets van geweten".
Maar nu eerst iets anders. In gemoede,
wij schrijven deze en dgl. artikelen
niet voor ons persoonlijk genoegen of
profilt. Zoo lang het moet, hopen we
naar vermogen de eenigszins veelzijdige
taak te volbrengen die O. L. Heer ons
heeft opgelegd. Wat vergemakkelijkt
wordt hierdoor, dat de Venraysche
jongens over het algemeen waard zijn
dat men er veel van houdt. Wie echter
mocht meenen, dat wij aan onze taak
zoo krampachtig gehecht zijn, die
vergist zich deerlijk. Zij die dit be-
hooren te weten, die weten het. Het
kan ons persoonlijk niet schelen of
een ander de taak zou overnemen. Wij
bedoelen te schrijven ter eere Gods en
tot heil der zielen.
Jeugdontwikkeling, jeugdopvoeding,
wat is dat
Mgr. Diepen zegt het zóó»een
stelselmatige en behulpzame inwerking
van den volwassene op den onvolwas
sene, waardoor langzamerhand door
harmonische ontwikkeling van de
verschillende vermogens de mensch
een zelfstandige plaats in het maat
schappelijk leven gaat innemen en God
zoo volmaakt mogelijk leert dienen."
Dushet brengen tot zelfstandigheid,
in godsdienstig, zedelijk, maalschappe
lijk en lichamelijk opzicht.
Waaruit meteen volgt, dat de methode
waarin de volwassene op den onvol
wassens wil inwerken anders moet
zijn voor zeer jonge kinderen dan voor
jongens die het overgangstijdperk zijn
binnengegaan, waarin de zucht naar
zelfstandigheid ontwaakt.
't Is eveneens duidelijk, dat die
methode vandaag toch ook weer on
mogelijk dezelfde kan zijn als vijf en
twintig jaar geleden. Immers, men
kent tegenwoordig veel beter dan toen
de zielkunde en do leer der licliamo-
-Jükn
vindt zonder tot verkeerd vrijheids»
gebruik te doen overslaan. Zij wil
vrijheid geven om te brengen tot
gezonde zelfstandigheid om te wekken
krachtig gevoel van verantwoordelijk»
heid, fier zelfvertrouwen, en te vormen
tot persoonlijkheid.
Daar is in vroeger jaren te weinig
rekening mee gehouden. De Jeugd
vereeniging was te schoolsch. Er
heerschle ook te veel dwang. De jongelui
moeten begrijpen, dat zij zelf tot taak
hebben om, onder leiding natuurlijk,
te zorgen voor orde, tucht enz. Er moet
meer kans gegeven worden tot zelf
doen. Zoo is een jongsn nu eenmaal
wat hij zelf heeft tot stand gebracht,
daar is hij trotsch op. De Jeugdvereéni
ging moet meer het W8rk van de
jongens zelf worden; de leiding kan de
eventueel gemaakte fouten verbeteren;
de leiding moet aan een club of groep
geen leden opdringen, moet de gelegen
heid geven om niet langer gewenschte
leden te deballoteeren. Laat dan den
jongen zelf werken in zijn Jeugdver-
eeniging; laat de Jeugdvereeniging
onder goede leiding door de jongens
zelf groeien, zoodat zij hun werk wordt.
We zouden een gymnastiekclub en een
voetbalclub kunnen noemen, waarmee
den laatsten tijd in dezen geest de proef
is genomenmet, meenen we, zeer
gunstig resultaat
We willen gaarne op dit punt even
doorgaan. De lezer gelieve intusschen
in 't oog te houden, dat we niet bezig
zijn met zoo maar persoonlijke meening
te geven het is de meening en over
tuiging van vele hoogstaande deskun^
digen onder geestelijken en leekan.
Da R. K. Vrije Jeugdvereeniging
heeft de plicht zegt één hunner
om »de eigenaardige sfeer te scheppen,
waarin de jeugd in den rijpenden
leeftijd zoo gaarna verkeert en waaraan
deze in dien leeftijd behoefte heeft
Dh zucht naar een zekere vrijheid en
zelfstandigheid, eeu drang om met
gelijken om te gaan, liefde voor spel
en ontspanning in Gods vrije natuur,
behoefte aan pakkende levensmomen
ten, dat zijn enkele van de levens
uitingen waardoor de rijpende jeugd
zich bijzonder kenmerkt Welnu, die
elementen moet deR.K Jeugdvereeni
ging in haar vorm van organisatie en
haar manier van werken opnemen
anders bevredigt zij niet; anders deugt
zij of heelemaal niet of maar half,
Dus
le Onderlinge opvoeding Heel de
constructie van de Vereeniging moet er
op zijn ingericht: bij de jongens zulk
een geest aan te kweeken dat zij op
elkaar een vormenden invloed uitoefe
nen. D w.z een g8est van hulpvaardig
heid, netheid in manieren, samen
werking tot wat men noemt de goede
zaak van Christus' H. Kerkeen geest
die b.v. er niets grappigs in vindt dat
een medelid moedwillig wat kapot
breekteen geest die is ingeënt tegen
den kanker van mopperen, vitten en
stoken.
2e Zelfopvoeding 't Moet niet
altemaal komen van gebieden en ver
bieden. De leden behooren het goede
te betrachten ook uit eigen overtuiging
Reglementen, statuten, wijze van wer
ken, dat alles moet hierop aansturen
- -« .art -
Eenig Importeur E. Ostermann Cos Handel Mij.. Amsterdam Fabrikante: Henkei Cie. A. G.. Düsseldorf
aanvullend optreden, een heelen hoop
inrichtingen ondersteunen, sociale
instellingen helpen en bevorderen, enz
Dat vraagt natuurlijk veel geld. Waar
zal hij dat geld vandaan halen
Zal hij zelf grondbezitter, nijveraar
of handelaar spelen De Staat zal
altijd een slechte uitbater wezen en
daarom is 't niet te wenschen dat hij
zichzelve die zaken aantrekke hij late
dat aan de burgers, die doen dat veel
beter Om geld te hebben staat hem
maar één weg open belasting heffen,
bijdragen eischen van de burgers.
Dezen zullen de noodige sommen
moeten bezorgen aan den Staat, niet
in verhouding met de voordeelen die
de Staat hun verschaft, maar in ver
houding met hun economisch prestatie
vermogen.
In 't kort dus: De Staat heeft den
plicht te zorgen voor het algemeen
welzijn hij most dus ook het recht
hebben op de middelen die noodigzijn
om. zijn doel te bereiken; hij moet
bijgevolg het recht hebben de gelden
le eischen die noodig zijn.
Ten derde, voegen wij nu bij, aan
dat recht van den Staat belastingen te
heffen beantwoordt de verplichting der
burgers deze te betalen deze verplich
ting steunt op de noodzakelijkheid, door
de natuur gewild, voor alle menschen,
deel uil te maken van de burgerlijke
maatschappij en in de mate van hun
vermogen bij te dragen tot het alge
meen welzijn.
Het zal niet noodig zijn daarover
breedvoerig uit te weiden dit besluit
volgt rechtstreeks uit de gedachten die
we daareven ontwikkeld hebben. Heeft
Staat het recht belastingen te
eischen, dan hebben d-i burgers den
plicht die te betalen, dat spreekt van
zelf. Wat wordt dat recht zonder dat
daaraan een verplichting beantwoordt
Volgens de christen opvatting van
den Staat zijn alle menschen door de
natuur zelf gehouden deel uit te maken
van de burgerlijke maatschappij en in
de mate van hun krachten bij te
dragen tot het algemeen welzijn. Om
dat doel van den Staat te verwezen
lijken is geld noodigaan de burgers
dat te verschaffen door een deel van
hun inkomen af te staan. De Staat,
bij het heffen van belastingen, mag
enkel het algemeen welzijn beoogen
de burger ook zal moeten bijdragen,
niet in verhouding van hetgeen hij van
den Staat ontvangt, maar wel in
verhouding met hetgeen hij bijdragen
kan tot het algemeen welzijn.
Dus, noodzakelijkheid van den Staat
en verplichting er deel van uit te
makennoodzakelijkheid voor den
Staat om over de noodige middelen te
beschikken om zijn doel te bereiken
en verplichting voor de burgers hem
die middelen aan te schaffen, dat is,
in één woord, de grond waarop de
belastingplicht gesteund is.
Men spreke dus niet van een belas
ting die een storting van kapitaal
aandeel zou zijn of het deel van ieder
.I Iff fti&eiaeeue.. ouktxatauvand
Gebeurt dat overal op tijd? En zóó
het gebeurt, is het dan met véél in
kepingen niet bewerkelijker?
Ik durf gerust te verklaren, dat de
zitstokken installatie, zooals »Horst"
die geeft uitstekend is en kan geen
enkele reden vinden om te adviseeren
tot afwijking daarvan.
De breedte, de dikte en de lengte
zijn nauwkeurig aangegeven, zoodat
we er niets aan toe te voegen hebben.
Da tweede vraag van den Wanssum
mer is: »Is het niet beter den mest-
zolder in vakken te maken, met het
oog op reiniging buiten het hok?
Zeker is dat 'n voordeel, op de teeke-
ning staat dan ook niet aangegeven,
dat de heele mestzolder uit één stuk
moet bestaan.
Met het oog op de reiniging van het
hok is het gewenscht, dat alles, wat
zich daar in bevindt, los wordt aange
bracht.
Heel veel vakk°n is echter al weer
niet gewenscht, want hel geeft maar
schuilplaatsen voor luis.
Daar de legnesten ook los tegen de
wand«n komen te Hingen, zou ik
als het tevens controle- of valnesten
moeten zijn, adviseeren den achterwand
niet geheel dicht te maken of niet vlak
tegen dan zijwand van 't hok te maken:
's zomers kan het in dichte valnesten
te benauwd wezen, hetgeen voorkomen
wordt, als de nesten een eind van den
zijwand afblijven.
's Winters kan echter zoodanige
plaatsing aanleiding geven tot tocht,
en schuive men de hokken liever vlak
tegen den fzijwand of neme op andere
wijze maatregelen
Nu is het de tijd, om ook weer eens
versch droog zand in de hokken te
doen. In de omgeving van de plaats,
waar Peel en Maas wordt uitgegeven
is gemakkelijk aan zand te komen.'t Is
dus maar een kwestie van aanpakken.
Voordat men er nieuw droog zand in
brengt, wordt een spitje van pl.m. 10
c.M van den bodem naar buiten ge
bracht, en wel daar waar geen kipper-
komen.
Als dat gebeurd is, begiete of be-
sproeie men den uitgegraven bodem
met eene flinke creoline oplossing (i/« L
creoline op 'n grooten vollen emmer
water) en daarna komt er pas het ver-
sche zand over heen.
Voorloopig kan deze versche, zuivere
zandbodem zoo blijven, doch de volgende
maand brengen we er een dikke laag
strooisel over heen, ongeveer 15 c M
Hoofdzaak is al wesr dat deze droog
is, en.. droog gehouden wordt.
We hebben nu een heerlijk krabbed,
waar de kippen tevens de noodige stof
baden in zullen nemen.
Als de bladeren van de boomen be
ginnen te vallen, kan men die droog
verzamelen en droog bewaren, 't Is
een goedkoop en best winterstrooisel.
Ingekomen en vertrokken
personen
van 26 Juli tot 9 Aueuatua
Romeinen kenden hetzelfde gebruik
Keizer Tiberius eischte van ieder uit
zijn omgeving, dat hem geluk werd
gewenscht, als hij niesde. Wie dat ver
zuimde, kon er zeker van zijn, bij den
keizer in ongenade te vallen. De
menschen op den weg, waar de keizer
langs reed, wenschten hem zelfs geluk
als hij toevallig begon te niezen.
Dergelijke gebruiken treft men nog
n bij onbeschaafde volken Als de
koning of het opperhoofd niest, werpen
zijn dienaren zich op de knieën en
roepen luid hun zegenbeden uit. Wie
in de buurt zijn, kunnen het hooren
en volgen het voorbeeld der dienaren.
Als een stroovuurtje verspreidt zich
het gelukwenschen, zoodat soms in een
minimum van tijd een geheel dorp of
een stad den niezenden vorst geluk
wenschen toeroept, Ook van den keizer
van China werd iets dergelijks gezegd.
Als de keizer niesde, begonnen allen
in zijn nabijheid te niezen, groot en
klein.
De oorsprong van het gelukwenschen
bij het niezen wordt door sommigen
gezocht in de tweede eeuw onzer jaar
telling. Toen heerschte er een vreese-
lijke pestepidemie. Onder een der
verschijnselen van de ziekte rekende
men een hevig niezen. Zoodra dat
begon riep men den niezer toe: »God
helpe ui" Weer anderen hebben beweerd
dat het niezen een teeken van begin-
nendherstel en daarom een gelukwensch
waard was. Maar hoe het ook zij de
oude gewoonte heeft zich tot op heden
toe gehandhaafd.
Dat de kunst van praten nog moei
lijker is dan de kunat van zwijgen
schijnt men over het algemeen maar
niet te kunnen en te willen zien.
Althans in onzen modernen tijd praten
de menschen o, zoo gaarne en wanneer
het met praten te verdienen was,
zouden velen al lang mulli millionnair
zijn geweest.
Praten, veel praten, werkt aansteke
lijk op de massa, die.al gauw zegt:
Hij kan praten als Brugman, ofschoon
Brugman zich misschien nog wel eens
in z'n graf zou omkeeren, als hij den
prater moest aanhooren. Brugman toch
was een in de vijftiende eeuw geleefd
hebbende pater Minderbroeder, die
alom beroemd was om zijn groote
welsprekendheid als kanselredenaar
en die in 1473 te Nijmegen stierf
Menigeen zit graag op z'n praatstoel,
is wat men noemt praatziek, maar
aardige praters zijn er maar weinige.
Meestal zijn het praatjes voor den
vaak, goed om kleine kinderen in slaap
te wiegen.
Wanneer men zoo al ziet, wat een
lijd er verpraat wordt in de parlemen
ten en vooral in de gemeenteraadsver
gaderingen, dan huivert men.
Vooral de gemeenlebagrootingen zijn
De aangevallene liep nog enkele passen
en viel toen van een bruggetje in een
sloot waar hij dood bleef liggen
Op 't geroep van 't 6jarig zoontje
van Schotman, dat alles van uit de
woning had gezien, snelde diens vrouw
naar buiten, alsook eenige buren, die
het lijk uit den sloot haalden
Koster werd gearresteerd. Hij deed
een volledige bekentenis.
Tegen een muur gereden.
Zondagavond is zekere de B. uit
Blerick, die wegens de groote vaart den
draai niet kon nemen met zijn motor»
rijwiel op de Staai, nabij de kazerne
te Blerick, in volle vaart tegen den
muur van het op den hoek slaande
huis gereden. De B. werd zeer ernstig
verwond opgenomen. Z'n been, waar»
mee hij tusschen motor en muur
bekneld raakte was geheel misvormd,
terwijl zijn schoen hem van zijn voet
gerukt werd. Hij is in het gasthuis te
Venlo opgenomen.
Een hond als redder.
Uit Kopenhagen wordt het volgende
gemeld:
Toen een arbeider uit Hobo in Jut»
land in een zandgroeve aan het werk
was,werd hij plotseling door neerstor»
tend zand bedolven. Gelukkig bleef
nog juist een gedeelte van zijn gezicht
boven het zand uilsteken. Zijn hond
die zich bij de groeve bevond, sprong
er in en begon het zand weg te gra»
ven. In korten tijd was het den hond
gelukt het hoofd en een arm van zijn
meester te bevrijden.
Da arbeider had intusschen het
bewustzijn verloren, doch door bet
janken van den hond werd de opmerk»
zaamheid getrokken van een aantal
jongens, die den man nog levend uit
zijn gevaarlijke positie konden redden.
Orkaan en wolkbreuk.
In OostGalicië heeft Woensdagmid»
dag een geweldige orkaan gepaard
met wolkbreuken en onweders voor
millioenen schade aangericht. Boven»
dien zijn 15 persoeen om het leven
gekomen.
Dan maar knippen.
De kermisdagen zijn voorbij
En Zoepe-Driek staat suf te gapen.
Aan 't werk vandaag? de drommel haal 't
Driek heeft drie nachten niks geslapen.
»Driek," klaagt z'n vrouw, »'t is
zond en schand
Je moest je meer as dood geneeren 1
Hoe zie je 'r uit Wat'n stoppelbaardl
Toe, ga vooreerst je laten scheren 1"
Driek naar den scheerbaas, zit er al,
Wacht op z'n beurt en., weer aan 't gapen
Z'n kale knikker knikt, zakt door,
Driek ronkt en snurkt, is ingeslapen.
»Hé, Driekl" schudt Krasmans,
»kop omhoog I"
En wil alvast hem in gaan smeren,
Maar Driek ronkt door. Ten leste brult
Ha Itaaa' «7'li lr.nil' inil nifll