Uc.ro'* Weekblad voor VENRAY, HOBST en Omstreken. JACFOKlft J. VERMEULEH-ROELOFS üit Venray's Archieven. NIEMEIJERj fRIESCHE HEERENBMf MANUFACTURE t (YQ0M)ËQJ0Srf! MANUFACTUREN. (YOORDEELlöSr/f CHAMPAGNE Vve. Puisard Cie. Onze jongens. Het zwakke geslacht of... het brutale geslecht Gewetensplicht inzake het betalen van belasting. ZATERDAG JO AUGUSTUS 1929 Vijftigste Jaargang No. 32 1 BLIJKEN TOCH HET PEEL EN MAAS BLIJKEN TOCH HET PRIJS DER ADVERTENTIEN 1—8 regels 60 cent, elke regel meer 71/» ct. bij abonnementlagere tarieven. Uitgave van FIRMA VANDEN MUNCKHOF VENRAY ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ctper post 75 cent Telefoon 51 GIRO 150652 voor het buitenland f 1.05 bij vooruitbetaling, afzonderl. nummers 5 cent Wijnhandel Venray, Gr. Markt 8 tÉJgL—M „BEHOUDENIS DER KRANKEN' OOSTRUM. door A. F. VAN BEURDEN. VIII De Minderbroeders en Jerusalem in 1801. De Fransclie Republikeinen bleken, toen zij hier de macht in handen had den, harde kerkvervolgers te zijn en namen de goederen der kloosters in beslag, om dan later aan de religieu zen armzalige pensioentjes uit te keeren. In 1801 werden de Paters te Venray wederom bezocht door de ver tegenwoordigers der Fransche Repu bliek, één en ondeelbaar. Het zal wel belangstelling wekken te weten, wie toen in het klooster aanwezig waren, waarom wij hier namen, geboorte plaats en geboortedatum en plaats der professie laten volgen. MINDERBROEDERSKLOOSTER VENRAY: Houben Mathias geboren te Sevenum, oud 55 jaar, geprofest te Erckelens 1767, Pater, van Uidert Henri, geboren den Bosch oud 62 jaar, gepr. te Erckelens 1760 Pater. Rubeyns Peter, geb. te Ottenhoven, oud 40 jaar, gepr. te Lichtenberg 1781, Pater, van Rossum Jan, geboren te Winzen, oud 64 jaar, gepr. te Leuven 1759, Pater. Bonhoff Arnoud, geboren te Leiden, 51 jaar, gepr. te Leuven 1771, Pater, van der Parren Jan Bapt., geboren te Maashees, 70 jaar, gepr. Erckelens 1756, Pater. Janssen Jan, geboren te Gelder, 70 j., gepr. Erckelens 1760, Pater. Amers An toon, geboren te Venlo, 61 jaar, gepr. Lichtenberg 1761, Pater. Strick Hubert, geboren te Boxmeer, 58 jaar, gepr. Leuven 1764, Pater. Scherekens Gerard, geboren te Venlo, 60 jaar, gepr. Erckelens 1766, Pater. Mulders Nicolaas, geboren te Puyfflik 53 jaar, gepr. Erckelens 1770, Pater Broekmans Adriaan, geboren te Dongen 60 jaar, gepr. Bootendal 1771, Pater van Soest Peter, geboren te Venray, 49 jaar, gepr. Erckelens 1775, Pater. Berbers Peter, geboren te Roermond, 49 jaar, gepr. Leuven 1777, Pater. Lappé Jan, geboren te Wijssel, 54jaar gepr. Erckelens 1777, Pater. Bollmeer Theodoor, geb. te Amsterdam 46 jaar, gepr. Lichtenberg 1777, Pater. Mengels Peter, geboren te Canne, 31 jaar, gepr. Lichtenberg 1791, Pater. Muysenbeeck Henri, geb. te Maastricht, 28 jaar, gepr. Lichtenberg 1792, Pater. Claes Paul, geboren te Beringen, 28 jaar, gepr. Lichtenberg 1792, Pater, van de Reydt Winand, geb. te Tongeren, 25 jaar, gepr. Erckelens 1794, Pater. Damen Mathias, geb. te Maastricht, 27 jaar, gepr. Erckelens 1796, Pater. Ramaekers Jan, geboren te Gemert,31 jaar, gepr. Erckelens 1796, Pater. Alarts Cornelis, geboren te Venlo, 61 jaar, gepr. Erckelens 1764, Broeder. Keupers Antoou, geboren te Venray, 55 jaar, gepr. Venray 1781, Broeder, van Wijck Henri, geboren te Maeseyk 44 jaar, gepr. Maastricht 1781, Broe der. van den Broeck Jan, geb. te Maastricht, 49 jaar, gepr. Erckelens 1783, Pater. Thiewes Mathias, geboren te Aalst, 43 jaar, gepr. St. Truyen 1792, Broeder. SchlÖmer Leonard, geboren te Wiezen, 35 jaar, gepr. Erckelens 1792, Broeder. V Ook de religieusen van het Convent Jerusalem werden bezocht en moesten allerlei inlichtingen over hare persoon geven. Deze gegevens volgen hier JERUSALEM VENRAY: van Turnt Sophie, geb. Zeeland 1755, gepr. Venray 1775. Lambotte Alexandrine Leopoldine, geb. Venray 1751, gepr. Venray 1770. van Veghelt Hendrina Joanna, geb. Venray 1721, gepr. Venray 1743. Fonck Anna Catharina, geboren Goch 1739, gepr. Venray 1756. Vesters Maria Antoinette, geb. Hees 1731, gepr! Venray 1756. Aan den Toren Marie, geb. Afferden 1739, gepr. Venray 1760. Cox Maria Magdalena, geb. Leende 1748, gepr. Venray 1765. Vermeulen Sophia, geb. Leende 1747, gepr. Venray 1766. Gysberts Anna Maria, geboren Weert 1737, gepr. Venray 1766. van de Voort Helena, geboren Asten 1750, gepr. Venray 1774. Bruynen Maria Juliana, geboren Asten 1756, gepr. Venray 1779. Tabbers Maria Goverdina. geb. Tilburg 1757, gepr. Venray 1780. van Eyck Henriette Catharina, geb. den Bosch 1761, gepr. Venray 1782. Buckems Elisabeth, geboren Asten 1729 gepr. Venray 1749. Hoeffnagels Jeanette, geboren Venray 1737, gepr. Venray 1757. Hensen Agnes, geboren Venray 1763. gepr. Venray 1783. Dericks Cato, geboren Beek 1729, ge profest Venray 1753. Rector was Saedt An toon, geboren te Gocb 1754, geprofest Gaesdonck bij Goch 1780. Zijn invloed is veel grooter dan die van de vrouw. Hij vormt de openbare meening, hij maakt de wet. Een volk is zooveel waard als de mannen waard zijn waaruil het is samengesteld. Welnu, de jongelingen van heden zijn de mannen van morgen. Dus de gehe.de toekomst van het huisgezin, van den godsdienst en van het vaderland hangt voornamelijk af van onze jongens. Wellington, de overwinnaar van Napoleon te Waterloo, bezocht tegen het einde van zijn leven het college waar hij was opgevoed. Toen hij de gezegende plaatsen wederzag waar hij zijn jeugd had door gebracht, riep hij uit: »Hier is de slag van Waterloo ge wonnen 1" Hij wilde daarmede zeggen dat de man geheel is opgesloten in den jonge ling, en dat de rijpe leefiijd de vruchten plukt, die de jeugd gekweekt heeft. Inderdaad, geheel de toekomst hangt af van onze jongens van 12 tot20jaar de toekomst van het huisgezin, van den godsdienst, van het vaderland. De toekomst van h6t huisgezin. Gij wilt dat uw naam, hoe nederig bij ook zijn moge, van smetten vrij blijve. Gij wilt dat uw overleveringen van arbeid en deugd voortduren ia uw familie an uw versie nakomelingschap nog m8t hun goeden geur doordringen Gij verlangt dat uw oude dagen gtë rbiedigd en geëerd worden. Welnu, dat alles hangt voornamelijk af van de jonkheidl De huisgezinnen van morgen zullen zijn wat de jongelingen van heden zijn De toekomst van den godsdienst. Gij wilt dat de godsdienst steeds in eere blijve en moge groeien en bloeien Gij wilt dat het kruis, dat uw wieg overschaduwd heeft, ook uw graf bescherme. Gij wilt dat hst Evangelie, dat gij van uw voorvaderen ontvangen hebt als een onschendbaar en ongeschonden erfdeel op uw verste kleinkinderen zal overgaan Welnu, dat hangt voornamelijk af de jeugd, van de jongelingschap Immers wat zou er van den godsdienst overblijven na een halve eeuw, als nu onze jongens met den stroom van goddeloosheid en zedenbederf zouden meegaan De toekomst van het vaderland. Gij verlangt voor ons dierbaar vader land brave en plichtbetrachtende we k- lieden. eerlijke en menschlievende werkgevers, gewetensvolle bestuurders, dappere soldaten, waardige burgers. Gij wilt een vaderland dat hoewel klein in oppervlakte, groot is in alles waarin een klein land groot kan zijn en eerbied afdwingt van het buitenland Welnu, dat alles hangt wederom a vun de jongelieden. De jeugd van heden vormt het vader land van morgen. Een volk is zooveel waard, als de mannen waard zijn, die het vormer omdat van hen uitgaat de groole invloed, het krachtdadig voorbeeld, de opperste leiding. Da&r de man hoofd is, leidt hij alle ledematen, beheerscht hij geheel de gemeenschap. Op hem rust bijna alleen de bewp«irg op gebied van handel, nijverheid politiek. Iedereen begrijpt dadelijk waarover we het hebben zullen Natuurlijk over dat deel van hel zwakke, dat is, het vrouwelijke geslacht dat door zijn bru'aliteit, d i. schaamte loosheid, den naam van: het schoone geslacht aan het verliezen is Wespreken natuurlijk niet over uie, Gode zij dank, ook nog talrijke dames, vrouwen en meisjes die naar de pau selijke en bisschoppelijke voorschriften zake de vrouwenkleeding luisteren; welke voorschriften op de allereerste plaats gegeven zijn om de zedelijkheid bij de vrouwelijke personen zelf, bij haar omgeving, kortom om vooral de publieke zedelijkheid veilig te stellen; en dus de deugd, en dus de schoonheid (wantwat legen de deugd ingaat, voor al tegen de deugd van zuiverheid, kan niet mooi zijn) en dus het fatsoen. Zöö hangt het dus samen: 1) Deugd van zedelijkheid. 2) Schoonheid 3) Fatsoenzoodat van de hedendaag sche verkeerde vrouwenmode niets anders kan worden gezegd, (om het nu eens scherp raak te zeggen) dan dat zij is: een ordinaire verschijning-en negerinnen ontkleeding Maar wat zien we róg van vele „dames", vrouwen en meisjes? (En dat dwingt ons zeer tegen onzen zi i er weer eens uitvoeriger cp terug te ko men.) Er is nu al zóóveel over gepreekt en geschreven. Er moet telkenjare vanwege den Bisschop een brief tegen de verkeerde vrouwenmode worden afgelezen, waar in heel dui lelijk staat aangegeven aan welke voorschriften de vrouw* nkheding moet voldoen, wil ze zedelijk, dus schoon, dus fatsoenlijk, dus niet ordi nair zijn, n. 1. gesloten tot den hals; geen doorschijnende stoffen; rokken over de knieën; mouwen lol de ellebogen (dit laatste wordt tegenwoordig meer en meer ver geten.) Maar ondanks alle gesproken en ge schreven woord, ondanks alle bisschop pelijk voorschrift (waaraan men ingeweten moet gehoorzamen) loopen er nog verschillende heel brutaal en ongegeneerd rond, alsof er nooit iets gezegd geschreven of gepreekt wasl Hadden we geen recht, om te zeggen dat vele dames, vrouwen en meisjes openlijk in opstand zijn tegen de deugd en het gezag? En om openlijk in opstand te zijn, moet men toch wel beschikken over brutaliteit en schaam teloosheid. Foei, en dat voor het zwakke, het schoongeslachtl Waar blijft haar anders zoo teere gevoel haar anders zoo lichlgeraakte eer? Daar is maar een houding tegen de verkeerde mode en dat is deze: radi caal „neen zeggen en doen tegen al hare verkeerde voorschriften. Zoolang als men blijft schipperen en toegeven is het mis. Ja, da mode is reeds zoover gekomen door het altijd maar met beeijes toe te geven. Dat ordinaire straattijpe van sommi ge, heel erge ontkleedingen is niet zoo maar in eens uit de lucht komen val len. 'k Geloof men had ze dan met steanen nagegooid Neen langzmerhand om het groote publiek d'r aar. te gewennen: langza merhand met da ontkleeding van hals van armen, langzamerhand de rokken korter enz. En men liet zich meeslepen, als een kudde willooze, onnoozele schapen. Want de macht der mode ligt in de schaapachtighaid van hat vrouwelijk gI-slacht; in haar gebrek aan fierheid, in gebrek aan fijne opvatting van de edele waarheid als christelijke echtge noo'e, als moeder, die een voorbeeld te geven heeft, als rein meisje, dat niet wil laten besmetten door de wuft- wereldsche uitvindingen. Daar is maar èèn houding tegen de verkeerde mode en dat is deze: radicaal „neen" zeggen en doen tegen al hare verkeerde voorschriften. Heelemaal zonder mouwen durven sommigen nog niet; lange mouwen of totover de ellebogen „hè wat zullen die zeggen dat ik nog zoo ouderwetach ben", en „die vriendin mag het tcch ook van vad*r en moeder"; „en ik moet toch ook lal n zien, wat ik durf' treurige moed) „en ik doe toch niet het allerergste, neen dat niet" (en het volgende jaar dan, zult gij dan nis: al weer wat verder gaar.?)en zoo worden er allemaal uitvluchten verzon nen om toch maar niet dat koppige kopje te buigen voor de bedachtzame ijsheid der zielzorgers. Neen, dat is het zwakke en schoone geslacht niet meer. Ü8t is dan het brutale geslacht; het schaamtelooze geslacht; het geslacht, dat. openlijk ingaat tegen hel geestelij ke gezag; dat openlijk ingaat tegen de deugd, dus tegen de schoonheid; dat onfatsoenlijk en ordinair wil zijn. Het eene kwaad brengt altijd het 8ndere voort. I&gesga&ea MsMigllagga. Voor vrouwen. Vrouwen vooral hebben nu en dan behoefte aan de hulp van Foster's Rugpijn Nieren Pillen Vanaf de vor ming tot voorbij den middelbaren leef tijd treden in het vrouwelijk orgsnisme voortdurend veranderingen op, die veel inspanning van de meren vorderen. Eveneens in het kriiieke,tijdperk en in de maanden voor en na de geboorte van kinderen, krijgen do nieren veel extra werk te doen. Het is daarom geen wonder, dat vrouwen zoo vaak lijden aan rugpijn, afmattende pijnen waterzuchtige zwellingen, hoofdpijn, duizeligheid, zenuwachtigheid en urine- stoornissen. Vrouwen behooren te weten, dat de nieren de gewichtige levenstaak heb ben om de onzuivere stoffen uit het bioed te filtreeren, Als de nieren ver zwakt of ove spannen zijn, wordt de bloedsomloop geinfecteerd en het ge heele gestel aangedaan, waardoor spit, blaasontsteking, rheumaliek, lende zwakte enz. kunnen ontstaan. Fortei's Rugpijn Nieren Pillen zullen voor vrouwen in tijd van nood een zegen blijken. Zij worden aanbevolen door vele dankbare, verstandige vrou wen, die haar herstel en welzijn aan het tijdig gebruik van dit versterkend niermiddel te danken hebben. Verkrijgbaar (in glasverpakking met geel etiket let hier vooral op) bij apotheken en drogisten f 1 75 per flacon. 38 Ondanks het spreekwoord: »Het is zaliger te geven dan te nemen" zijn de burgers, die liever belasting betalen, dan zich de diensten van de overheid te laten welgevallen, met een kaarsje te zoeken. Dit is trouwens niet onbe grijpelijk: koop ik iets in een winkel, dan ontvang ik meteen waar voor mijn geld, huur ik een huis, dan heb ik er het onmiddellijk genot van, maar moet ik een aanzienlijk deel van mijn inko men, een tiende, een twintigste, of hoeveel het zijn moge, afstaan aan den fiscus, dan zie ik niet onmiddellijk, dat ik daarvoor iets in ruil ontvang, wat ik er voor terugkrijg. En het »voor wat hoort wat" is zoo zeer de algemeene opvatting geweest in alle tijden, dat de belangelooze offervaardigheid steeds tot do uitzonde ringen behoord heeft. De gemiddelde mensch beschikt bovendien over te weinig kennis om trent den aard, het wezen onzer samenleving, omtrent de taak en den plicht van de overheid in die samen leving, omtrent de verhouding tot en de functie van de personen, de individuen in de samenleving, om de eigenlijke, de juiste beteekenis van de belasting heffing door de overheid van de burgers en van de belastingbetaling door de burgers aan de overheid te kunnen beseffen en beoordeelen. Daardoor is het te-verklaren, dat zoovelen, en onder hen zelfs voortref felijke Katholieken, in alle oprechtheid de meening zijn toegedaan, dat het ontduiken van belastingbetaling geoor loofd is, mits men slechts zorg drage, niet met den strafrechter in aanraking te komen. Daar deze onjuiste meening echter haar oorsprong vindt in een tekort aan kennis omtrent het wezen der belastng, achten wij het uitermate nuttig om hier uit de brochure »De Zedenleer en het Belastingwezen" door den Z. E. Heer Kanunnik A. Janssen, professor aan de Katholieke Hooge- school te Leuven, te citeeren. Vooreerst dan de vraag behandelend, of op zichzelf de 'belastingwetten in geweten verplichten, betoogt de eer waarde schrijver aldus: In di< onderhoud zullen we trachten volle oprechtheid, zonder vleierij voor den Staat of voor de burgers, vast te stellen wat de christen zedenleer zegt over het belastingwezen. Vooraf weze opgemerkt dat we enkel spreken van belastingen in den streng- sten zin van het woord, van belastin gen aan den Staat die geen rechtstreek- sche vergoeding zijn van een dienst dien de Staat ons bewijst of alleen bewijzen kan. Voor deze vergoedingen gelden dezelfde regels van strikte rechtvaardigheid als voor de burgers. Als ik b.v. gebruik maak van een dienst door den Staat ingericht, dan moet ik den Slaat even goed betalen als ik een gewoon burger zou betalen die mij denzelfden dienst zou bewijzen. Dat is klaar. Daartoe ben ik gehouden uit strikte rechtvaardigheid: waar de Staat me iets levert moet ik hem betalen, zooals ik ieder ander leverancier moet betalen. Hier gelden de gewone wetten der ruilende rechtvaardigheid. Men mag dus niet zeggen dat den Staat bestelen geen zonde is. Die gevallen terzijde gelaten stellen we aanstonds de vraagzijn we in geweten gehouden onze belastingen te betalen, t is te zeggen deze sommen die de Slaat van ons eischt als bijdrage om aan den Staat mogelijk te maken zijn natuurlijke zending te vervullen? Het antwoord op die vraag zal geen twijfel meer overlaten, hoop ik, wan neer achtereenvolgens drie punten van belang zullen zijn vastgesteld aangaande den eigen aard der belastingen, het recht van den Staat belastingen te heffen en den plicht van de burgers in de mate van hun vermogen bij te dragen tot het algemeen welzijn voor hetwelk de Staat zorgen moet. Eerst dus een woord over het wezen, den eigen aard der belastingen. Onder belasting verstaan we, we zegden het reeds, de som gelds die we aan den Staat of aan een der andere openbare besturen gehouden zijn te betalen, zonder dat we daarvoor in de plaats iels ontvangen dat voor ons persoonlijk een rechtstreeksch voordeel oplevert wij betalen en het geld moet dienen

Peel en Maas | 1929 | | pagina 1