Tweede Blad van „PEIL EN MAAS" ie lange Fielip Patronaatsgedachteo. Adverteert in dit Had Hand-, span- en voerdiensten Werktijdenbesluit voor Winkels- FEUILLETON Een reis door Sovjet-Rusland ZATERDAG 13 JULI 1929 Vijftigste Jaargang No. 28 Burgemeester en Wethouders van Venray brengen bij deze ter openbare kennis, dat het kohier van hand span en voerdiensten voor het dienst jaar 1929—1930 door den Raad der Gemeente in zijne vergadering van 18 Juni 1929 is vastgesteld en vestigende aandacht van belanghebbenden er op, dat eenieder zich binnen een maand na de dagteekening van het aanslag biljet (zijnde 6 Juli 1929) dus lot 6 Augustus a s. van de te zijnen laste daarop vermeldedienatenkan vrijkoopen door bij den Gemeente ontvanger te storten "Voor eiken dag hauddienst f 2 Voor eiken dag spandienst met een paard f 7 Voor eiken dag spandienst met twee paarden f 11 Voor eiken dag voerdienst met een motorrijtuig op twee wielen, indien het eigan gewicht niet meer bedraagt dan 120 kilogram f 4. Idem met zijspan f 6 Voor eiken dag voerdienst met een motorrijtuig op twee wielen, indien het eigen gewicht meer dan 120 kilogram bedraagt f 7. Idem met zijspan f 10 Voor eiken dag voerdienst met een motoriij'uig op meer dan twee wielen, indien het ingericht is voor het ver voer van niet meer dar. zeven personen, den bestuurder inbegrepen f 10 Voor eiken dag voerdienst met een motorrijtuig op meer dan twee wielen, indien het is ingericht voor het vervoer van meer dan zeven personen den bestuurder inbegrepen f 15, Voor eiken dag voerdienst met een motorrijtuig, niet ingericht voor per sonenvervoer, met een laadvermogen beneden 1500 K G. f 10. Voor eiken dag voerdienst met een motorrijtuig, niet ingericht voor per sonenvervoer, met een laadvermogen van meer dan 1500 K.G., doch minder dan 3000 KG f 20 Voor eiken dag voerdienst met een motorrijtuig niet ingericht voor per sonenvervoer met een laadvermogen van 3000 K G. en meer f 30 De opgeroepane kan de van hem verlangde diensten afkoopen door tegen kwitantie bij dan Gemeente-Ontvanger te storten a. binnen 48 uren na de oproeping een bedrag, dat 25 pCt. hooger is dan de bedragen hierbovun genoemd b. daarna een bedrag, dat anderhalf maal zoo hoog is als de bedragen hierboven genoemd. Venray 4 Juli 1929 Burgemeester en Wethouders voornmd O. VAN DE LOO. De Secretaris, VAN HAAREN, voorm. In afwijking van bet bepaalde in rtikel 3 msg een man of vrouw in een winkel arbeid verrichten gedurende ten. hoogste elf uren per dag en in de tijdvakken, onder c. aangegeven, bovendien gedurende ten hoogste twee en zestig uren per weeka. op Zater- b. op den dag voorafgaande aan Hemelvaartsdag, op 14 Augustus en op 31 October, onder voorwaarde dat in den winkel onderscheidenlijk op den Hemelvaartsdag, op 15 Augustus en op I November geen arbeid wordt verricht; op alle werkdagen in het tijdvak van 25 November tot en met 5 Decem ber en in hét tijdvak van 18 tot en met 24 December; d. in winkels, waar uitsluitend of in hoofdzaak brood, banket, suikerwerk en chocolade wordt verkocht, op 25 en 31 December. Bovendien mag, in afwijking van het bepaalde in artikel 3, een man of een vrouw in een bloemenwinkel op 22, 23, 24 en 30 December arbeid verrich ten gedurende ten hoogste veertien uren per dag en op 31 December gedurende ten hoogste twaalf ur6n. De rusttijd lusschen het einde van den arbeid op een dag en den aanvang op een volgenden dag moet minstens II uur bedragen. Na hoogstens 5i/2 nur arbeid moet een half uur rust worden gegeven aan eiken arbeider op eiken dag, waarop hij meer dan 6 uren werkt Jeugdige personen van af 16 jaar mogen hoogstens 10 uur per dag en 55 uur per week werken. De wet geldt ook voor barbierssalons, maar een man mag in een barbiers- of kappersonderneming op Zaterdag benevens op den dog, voorafgaande aan Hemelvaartsdag, op 14 Augustus, op 31 December en op 24 December zoo die dagen werkdagen zijn, arbeid verrichten tusachen 6 uur des voor- Idags en 11 uur des namiddags en gedurende ten hoogste twaalf uren per dag, onder voorwaarde, dat: a. hij niet langer arbeid verricht dan 53 uren per week; b. zijn arbeid ,op die dagen telkens na ten hoogste vijf uren arbeid wordt afgewisseld door een onafgebrö ken rusttijd van tenminste een half uur Het besluit is niet van toepassing op personen, die aan het hoofd staan van een winkel of een afdeeling daarvan den chef de bureau en den magazijn meester. Op 1 Januari in werking. In Staatsblad 313 is afgekondigd het werktijdenbesluit voor winkels, dat 1 Januari 1930 in werking treedt. Een arbeider,- die in een winkel werkt, moet een onafgebroken weke- lijkschen rusttijd habben var. tenminste 32 uur. Voor mannen of vrouwen, die op Zondag werken, moet in dien rusttijd ten minste eenmaal in drie achtereen volgende weken de Zondag zijn be grepen. Behalve gedurende den wekelijkschen rusttijd moet een winkel-arbeider op een d8g der week een vrijen morgen hebben tot 1 uur of een vrijen middag na 1 uur. Men mag volgens art. 3 in winkels niet langer dan 9i/« uur per dag werken en 53 uur per week en niet tusschen IOi/ï uur nam en 6 uur Humoristisch verhaal uit de dagen van Eriedrik Wilhelm I. Vrij naar het Duitsch door B B. Maar onze Fielip stelde hen al aan stonds gerust. Ik ken hier in dit land toch zeker den weg wel, zei hij, vooruit mannen wij moeten vooruit het vondertje over Dat lamme ding heeft niet eens een leuning, klaagde de eerste grena dier, die niet veel lust scheen te heb ben in een koud bad. Wat, riep Fielip, zijn jullie kerels Kunnen die grenadiers van het beroem de leger van Koning Frederik Wilhelm I na een paar potjes niet eens meer over een smal brugje loopen Dit lieten de grenadiers zich niet zeggen vastberaden stapten zij op de smalle plank en deden hun best in evenwicht te blijven. Of het nu kwam omdat ze nu juist riet al te nuchter waren of dat onze Fielip werkelijk met een stootje meehielp, zooals zij later beweerden, zeker is het echter, dat op een gegeven oogenblik de eerste over den tweede tuimelde en dat ze allebei met een luide schreeuw in de overigens niet gevaarlijke beek rolden. Daar hebben we het al, riep door Mgr. D'Herbigny. Het is nu negen uur. De avond is gedaald. »We zijn nu reeds halverwege, zei de koetsier, maar de paarden kunnen niet meer vooruit. We zullen moeten rusten." We zijn juist over een lang breed grasveld gereden, een soort uitgedroogd moeras, waarom heen tat ijke zandheuveltjes liggenrechls en links staan hier en daar verspreid verschillende boerenwoningen. Slechts in twee of drie huizen brandt er licht, want op het platteland ver van de groote stad is de electriciteit heel duur. In deze dorpen, die vroeger een over wegend Duitsche bevolking hadden heerscht thans groot gebrek Dit dorpj' draagt terecht den naam »Sehoonveld »Het is heelemaal katholiek" zegt de chauffeur, »maar zooals haast overal er geen priester meer in deze parochie." In het schijnsel der maan zie ik zes zevenhonderd meter van de plaats waar we stilhielden, recht vooruit, een klein kerkje in laat golischen stijl opgetrokken in baksteen met een hoogen toren. Voor de Kerkdeur wil ik mijn avond overweging houden, 't Is vandaag hel feest van den H. Petrus Canisius, maar ik kon noch de H. Mis lezen nog Fielip met een gezicht alsof hij er niets aan doen kon. Wachtmeester, blijft gij hier aan dezen kant, dan ga ik naar den anderen kant, zoodoende kunnen ij hen er beter uithalen. Maar nau welijks was onze lange knaap aan de overkant of snel als de bliksem greep hij de plank van het brugje met beide handen vast, rukte hem met een krach tige stoot van zijn plaats en slingerde hem naar de grenadiers, die tanden klapperend in het koude water rond plasten. Wat doe je nu Hoe kunt ge nu hier bij ons komen, riep de wacht meester verbaasd Ik ben heelemaal niet meer van plan om bij jullie te komen, lachte Fielip. Deze beek vormt de grens tus schen Pruisen en Saksen ik sta hier op Saksische bodem, zoo wil het God doe de complimenten aan Zijne Majes teit Frederik Wilhelm en zeg hemt dat die lange kerel veel te lange beenen had. De wachtmeester stond als aan den grond genageld. De eene donnerwetter volgde op den ander en zoo verschrik kelijk klonken de krachttermen van den woedenden wachtmeester, dat zelfs de beide drenkelingen een oogenblik ophielden met plassen. Nog lang hoorde onze molenaar op zijn vlucht door het woud een heele reeks allesbehalve liefelijke benamingen. Overigens be hoefde hij niet bang te zijn voor verdere achtervolging. Kluge moest eerst zijn plassende en proestende kameraden op het droge helpen en toen ze eindelijk druipend en bibberend van ergens de H Communid ontvangen. Ik ben blij dat ik voor de deur des Heeren mijn avondgebed kan bidden. LaDgs een smal paadje kom ik bij het hak van het kerkhof dat rond dit kleine kerkje ligt. Re poort is niet gesloten ik ga dus op het kerkhof en juist wilde ik hier tusschen de graven nederknielen, toen er een jonge kerel op me toetrad die achter een kruis had staan wachten en dien ik niet bemerkt had. »U wilt hier binnenkomen »Ja, maar de kerk is toch gesloten I" »Ik wil ze voor u open maken". En terwijl hij dit zeide haalde hij een grooten bos sleutels voor den dag. Onze Engel bewaarders zorgen toch goed voor ons Voor het tabernakel brandt de gods- iamp, dat is het eenige licht. Ik kniel dicht bij het tabernakel neer. Doch ik hoor hoe nu en dan de deur telkens achter mij opengaatik hoor hoe krachtige mannenstappen de trsp van het koor bestijgen. Er komt iemand om op het altaar de kaaraen aan te steken... Ook op het zangkoor brandt er licht... Wat zou er nu gebeuren Zou mijn koetsier of de oude vrouw uit de dorpsherberg toch nog verteld hebben dat er een priester in het dorp was aangekomeo Neen het is slechts een bijeenkomst van jonge mannen die aan hun priester, toen hij gevankelijk werd weggevoerd, beloofd aebben, dat zij iederen avond in de kerk zouden samenkomen om hun avondgebed te bidden en vrome liederen te zingen.... Het orgel zet het voorspel in en dan zingen hserlijke jongensstemmen den jsalm »Dextera Domini fecit virtutem. 3e rechterhand des Heeren heeft ons kracht gegeven..." Mijn oogen schieten vol traDen. Ik zou graag deze jongens toespreken om hen te zeggen... NeeD, blijf kalml Vanuit mijn donker hoekje geef ik hun van gsnscher harte den pauselijken zegen. »Sit nomen Domini benedictum" de naam des Heeren zij gezegend. Deze eene gebeurtenis reeds voldoende om den vurigen godsdienstzin en waren geloofsijver te £6n8chet«en van deze Duitsche dorpen in Rusland. Toen ik uit de kerk ging weende ik van blijdschap en innige aandoening. De koetsier had zijn paarden uitge spannen. Andere voerlui, die ook liever 'a nachts rijden, om de zwoele hitte dezer zandwoestijn in den namiddag te ontvluchten, hebben hun wagens naast zijn rijtuig gezet. De oude waardin komt uit een naburig boeren huis naar buiten; zij heeft daar voor mij het avondeten gereed gemaakt Dat zal zich goed laten smaken. Want gisteren ben ik vanuit Makiewka ver trokken en de proviand die ik vandaar had meegenomen, was reeds langs ver orberd en onderweg had ik niets kun nen koopen. Deze brave menschen ontvangen mij met den meest moge lijken eerbied. Zij hebben warme melk, een paar eieren en wat salade voor me klaar gezet. Ik moet ook nog een kop thee drinken dat is in Rusland een heel gewone drank, maar in een Duitsche boerenfamilie krijgt men zoo iets maar heel zelden. Ik word in de mooie kamer gelaten 't is daar heel propar. De eigenaar, een jonge kerel, komt bij me om me te bedienen. Ik vraag hem of hij bij me wil blijven... Hij vertelt me al zijn lief en leed: zijn vader was gestorven vroeger had hij 300 Hectare land, 43 koeien en een stal prachtige paarden en men heeft hem toen alles ontnomen behalve 20 Hectare land, 2 koeien en 1 paard. Ja, zijn vader was van verdriet gestorventwee van zijn jongens waren gesneuveld ergens aan 't front, men wist niet meer waar.. Ik ben alleen nog overgebleven op ons klein stukje landl Doch dat is allemaal voorbijik heb een goede en brave vrouw; wij hebben al vier kinderen het oudste is drie jaar oud. Wij zouden de kou onder de hoornen stonden, toen duurde het nog een heele 'ijd voordat zij hun grenadiersmutsen uit de beek hadden opgevischfc. Het koude bad had hen wel een beetje nuchterder gemaakt, maar onze wachtmeester begreep wel, dat het te dwaas was om los te loopen om met die twee half dronken kerels onzon langen Fielip in het onbekende en donkere bosch te achtervolgen. Hij bulderde zijn woede uit tegen de grenadieren, dat ze zich hadden laten bedrinken en als kleine kinderen in het water hadden laten gooien. Daar er toch niets anders op zat- besloten ze ten slotte maar tot de terug, tocht. Met bezwaard hart gingen zij terug, vernederd en beschaamd, vooral de wachtmeester zwoer hevige wraak gevoelde zich alles behalve op zij gemak. Voortdurend klonken hem de woorden van den koning in de ooren Denkt er om, gij staat er voor in dat die lange knaap voör ons vertrek geworven wordt." De terugweg was niet gemakkelijk te vinden, Fielip had hen midden tus schen het dikke kreupelhout gebracht De zon stond reeds hoog aan den hemel, toen zij eindelijk na veel heen en weer loopen een oud vrouwtje tegenkwamen, dal bezig was hout l sprokkelen. Deze wees hun den weg en nu waren ze spoedig waar ze zijn moesten. Overste Roderer, aan wien Kluge zijn rappOTt moest uitbrengen, schrok niet weinig toen hij het slechte nieuws graag hebben, dat u ze den zegen schonk. Wij zijn zoo blij, dat we u zien het is voor ons een heele eer, wanneer er eens een Roomsch Katho* liek priester bij ons komt, die door den Paus gezonden is. Wij beminnen Jezus Christus, onze Priesters en den H. Vader den Paus... En die sterke boer, een reus van een kerel, een man die beschaving en twikkeling bezat, want voor den oorlog studeerde hij op een Duitsch gymnasium, deze degelijke en zacht moedige christenmenach viel heel deemoedig op zijn knieënhij wil de hand van den priester kussen hij wil hand van den priester kussen ik omhels hem heel innig en geef hem een mooi aandenken aan mijn bezoek, want geld wil hij niet aannemen. Na den middag om drie uur, rijd ik weer verder over berg en dal. Wij gaan nu in Noord Westelijke richting moeten zoo in Odessa uitkomen. Mijn koetsier is een flinke jonge kerel, hij ziet er uit, of hij twaalf of dertien jaar oud is. Zijn nauwsluitend jasje is wel versleten, maar het ziet er toch nog netjes uit, hij draagt een groene >et met blauwen rand, waaraan een corte klep, om zijn oogen te bescher men tegen de zon deze muls toont heel veel overeenkomst met de studsn- tenpetten uil Rijnland. Ofschoon de menschen zelf niet meer weten uit welke streek van Duitschland ze ge komen zijn, kan men toch heel goed zien tot welke volkstype zij behooren. Mijn koetsier vertelt dat hij 15 jaar oud ishij is maar klein van gestalte gebleven omdat zijn moeder tijdens den oorlog weduwe werd en het talrijk huisgezin veel armoede geleden heeft, zoodat hij totaal ondervoed was, het geen men aan hem ook goed kon zien De dorpjes hadden hier zuivere Duit sche namen: Landau, Speyer, Worms, Met zijn zweep wees mijn kleine koetsier langsden horizont; daar liggen allemaal katholieke dorpen en ginds weer zuiver protestantsche gehuchten. De kolonisten zijn van begin af gaan wonen bij hun geloofsgenooten en zij blijven streng gescheiden, zelfs gemeng de huwelijken komen er niet voor. Er was slechts een dorp waar katholieken en protestanten naast elkander wonen, maar omdat de katholieken in hun vereering van het H. Altaarsacrament bespot werden, besloten ze te verhuizen en op zekeren dag verlieten zij allen tegelijk het dorp, om elders een nieuwe nederzetting te stichten. De Duitsche dorpjes zijn proper en goed onderhouden en uit degelijk materiaal opgetrokken midden op de markt staat een lief kerkje. Er was maar één dorpje wat geen kerkje had en mijn kleine koetsier had medelijden met deze menschen omdat Jezus niet in hun midden woonde. In ieder dorp wonen 800 tot 1500 huisgezinnenonder hen heerscht een gezellig familieleven. Alleen in den laatsten tijd zijn er veel Russen en Joden komen wonen die begeerig zijn naar een stuk grond dat anderen in het zweet huns aanschijns in ontginning hebben gebracht. Wij zijn er nu bijna. Mijn koetsier er trotsch op dat hij een priester naar het station mag brengen. Hij had beloofd om mij er in drie uur tijd heen te rijden en hij wilde woord houden ofschoon ik volop tijd had, omdat mijn trein pas tegen middernacht vertrok, Om half zes kregen we het Russisch dorp Wassilinowa in 't zicht en over de oude bouwvallige brug reden we het arme dorp binnen, verwelkomd door een troep blaffende honden, die ons tot het station vergezelde. Het water waarschuwt u. Als gij last hebt van een brandende, smartelijke pijn bij de loozing, of de urine dik is en troebel, met een scherpen geur, zanderig of met bloeddeeltjes, bestaat er geen twijfel of uw nieren zijn verzwakt. Neem Foster's Rugpijn Nieren Pillen, want uw nieren hebben behoefte aan een specifiek niermiddel. Let ook op de hoeveelheid geloosde urine. Als gij zeer groote of zeer kleine hoeveelheden loost, als gij te vaak of te weinig aandrang krijgt, wijst dit vrij zeker op nierzwakte. En dat is ernstig genoeger beslaat gevaar voor bloedvergiftiging en de schadelijke gevolgen op iedere zenuw, spier of weefsel van uw lichaam. Stel het niet uit neem Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Verwaarloozing kan ernstige gevolgen met zich brengen. Foster's Pillen worden in Holland sinds vele jaren gebruikt en zijn alom bekend om hun goede resultaten. Men kent geen beter middel tegen nier zwakte, blaas en urinesloornissen, rugpijn, spit, waterzuchtige zwellingen, rheumatiek en andere gevolgen van schadelijke stoffen, die bij trage werking der nieren in het bloed achterblijven. Laat Foster's Rugpijn Nieren Pillen u gezond maken en houden. Verkrijgbaar (in glasverpakking met geel etiket let hier vooral op) bij apotheken en drogisten èt f 1,75 per flacon. 36 door A. N. We \ervolgen ons artikel van 15 Juni, Hebben ermee gewacht, om eerst eens te hooren wat belangstellenden ervan zeiden. Twee weten meer dan één. Enkelen hebben goedhartig gemeend ge gooit uw eigen glazen in. Dit is onjuist. Op z'n hoogst 'n paar kleine ruitjes die toch al kapot waren. Anderen vroegen waarom komt de schrijver er nu pas mee aan, na zijn ongeveer negen jaren Patronaatswerk Wel, omdat 't nieuwe Werkprogram der Patronaten in Nederland pas dit jaar is klaar gekomen, en zulks dan nog maar in hoofdzaken. De meeste belangstellenden hebben ons artikel zeer waardeeiend besproken. Waarvoor dank 1 Moge de waardeeriDg zich omzetten in daden 1 Hoe was 't ook weer, enkele jaren weleden Wat zeiden de Patronaats directeuren in Nederland over hun werkkring 1 We bedoelen nu uitsluitend degenen, die geen reden meenden te hebben om een blad vóór den mond te nemen. Sommigen, die in bijzonder gunstige omstandigheden werkten, verklaarden zich volkomen bevredigd. Anderen waren zóó ontevreden erover jatemd, dat ze spraken van afschaffen, opruimen. Te begrijpen, als ge weet hoc deze heeren moesten werken 1 Weer anderen waren half tevreden en half met Die zeiden mijn Patronaat doet veel goeds, doch naar verhouding lang niet genoeg 't lijkt er niet op. Toen is men gaan vergaderen, gaan studeeren, gaan reizen naar 't Buiten land, enz enz. Er is, onder de hoogste goedkeuring en innigst meeleven der Nederlandsche Bisschoppen inderdaad hard gewerkt. Er is iets voor den dag gekomen wat keurig mooi is en echt goed en verkwikkend frisch. Het spreekt vanzelf dat de practischa we: kers niet alles over denzelfden kam scheren een Patronaat in de Jordaan van Amsterdam is wat anders dan een vernam. De koning heeft de heele avond over niets anders gesproken dan over dien langen Saks, zeide hij, het schijnt wel dat hij in die vangst nog meer pleizier heeft dan in heei die drijfjacht. Hij laat je met de zweep geeselen ale je den kerel niet te pakken krijgt, voordat hij afreist. Morgen vroeg moet de Saks dus hier zijn, gebruik dus al je vernuft, want anders zullen we, bij alle donnerwelters, geen aangename reis hebben. Wachtmeester Kluge had die aan moediging heelemaal niet noodig. Hij kende den koning maar al te goed en wist hoe hartstochtelijk verliefd hij was op lange kerels. Daarenboven dreef hem de wraaklust, hij bibberde nog van woede over heel zijn lichaam als hij aan dien leelijken streek dacht, welke die lange slungel hem gespeeld had. Hij zou wel naar het einde van de wereld willen loopen, juist zoolang totdat hij dien langen kerel tusschen zijn handen had Maar hoe hij zijn hersens ook afpijnigde, er wilde hem maar geen vernuftig plan invallen. Zoo liep hij langzaam te peinzen en te denken op den eenzamen weg, welke zich tusschen het dichte struikgewas kronkelt achter de gehuchten, toen plotseling de Schout van het dorp tegenover hem stond. Daar schoot hem ineens een plan te binnen die ver waande Schout moest hem op het spoor brengen van den vluchteling 1 Hij groette heel vriendelijk en al heel spoedig had hij een gesprek met hem aangeknoopt. De Schout had het naruurlijk aanstonds over het ocbe hoorlijk gedrag van den waard uit den Gouden S'eulel, die den vorigen avond zijn toespraak in de war gestuurd had. Werkelijk, zei de soldaat, op mijn eer, het speet ook mij geweldig. Aan het begin kon men al aanstonds mer ken, dat het een prachtige redevoering zou worden, maar die boeren en vooral die waard hebben alles bedorven. Zoo, hebt gij dit ook gemerkt? Kijk, dit doet mij werkelijk genoegen, daar ben ik waarlijk blij om 1 Natuur lijk» gij begrijpt» Je inhoud was zwaar en dan al die hooge heeren en zoo vlak voor Zijne Majesteit, die onrust van de boeren, ge begrijpt... daar is men nog niet zoo aan gewend. Zeker, zeker, maar Zijne Majes teit schijnt dit niet in aanmerking te willen nemen. Gisterenavond heeft hij zich zeer ongunstig over U uitgelaten. Het zou zelfs wel kunnen gebeuren, dat de waard uit den Gouden Sleutel die onder ons gezegd en gezwegen een echte boeren-toespraak hield, niet te vergelijken met de uwe u in uw ambt van Schout zou moeten opvolgen. Heeft men zoo iets gezegd Maar dit kan niet, ik geloof, dat dit mijn dood zou zijn! Nu ja, ge begrijpt, ik praat slechls van de mogelijkheid, maar ik zou u toch aanraden om op eer of andt re opvallende of in het oog loopende wijze te toonen, dat gij Zijne Majesteit een groote toewijding toedraagt en dat ge meer verstand hebt dan hij wel denkt. Op het oogenblik biedt zich daarvoor een prachtgelegenheid aan. Kent gij

Peel en Maas | 1929 | | pagina 5