Tweede Blad van „PEIL EN MAAS"
ie lange Fielip
Patronaatsgedachteo.
Adverteert in dit Had
Hand-, span- en voerdiensten
Werktijdenbesluit voor
Winkels-
FEUILLETON
Een reis door Sovjet-Rusland
ZATERDAG 13 JULI 1929
Vijftigste Jaargang No. 28
Burgemeester en Wethouders van
Venray brengen bij deze ter openbare
kennis, dat het kohier van hand
span en voerdiensten voor het dienst
jaar 1929—1930 door den Raad der
Gemeente in zijne vergadering van 18
Juni 1929 is vastgesteld en vestigende
aandacht van belanghebbenden er op,
dat eenieder zich binnen een maand
na de dagteekening van het aanslag
biljet (zijnde 6 Juli 1929) dus lot 6
Augustus a s. van de te zijnen laste
daarop vermeldedienatenkan vrijkoopen
door bij den Gemeente ontvanger te
storten
"Voor eiken dag hauddienst f 2
Voor eiken dag spandienst met een
paard f 7
Voor eiken dag spandienst met twee
paarden f 11
Voor eiken dag voerdienst met een
motorrijtuig op twee wielen, indien het
eigan gewicht niet meer bedraagt dan
120 kilogram f 4.
Idem met zijspan f 6
Voor eiken dag voerdienst met een
motorrijtuig op twee wielen, indien het
eigen gewicht meer dan 120 kilogram
bedraagt f 7.
Idem met zijspan f 10
Voor eiken dag voerdienst met een
motoriij'uig op meer dan twee wielen,
indien het ingericht is voor het ver
voer van niet meer dar. zeven personen,
den bestuurder inbegrepen f 10
Voor eiken dag voerdienst met een
motorrijtuig op meer dan twee wielen,
indien het is ingericht voor het vervoer
van meer dan zeven personen den
bestuurder inbegrepen f 15,
Voor eiken dag voerdienst met een
motorrijtuig, niet ingericht voor per
sonenvervoer, met een laadvermogen
beneden 1500 K G. f 10.
Voor eiken dag voerdienst met een
motorrijtuig, niet ingericht voor per
sonenvervoer, met een laadvermogen
van meer dan 1500 K.G., doch minder
dan 3000 KG f 20
Voor eiken dag voerdienst met een
motorrijtuig niet ingericht voor per
sonenvervoer met een laadvermogen
van 3000 K G. en meer f 30
De opgeroepane kan de van hem
verlangde diensten afkoopen door tegen
kwitantie bij dan Gemeente-Ontvanger
te storten
a. binnen 48 uren na de oproeping
een bedrag, dat 25 pCt. hooger is dan de
bedragen hierbovun genoemd
b. daarna een bedrag, dat anderhalf
maal zoo hoog is als de bedragen
hierboven genoemd.
Venray 4 Juli 1929
Burgemeester en Wethouders voornmd
O. VAN DE LOO.
De Secretaris,
VAN HAAREN,
voorm.
In afwijking van bet bepaalde in
rtikel 3 msg een man of vrouw in
een winkel arbeid verrichten gedurende
ten. hoogste elf uren per dag en in de
tijdvakken, onder c. aangegeven,
bovendien gedurende ten hoogste twee
en zestig uren per weeka. op Zater-
b. op den dag voorafgaande aan
Hemelvaartsdag, op 14 Augustus en op
31 October, onder voorwaarde dat in
den winkel onderscheidenlijk op den
Hemelvaartsdag, op 15 Augustus en op
I November geen arbeid wordt verricht;
op alle werkdagen in het tijdvak
van 25 November tot en met 5 Decem
ber en in hét tijdvak van 18 tot en
met 24 December; d. in winkels, waar
uitsluitend of in hoofdzaak brood,
banket, suikerwerk en chocolade wordt
verkocht, op 25 en 31 December.
Bovendien mag, in afwijking van het
bepaalde in artikel 3, een man of een
vrouw in een bloemenwinkel op 22,
23, 24 en 30 December arbeid verrich
ten gedurende ten hoogste veertien
uren per dag en op 31 December
gedurende ten hoogste twaalf ur6n.
De rusttijd lusschen het einde van
den arbeid op een dag en den aanvang
op een volgenden dag moet minstens
II uur bedragen.
Na hoogstens 5i/2 nur arbeid moet
een half uur rust worden gegeven aan
eiken arbeider op eiken dag, waarop
hij meer dan 6 uren werkt
Jeugdige personen van af 16 jaar
mogen hoogstens 10 uur per dag en
55 uur per week werken.
De wet geldt ook voor barbierssalons,
maar een man mag in een barbiers-
of kappersonderneming op Zaterdag
benevens op den dog, voorafgaande
aan Hemelvaartsdag, op 14 Augustus,
op 31 December en op 24 December
zoo die dagen werkdagen zijn, arbeid
verrichten tusachen 6 uur des voor-
Idags en 11 uur des namiddags en
gedurende ten hoogste twaalf uren per
dag, onder voorwaarde, dat: a. hij niet
langer arbeid verricht dan 53 uren per
week; b. zijn arbeid ,op die dagen
telkens na ten hoogste vijf uren arbeid
wordt afgewisseld door een onafgebrö
ken rusttijd van tenminste een half
uur
Het besluit is niet van toepassing op
personen, die aan het hoofd staan van
een winkel of een afdeeling daarvan
den chef de bureau en den magazijn
meester.
Op 1 Januari in werking.
In Staatsblad 313 is afgekondigd het
werktijdenbesluit voor winkels, dat 1
Januari 1930 in werking treedt.
Een arbeider,- die in een winkel
werkt, moet een onafgebroken weke-
lijkschen rusttijd habben var. tenminste
32 uur.
Voor mannen of vrouwen, die op
Zondag werken, moet in dien rusttijd
ten minste eenmaal in drie achtereen
volgende weken de Zondag zijn be
grepen.
Behalve gedurende den wekelijkschen
rusttijd moet een winkel-arbeider op
een d8g der week een vrijen morgen
hebben tot 1 uur of een vrijen middag
na 1 uur.
Men mag volgens art. 3 in winkels
niet langer dan 9i/« uur per dag
werken en 53 uur per week en niet
tusschen IOi/ï uur nam en 6 uur
Humoristisch verhaal uit de dagen van
Eriedrik Wilhelm I.
Vrij naar het Duitsch door B B.
Maar onze Fielip stelde hen al aan
stonds gerust.
Ik ken hier in dit land toch zeker
den weg wel, zei hij, vooruit mannen
wij moeten vooruit het vondertje over
Dat lamme ding heeft niet eens
een leuning, klaagde de eerste grena
dier, die niet veel lust scheen te heb
ben in een koud bad.
Wat, riep Fielip, zijn jullie kerels
Kunnen die grenadiers van het beroem
de leger van Koning Frederik Wilhelm
I na een paar potjes niet eens meer
over een smal brugje loopen
Dit lieten de grenadiers zich niet
zeggen vastberaden stapten zij op de
smalle plank en deden hun best in
evenwicht te blijven. Of het nu kwam
omdat ze nu juist riet al te nuchter
waren of dat onze Fielip werkelijk met
een stootje meehielp, zooals zij later
beweerden, zeker is het echter, dat op
een gegeven oogenblik de eerste over
den tweede tuimelde en dat ze allebei
met een luide schreeuw in de overigens
niet gevaarlijke beek rolden.
Daar hebben we het al, riep
door Mgr. D'Herbigny.
Het is nu negen uur. De avond is
gedaald.
»We zijn nu reeds halverwege, zei
de koetsier, maar de paarden kunnen
niet meer vooruit. We zullen moeten
rusten." We zijn juist over een lang
breed grasveld gereden, een soort
uitgedroogd moeras, waarom heen tat
ijke zandheuveltjes liggenrechls en
links staan hier en daar verspreid
verschillende boerenwoningen. Slechts
in twee of drie huizen brandt er licht,
want op het platteland ver van de
groote stad is de electriciteit heel duur.
In deze dorpen, die vroeger een over
wegend Duitsche bevolking hadden
heerscht thans groot gebrek Dit dorpj'
draagt terecht den naam »Sehoonveld
»Het is heelemaal katholiek" zegt de
chauffeur, »maar zooals haast overal
er geen priester meer in deze
parochie."
In het schijnsel der maan zie ik zes
zevenhonderd meter van de plaats
waar we stilhielden, recht vooruit, een
klein kerkje in laat golischen stijl
opgetrokken in baksteen met een hoogen
toren.
Voor de Kerkdeur wil ik mijn avond
overweging houden, 't Is vandaag hel
feest van den H. Petrus Canisius, maar
ik kon noch de H. Mis lezen nog
Fielip met een gezicht alsof hij er niets
aan doen kon. Wachtmeester, blijft gij
hier aan dezen kant, dan ga ik naar
den anderen kant, zoodoende kunnen
ij hen er beter uithalen. Maar nau
welijks was onze lange knaap aan de
overkant of snel als de bliksem greep
hij de plank van het brugje met beide
handen vast, rukte hem met een krach
tige stoot van zijn plaats en slingerde
hem naar de grenadiers, die tanden
klapperend in het koude water rond
plasten.
Wat doe je nu Hoe kunt ge nu
hier bij ons komen, riep de wacht
meester verbaasd
Ik ben heelemaal niet meer van
plan om bij jullie te komen, lachte
Fielip. Deze beek vormt de grens tus
schen Pruisen en Saksen ik sta hier
op Saksische bodem, zoo wil het God
doe de complimenten aan Zijne Majes
teit Frederik Wilhelm en zeg hemt
dat die lange kerel veel te lange
beenen had.
De wachtmeester stond als aan den
grond genageld. De eene donnerwetter
volgde op den ander en zoo verschrik
kelijk klonken de krachttermen van
den woedenden wachtmeester, dat zelfs
de beide drenkelingen een oogenblik
ophielden met plassen. Nog lang hoorde
onze molenaar op zijn vlucht door het
woud een heele reeks allesbehalve
liefelijke benamingen. Overigens be
hoefde hij niet bang te zijn voor
verdere achtervolging. Kluge moest
eerst zijn plassende en proestende
kameraden op het droge helpen en toen
ze eindelijk druipend en bibberend van
ergens de H Communid ontvangen.
Ik ben blij dat ik voor de deur des
Heeren mijn avondgebed kan bidden.
LaDgs een smal paadje kom ik bij
het hak van het kerkhof dat rond dit
kleine kerkje ligt. Re poort is niet
gesloten ik ga dus op het kerkhof en
juist wilde ik hier tusschen de graven
nederknielen, toen er een jonge kerel
op me toetrad die achter een kruis had
staan wachten en dien ik niet bemerkt
had.
»U wilt hier binnenkomen »Ja,
maar de kerk is toch gesloten I" »Ik
wil ze voor u open maken". En terwijl
hij dit zeide haalde hij een grooten
bos sleutels voor den dag. Onze Engel
bewaarders zorgen toch goed voor ons
Voor het tabernakel brandt de gods-
iamp, dat is het eenige licht. Ik kniel
dicht bij het tabernakel neer. Doch ik
hoor hoe nu en dan de deur telkens
achter mij opengaatik hoor hoe
krachtige mannenstappen de trsp van
het koor bestijgen. Er komt iemand
om op het altaar de kaaraen aan te
steken... Ook op het zangkoor brandt
er licht... Wat zou er nu gebeuren
Zou mijn koetsier of de oude vrouw
uit de dorpsherberg toch nog verteld
hebben dat er een priester in het dorp
was aangekomeo Neen het is
slechts een bijeenkomst van jonge
mannen die aan hun priester, toen hij
gevankelijk werd weggevoerd, beloofd
aebben, dat zij iederen avond in de
kerk zouden samenkomen om hun
avondgebed te bidden en vrome liederen
te zingen....
Het orgel zet het voorspel in en dan
zingen hserlijke jongensstemmen den
jsalm »Dextera Domini fecit virtutem.
3e rechterhand des Heeren heeft ons
kracht gegeven..." Mijn oogen schieten
vol traDen. Ik zou graag deze jongens
toespreken om hen te zeggen... NeeD,
blijf kalml Vanuit mijn donker hoekje
geef ik hun van gsnscher harte den
pauselijken zegen. »Sit nomen Domini
benedictum" de naam des Heeren
zij gezegend. Deze eene gebeurtenis
reeds voldoende om den vurigen
godsdienstzin en waren geloofsijver te
£6n8chet«en van deze Duitsche dorpen
in Rusland. Toen ik uit de kerk ging
weende ik van blijdschap en innige
aandoening.
De koetsier had zijn paarden uitge
spannen. Andere voerlui, die ook liever
'a nachts rijden, om de zwoele hitte
dezer zandwoestijn in den namiddag
te ontvluchten, hebben hun wagens
naast zijn rijtuig gezet. De oude
waardin komt uit een naburig boeren
huis naar buiten; zij heeft daar voor
mij het avondeten gereed gemaakt
Dat zal zich goed laten smaken. Want
gisteren ben ik vanuit Makiewka ver
trokken en de proviand die ik vandaar
had meegenomen, was reeds langs ver
orberd en onderweg had ik niets kun
nen koopen. Deze brave menschen
ontvangen mij met den meest moge
lijken eerbied.
Zij hebben warme melk, een paar
eieren en wat salade voor me klaar
gezet. Ik moet ook nog een kop thee
drinken dat is in Rusland een heel
gewone drank, maar in een Duitsche
boerenfamilie krijgt men zoo iets maar
heel zelden. Ik word in de mooie
kamer gelaten 't is daar heel propar.
De eigenaar, een jonge kerel, komt bij
me om me te bedienen. Ik vraag hem
of hij bij me wil blijven... Hij vertelt
me al zijn lief en leed: zijn vader was
gestorven vroeger had hij 300 Hectare
land, 43 koeien en een stal prachtige
paarden en men heeft hem toen alles
ontnomen behalve 20 Hectare land, 2
koeien en 1 paard. Ja, zijn vader was
van verdriet gestorventwee van zijn
jongens waren gesneuveld ergens aan
't front, men wist niet meer waar..
Ik ben alleen nog overgebleven op ons
klein stukje landl Doch dat is allemaal
voorbijik heb een goede en brave
vrouw; wij hebben al vier kinderen
het oudste is drie jaar oud. Wij zouden
de kou onder de hoornen stonden, toen
duurde het nog een heele 'ijd voordat
zij hun grenadiersmutsen uit de beek
hadden opgevischfc.
Het koude bad had hen wel een
beetje nuchterder gemaakt, maar onze
wachtmeester begreep wel, dat het te
dwaas was om los te loopen om met
die twee half dronken kerels onzon
langen Fielip in het onbekende en
donkere bosch te achtervolgen. Hij
bulderde zijn woede uit tegen de
grenadieren, dat ze zich hadden laten
bedrinken en als kleine kinderen in
het water hadden laten gooien.
Daar er toch niets anders op zat-
besloten ze ten slotte maar tot de terug,
tocht.
Met bezwaard hart gingen zij terug,
vernederd en beschaamd, vooral de
wachtmeester zwoer hevige wraak
gevoelde zich alles behalve op zij
gemak. Voortdurend klonken hem de
woorden van den koning in de ooren
Denkt er om, gij staat er voor in
dat die lange knaap voör ons vertrek
geworven wordt."
De terugweg was niet gemakkelijk
te vinden, Fielip had hen midden tus
schen het dikke kreupelhout gebracht
De zon stond reeds hoog aan den
hemel, toen zij eindelijk na veel heen
en weer loopen een oud vrouwtje
tegenkwamen, dal bezig was hout l
sprokkelen. Deze wees hun den weg
en nu waren ze spoedig waar ze zijn
moesten.
Overste Roderer, aan wien Kluge
zijn rappOTt moest uitbrengen, schrok
niet weinig toen hij het slechte nieuws
graag hebben, dat u ze den zegen
schonk. Wij zijn zoo blij, dat we u
zien het is voor ons een heele eer,
wanneer er eens een Roomsch Katho*
liek priester bij ons komt, die door
den Paus gezonden is. Wij beminnen
Jezus Christus, onze Priesters en den
H. Vader den Paus...
En die sterke boer, een reus van
een kerel, een man die beschaving en
twikkeling bezat, want voor den
oorlog studeerde hij op een Duitsch
gymnasium, deze degelijke en zacht
moedige christenmenach viel heel
deemoedig op zijn knieënhij wil de
hand van den priester kussen hij wil
hand van den priester kussen ik
omhels hem heel innig en geef hem
een mooi aandenken aan mijn bezoek,
want geld wil hij niet aannemen.
Na den middag om drie uur, rijd ik
weer verder over berg en dal. Wij
gaan nu in Noord Westelijke richting
moeten zoo in Odessa uitkomen.
Mijn koetsier is een flinke jonge kerel,
hij ziet er uit, of hij twaalf of dertien
jaar oud is. Zijn nauwsluitend jasje is
wel versleten, maar het ziet er toch
nog netjes uit, hij draagt een groene
>et met blauwen rand, waaraan een
corte klep, om zijn oogen te bescher
men tegen de zon deze muls toont
heel veel overeenkomst met de studsn-
tenpetten uil Rijnland. Ofschoon de
menschen zelf niet meer weten uit
welke streek van Duitschland ze ge
komen zijn, kan men toch heel goed
zien tot welke volkstype zij behooren.
Mijn koetsier vertelt dat hij 15 jaar
oud ishij is maar klein van gestalte
gebleven omdat zijn moeder tijdens den
oorlog weduwe werd en het talrijk
huisgezin veel armoede geleden heeft,
zoodat hij totaal ondervoed was, het
geen men aan hem ook goed kon zien
De dorpjes hadden hier zuivere Duit
sche namen: Landau, Speyer, Worms,
Met zijn zweep wees mijn kleine
koetsier langsden horizont; daar liggen
allemaal katholieke dorpen en ginds
weer zuiver protestantsche gehuchten.
De kolonisten zijn van begin af gaan
wonen bij hun geloofsgenooten en zij
blijven streng gescheiden, zelfs gemeng
de huwelijken komen er niet voor. Er
was slechts een dorp waar katholieken
en protestanten naast elkander wonen,
maar omdat de katholieken in hun
vereering van het H. Altaarsacrament
bespot werden, besloten ze te verhuizen
en op zekeren dag verlieten zij allen
tegelijk het dorp, om elders een nieuwe
nederzetting te stichten.
De Duitsche dorpjes zijn proper en
goed onderhouden en uit degelijk
materiaal opgetrokken midden op de
markt staat een lief kerkje. Er was
maar één dorpje wat geen kerkje had
en mijn kleine koetsier had medelijden
met deze menschen omdat Jezus niet
in hun midden woonde.
In ieder dorp wonen 800 tot 1500
huisgezinnenonder hen heerscht een
gezellig familieleven. Alleen in den
laatsten tijd zijn er veel Russen en
Joden komen wonen die begeerig zijn
naar een stuk grond dat anderen in
het zweet huns aanschijns in ontginning
hebben gebracht.
Wij zijn er nu bijna. Mijn koetsier
er trotsch op dat hij een priester
naar het station mag brengen. Hij had
beloofd om mij er in drie uur tijd heen
te rijden en hij wilde woord houden
ofschoon ik volop tijd had, omdat mijn
trein pas tegen middernacht vertrok,
Om half zes kregen we het Russisch
dorp Wassilinowa in 't zicht en over
de oude bouwvallige brug reden we
het arme dorp binnen, verwelkomd
door een troep blaffende honden, die
ons tot het station vergezelde.
Het water waarschuwt u.
Als gij last hebt van een brandende,
smartelijke pijn bij de loozing, of de
urine dik is en troebel, met een scherpen
geur, zanderig of met bloeddeeltjes,
bestaat er geen twijfel of uw nieren
zijn verzwakt. Neem Foster's Rugpijn
Nieren Pillen, want uw nieren hebben
behoefte aan een specifiek niermiddel.
Let ook op de hoeveelheid geloosde
urine. Als gij zeer groote of zeer kleine
hoeveelheden loost, als gij te vaak of
te weinig aandrang krijgt, wijst dit
vrij zeker op nierzwakte. En dat is
ernstig genoeger beslaat gevaar voor
bloedvergiftiging en de schadelijke
gevolgen op iedere zenuw, spier of
weefsel van uw lichaam.
Stel het niet uit neem Foster's
Rugpijn Nieren Pillen. Verwaarloozing
kan ernstige gevolgen met zich brengen.
Foster's Pillen worden in Holland
sinds vele jaren gebruikt en zijn alom
bekend om hun goede resultaten. Men
kent geen beter middel tegen nier
zwakte, blaas en urinesloornissen,
rugpijn, spit, waterzuchtige zwellingen,
rheumatiek en andere gevolgen van
schadelijke stoffen, die bij trage werking
der nieren in het bloed achterblijven.
Laat Foster's Rugpijn Nieren Pillen u
gezond maken en houden.
Verkrijgbaar (in glasverpakking met
geel etiket let hier vooral op) bij
apotheken en drogisten èt f 1,75 per
flacon. 36
door A. N.
We \ervolgen ons artikel van 15
Juni, Hebben ermee gewacht, om eerst
eens te hooren wat belangstellenden
ervan zeiden. Twee weten meer dan
één.
Enkelen hebben goedhartig gemeend
ge gooit uw eigen glazen in. Dit is
onjuist. Op z'n hoogst 'n paar kleine
ruitjes die toch al kapot waren.
Anderen vroegen waarom komt de
schrijver er nu pas mee aan, na zijn
ongeveer negen jaren Patronaatswerk
Wel, omdat 't nieuwe Werkprogram
der Patronaten in Nederland pas dit
jaar is klaar gekomen, en zulks dan
nog maar in hoofdzaken.
De meeste belangstellenden hebben
ons artikel zeer waardeeiend besproken.
Waarvoor dank 1 Moge de waardeeriDg
zich omzetten in daden 1
Hoe was 't ook weer, enkele jaren
weleden Wat zeiden de Patronaats
directeuren in Nederland over hun
werkkring 1 We bedoelen nu uitsluitend
degenen, die geen reden meenden te
hebben om een blad vóór den mond te
nemen.
Sommigen, die in bijzonder gunstige
omstandigheden werkten, verklaarden
zich volkomen bevredigd.
Anderen waren zóó ontevreden erover
jatemd, dat ze spraken van afschaffen,
opruimen. Te begrijpen, als ge weet
hoc deze heeren moesten werken 1
Weer anderen waren half tevreden
en half met Die zeiden mijn Patronaat
doet veel goeds, doch naar verhouding
lang niet genoeg 't lijkt er niet op.
Toen is men gaan vergaderen, gaan
studeeren, gaan reizen naar 't Buiten
land, enz enz. Er is, onder de hoogste
goedkeuring en innigst meeleven der
Nederlandsche Bisschoppen inderdaad
hard gewerkt. Er is iets voor den dag
gekomen wat keurig mooi is en echt
goed en verkwikkend frisch. Het
spreekt vanzelf dat de practischa
we: kers niet alles over denzelfden kam
scheren een Patronaat in de Jordaan
van Amsterdam is wat anders dan een
vernam.
De koning heeft de heele avond
over niets anders gesproken dan over
dien langen Saks, zeide hij, het schijnt
wel dat hij in die vangst nog meer
pleizier heeft dan in heei die drijfjacht.
Hij laat je met de zweep geeselen ale
je den kerel niet te pakken krijgt,
voordat hij afreist. Morgen vroeg moet
de Saks dus hier zijn, gebruik dus al
je vernuft, want anders zullen we, bij
alle donnerwelters, geen aangename
reis hebben.
Wachtmeester Kluge had die aan
moediging heelemaal niet noodig. Hij
kende den koning maar al te goed en
wist hoe hartstochtelijk verliefd hij was
op lange kerels. Daarenboven dreef
hem de wraaklust, hij bibberde nog
van woede over heel zijn lichaam als
hij aan dien leelijken streek dacht,
welke die lange slungel hem gespeeld
had. Hij zou wel naar het einde van
de wereld willen loopen, juist zoolang
totdat hij dien langen kerel tusschen
zijn handen had Maar hoe hij zijn
hersens ook afpijnigde, er wilde hem
maar geen vernuftig plan invallen.
Zoo liep hij langzaam te peinzen en te
denken op den eenzamen weg, welke
zich tusschen het dichte struikgewas
kronkelt achter de gehuchten, toen
plotseling de Schout van het dorp
tegenover hem stond. Daar schoot hem
ineens een plan te binnen die ver
waande Schout moest hem op het
spoor brengen van den vluchteling 1
Hij groette heel vriendelijk en al
heel spoedig had hij een gesprek met
hem aangeknoopt. De Schout had het
naruurlijk aanstonds over het ocbe
hoorlijk gedrag van den waard uit den
Gouden S'eulel, die den vorigen avond
zijn toespraak in de war gestuurd had.
Werkelijk, zei de soldaat, op mijn
eer, het speet ook mij geweldig. Aan
het begin kon men al aanstonds mer
ken, dat het een prachtige redevoering
zou worden, maar die boeren en vooral
die waard hebben alles bedorven.
Zoo, hebt gij dit ook gemerkt?
Kijk, dit doet mij werkelijk genoegen,
daar ben ik waarlijk blij om 1 Natuur
lijk» gij begrijpt» Je inhoud was zwaar
en dan al die hooge heeren en zoo
vlak voor Zijne Majesteit, die onrust
van de boeren, ge begrijpt... daar is
men nog niet zoo aan gewend.
Zeker, zeker, maar Zijne Majes
teit schijnt dit niet in aanmerking te
willen nemen. Gisterenavond heeft hij
zich zeer ongunstig over U uitgelaten.
Het zou zelfs wel kunnen gebeuren,
dat de waard uit den Gouden Sleutel
die onder ons gezegd en gezwegen
een echte boeren-toespraak hield, niet
te vergelijken met de uwe u in uw
ambt van Schout zou moeten opvolgen.
Heeft men zoo iets gezegd Maar
dit kan niet, ik geloof, dat dit mijn
dood zou zijn!
Nu ja, ge begrijpt, ik praat slechls
van de mogelijkheid, maar ik zou u
toch aanraden om op eer of andt re
opvallende of in het oog loopende wijze
te toonen, dat gij Zijne Majesteit een
groote toewijding toedraagt en dat ge
meer verstand hebt dan hij wel denkt.
Op het oogenblik biedt zich daarvoor
een prachtgelegenheid aan. Kent gij