Gemeenteraad te VEN RAY
Zaterdag 15 Juni 1929, No, 24.
Donderdag 13 Juni 1929.
Tegenwoordig al'e leden, behalve de
heer Wijnhoven, die wegens ziekte af»
wezig is. De Voorzitter opent met ge»
bed, waarna de secretaris de notulen
voorleest, die worden goedgekeurd.
2. Vaststelling der vergoedingen
over 1927 ten behoeve der bijz.
lagere scholen der Eerw. Zusters
Ursulinen, het St. Josephsgesticht
en de bijz. lagere school te Oostrum,
overeenkomstig het bepaalde bij de
art. 101 en 103 der Lager-Onder-
wijswet 1920.
Deze bijdragen worden vastgesteld
voor de scholen van: St. Jozefgesticht
f 928Oostrum f 161,60; Ursulinen
school A f 1331.20; school B f 944 en
U.L O school f 236,34.
3. Voorstel van B. en W. tot het
aangaan eener rekening-courant
overeenkomst met de Nederl. Land-
bouwbank, bijkantoor Venray, voor
de periode 1 Juli 1929 30 Juni 1930,
De Raad besluit z h s. hiertoe over
te gaan tot een bedrag in debit en
credit van f 100,000
4. Aanvrage om subsidie van het
Hoofdbestuur van den algemeenen
Politiebond in Nederland en erkenning
van examens.
De Voorzitter zegt, dat de gemeente
geen intresse hierbij heeft, terwijl bij
benoeming van een politieagent, in
bezit van diploma van dien bond,
overwogen kan worden of dit aanlei
ding geeft tot verhooging van salaris.
De Raad vereenigde zich hiermede
5. Voorstel van B. en W. tot
wijziging van het stemlokaal voor
stemdistrict IV.
Als stemlokaal werd door den Raad
aangewezen het Patronaatsgebouw te
Oirlo
6. Voorstel van B. en W. tot
aanvulling van leden der stembureaux
in stemdistrict III en stemdistrict VI,
wegens niet aanneming hunner be
noeming van enkele leden.
De Raad vereenigde zich met een
nieuwe voordracht tot aanvulling van
leden der stembureaux voor de aan
staande verkiezing
7a. Vaststelling van het kohier
der hand-, span- en voerdiensten.
b. Vaststelling van het kohier der
trottoirbelasting.
De Voorzitter zegt, dat heden middag
om 3 uur van de Venr. Middenstand
een rekwest is ingekomen tot intrek
king der verordening op hand-, span
en voerdiensten. B. en W. vinden
echter hiertoe geen aanleiding. De
oudere raadsleden, die hebben meege
werkt aan de totstandkoming der ver
ordening, weten ook waarom auto's in
den voerdienst betrokken zijn en wel
vooral door de omstandigheden, dat
meer en meer autolractie wordt inge
voerd. Zou men de auto's vrijlaten,
dan zou men onbillijk slaan tegenover
de paardentraclie, die wel belast is
Bovendien zijn B. en W. van oordeel
dat de aanslagen zeer billijk zijn en
de verordening soepel wordt toegepast.
De heer Vermeulen noemt de belas
ting voor auto's onrechtvaardig. Deze
zijn in diverse belastingen al goed
bedacht, terwijl de gemeente met haar
60 opcenten der Personeele belasting
van sommige auto's f 30 krijgt Hij
stelt voor de voerdiensten af te schaf
fen.
De heer Stoot zou de luxe auto's
uit den voerdienst laten.
De Voorzitter meent, dat 't zijn nut
kan hebben over luxe auto's te kunnen
beschikken. De meerderheid van den
Raad vond het billijk dat ook luxe
wagens belast werden Vele kleiner
menschen zouden 't dan ook oen bit
tere schikking voelen, zoo die niet
belast waren.
De heer Millen vindt de verordening
ook onbillijk en zou ze afschaffen
zoowel voor luxe als vrachlwagenst
die meestal zijn aangeschaft om den
kost le verdienen. Wat 't totstandko
men der verordening betreft, zou spr.
er opwillen wijzen, dat de raadsleden
destijds niet wisten, dat de auto's reeds
zoo zwaar belast zijn
De heer Odenhoven vindt onder
scheid maken tusschen luxe en vracht
auto's uit den booze en zou beiden
vrijlaten
De heer Vermeulen oppert de stel
ling, dal wanneer er een ongeluk ge
beurt met een door de gemeente opge
roepen automobiel, de gemeente aan
sprakelijk is, waartegen de Voorzitter
aanmerkt, dat de wettelijke aansprake
lijkheid niet vaststaat, terwijl de ge
meente zich kan verzekeren tegen dit
risico
De heer Millen heeft in een dorp in
Brabant een onderzoek ingesteld en
gezien, dat daar na een regen van
rekwesten de verordening is ingetrok
ken. Hij stelt voor om, aleer het hier
zoover komt, de verordening ook maar
op te doeken.
De heer Goemans meent, dat de
automobilisten tevreden kunnen zijn,
ze zijn maar voor 1 dag aangeslagen,
de boeren 3, 4 of 5 dagen spandienst
Bovendien komen de boeren weinig op
de kunstwegen met hun paarden, ter
wijl de auto's alleen op deze wegen
hun diensten bewijzen kunnen.
De heer Stoot meent dat vrachtauto's
nogal schade aan de wegen toebrengen
en zou deze daarom wat laten vergoe
den van hetgeen zij bederven.
Naar aanleiding van 't door den
heer Goemans gesprokene schiet de
heer Vermeulen uit zijn slof en wijst
er op, dat de meeste wegen op de
gehuchten worden aangelegd in het
belang der boeren, zoo b.v. nu weer
de weg op den Haag te Mersele, die
voor verkeer per auto geen waarde
zal hebben. De Personeele belasting
voor den automobilist een groote
uitgaaf, waarvan de boeren ook al geen
last hebben; spreker stelt voor, om een
tolstelsel op de wegen in te voeren,
dan zou de weggebruiker alléén be
talen.
De Voorzitter zegt, dan dan de sub
sidies vervallen en men de gemeente
schade zou bezorgen.
De heer Odenhoven zou met een
forschen slag den knoop doorhakken
en de belastiug tot de helft verminderen
De Voorzitter merkt op, dat dit nu
zeer moeilijk gaat.
De heer Odenhoven hoopt dat vol
gend jaar de autotractie gelijk slaat
raet de paardentraclie.
De heer Millen zegt, dat de meeste
Venray8che auto's 's morgen van huis
gaan en 's avonds terugkomen, dus
weinig gebruik maken van gemeente
wegen. De vreemdelingen maken de
wegen stuk. Hij stelt nogmaals voor
de verordening in le trekken.
Wethouder Pubben wijst er op, dat
de boeren ook getroffen worden door
de verordening, doch hiertegen niet
mopperen, overtuigd van het nut der
diensten. Zij die auto rijden, kunnen
dan toch ook wei die belasting dragen.
Wethouder Houben zegt. dat het
moderne verkeer met zijn auto's hooge
eischen aan de wegen stelt en het dus
billijk is dat de auto's de lasten mee
dragen.
De heer Vermeulen merkt op, dat
de buitenwegen in hoofdzaak zijn voor
de boeren, terwijl hij verder de meening
van den heer Millen volkomen onder
schrijft.
Wethouder Houben wijst er den heer
Vermeulen op, dat juist de buitenwegen
om wille van het autoverkeer zwaar
der zijn aangelegd moeten worden.
Nadat de Voorzitter had toegezegd,
dat een onderzoek naar de billijkheid
ten opzichte van de paardentraclie zal
worden ingesteld, stelde de Raad het
kohier van hand-span-en voerdiensten
vast op 2123 dagen handdienst, 1780
dagen spandienst en 106 dagen voer
dienst.
Ook de Trottoirbela8ling kon geen
genade vinden in de oogen van den
heer Millen, die ze afgeschaft wou
zien, daar iedereen gebruik maakte
van de trottoirs en slechts enkelen het
genoegen hadden de lasten te mogen
dragen.
Nadat de Voorzitter had opgemerkt
dat slechls een bijdrage gevraagd werd
in de onderhoudskosten, die veel hooger
waren, stelde de Raad ook hel Kohier
der Trottoirbelasting vast.
8. Voorstel van B. en W. om aan
de Eerw. Zusters van het St. Josephs
gesticht de gevraagde gelden te ver
strekken voor de aanschaffing van
leermiddelen in verband met de
zevenjarige leerverplichting.
Z.h.s. vereenigde zich de Raad met
het voorstel van B. en W. en zal het
Sint Josephgeslicht een bedrag van
f 206.70 ontvangen.
9. Voorstel van B. en W. tot het
leggen van trottoirs in deHensenius-
straat tot en met Litjens en garage
Derksen.
Ook dit voorstel ging z.h.s. onder
den hamer door al vroeg de heer Millen
om wat meer spoed in zake verbreeding
der Henseniusstraat.
10. Bezwaarschrift van L. Verbeek
tegen zijn aanslag in het vergunnings
recht.
De heer Stoot zegt, dat nu de heer
Verbeek geen slijterij meer heeft, het
hem billijk voorkomt den aanslag te
verlagen.
De Voorzitter merkt op, dat de ge
meente Venray niet valt in die categorie
gemeenten, waar slijterij afzonderlijk
wordt beoordeeld, terwijl B. en W
eerst van plan waren een hoogere
aanslag op te leggen. Op een vraag
van den heer Odenhoven worden
diverse aanslagen in vergunningsrecht
voorgelezen, waarna de heer Odenhoven
zegt, dat het hem nu billijk voorkomt
den aanslag van Verbeek met f 10 te
verlagen, waarin de heer Vermeulen
hem steunt.
De he8r Millen zegt, dat hij als
bezoeker van het café van adressant
ook meent, dal de aanslag hoog is in
vergelijking met anderen.
De heer Geurts meent, dat in ver
band met den prijs van den in Venray
ingevoerden eenheidsborrel ad 13 cent,
een kastelein niet behoeft te letten op
zijn vergunningsrecht. Dat kan er best
af.
Hierna brengt de Voorzitter in stem
ming het voorstel der Keeren Oden
hoven. Millen en Stoot om hetvergun-
ningsrecht van adressant te verlagen
tot f 40, welk voorstel 6 voorstanders
en 6 tegenstanders vond, waarna een
te nemen besluit in deze belangrijke
aangelegenheid werd verdaagd tot een
volgende vergadering.
11. Voorstel van B. en W. tot
het geven eener bijdrage in den
aanleg eener centrale verwarming in
de woning, gehuurd door Dr. Ver
cauteren, welke dan eigendom der
gemeente blijft.
Voorzitter deelt mede, dat het
voorstel van B en W is om f 400 te
;even, terwijl indien Dr. Vercauteren
rinnen 9 jaren de woning .verlaat, nog
een bedrag al naar gelang van jaren
zal uitgekeerd worden. De geheele
aanleg kost f 1250 en B. en W. doen
hun voorstel, daar zij heteenblijver.de
verbetering achten van gemeente
eigendom, terwijl B. en W. voor ieder,
die bij hun kwam met zulk een voor
stel' bij den Raad insgelijks zouden
adviseeren, daar de verwarmingtoeBtel-
len het eigendom der gemeente worden
De heer Millen wijst op de lage
huur, die dat huis opbrengt en meent
iat hierin al compensatie genoeg is.
Wanneer spreker in dergelijke om
standigheden verkeerde, zou hij met
een dergelijk voorstel niet voor den
dag durven komen bij de gemeente.
De heer Odenhoven zegt, dat het
hem niet gaat om het luttel bedrag
maar hij zou liever de armenpraktijk
beter betalen cn in deze verwarmings
aanleg niets geven.
De Voorzitter merkt spreker op, dat
hij zich tot de punten op de agenda
moet bepalen en niet afdwalen.
Tot stemming overgegaan bleek dat
de Raad zich met het voorstel van B.
en W. vereenigd had, alleen de heeren
Millen en Odenhoven stemden tegen
12. Voorstel van B. en W. tot het
doen beëindigen der huur boerderij
Kempkensberg inoverlegmet pachters
Zonder hoofdelijke stemming ging
de Raad met dit voorstel accoord.
13. Ingekomen verzoek van het
R. K. Kerkbestuur van den H. Johan
nes den Dooper te Merselo om
medewerking tot stichting eener R.K.
bijzondere school en voorstel van B
en W. tot aanbieding van het be
staande schoolgebouw der O. L.
School en speelplaats.
Evenals bij vroegere dergelijke aan
gelegenheden besloot de Rasd in prin
ciepe zich aan de voorstellen van B
en W. te houden.
14. Kasopname gemeente-ontvan
ger 2e kwartaal.
Werd voor kennisgeving aangenomen
15. Ingekomen stukken.
Een onderzoek in verband met de
gelegenheid tot betaling van belasting
op de Postkantoren, waardoor de Ont
vangers op vele plaatsen overbodig
werden, werd voor Venray niet noodig
geoordeeld, waarmede de desbetreffende
ingekomen vraag was afgehandeld.
16. Voorstel van B. en W. tot
het huren van een lokaal van de
Vereeniging St. Gertrud te Oirlo en
het ter beschikking stellen van dit
lokaal als noodlokaal ten behoeve
van het schoolbestuur der R. K. bijz.
school te Oirlo.
De Voorzitter deelt mede, dat er op
het oogenblik te veel kinderen zijn in
de school te Oirlo. Doch daar zijn plan
nen om le komen tot een afzonderlijke
school voor jongens en meisjes en
vandaar dat B. en W. thans komen
met het voorstel als voormeld, waar
mede de Raad zich z. h. s. vereenigde.
17. Ingekomen schrijven van Ged.
Staten, waarbij het beroep tegen het
besluit van den gemeenteraad, waar
bij de raad geweigerd heeft zijn
medewerking te verleenen tot op
richting eener bijz. school aan het
Veulen, gegrond wordt verklaarden
voorstel van B. en W. om daarvan
hooger beroep te gaan bij de
m
Kroon ingevolge het bepaalde bij
artikel 17 der L. O. wet.
Pas had de Voorzitter dit agenda
punt afgelezen (waarvoor vele belang
stellenden van het Veulen op de
publieke tribune aanwezig waren) of
de Heer Stoot wees er op, dat er geen
speld tusschen de redeneering van Ged.
Stalen te krijgen was, als geheel
steunende op de Wet. Spreker wil, dat
B en W alléén maar in beroep gaan
bij de Kroon. Hij betwijfelt zeer of de
Raad er zich toe zal leenen om in
beroep te gaan. Persoonlijk is hij er
tegen.
De Voorzitter hoopt dat de Raad
logisch zal zijn en wel in beroep zal
gaan, als een besluit van het College
vernietigd wordt
De heer Vermeulen is pessimist 6n
meent dat het beroep op de Kroon ook
niets zal uithalen, waarop de Voorzitter
antwoordt: dit moeten wij afwachten.
Antwoordende op eens daartoe ge»
stelde vraag, waarop de Voorzitter zijn
beroep wilde doen steunen, zegt de
Voorzitter: dat de Vereeniging zich
Katholiek noemt, maar het niet is.
De heer Millen meent, dat het beroep
op de Kroon in deze onbegonnen werk
terwijl ook de heer Sirijbos met
hart en ziel tégen het instellen van
beroep bij de Kroon is.
De heer Odenhoven herinnert eraan
dal het voorstel om de medewerking tot
oprichting der school te weigeren, aan
genomen is met meerderheid van één
stem. Hij heeft over deze kwestie lang
en breed nagedacht en zou nu maar
toebijten. Spreker noemt de te stichten
school ook Katholiek en zal in eene
behoefte voorzien.
Is er eenmaal eene school, dan
zullen dè bewoners van het Veulen
vanzelf gaan ijveren voor eene kerk.
Heeft spr. de vorige maal gestemd om
de medewerking te weigeren, thans is
hij er tegen om bij de Kroon in beroep
te gaan.
De Voorzitter wijst er nogmaals op
dat de school niet Katholiek is.
Ook de heer Vermeulen verklaart
zijn standpunt herzien te hebben en
tegen beroep bij de Kroon te zijn.
Overgegaan tot stemming, bleek dat
onze anders zoo volgzame Raad zich
zijn geheel uitte als tégen hei
instellen van beroep bij de Kroon en
bleven dus B en W met hun voorstel
Heen.
Uitdrukkelijk merkt de Voorzitter nu
op, dat hij ais Burgemeester en het
College van B en W zich alle rechten
in deze voorbehielden.
18. Ingekomen schrijven van Ged.
Staten waarbij het Raadsbesluit tot
opheffing der O. L. Jongensschool
te Leunen, het ter beschikkingstel
len van gelden voor stichting eener j
bijz. jongensschool en het verhuren
van het bestaande gebouw der O.L.
Jongensschool, voor wat betreft de 1
verhuring niet wordt goedgekeurd,
en voorstel van B. en W. om het
raadsbesluit dusdanig te wijzigen,
dat de jongensschool als noodgebouw
ter beschikking wordt gesteld van
het kerkbestuur der H. Catharina.
De Voorzitter zet deze aangelegen»
heid uiteen, die feitelijk alleen een
redactieverandering is. Alles blijft
hetzelfde.
De heeren Odenhoven en Millen
meenden echter deze aangelegenheid te
kunnen aangrijpen, om het besluit tot
verkoop der school in te trekken, wijl'
zij gehoord hebben dat veel tegoedkoop
verkocht is.
De Voorzitter hoopt, dat de Raad
een serieus College zal blijken en niet
in de een« vergadering zal intrekken
wat in de vorige vergadering is goed-:
gekeurd. Bovendien kan men zeer
tevreden zijn over het genomen besluit.;
De heer Millen spreekt dan dehoop
uit, dat in de toekomst de Raadsleden