Tweede Blad van „PEEL El MAAS"
Uit Venray's Archieven.
De lange Fielip
FEUILLETON
Zeldzame, socialistische
waardeering.
De Landarbeiderswet in
Noord-Brabant.
ZATERDAG I JUNI 1929
Vijftigste Jaargang No. 22
door A. F. VAN BEURDEN.
Venray, thans aangegroeid tot een
aanzienlijk dorp van twaalfduizend
zielen, is gestadig vooruit gegaan.
Oeboren op de raij of boschuitrooiing
bij de Vennen vond het maar dade
lijk niet alle hulpmiddelen, om tot
welvaart te komen, opgeschept. Er
moest gewerkt worden, gezwoegd
door de eerste pionniers en vooral
ook door degenen, die hutten en
hoven gebouwd hadden in de gron
den langs de beken, die uit het
onbekende, groote moeras de Peel
naar de Maas vloeiden. Maar gestadige
arbeid heeft een gouden bodem. Het
dorp nam toemen bouwde een
groote kerk met zwaren, hoogen
toren en er ontstonden gehuchten
rondom.
Het bestuur der gemeenschap be
stond uit zeven schepenen, en ge
zworenen. De gildemeesters zorgden
voor het bloeien der ambachten. De
schepenen spanden de bank en
spraken recht.
Venray had ook tegenspoed, werd
bezocht door plunderende soldaten-
benden, die niemand ontzagen. Het
bestuur der gemeente vorderde aan-
teekeningen voor het financieel
beheer, voor het verband met de
buitenwereld, voor den goeden
dagelijkschen gang van zaken. Dat
bracht langzamerhand een verzame
llng papieren, perkamenten en archief,
dat ge-ordend ter verdere raadpleging
moest opgeborgen worden in een
groote ijzeren kist, de zoogenaamde
schepenkom.
Van deze verzameling is reeds
vroeger het gedeelte, betrekking
hebbende op de justitie, op de
civiele en crimineele rechtspraak naar
Maastricht verhuisd, 'n tweede ge
deelte, betrekking hebbende op het
beheer en financieel beleid der
gemeente is nu ge-ordend, terwijl
een derde gedeelte indertijd bij het
verhuizen van het kleine, oude raad
huis, was vernietigd, omdat het
bewaren van dit gedeelte vrij wel
nutteloos en overbodig scheen.
Uit dit archief te Venray zijn
bijzonderheden geput, die een blik
kunnen doen werpen op de bijzon
dere geschiedenis van het dorp en
der besturende personen, ook op het
onderwijs, zooals het in de verschil
lende scholen omstreeks de Fransche
revolutie gegeveii werd en allerlei
andere zaken, die belang kunnen
inboezemen.
In het archief vindt men aanhou
dend door lange tijden heen allerlei
leeningen, schulddelgingen, rant
soeneeringen, heffingen over van
alles en op alles, die aantoonen, dat
de vroede vaderen van Venray in
oorlogstijd dikwijls met de handen
in 't haar zaten, Hoe kon het ook
anders.
In de Spaansche tijden was het
land van Kessel en de Maas en
Rijnstreek de loopplaats der oorlog
voerende partijen. Het platteland zat
in de knel en moest steeds het gelag
betalen. Dan kwamen de schepenen,
de kerkmeesters, de gildemeesters en
de voornaamsten der goede nabuijren
bijeen, zooals in 1589, om alles te
doen, wat mogelijk was, om den
geweldigen druk te verminderen.
Wij zien dan te samen zitten in
het Raedhuijs of in het Hert of In
gen Strae! bij de kerk Jacob Rutgers,
Peter Oroenen, Jan Coninx of Vaer
Coninx, zooals men hem in de wan
deling noemde, Jan Hanrix en Aert
Versleijen als schepenen, vereenigd
met Jan Cuppen den kerkmeester,
Gertje Wijnen als gildemeester, Jan
Claes, Jan Mertens als gezwofenen,
Willem Deckers, Matheus Poels als
gegoede nabuijren.
De kastelein ging met de groote
bierkan rond en schonk dikwijls
rond, want dat behoorde er bij. Hij
leverde later de rekening wel in, die
over een jaar liep, en waarin aange
wezen was, hoeveel vanen bier of
hoeveel maatjes wachelwater telkens
verteerd waren „doe men over de
rations van Oversten Spinola ge-
sproecken had" of „doe men van
die Pedel (Peel) euverein kwam"
oftewel „die roggepacht uijtzette".
In genoemd jaar moest men weer
in die zitting dekking zoeken voor
de aan de militairen op te brengen
opvordering en verpachtte de in
natura door de ingezetenen op te
brengen en in te leveren rogge, bij
het uitbranden der kaarsjes volgens
dorpsgebruik. Zoolang het kaarsje
brandde mocht men „mijn" roepen.
Verdronk het kaarsje in het vet of
blies de wind het uit, dan werd het
op nieuw aangehangen.
De geheele verpachting bracht 306
gulden op en de aanpachter moest
maar zorgen, dat hij den rog thuis
kreeg. Achterblijvers waren er niet
veel, want de menschen waren toen
op dat punt nog eerlijk.
Maar die 306 gulden met nog
andere inkomsten waren bij lange
niet voldoende, om de schrokkerige
soldatenbende te stillen en tevreden
te stellen. Want wat Venray zoo aan
kleinigheden naast de groote lasten
te betalen had, zullen wij even ver
melden.
(Wordt vervolgd.)
Humoristisch verhaal uit de dagen van
Friedrik Wilhelm I.
Vrij naar het Duilseh door B B
Voor de eerste maal van zijn leven
verwenschte hij zijn reusachtige ge
stalte, waaraan hij met recht zijn naam
»Lange Fielip" te danken had. En dan
was het weer juist zijn reusachtige
lengte, die hem prikkelde en aanzett9
even naar den Slotbewaarder fe loopen
om die veelbeproken garde met zijn
ellen-lange grenadieren te zien. Hij kon
het maar niet verkroppen, dal iedereen
zei: die kerels zijn op zijn minst even
groot of misschien nog langer dan onze
Fielip
Evenals aan alles in deze wereld
kwam er gelukkig echter ook ten slotte
een einde aan deze jachtpartij. Den
volgenden Maandag, zoo werd er ver
teld, zal de laatste groote drijfjacht
worden gehouden en dan vertrekt de
koning in den loop van de week weer
naar zijn heimat, het groote Berlijn.
God zij dank, zuchtte Fielip, nu
wordt ik ten minste eindelijk uit mijn
gevangenschap verlost.
De Maandag brak aan. Het was de
heerlijkste herfstdag, welke men zich
maar uit kon denken. Al spoedig drong
We kennen de manieren der socia
listen. Overal passen ze dezelfde strijd
wijze toeDe tegenstanders maar
afmaken. Zooveel mogelijk kwaad van
hen vertellen, hun fouten vergrooten
en hel goede zorgvuldig verzwijgen of
verkleinen, 't Is een witte raaf, wan
neer men uit de boeken en geschriften
der socialisten eens iets kan opdiepen,
wat ten gunste der tegenstanders pleit.
Degenen, die de dagbladpers volgen
en wie doet dit vandaag niet
hebben reeds voor eenige weken ge
lezen, hoe de oudleider der socislisten
in Limburg, de heer Elfers eerlijk
erkend heeft, dat de Katholieken zich
aan geen terreur tegenover de socialis
ten hebben schuldig gemaakt
Merkwaardig is zijn waardeerend
oordeel over Dr. Poels, die andera door
de socialisten zoo vaak verdacht
gemaakt en gesmaad wordt.
»Van het Katholicisme", zoo schrijft
hij, »acht ik Dr. Poels den knapsten
kop der R K beweging. Hij is een
harde werker met een volkomen helder
inzicht in de economische verhoudingen
en die de behoeften van den arbeider
door en door kent Hij is iemand die
vroegtijdig heeft begrepen, op welke
wijze hij de moderne beweging in
Limburg den wind uit de zeilen kon
de zon door de fijn-dunne nevel,welke
in de ochtendvroegte als donzige dauw
leek te zweven boven het groene dal
Zacht speelden hare stralen over de
toppen der bosschen, pralend in kleuren
pracht van betooverende herfst. Van
uit het hooge gevel venster had men
daarop een verrukkelijk gezicht.
Daar, aan dit venster stond op dien
bewusten morgen onze Fielip en keek
heel verdrietig. Nu eens liet hij zijn
groote oogen varen over het veelkoppige
woud van het naburig land, dan weer
rustte zijn weemoedigen blik op de
luchtig dansende golfjes van de Molen
beek. Schuimend en springend en
spetterend schoten zij tusschen de
schoepen van het groote waterrad, om
dan beschenen door de stralen der zon,,
weerkaatsend in alle kleuren van den
regenboog als fijne stofregen neer te
vallen in de diepl6.
Van al die heerlijkheid bemerkte
onze jonge molenaar vandaag echter
niets. Hij luisterde alleen naar het
verre rumoer en gegons van de groote
drijfjacht. Het blaffen der honden, het
geschreeuw der drijvers, de vroolijke
tonen van den jachthoorn, het knallen
hier en daar van de buksen, duidelijk
kwamen al die geluiden tot hem en
vervulden zijn eenvoudig boerenjongens
hart met diepe weemoed. Lang bleef
hij zoo aan het luisteren en steeds
heftiger ontwaakte in hem de begeerte
om jacht en jagers meer van nabij te
bezien.
Heel mijn leven zal ik mij er
over moeten schamen, zei hij vol
wrevel tegen zich zelf, dat ik alleen
halen en hoe hij de R K. arbeiders
moest organiseeren, om hen van de
moderne arbeidersbeweging af te
houden en zoodanig te isoleeren, dat
deze er op het oogenblik niet den ge
wenschlen invloed op kan krijgen."
Dit heeft Dr. Poels kunnen bereiken,
omdat hij voor 90 procent is tegemoet
gekomen aan datgene, wat de moderne
arbeiders aan de werkgevers vroegen,
zoodat hij aldus de taak der moderne
beweging overnam. Waar hij boven
dien den godsdienst als bindmiddel had,
heeft hij de R K. organisatie in de
mijnstreek zoodanig weten tA verster
ken, dat deze een zeer moeilijk te
bestormen bolwerk is geworden."
Dit openhartig, waarheidslievend
getuigenis kunnen we ten volle onder
schrijven.
Hiernaast kunnen we plaatsen het
even vleiend als oprecht getuigenis
van den Directeur van het Internatio
naal Arbeidsbureau, den socialist Mr.
Thomas, die in zijn jaarverslag over
1927 een afzonderlijk hoofdstuk wijdt
aan de sociale werkdadigheid der
Kalhoiiek8 Kerk
De eerlijke socialist schrijft als volgt
»Met belangstelling moeten wij de
godsdienstige stroomingen van den
jongsten tijd beschouwen wij moeten
daar sympathiek tegenover staan, want
zij zijn werkelijk bezield met een echt
socialen geest. Hun macht wordt maar
al te vaak onderschat, en toch kan de
internationale arbeidersorganisatie van
die zijde, ontegenzeggelijk zeer te
waardeeren hulp en steun krijgen. Uit
de Encycliek »Rerurn Novarum" is in
den schoot der Katholieke Kerk e6n
grootsche beweging geboren, die nog
steeds onverminderd haar vruchtbare
kracht toont. De Katholieke priesters
zijn werkelijk bezield met een geest,
die uil geheel deze Encycliek'spreekt
en zij doen hun bast om het volk meer
en me6r te overtuigen van de groote
sociale waarheden die in deze Encycliek
zijn neergelegd. Op de Provinciale
Goncillies der verschillende Kerkpro
vincies, in herderlijke brieven, bij het
godsdienstonderricht, overal vindt men
het richtsnoer, dat Leo XIII heeft aan
gegeven over het rechtvaardig loon,
over het recht van staking, over het
bijleggen van geschillen, over de ver
plichtingen der arbeiders om solidair
te zijn in het vereenigingsleven en
over alles wat in echt chrislelijken
geest in het belang der werknemers
is. Te midden van ds sociale omwen
telingen van den laatsten tijd, te midden
van d§ economische strijdvragen tijdens
en na den oorlog er mocht gebeuren
wat wilde, de Katholieke geestelijkheid
kon kalm en gerust zijn, zij behoefde
slechts de leer van ïRerum Novarum"
zuiver te bewaren en in toepassing te
brengen. Met vernieuwde krachten
keeren de Bisschoppen zich thans nog
tegen de leer en de verderfelijke
gevolgen van het Liberalisme".
Ook hieraan behoeft niets toegevoegd.
Dankbaar kunnen we dit eerlijk
getuigenis noteeren en aanvaarden.
14 van Sittard;
M. F. Bexkens, idem, van Meerlo;
M Basten, idem, van Bergen (L.)
P. J. Bonants, landbouwer, Veulen
I 26 van Maashees;
P. J. G. Ewals en vrouw, landbouwer,
Oirlo F 20a van Meerlo;
W. F. P. Janssen, slager, Hensenius-
straat 16 van Venlo;
M. J. P. Schellen, zonder beroep,
Henseniusstraat 13 van Grubbenvorst;
J. v Rens, landbouwer, Merselo M 103
van Horst;
G. J. G. Rongen, dienstbode, Beek-
weg 14 van Oploo;
J. M. F. A Wijnhoven, zonder beroep,
Henseniusstraat 16 van Grubbenvorst;
P. W. A. Jenneskens, dienstknecht,
C 60a van Meerlo;
G van Mill, idem, Merselo M 35 van
Maashees;
C. van Mil, idem, Roosendaal N 18
van Maashees;
M. H. Hendriks, winkeljuffrouw,
Grootestraat 9 van Weert;
Th. H. Keursten, zonder beroep,
Overloonscheweg 2 van Maashees;
A. Ch. A Jilesen, dienstbode, L 60
van Haps;
E H. W. Dietz, schilder, Patersstr.
14 van Meerlo;
L. Jeuken, dienstknecht, Veulen H 16
van Sevenum;
H. G. van Sambeek, chauffeur, Yssel-
steyn I 65a van Oploo;
M. Th. Engels, dienstbode, Smakter-
weg 7 van Maashees;
M P. Derickx, idem, Merselo 116
van Meerlo;
J. G. Hesen, idem, H 16a van Arcen;
A. M. Smits, dienstknecht, L 9 van
Vierlingsbeek;
R. W. Gerrit8, dienstbode G 37c van
Maashees;
J. W. Peeters, dienstknecht D 57 van
Oploo;
E M. Voss, verpleger, Stationsweg
14 van Bergen;
E. M. H. Le Bron de Vexela, ver
pleegster, St Annalsan 5 van Maas
tricht;
M. E. Scheffers, idem, van 's Hage;
A. C. Rosier, idem, van Maastricht;
VERTROKKEN
W. J. L Bombeeck, timmerman,
naar Helmond, Buitenparalielweg 23a;
M. C. Emon8, zonder beroep, naar
Wanssum;
H. H. Vorselen, marechaussée, naar
Roermond;
P. Krops, "dienstknecht, naar Weert;
A. Hendriks v d Weem, zonder be
roep, naar VierlingsbeekVortum C 2;
J. van Bommel, slager, naar Tegelen,
Kerkstraat 3;
G. J. Dijkmans, dienstbode, naar
Meerlo A 21;
P. Linders, dienstbode, naar Vier
lingsbeek;
M. Linders, dienstknecht, naar Vier
lingsbeek;
A. H Houwen, dienstbode, naar
Wanssum;
W. Janssen, verpleger, naar Bergen
C 116;
G. J. Bonants, dienstbode, naar
Wanssum B 10;
M. H. Hosdemakers, idem, naar
MaasheesOverloon;
C G. Schellen, zonder beroep, naar
Grubbenvorst A 143.
Ingekomen en vertrokken
personen
van 17 tot 24 Mei.
INGEKOMEN
Th. H. v d Ven, timmerman, Hen
seniusstraat 9 van Zeeland;
G. W. Hendriks, dienstknecht, N 16
van Maashees;
M. Th. J. van Dyck, dienstbode,
Groote Markt 2 van Mierlo;
A P. J. Janssen, dienstknecht F 40
van Wanssum;
A. J. van Vegchel, dienstbode Markt
straat 6 van Maashees;
G. Vervuurt, dienstknecht, H 39 van
Cadier en Keer;
L. L M. van Mierlo, horlogemaker,
Hofstraat 1 van Helmond;
P. H. H Janssen, dienstbode, Merselo
M 105 van Broekhuizen;
J. Schiijen, verpleger, Stationsweg
ik, de grootste van allemaal, van al de
menschen hier uit heel den omtrek
den koning en zijn lijfgarde niet heb
gezien. Wat ze allemaal vertellen van
die trucs en praktijken van die zooge
naamde wervers zal ook wsl ergover-
dreven zijn. Zij zullen het niet durven
wagen om mij hier van Saksisch
grondgebied weg te halen. Ik kan het
overigens zöö inrichten, dat ik hen wél
zie, maar det zij mij niet te zien
krijgen.
Vader heeft het wel is waar wel
verboden, murmelde hij na een poosje
heel zachtjes, maar moet je dan heel
je leven een kind blijven! Mag je dan
geen stap zetten, zonder dat je vader
het goed vindt Ben ik dan al niet
twee en twintig jaar oud en ga ik in
de week na Allerheiligen niet trouwen
met de knapste meid uit heel den om
trek? Ben je dan als je gaat trouwen
nog niet wijs en groot genoeg om op
eigen beenen te staan Helaas, ik ben
maar al te groot en dat is juist mijn
ongeluk 1
Hier onderbrak het klokje de alleen
spraak van onzen langen vriend en
riep hem naar beneden, naar den
molen. Daar was werk in overvloed en
door zijn werk heen was hij bijna zijn
wrevel, Willem I roet al zijn grenadiers
vergeten. Het was een lust den jongen
kerel te zien werken. Zakken koren,
twee centenaren zwaar, lichtte hij op
als een veertje, droeg ze op zijn breede
schouders het steile laddertje op en
schudde ze in den leegen, houten
trechter. Vlug schepte hij dan het meel
uit den builtrog in de zakken, zonderde
lagizomleii lliliinliagia.
Bevryd u van die rugpjjn
Rugpijn waarschuwt u, dat uw nieren
verzwakt kunnen zijn. Uit rugpijn
blijkt dan, dat gij een specifiek nier
middel dient te gebruiken om deze
belangrijke levensorganen te versterken
Waag u niet aan uitstelBegin onmid
dellijk Foster's Rugpijn Nieren Pillen
te gebruiken. Dit middel kan aan de
nieren nieuwe kracht geven, zorg
dragen voor goede bloedzuivering, en
rugpijn, blaas8loornissen, waterzuchtige
zwellingen, pijn in de spieren of
gewrichten, matheid, vermoeidheid,
zenuwachtigheid, duizeligheid en urine
stoornissen doen verdwijnen.
Tal van mannen en vrouwen, die
gedurende de laatste 25 jaren leden
aan nierkwalen en de pijnlijke ver
scbijnselen daarvan, getuigden, dal
Foster's Pillen hun kracht en gezond
heid herstelden.
Aarzel nietDe werking van dit
specifieke middel is rechtstreeks op de
nieren gericht, en als deze organen
goed werken, wordt het bloed behoor
lijk gezuiverd en krachtig. Daarom
worden Foster's Rugpijn Nieren Pillen
dan ook algemeen aanbevolen tegen
rheumatiek, lendepijn, ischias, rugpijn
en andere ernstige gevolgen van nier
zwakte.
Verkrijgbaar (in glasverpakking met
geel etiket let hier vooral op) bij
apotheken en drogisten a f 1,75 per
flacon. 36
met de zeef de groffe zemelen af van
het slechts half gemalen griesmeel.
zette het kloppende huilwerk stil en de
beek ging weer haar gewone gang. Zoo
bleef hij druk in de weer in de klap
perende molen alsof hij voor drie
molenaars tegelijk moest werken
Onze goeie Fielip zal aldus ongeveer
een paar uur bezig geweest zijn, toen
er aan de deur werd geklopt. Hij deed
open en zag een kleine, scheefgegroeide
vrouw met een verstandig, welwillend
gezicht voor zich staan. Buiten stond
een kleine handwagen, de trouwe reis
gezel van die gewezen marketensier.
Bovenop die wagen stond een kist vol
met rommel en snuisterijen.
Zijt gij het Geertrui Vandaag
zijn er geen zakken om op te lappen.
Zoo, zijn ze allemaal nog goed in
orde? Dat doetmepleizier, den laatsten
keer heb ik ze allemaal bijzonder goed
gemaakt. Ja, ja, als ik er niet meer
ben, dan zal je mij nog missen. Zoo
gauw zal je niet iemsnd meer vinden
die je meelzakken zoo fijn oplapt alt
ikzes mijl hier in den omtrek kan
niemand naaien zooals ik. Maar, zoo
voegde zij er heel vertrouwelijk met
een knipoogje bij, ik zal het Anna, de
dochter van den waard uit den »Gouden
Sleutel" ook leeren, zoo gauw ze hier
eigenares op den molen is... Ja, Flippie,
je behoeft niet zoo te Kleuren, je had
hier in den omtrek geen beter en
braver meid kunnen vinden
Nu, enfin, wat ik eigenlijk zeggen
wilde, ik ben hier feitelijk niet geko
men om naar de zakken te vragen,
maar ik wilde je alleen maar eens iels
De bekende W. schrijft in de Bra-
bantsche Morgen
Wij zijn 't werk aan den Brabant-
schen Morgen begonnen onder de
welklinkende en beteekenisvolle leuze
»brabanlia fara da se" Brabant, zal
het zelf wel doen. En wij wenschen
dit werk voort te zetten onder dezelfde
leuze. Maar als wij deze leuze aan
heffen, dan zijn wij de eersten, die
beseffen, dat zij ons ook verplichtingen
oplegt en dat wij niet bij de pakken
mogen nederzitley. Dan zal ons werk
succes hebben, want wij herhalen wat
wij reeds meermalen zegden n.ldat
men van hoogerhand niets liever zou
zien dan dat ook in Noord-Brabant een
activiteit werd ontwikkeld, die een
beroep zou doen op de hoogere autori
teiten om behulpzaam te zijn bij de
uitvoering der wetten en maatregelen
van bestuur, die zijn uitgevaardigd en
getroffen om de sociale toestanden te
verbeteren. Daarvan hebben wij niet
altijd zooveel nut getrokken als bij
meer activiteit wel mogelijk zou zijn
geweest; zoomin bij het onderhanden
nemen van groote waterschapswerkan,
die mede zouden kunnen dienen ter
bestrijding van de werkloosheid, die
nu wel over haar crisis heen is, als
bij de ontginning van woeste gronden
en naar nu wordt getuigd door den
Algemeenen Katholieken Landbouw-
bedrijfsraad ook bij de uitvoering van
de Landarbeiderswet. Toch is deze wet
van groot belang ook voor ons Gewest
en kan zij een zegen zijn voor de
bevolking ten platten lande. Zij is
uitgevaardigd als vrucht van de onder
zoekingen der Staatscommissie van
1906, die het aantal landarbeiders, dat
van de wet zou kunnen profiteeren,
schatte op 400,000.
Het heeft 12 jaren geduurd alvorens
de wet is tot stand gekomen, maar nu
is ze toch al reeds tien jaren in wer
king en hel jaarverslag over Land
bouwzaken over 1927 bevat nu een
overzicht van het werk, dat onder de
auspiciën dezer wet is tot stand
gekomen. En dat overzicht is eenigszins
beschamend voor ons.
Immers in het geheel werd in die
tien jaren in ons land beschikbaar
gesteld voor den aankoop van land en
de stichting van plaatsjes voor land
arbeiders een som van 8 millioen
Dat benauwde gevoel
als gevolg van slechte
spijsvertering, zal spoe
dig verdwijnen na ge
bruik van Poster's Maag-
pillen, het laxeermiddel
bi) uitnemendheid.
Roste r»8Maagplllen^
Alom verkrijgbaar f 0.65 per flacon.
laten zien.
Ze deed de kist open en haalde er
heel voorzichtig met de toppen van
haar vingers een krans uit van klater
goud, welke in de zon prachtig fonkelde
en schitterde.
Kijk eens, wat een pracht krans,
riep zij uit
De molenaar zette groote oogen op
en keek verbaasd naar de krans.
Nu, wat moet dat, vroeg hij einde
lijk Ik behoef dit ding toch zeker
niet te koopen?
Niet voor je zelf, maar voor Anna,
gaf de vrouw lachend ten antwoord.
Vanavond, na de drijfjacht worden alle
boeren op de weide bij het Slot ont
haald, en als de koning 's avonds laat
van de everjacht terugkeert, dan moet
de dorpaschout (burgemeester) van het
Slotgehucht voor den koning een groote
afscheidsrede houden. Hij heeft hem
zelf niet gemaakt, maar de Heer
Praeceptor van Aabach heeft hem in
elkaar gezet en er moeten een heele
hoop latijnsche woorden in voorkomen.
Hij kan hem niet eens aflezen, maar
heeft hem zoo dikwijls voor laten lezen,
dat hij hem heelemaal in zijn hoofd
heeft. Die geschiedenis had eigenlijk
al bij de aankomst van den koning
moeten gebeuren, maar d9 nieuwe
appelgroene rokjas van den Schout was
toen nog niet heelemaal klaar 1
Wordt vervolgd.