Tweed© Blad van „FEIL IN MAAS" Ooms vertelt. Hoest, Keelpijn FE U1LLKTON De Jodenknaap van Praag. Een stukje historie. De Tillefoon. ZATERDAG 2 MAART 1929 Vijftigste Jaargang No. 9 v. Wat anders en toch hetzelfde. Kan ik 't helpen dat ik erg fa- milie-achtig ben Beschaamd of zelfs verlegen kan ik er niet om zijn, vooral in een tijd dat iedereen, maar dan ook iedereen, klaagt over 't verdwijnen van den familiegeest en over de ontwrichting van het huis gezin. Als dat treurige verschijnsel, dat zich algemeener naar voren dringen de euvel zijne oorzaak niet vindt in het vergeten en verwaarloozen der Heilige Familie, dan ben ik de grootste uil, die er loopt of vliegt. Alweer over de H. Familie Oome wordt taai en saai. De natuur gaat bij hem boven de leerhij zegt wel jong van harte te zijn, maar daar zit hij alweer volop in 't oude. Hij be rijdt weer zijn oud stokpaardje. Oud I Oud I De duivel is oud en zijn moer nog ouder. Moet ik het dan hebben over z ij n familie En waarom? Is 't omdat er zooveel nieuwe families zijn waar 't duivelsch toegaat, en die regelrecht van dien nikker afstammen Die mogen er wel eens aan denken waar zij, na ongeveer 60 jaar, en velen veël vroeger, zullen belanden, want aan den anderen kant hebben ze maar keuze tusschen twee families, en uit is het met alle nieuwe bloed- en aanverwantschappen, Heilige of on heilige familie. Foei, ondeugende neefjes en nicht jes I lk meende 't zoo goed met jullie. Snapt ge gelijk een goede vriend mij altijd zegt, alsof ik nu van niets verstand of begrip kan hebben. Wat ik maar wou zeggen Dat ik den vorigen keer iets vergeten was Men kan ook alles niet ineens zeg gen, omdat Peel en Maas meer grond gebied dan papier beslaat, en de Koningin van de Peel is meer praters rijk dan den Oome. Is er wel iemand geweest, die op den glorierijken datum van 2 Fe bruari niet gedacht heeft aan Pastoor Wilhelm van Haeff, den stichter der Venraysche H. Familie Ik in allen gevalle wel, en mij dacht dat zelfs het sinds 1884 dorrende gebeente van den goeden en goedigen Pastoor van vreugde in onzen priesterkelder heeft moetert opspringen, al heeft die bedaarde man in zijn pastoors leven wis en zeker weinig kunnen springenhij leed immers aan een breuk en stierf aan breukbeklem ming, och arme! Wat er van zij, in den Hemel heeft die diamanten Jubilaris zonder den minsten twijfel groot feest ge vierd, als eerste lid en oprichter der H. Familie. Och I och I wat zal hij 't dien dag druk gehad hebben, want hij moest front maken naar den hemel en naar de aarde, naar zijn parochie van 5t. Petrus uit de Ban den en naar die van St. Petrus Banden. Hierbeneden stond wel heel het groote Venrqv feestelijk opge steld, maar een veel grooter Venray omringde hem daarboven, met eene H. Familie, waaraan onze 300 aard sche leden nog niet kunnen tippen ik bedoel in aantalde rest maakt O.L.H. wel uit. 't Ware wel eens Historisch-Itomantisch verhaal. Vrij naar het Duitseh door B. B. 21. Toen sleepten zij hem naderhand wederom naar het huis van den ouden Abele terug en ik heb alle reden om te gelooven, dat zij hem toen gemarteld en zelfs gekruisigd hebben Een kennis van mij namelijk, die dien nacht toe vallig lange hel huis was gekomen, had een harde schreeuw gehoord en daarna duidelijk hel tikken van hamerslagen Den volgenden morgen werd ikgehe 1 onverwachts bij den ouden Abele ge roepen, waar ik onverwijld de opdracht kreeg om in alle stilte en zoo spo-dig mogelijk een kindergraf klaar te maken Aldus vertelde de doodgraver en zooals iedereen begrijpt, stelde ik alle pogingen in het we-k om hem aan zijn versland te brengen, dat hij nu een groote schuld te vereffenen had met den heiligen knaap. Ik trachtte hem te overtuigen, dat hij verplicht was deze verklaring luid en openlijk voor het gerecht te herhalen. Daar wilde hij echter niets van hooren en eyrst na lang dralen er. talmen bracht ik hem zoover, dat hij de heele geschiedenis aan Pater Gard'aan zou mededeelen. Broeder Cuniberlua ging aanstonds interessant en heilzaam leerrijk eene statistiek op te stellen van al de Venrayers, die in den loop van 60 aren, als leden der H. Familie zijn gehemeld. En dan wacht ik den eer ste nog, die er nu spijt van heeft zich ooit bij Pastoor van Haeff's Familie te hebben aangesloten. Die goede man had een hart en een verstand I Hart had hij buitengewoon voor zijn H. Familie. Ik herinner me nog, al was ik toen nog maar een „blaag", en lang voordat ik ingeschreven werd, hoe ik met kameraden stilletjes ach ter een pilaar of onder 't zangkoor kroop, om Pastoor van Haeff ge moedelijk tot zijn Familieleden, allen met gerekte j halzen en soms open mond strak luisterend, te hooren spreken, vooral als hij 't had over de zware beproevingen der kerk, over die roodhemden van Oaribaldi (die Italianen loopen liefst in hun hemd, vroeger rood, nu zwart; maar de zwarten zijn beter en maken nu weer goed, God zij lof, wat die rooden bedierven), over Pius IX en zijn zouaven (en daar waren van zijn jongens bij), dan over den Fransch- Dultschen oorlog; (ik was toen nog wat vechtlustig aangelegd, want we speelden toen soms onder ons mis dienaars zouaaf en soldaat achter het hoogaltaar in de toogkasten, in de sacristie om ampullen en wierooksvat, en oorlog op het kerkhof; o jeugd zonden I) Wat een lust daarna dat wel niet geschoold, maar van harte zingend mannenkoor van eenige honderden te hooren. Ja, het stormde toen naar de H. Familie, tot van Leunen, Over broek en Veulen, van alle kanten en hoeken van Venray. De H. Familie was troef, hoorMaar ze wordt het weer, let er op. Verstand had die goede Pastoor, want lang vóór den grooten Leo XIII, Licht aan den Hemel, had hij gedacht wat die verlichte Paus ten eeuwigen dage neerschreef in Zijn apostolischen Rondbrief van 14 juni 1892: Niets zoo heilzaam en vrucht baar kan er voor de christelijke huisgezinnen uitgedacht worden als het voorbeeld der H. Familie, welke het geheel der huiselijke deugden zoo volmaakt en zoo af omvat. Al dus aangeroepen in de huiselijke woning, mogen Jezus, Maria en Jo seph genadig de wederzijdsche liefde voeden, de zeden richten, tot deugd zaamheid aansporen, de van alle zijden dreigende smarten lenigen en dragelijker maken. Dat wist, dat voorzag Pastoor van Haeff, en vergist heeft hij zich niet Wie beschrijft ooit de ontzaglijke som goeds, geboren uit deze zijne stichting Hoe blijde en dankbaar zal onze H. Familie-stichter, ditmaal het op zich zelf toepassend, tot den Algoede herhaald hebben Hij toonde hem den weg van het Rijk, gaf hem dc wetenschap der Heiligen, vereer de hem in zijn werk en voltooide zijne onderneming. Ja, ja, ik heb die woorden goed onthouden, eens van onzen preekstoel gebruikt bij de teraardebestelling van een opvolger van Pastoor van Haeff. Niemand zeggedat is een preek, 't Is niet waar, want 't is maar een leekenpreekje. En toch is 't waar, want ik zeg 't een onfeilbare Paus en een heilige Pastoor na. Of er nu nog een paar honderd meer leden tot de H. Familie zullen toetreden Daar moet gij allen maar eens goed voor bidden, mannen van Oideon. Tot ziens. OOME. Om jong te bljjven. Het feit, dat uw gezondheid te wen schen overlaat, is waarschijnlijk de eenige redeD, dat gij u door lichte zorgen reeds zenuwachtig, versleten en oud gevoelt. Misschien zijt gij een dier noodelooze slachtoffers van een nier- sandoening Laat deze te voorkomen ierzwakte u'.niet oud maken voor uw tijd. Zoek en verbeter de oorzaak van uw kwaal. Tracht weer flink en gezond te worden. Die pijn in de lendenen, die ellendige blaasstoornissen, hoofdpijn en duizeligheid, dat afgematte, zenuwach tige gevoel behoeven u niet langer te kwellen. Alle tesamen maken uw leven lot een last, die zoodra gij uw nieren verzorgd hebt, verdwijnt. Verzwakte nieren kunnen metFoster's Rugpijn Nieren Pillen versterkt worden waardoor gij u in elk opzicht jonger voelt. Begin onmiddellijk met hel gebruik. Zonder uitstel I Wacht niel, tot gij last krijgt van rheumatiek, ischias, spit, blaasontsteking of water zucht. Ook tegen dergelijke ernstiger kwalen worden Foster's Pillen aanbe volen, doch voorkomen is altijd beter dan genezen Verkrijgbaar (in glasverpakking met geel etiket iet hier vooral op) bij potheken en drogisten f 1,75 per flacon. 34 den Gardiaan roepen en deze liet den ouden Jood alles haarfijn uitleggen en spande hem zelfs menige strikvraag, want hij scheen den jood niet bijzonder te vertrouwen. Ten slotte zweeg P. Honorius, blëef eenigen tijd kalm voor zich uitstaren, nam eens een flin' snuifje, draaide de doos een poost rond tusschen zijn vingers en zeide toen Of uw zonderling verhaal op waarheid berust, kunnen we overigen gemakkelijk laten nagaan. Ik zal bet plaatselijk gerecht er van in kennis stellen, men laat eenvoudig het graf van den jongen Abel openen en als hij werkelijk door zijn vader vermoord of, zooals gij gelooft, zelfs gekruisigd ia, dan moet men dit nog aan de wond teekenen kunnen zien. Daar stemde ik ten volle mee in en na lang praten was de doodgraver eindelijk tevreden, vooral toen Pater Gardiaan hem een voorloopig toevluchls oord aanbood in ons kloostertje Pale Honorius beloofde hem verder, dat hij hem met raad en daad behulpzaam zou zijn en dat hij op zijne voorspraak kon rekenen, indien hij later soms naar een andere plaats of stad zou willen trek ken. Echter natuurlijk alleen bijgeval alles werkelijk uitkwam zooala hij zeid- Denz Ifden avond nog werd in het gastenkwartier een klein kamertje voor den doodgraver in orde gebracht. Broeder Cuniberlua kreeg in het gehei van ons beide de opdracht scberp op den jood te letten. Wij, arme Capuciji.an bezitten wel ia waar geen geld, maar in onze Sacristie wordt, behalve andere laguoadia Htdsdnllagia. Wat maar al te dikwijls over het hoofd wordt gezien., Door een misverstand (felix culpa I) is Mgr. Dr. Poelser, naar onzen lezer* bekend is, toe bewogen, om eindelijk ens een lasterpraatje dood te slaan dat hem al dertig jaren had achter- olgd. Dit is vermoedelijk de aanleiding eweest voor den ZeerEerw Pater A Abels O ESA, om in »St Petrus" eer artikel te wijden aan een ingekankerde kwaal, waaraan wij katholieken in ons kleine landje over het algemeen labo reeren, om namelijk de vrije meenir.gs 'liling van anderen op sociaal en politeK gebied te beknibbelen en hen, die in kennis en ontwikkeling soms toren hoog boven ons verheven zijn, door erdachtmakende critiek af te breker en neer te halen. Daarbij vertelt de Z Eerw. schrijver een stukje historie, dat zeer leerzaam is voor menigeen onder ons Hoe is dr. Schaepman in zijn lijd verguisd geworden, schrijft p. Abels Ik herinner hel mij nog zoo goed, dat k als student meende voor hem te moeten bidden, opdat God hem d rogeii zou openen voor de dwaalleer, di6 hij verkondigde. Zoo werden wij als jong student, die geen dagblad mochten lezen, voorgelicht. Hoe is dr. Ariëns in zijn tijd niel aangevallen om zijn zich zelf offerende liefdesaclie 'voor zijn hongerende mede menschen. Wat heeft 'n dr. Poels op alle gebied niet moeten verduren vanaf het begin van zijn priesterleven. Hij, die door God met zulke buitengewone talenten begiftigd was, zag zich als jeugdig priester verdacht gemsakt, wat zich op felle wijze herhaalde in den beklagens waardigen tijd van het inlegralisme, loen geen middelen werden ontzien, om zijn leven en dat zijner dierbaren zelfs te verbitteren niet alleen, maar om hem met geweld als het ware te voeren tot dwaling en tot opstand tegenover het over hem gesteld gezag der kerke lijke overheid. Wanneer zij niet zulke groote en allerhoogst staande karakters en tevens kinderlijke gehoorzame zonen hunner boven alles dierbare Moederkerk ge weest waren, dan hadden zij in de volle kracht van hun leven hun machtige strijdbijl neergeworpen en zich teruggetrokken in een of ander verborgen hoekje der wereld; maar zuivere Godsliefde en zuivere liefde Kerk en maatschappij drongeD hen om trots geniepige en hatelijke aanvallen, te blijven werken aan de verwezenlijking van gedachten, die hun geniale geesten als goed en nuttig hadden ieeren inzien. En geen enkele der aanvallers heeft ooit den noodigen moed getoond om met dezelfde pen, waarmee zij die schrijnende wonden hebben geslagen, die open blijvende wonden trachten te heelen of te verzachten. En wel mogen wij het beschouwen als een zichtbare leiding der vaderlijke Voorzienighed, dat juist deze groote mannen zoo verkleineerd en onverdiend vernederd verguisd, in hun leven nog, door het hoogste kerkelijke gezag, door Pausen Kardinalen niet alleen in hun klein vaderland, maar voor gansch de wereld als andere Mardochaeussen mei «rper omkleed werden, gehuldigd en geprezen om hun blinde gehoorzaam heid en reuzenarbeid voor Kerk en Maatschappij Het is nu 16 jaren geleden, dat dr Poels wekelijka door den redacteur van een onzer R K. provinciale week blaadjes werd aangevallen op een wijze, die bij ieder weldenkend priester verzet moet uitlokken. Ik maakte in een daar verschijnend weekblad aanmerking op en verdedigde openlijk dr. Poels, dien nooit gezien of gesproken had, maar kende uit zijn geschriften en door zijn arbeid in de Limburgsche mijnstreek Daarop ontving ik van den redacteur een vertrouwelijk verdachtmakend schrijven, waarin het patertje onder bet oog werd gebracht, dat hij de critiek niet zou geschreven hebben, indien hij volkomen bekend ware ge weest met den geest, die dr. Poels bezielt, want dr. Poels kent men eersi dan, wanneer men hem geregeld, week aan week leest. «Dat overigens de journalistieke arbeid van dr. Poels niet llijd bevalt en zelfs verre van daar aan het hoogste kerkelijke gezag is mij van zeer nabij bekend". Het was sterk, en om de waarheid te zeggen, werd ik een beetje bang, ik schreef aan den bisschop van Roermond monseigneur Drehmanns en aan dr Poels, om te vernemen, of datvertrou welijk schrijven waarheid bevatte, of dat het een vertrouwelijke verdacht making wes. Dan volgenden dag had k van beiden antwoord. Monseigneur schreef ijke heilige vaten en kerkelijke ge waden, ook nog de beroemde monstrans de Santa Casa (ziekenhuis) met haar 6666 diamanten bewaarden Pater Gardiaan vertrouwde den Jood tocb niet heelemaal. Wij lieten er geen gras overgroeien en eenige oogenblikken later beval Gardiaan mij hem te v«rgezellen naar Sint Clemens, het College der Paters Jezuïten. Pater Honorius wilde de eventueele gevolgen van die geschiede nis van den kleinen Abel niet alleen op zijn verantwoording en op die van de Paters Capucijnen nemen. Hij vond het beter en voorzichtiger om eerst eens even aan te gaan bij den Rector van het Jezuïten-Oollege Deze was, volgens zijp zeggen, in zulke zaken veel beter thuis en daarom wilde bij eerst eens hooren wat hij van heel die geschiedenis dacht In aller haast wier pen we onze mantels om en gingen naar de Jezuïten. Ofschoon het reeds tamelijk laat was toen we daar aankwamen en broeder portier nu juist niet, wat men noemt, zijn vriendelijkste gezicht trok, kwa de Hoogeerw. Pater Rector toch spoedig in de spreekkamer of locutorium, zooals de Jezuïten die noemen. De Rector hoorde onze wonderbare geschiedenis kalm aan en ofschoon hel een en ander hem niet erg geloof* waardig voorkwam, vond hij toch het verhaal in zijn geheel genomen niet heel vreemd of onmogelijk. Daarom vroeg hij ons of die geschiedenis reeds ruchtbaar was geworden en of er ook nog anderen waren, die er ook van Ik kan u de verzekering geven dat het hoogste kerkelijke gezag in Nederland den socialen arbeid van dr. Poels ten zeerste waardeert en geen aanleiding heeft gevonden, om zijn journalistieke werkzaamheden minder prijzenswaardig te vinden Wie het tegenovergestelde beweert en zegt, dat hem zulks van zeer nabij bekend is, mag dit te goedei trouw doen, maar is dan door een derde in de luren gelegd of lijdt aan hallicunaties. Hoogachtend, (wg)f J. DREHMANNS, Bisschop van Roermond Dr. Poels schreef mij Ik verklaar u, dat men u een perfieden leugen heeft verteld... Als ik u een brief liet lezen, dien ik deze maand nog van mgr. Drehmanns ontving, zoudt ge ineens voor goed weten, dat men u in dat vertrouwe lijk schrijven juist het omgekeerde van de waarheid heeft verteld. De Aarlabi88chop van Utrecht dus het hoogste kerkelijk gezag in Neder land heeft mij nooit of nimmer doen blijken, dat mijn optreden of mijn journalistieke arbeid hem minder bevalt Toen ik voor eenige maanden te Utrecht bij hem was, gaf hij mij integendeel de meest ondubbelzinnige blijken 'van sym pathie... Uw vriend, H. A. POELS. Ik liet d8ze~brieven"aan den redac» teur lezen en wees hem op zijn ge» wetensplicht, om dr. Poels openlijk in zijn blad, dat hem zoo intreurig had fgekamd en verdacht gemaakt, in eere te herstellen, door den brief van den bisschop van Roermond in het door hem geredigeerd blad te publi» ceeren. Vervulde hij dien gewetens» plicht Wel neen. Hij bleef doorgaan met afbraak en ik bereikte niets anders, dan dat ook ik gerangschikt werd onder de rij van geestelijken, die in het oog van redacteurs niet zuiver in de leer waren. Deze geschiedenis van nu juist 16 jaren geleden schoot mij te binnen nu ik over bovenstaande stof schrijven wilde. Hel lot van geestelijken, van hooger of lager geplaatsten, die zich op sociaal of politiek terrein bewegen is menigmaal, dat zij, als ze niet van plan zijn voorgelegde patronen op sociaal en politiek gebied zuiver na te knippen, aangevallen worden omtrent hun gehoorzaamheid aan bisschoppe» lijke uitspraken. Dat is gewoon taktiek van hen, die niet over voldoende gees» Leacapaciteiten beschikken om gedegen argumenten te vinden. Neen, ook bij bestrijding van tegen standers moeten wij de streng voor» geschreven naastenliefde onderhouden zonder verplicht te zijn in vrije kwea» lies ja en amen te zeggen op alles wat door leiders of anderen gepubli» ceerd wordt. En dat ziet men in onze sociale en politieke beweging en or» eanisalie maar al te dikwijls over het hoofd. 'n Venraots yertelselke dur GERARD LEMMENS. Umdat dees geschiedenis wie ze 't meei Yertelde nog mer amper twieë jaor geleeje echtwaor mot gebeurd zien, za'k ow dan ok mer drek zegge dat ozze goeie acherbaas ozze Hannes wir as klant hit terug gekreege. Goejenaovondaaame. Goejn aavent! (de klassieke groet van de scherluui beei ós). Hannes kwam beei den acherbaas binne, wooi de deur wir toe doen, mer de tocht trok em de deur uut zien hand, en ze klat8te hard dicht. Holla 1 zit Hannes, dat haai ik zoeë nie bedoeld. Ge zut der wel van geschrokke zien, wor scherman Nieë, Hannes, zo gaauw schrikt me nie. Jao, mer as d'r dor ewel enna beei ow onder 't mes zitl aal ziedde geei dat, Kuuob Verdold nog, dsor ha'k now ewel gaar gen aergt ien, Hoe gut et? Zeg, wa'kuw vraoge wooi: hit die roi van Jentjes Driek al ge- kallefd, Pieëter Nognie, mer... bas, en Pieëter Néts speeide de zieëpschoem weg. Nog enne kieër probierde Pieë er te proate, mer et gong braaf slecht mit den schoem. Scherkèl Janse-Grad haai dat drek ien de gaate, en ie poezelde mer mitzienne Kwast dat de vluk rondvloogen. Zeg ia, Hannes, begos ie vur Pieëter, war de geei vurrige maond nao de stad? Ow Han isdaor getrowd, wor Jao. Oz Han is daor bieësiiggo^d afwisten. Toen ik hem zeide, dat behalve wij tweeën ook Broeder Cunibertus in het geheim was ingewijd, vond Z eerw. het maar beter om dienzelfden avond nog de zaak aanhangig te maken bij de geestelijke Overheid. Pater Gardiaan en Pater Rector gingen aanstonds op stap naar deD Aartsbisschop en ik ontving bevel om zoo spoedig mogelijk naar ons kloos tertje terug te keeren. Broeder Cuni bertus moest ik nog eens flink op het hart drukken het diepste stilzwijgen te bewaren omtrent het verhaal van dien jood en doodgraver. Wij gingen dus ieder ons weegs en toen ik in het klooster was aangekomen vertelde ik den broeder hoe de zaken stonden, dat waarschijnlijk alles ontdekt zou worden en dat bij vooral zijn mond moest houden wat betrof hel verhaal van dien jood. De broeder toonde zich zeer ver heugd en beloofde, dat hij legen niemand er een woord over zou zeggen. Als ze allemaal zoo veel praten ala ik, zei hij nog een beetje geraakt, dan zal het nog wel los loopen.... Toen bleef ik verder bij de poort wachten op den terugkeer van den Gardiaan. Hij keerde echter pas laat in den avond terug en mijn nieuwsgierigheid werd allesbehalve bevredigd, Hij zeide mij, dat ik mijn nieuwsgierigheid maar een beetje moest bedwingen en dal ik mij al 'ang ter ruste had moeten be geven. Den volgenden dag zou ik alles wel vernemen. Er zat dus niets anders op dan te gehoorzamen en geduld te oefenen. Zooals ik later hoorde, had de aarts bisschop hen echter zeer vriendelijk ontvangen. Toen ze hem dit wonderbare voorval zoo veel mogelijk lang en breed hadden uitgelegd, was hij zelf in zijn eigen rijtuig met hen naar Graaf Thurm, de stadoverste gereden om de hulp van de wereldlijke arm in le roepen. Toen aldaar de causa criminalia (het feit van een misdaad) was vastgesteld en uitvoerig besproken, besloten de Aartsbisschop en graaf Thurm éénparig om met de gevangen neming van dien moedwilligen mis dadiger te wachten tot den volgenden morgen vroeg. De poorten van de stad, vooral van het Jodenkwartier zouden zij echter ten strengste laten bewaken. Bij het aanbreken van den dag zou dan een gedeelte van de burgerwacht naar het huis van den ouden schurk Abele en den Rabbijn trekken, een ander gedeelte zou al vast naar het graf van den knaap gaan om het te bewaken en tegelijkertijd zon een heel regiment soldaten heel het Jodenkwar tier omsingelen, zoodat er geen enkele jood meer in of uit kon zonder speciaal verlof van de burgerlijke en militaire Overheid. Wordt vervolgd Münhardt's Hoosttablelten. Doos 30 ct. Mjjnhardt's Keelpij ntabletten, 60 eu 30 et Bij Apolh. en Drogisten

Peel en Maas | 1929 | | pagina 5