j MANUFACTUREN JAlFONqft Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. JACJOMft J. VERMEOLEN-ROELOFS Venray! Gr. Markt 8 Sint Jozef - Smakt. J MANUFACTUREN i BLIJKEN l TOCH HET ÏYOORDEELIÖST/) WMÊUGSTfll CHAMPAGNE Vve. Puisard Cie. Dit nummer bestaat uit TWEE bladen. Er boven uit. De Kippenhouderij op het platteland Provinciaal Nieuws De Sociale Cursus te Venray. ZATERDAG 2 MAART 1929 Vijftigste Jaargang No. 9| PEEL EN MAAS BLIJKEN 1 TOCH HET PRIJS DER ADVERTENT1EN1-8 regels 60 cent, elke regel meer 7 ct. Uitgave van FIRMA VANDEN MUNCKHOF VENRAY ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ctper post 75 cent bij abonnement lagere tarieven. Telefoon 51 voor het buitenland f 1.05 bij vooruitbetaling, afzonderl. nummers 5 cent Maart, Sint Jozef, Lente 1 Onafschei delijke vrienden 1 I Om te beginnen bij bet laatste! Lente, waar zijt ge? waar blijft ge Bloesem, bloemen, bladerenpracht, i'waar zijl gij heengevloden Merel met je gouden slag, leeuwerik bmet je zilveren trillers, nachtegaal met [je betooverende rollers in Oosterscb l kalme lentenacht, waarom gevlucht ivoor het kille ijs? Kom, breng ons de Ilente Maak een einde aan deez' Ibarre winter De diepe zin van het I woord wijselijk", hebben we reeds lang begrepen 1 IJs op straat, ijs op het water, ijs in 'de lucht, ija in je lichaam, ijs in je I hersens, ijs in je bloed, alles is één Ibonk ijs 1 Kom, LentemaandKlink ze vast, j-die ijsperiode, aan Noord- of Zuidpool, (dal ze ons hier met vrede laten 1 Maart, de lentemaand, wat zal hij ons brengen We weten het niet. Holland (Nederland) is zoo grillig Loodzware luchten, aschgrauwe wol ken, triestige, in natte misten, die je dringen door merg en been en da» weer in eens een zonnetje, zoovroolijk, zoo blij, dat zelfs de afgeleefde grijsaard zijn bloed weer voelt bruisen, een zonnetje, zooals alleen in Holland «chijnen kan Wat er ook van zij, brengt hij ons geen lenteweer, hij brengt ons toch het zonnetje van Sint Jozef 1 Geen enkel rechtgeaard katholiek hart, dat de maand Maart niet verbindt met den goeden Sint Jozef. Sint Jozef, hij is als de parel van het zuiverste water. De parel, duizende jaren b'e^f zij liggen, verborgen, onbe kend op den bodem van de zee; Sint Jozef meer dan duizend jaren werd er op hem geen acht geslagen, zijn deugden, heiligheid, grootheid, ver hevenheid bleven verborgen in de schoot der Moederkerk. Dp pareleenvoud bij al haarkleuren pracht Ziedaar haar schoonheid, haar overstelpende rijdomSint Jozef eenvoud van hart bij kleurenpracht van verheven deugden. Geen pijnigende boetplegingen, geen schitteiing van wonderen, geen ostentatieve marteldood, ziedaar zijn schoonheid, zijn onverge lijkelijke rijkdom De parel... door arme, eenvoudige visschers werd zij ontdekt, gevonden en aan de oppervlakte der zee gebracht; Sint Jozef arme, eenvoudige, heilige zielen rukten hem uit de vergetelheid, plaatsten hem op den kandelaar. De parel... eenmaal aan de opper vlakte in het volle licht gebracht won ▼ol geestdrift de harten der menschen, Sint Jozef eenmaal uit de donkere vergetelheid geplaatst in het stralende licht der openlijke vereering, won stormenderhand de harten zijner vurige vereerders en vereersters Moeten we de vergelijking nog verder doorzetten Genoeg Een kran tenartikel is geen preek. Sint Jozef is groot in zijn eenvoud er rechtvaardig heid, heilig als voedstervader, al opvoeder van het goddelijk kind en bewaker van de reinst6 en kuischte aller bloemen, Maria, ons aller Moeder Nu is hij na Maria de meest beminde heilige der kerk. Zija feest is een der hoogste feesten van het kerkelijk jaar Zijn naam wordt gedragen door duizende Christenen. Zijn beeld of altaar siert bijna alle katholieke kerken. Kloosters en godshuizen zijn hem toegewijd Ten slotte, hij is de Beschermer der geheele H. Kerk. Gaat dan tot Sint Jozef, hij verdient het, gij zult niet beschaamd worden De maand Maart is zijn maand, toege wijd aan Hem. Ergens in de heide ligt een oud kapelleke, gij kent het, het Sint Jozef kapelleke van de Smakt. Oud en eer Liedwaardig als zijn grijze herder. Hei is het eerste en oudste kapelletje toegewijd aan den H Jozef Het is de eenige bedevaartskapel van Sint Jozef hier ter lande.Eens was dit oud kapelleke te klein. Met veel moeite en zorgen verrees een nieuwe. De schaap- kes waren weinig, maar de ijver van den herder was groot. Er kwam een nieuwe kapel, en hij mag er zijn. De zuiverheid van zijn omhoogstrevende lijnen, de wijding, devotie, in warme gebedsstemming. de fijne en juiste kleurschakeering zoowel van binnen als van buiten, maakten het tot een juweeltje, tot een der schoonste kapel len van Limburg. Daar wordt de goede Sint Jozef ver eerd als de Patroon van de christelijke huisgezinnen, van een zaligen dood en van een gelukkigen levensstaat. Gij ouders, die nog prijs stelt op den zegen van Boven, gaat dan tot Sint Jozef op de Smakt en bidt hem om zijn zegen over uw huisgezin. Gij, die in vrede met God en met u zelf wenscht te sterven, gaat tot hem, vraagt hem een zaligen dood en gij zult verhoord worden. Gij vooral, die een gelukkigen en vasten levensstaat zoekt in dit wanke lende leven, gaat tot Jozef en hij zal u den waren weg door het leven wijzen, die ten hemel voert. Daar op de Smakt, daar woont een Rector, oud van jaren en grijs van haren, maar jong van harte. Wilt gij zijn vriendelijke grijze oogen zien tin telen van kinderlijke vreugd en blijheid, spreek ham dan over Sint Jozef, over den maand Maart Negenen veertig jaren heeft hij daar zijn beste krachten besteed 1 De tijd, die wreede tijd, heeft ook hem niet gespaard Hij ziet de hemelpoort reeds half open, reeds wenkt hem de goede Sint en wijst hem op een schoone zetel 1... Maar hij ook is menach Vijftig jaren op de Smakt, zóó gaarne zou hij het nog beleven, het is zijn hartewenschl Gij allen, vereerders en vereersters van den H. Jozef, wanneer gij dus neerknielt in zijn kapel, bidt dan een Wees Gegroetja tot den grooten Heilige, dat deze hartewansch vervuld moge worden. En, wilt ge het hart van den bejaarden priester nog meer verblijden, steekt dan een extra penninkske in uw zak voor den nieuwen toren, want de oude is er afgewaaid 1 De vele aalmoezen uit alle deelen des lands, in dankbaar haid zijn ze aanvaard, maar toch, ze zijn nog te zwak om te dienen als basis voor den nieuwen toren. De groote eindstoot wordt verwacht in Maart. Vereerders en vereersters van den eoeden heilige, gij zult toch niet dulden. Hat zijn kapel lang geschonden blijve? De H. Jozef laat zich niet in edel moedigheid overtreffen. Geeft en later kunt ge ook vragen «Ik herinner mij niet, van den H. Jozef iets gevraagd te hebben, zonder het dadelijk te hebben ontvangen", zeide de H Theresia. Al zijt ge geen H Theresia, probeert het ook eens, gij zult er geen spijt van hebben. B. B. derden oliepotjes stil en vriendelijk branden. Want boven Rome uit staat de kerk van Sint Pieter. Vol is die kerk nu. Onder de gulden gewelven tusschen de torenhoogs mar meren pilaren in staan de menschen opeengedrongen, veertig, vijftig duizen den. Op hun teenen staan zij, rekken hunnen hala en kijken naar ginder. Plots «fararara", heel hoog van boven de groote deur, schetteren de bazuinen «Fararara". Heel die menigte heeft geschokt van achteraan tot vóór in de kerk; en duizenden gezichten zijn bleek gewor den Daar is hij Hij, de witte Paus. Boven al die koppen uit. In een zetel. In 't wit, heelemaal in 'l wit, vaderlijk en schoon. Met zijn ernstig, krachtdadig en toch vriendelijk gezicht, en die minzame flikkerende oogen achter de zware brilglazen En zegent met de rechterhand naar hier, naar ginds, naar overal. En is zelf bleek geworden. Want achteraan in de kerk is het begonnen het wuiven met zakdoeken en hoeden, en in de handen kletsen, en roepen «leve de Paus". En voort loopt en rolt het gejuich de lange kerk door tot bij het koer. En menschen schieten in een snik van aandoening, en kunnen niet meer. En immer vaart de witte Paus boven de bleeke gezichten uit, en zegent voort. En menschen slaan daar te snikken en blijven snikken, en zien niets meer Hoor hun tranen heen, dan dien witten Paus. Want boven de Sint Pieterskerk uit «etelt de Paus. Gansch hel diepe hoogekoor glinstert van licht. Hooge festoenen van lichtruikers schieten tegen de wanden omhoog, en dringen elKaar vooruit, immer verder, naar het altaar op. Een reuzenruiker van licht is dat altaar. Daar, daar is Hijzelf IOp den gulden troon uitgestald, in de witte Heilige Hostie Jezus Christus, Onze Lieve Heer. Daar is Hij. Heel beneden bij ket altaar op zijn knieën, zit de witte Paus, en zwaait met het wierookvat naar den Meester En de watiige wierook gaat naar Hem En heel de wijde kerk door willen de menschen op hun knieën, naar beneden maar hun hart gaat omhoog naar Hem Wairt boven de wereld uit en boven Rome en boven Sint Pieterskerk en boven den Paus, staat Jezus Christus Onze Lieve Heer. TH VAN TICHELEN Naar Rome varen en rijden en gaan de menschen vanuit de vier wind streken. Op schepen .Vkomen ze^aangevaren van uit verre landen waar het bitter koud of stikheet is. Na weken varens, de klotsende zee of den gladden water spiegel over. Met volle treinen komen ze aange reden, de landen door, over, onder de hoogbesneeuwde bergen door bestoven moede en stijf., van 't lange, langt zitten. Het gebergte komen ze uit, traag en gemeten van slap, met lamme beenen, den knapzak over den schouder, der gaanstok in de hand en klissen nat bezweet haar over hun oogen. Naar Rome varen en rijden en gaan de menschen van uit de vier wind streken der wereld. Want boven op de wereld ligt Rome. Naar de wijde Sint Pieterskerk komen ze af, dat het witte plein daarvoor wemelt van voIk. Op lange rijen. Met een zwart kruit voorop tusschen twee fakkels. En achter dat zwart kruis menschen op rang. In 't zwart, in 't bruin, in '1 grijs in 't wit. Defiige voorname mannen, met lange jassen aan en hooge hoeden op; vrouwen ernstig en fatsoenlijk met zwarte kanten sluiers, die van hoofd op schouders en rug afhangen Mannen met bruine, hoekige gezien ten, onder hoeden met pluimen op er waggen van geilenvel aan de kuiten Vrouwen met witte kappen op zwellende bofmouwen aan en voor- schooten vol kleurig gestoken bloemen. Menschen die rechtop gaan, er knapen, die blij en verwonderd rond kijken en oudjes die aan andermans arm voortsukkelen Zingen en bidden doen zij, in alle tongen en talen van de wereld, terwijl ze de hooge zwarte poort van Sint Pieter binnenstappen. Onder al de hooge gewelven, bij al de altaren, k inkt en galmt het va bidden en zingenen om en bij het graf van Sint Pieter, waar rond hon door JOS. BOSHOUWERS te LENT. Het opfokken van kuikens. Deze winter zal van zeer nadeeligen invloed blijken te zijn op da fokresul •aten we moeten ons maar op teleur "tellingen voorbereiden, dat is nog hel beste Eerstens vreezen we, dat de broed resultaten in den aanvang beneden het middelmatige zullen blijven. Want zoo goed als alle groenvoer is weggevroren; de boerenkool lijkt wel wat op stengels met dor tabaksblad er aan, zooala we die in hei labakaland van Maas en Waal, en de Betuwe thans op het veld zier. staan. Gelukkig degeen, die gekiemde haver aan z'n fokdieren geeft zoolang er geen groen is Zondag j.l. gaven wij eene lezing te Zeddam bij 's Heerenberg en troffen daar een foktoomhouder van deD A B.T B. aan, die daags te voren 91 flinke kuikens uit de machine gekregen had van 116 bevruchte eieren, 24 eieren waren onbevrucht of kregen een afge storven kiem. Dus 91 flinke kuikens van 140 inge legde Barneveldereieren. Reusachtig niet waar? Vooral om dezen tijd van het jaar en bij zulk Siberisch winterweer. Maar le raau had van Nieuwjaar af geregeld wat gekiemde haver aan de fokdieren gegeven. Laat anderen, die dit lezen, er alsnog hun voordeel mee doen 1 Ten tweede zijn van menige fokhaan de kam en de lellen zoodanig bevroren, dat de beesten er geweldig onder lijden. En we kunnen er op rekenen, dat 'n haan, die iets mankeert, niet treedt Nu wil ik niet zeggen, dat iedere haan, die 'n bevroren kam heeft, beslist als fokhaan ongeschikt is Die hanen welke in gestrekten draf over de weide loopen om 'n kip te betreden, mag men gerust btijven vertrouwen, al zijn de punten van den kam wat dor geworden. Maar de hanen, die overdag op de zitstokken blijven, of wel buiten met hangende kop staan te treuren en alleen overeind komen, wanneer er gevoerd wordt, die bederven voor ons den boel. Toch is het meestal niet gewenscht, om in dezen tijd van het jaar nog vreemde hanen bij de andere ie plaat sen. Het wordt meestal 'n eindelooze vechtpartij en is men nog slechter af, dan wanneer er feitelijk 'n haan te weinig is. Als de hanen mekaar ver dragen, en de dieren hebben een flinken uitloop met wat groen, dan valt het dikwijls met de bevruchting nog al mee Wat ook 'n groot bezwaar is? Dat men bij het lamlendige winter weer de fokdieren te veel binnen heeft moeten houden. Met het oog op de bevruchting is dat 'n ernstig feit. Jullie zult wel eens gemerkt hebbeD, als de dieren na een tijdlang opgesloten geweest te zijn weer «los" komen, hoe vurig en aanhoudend de hennen dan door de in conditie gebleven zijnde dieren worden betreed. Een bewijs, dat de paring in het hok niet voldoende is geweest. Wat zal van dit alles het gevolg wezen Dat zij, die zelf een broedmachine hebben, waarschijnlijk niet zooveel kuikens uit zullen krijgen, dat ze maar een stel hebben groot te brengen. Dan wordt er nog 'n tweede maal ingelegd. Op zich zelf is daar niet veel togen, maar meestal heeft men maar ééne kunstmoeder en één hok, om de kuikens groot te brengen. En dan komt men er zoo licht toe, de kuikens van verschillenden leeftijd bij mekaar te zetten. En daar maken wij ons het meest bezorgd over 1 Want, we zijn er diep van doordron gen, dat het niets wordt met het tweede broodsel, als dit tusschen het eerste komt En de laatsten kunnen met de 3 k 4 weken de kunstmatige warmte lang niet altijd missen. We zullen dus 'n tijdlang twee broedsels tegelijkertijd moeten verwarmen en dat gaat niei met eene kunstmoeder en een opfuk huisje. Want, dan zouden de jongsten te weinig, of de oudsten te veel warmte krijgen. Iemand, die eendaagskuikens besteld h'eft en de «garantie" kreeg, dat ze op tijd geleverd zouden worden, zal dit jaar ook niet zeker van z'n zaak zijn Want de inrichtingen, die leveren zullen allemaal wel wat later zijn en vooral zij, die rassen hebben welke bruinschalige eieren leggen, zooals Karnevelders, Reds, Wyandottes, Wel- summers, Orpingtons of Plymouth Rocks. Voor de boerderijen zullen dit meest de Barnevelders en de Reds wezen. Als het weer niet gauw omslaat terwijl we dit schrijven (25 Februari) vriest het nog steeds dat het kraakt dan vreezen we dat de menschen, die het op de zwaardere rassen gesteld hebben veel minder bedrijfszekerheid hebben, dan zij die Leghorns nemen. Hat lijkt ons daarom verstandig, dat de eersten eens informeeran bij het adres, waar ze kuikens van zwaardere bestelden, of er wel eenige zekerheid is van op tijd te kunnen verzenden En mocht het antwoord twijfelachtig of beslist ontkennend zijn, dan zouden ze kunnen vragen of dan b.v. Leghorns up tijd geleverd kunnen worden. Straks gaat het gewoon niet meer, om nog tijdig te ontvangen, want de vraag wordt overweldigend, kijk ma&r eens 1 Als Leghorns nou geen goed ras waren voor den boer, dan zou ik andera praten, maar nu we de Leghorns gerust onder de beste bedrijfakippen mogen rekenen, voor menigen landbouwer zelfs de allerbeste I nu durf ik met bovenstaand advies gerust voor den dag te komen. Deze langdurige winter zal den opfoktijd verschuiven, dat is zeker, en daardoor eene propaganda blijken te zijn voor da Leghorns, die later geboren mogen worden, neen moeten zijn en door het verwerken van de gewone krantenkost bemerkt men reeds dat men veel niet weet, en dat de vroegere zelf genoegzaamheid al heel weinig reden van bestaan heeft, en leest daarin dat anderen, die men vroeger van meer nabij kende en toch maar gewone stervelingen waren, dat die door zich meer on'wikkeling eigen te maken, hem meerdere sporten op den maatschappe- lijken ladder vooruit zijn. Het dwingt langzamerhand door tot de menschen dal meer kennis meer kunnen is. Wij mogen dus wel juichen dat, ondanks het feit dat er gemompeld werd dat Venray er nog niet rijp voor was, dat een vroeger popen gefaald had, men er zich niet door heeft laten terugschrikken een reeks van ontwik- kelings-avonden aan te kondigen voor den winter, die nu haast afgeloopen ia. De avonden worden nu korter, en de werkdagen langer. Nu is de tijd om weer te zorgen voor den komenden winter. De menschen van vooruitgang, zien en zorgen ook vooruit. Als het weer winter wordt, dan moet het klaar zijn. De plannen zijnbekenH: een leeszaal, een uitleenbibliotheek en een cursuszaal bijeen, zegt niet, dat lamlendige, dat moordende >is Venray er wel rijp voor", dat is z.g. verschrik kelijk voorzichtig zijn. Maar Dames en Heeren, mannen en vrouwen, interesseert u er voor, stelt er belang in. Wilt nu niet van die menschen zijn steeds maar als tactiek bewijzen, de kat uit den boom kijken, anderen het werk laten doen, en als het dan klaar is, genieten. Neen, allen zien wij graag meewerken en dan komt het er ook, en dan kunnen wij ook allen genieten. A 8. Donderdagavond 7 Maart te half acht zal Dr Vercauteren een lezing houden in 't Alcoholvrij-locaal met als onderwerp: «Besmettelijke Ziekten". Dit zal de laatste cursusavond zijn. Wij zijn er zeker van dat deze avond een waardig slot zal vormem en de belangstelling even gioot zal zijn als bij de andere. Velen hadden niet verwacht dat der gelijke ontwikkelings avonden hier in Venray op zouden gaan Men zag nog te zeer naar het verleden en hield te weinig rekening met de tegenwoordige veel grootere ontwikkeling en vooral met den drang naar meer kennis bij het jongere geslacht In alle huizen komen tegenwoordig kranten, tijdschriften en vakbladen Venray, 2 Maart 1929. Door milde bijdragon is de col lecte ten bate der Sl. Vincenliusver- eeniging een groot succes geworden. De Spijskokerij wordt door het breDgen van benoodigdheden, ook uil de gehuchten flink gesteund. Van verschillende personen ontvingen wij een ruime hoeveelheid steenkolen. Hoe heerlijk, wanneer wij in slaat zijn, onzen noodlijdenden evenmensch behoorlijk bij te staan. Een woord van hartelijken dank zij daarom gebracht aan alle ingezetenen van Venray voor de betoonde liefda digheid. In dezen nijpenden nood houden wij ons bij voortduring aanbevolen. Namens de Conferentie van St. Vincentius, de President, A. JANSSEN. Bekendmaking. Burgemeester en Wethouders van Venray brengen ter algemeene kennis, dat de Raad der gemeente voornemens is schoolgebouw, schoolwoning met speelplaats, kadastraal bekend gemeen te Venray sectie D 3052 ter grootte van 16,50 aren, aan den openbaren dienst te onttrekken en school en speelplaats ter beschikking te stellen van het R K Kerkbestuur van de H. Catharina te Leunen, zulks voor het oprichten eener bijzondere Jongens school voor gewoon lager onderwijs aldaar, in verband waarmede dan de openbare lagere Jongensschool aldaar zal worden opgeheven. Degenen, die legen deze onttrekking aan den openbaren dienst, beschikbaar stelling en ontheffing der O L School te Leunen bezwaren hebben, kunnen deze ter kennis brengen van het Ge meentebestuur, waartoe zitting zal wor den gehouden ten Raadhuize op Vrij dag 15 Maart a.a. des voormiddags van 11—12 uur. Venray 28 Februari 1929 Bekendmaking. •Burgemeester en Weihouders van Venray brengen ter algemeene kennis dat de Raad der Gemeente voornemens is schoolgebouw met speelplaats, kadastraal bekend gemeente Venray, Sectie D no. 3052 ged. groot c a. 18 73 aren, aan den openbaren dienst te onttrekken en school en speelplaats ter beschikking te stellen van het Zedelijk Lichaam Ursula's Zusters le Venray, zulks voor de oprichting eener R K. bijzondere meisjesschool voor ge woon lager onderwijs te Leunen, in verband waarmede dan de openbare lagere meisjesschool aldaar zal worden opgeheven. Degenen die tegen deze onttrekking aan den openbaren dienst beschikbaar stelling en opheffing der O L meisjes school te Leunen bezwaren hebban, kunnen deze ter kennis van het ge meentebeatuur brengen, waartoe zining zal gehouden worden ten Raadhuize op Vrijdag 15 Maart a s. dea voormid dags van 11 12 uur. Venray, 28 Februari 1929. Burgemeester en Wethouders voornd O. VAN DE LOO De Secretaris VAN HAAREN

Peel en Maas | 1929 | | pagina 1