Tweede Blad van f!FlIL 11 MAAS' Pelsdieren-fokkerij ZATERDAG 23 FEBRUARI 1929 Vijftigste Jaargang No. 8 ft Vergadering om te komen tot een Coöperatieve Vereeniging van Nation. Pelsdierenfokkers, gehouden 31 Jan. 1929 in Hotel Central 's Bosch, opge roepen door do Heeren Pyls, Venray, Vonk, Blerick en C. van Nes van de Pelshoeve te Diessen. Aanwezig de volgende personen J. G. Rombouts, Tholen; J W. J Smolders, Geertruidenberg; G. Keizers Sevenum; R J van Andel, Zev. Hoek; F. H Goossens, Middelbeers; J van Ingen, Ewijk; A. v. d. Schans, Andel bestuurslid Chr. Boeren en Tuinders- bond; Jhr. v d. Brandeler, Soest, Lid NAV; L H Reimers, Soest; H van Dijck, Doorn; W Slob, Deursum; L. Joosten, Helden; L. Stappers, Helden Penningen; V. Pyls, Venray; De Pels hoeve, Diessen; P Croughs, Stevens weert;<J. Alting, Ysselmonde; W Droe sen, Roermond, namens L.LTB; W de Backer, Maastricht; A R van Nes, Czn Rijsoord; C Gossens, Middelbeers; A. J Vfliraan, Diessen; G We'Dlholt, Soest, Lid N.A.N F. van S^est, Leer- snm; Leo Heldene, Helden; M Joosten HeldenPenningen; A. Robben, Uden hout; A. Vonk, Blerik; Joh Franssen, Vlierdet>«=Deurne, N G B H. J. van Haaren, Tilburg, N G B Voorzitter de heer Pyls, Venray en secretaris de heer C van Nes De Voorzitter opent de vergadering en roept allen een hartelijk welkom toe, in het bijzonder den landbou ingenieur Droesen, namens de LL TB. Reeds lang, zegt spreker, is door velen met mij gedacht over en gezocht naar een vorm van organisatie voor onze konijnenfokkers in 't algemeen van welke wij vertrouwd fokmateriaal zouden kunnen betrekken tegen rede lijken prijs en waardoor wij een ge regelde goede afzet zouden kunnen verkrijgen voor onze fokproducten. Met velen heb ik hierover reeds ge sproken, maar nog nimmer kwamen we tot een resultaat. Enkele weken geleden werd ik toevallig opgebeld door den heer Verweijst uit Deurne, die mij vertelde, dat de heer Vonk buitengewoon succes heeft met zijne lezingen over het pelskonijnen fokken in samenwerKing met de Pelshoeve te Diessen. Dit gesprek was aanleiding tot het idee, om voortbouwend op het stelsel van de Pelshoeve, te komen tot een nationale G« öp Vereeniging, On middellijk polste ik hierover den heer Vonk en deze is in overleg getreden met den eigenaar van de Pelshoeve, den heer van Nes, die zich tot mede werken principieel bereid verklaarde. In mijn jarenlange ondervinding op coöp. gebied heb ik ondervonden, dat onder goede leiding succes verzekerd is. Neem als voorbeeld de coöp Eier mijn, de coöp varkenshandel Waarom roept spreker uit, zullen wij met dui zenden gaan werken voor één persoon of voor enkelen, als wij datgezamelijk kunnen doen en gezamelijk van de goede uilkomsten profiteeren Natuur lijk moeten directeur, secretaris personeel goed betaald worden. Uit gesprekken met verschillende personen op landbouwgebied en met de heeren van Nes en Vonk is 't plan gerijpt tot samenroepen dezer verga» dering. Gaarne geef ik mijn meening voor een betere. Wij zijn nu hier om in onderling overleg te treden en te trachten te komen tot een coöp. ver. van nationale pelsdierenfokkers; om te trschten door zulk een instelling vooral onzen kleineren landbouwers een nieuwe bron van inkomsten te verschaffen en ons nationaal welvaarts peil te verhoogen. Vervolgens leest de Voorzitter de volgende ingekomen brieven voor, die alle sympathie betuigen met het doel en volle medewerking toezeggen, n 1. Schippers, Deventer, Steen huis, Stads kanaal en Vissers, Roermond. Daarna krijgt de heer Vonk het woord tot het houden zijner toelichting: WAT WIJ WILLEN? Hooggeachte vergadering. Klinkt dit opschrift niet wat forsch in uw ooren Geeft het niet 'n indruk aanmatigend te zijn Wij kozen dit gezegde: omdat de tijd van beslissend handelen is gekomen Nu moeten wij weten wat wij willen, nu geen twijfdl meer, geen hinken op twee gedachten, maar 'ndoelbewuat.willen. Lang genoeg hebben we waargenomen en gedacht, nu spreken we. We hebben ons voorgesteld de op richting van een nationale Vereeniging Nederlandsche Pelsdierenfokkers Voor dit doel zijt gij allen hier bijeen en zal uw meening, uw willen mede beslissend zijn We spreken dan ach tereenvolgens over de volgende punten: le De ontwikkeling van de pels- dierenfokkerij door luonende teelt; 2e Wat in Nederland geschied; 3e 't Leggen van 'n goede grondslag; 4e Op de idee van de Pelshoeve te Diessen voortgebouwd; 5e Medewerking van de bestaande organisaties en vereenigingen; 6e N.V. Coöperatief of Vereeniging Nederlandsche Pelsdierenfokkers; 7e Onze vooruitzichten. (1) Wat velen wellicht nooit hadden vermoed, is 'n feit geworden, de pels- dierenfokkerij is in 't middelpunt van de belangstelling komen te staan. Ter wijl duizenden mensohen in den lande ons nog uitlachen en bedenkelijk het hoofd schudden, gaat bet rad des tijds bestendig door en staan we aan den vooravond van 'n nieuwe morgen; n.l. dat geheel Nederland zich oriënteert en dat geheele streken zich met kracht op de pel8dierenfokkerij werpen. De oorzaak is de steeds toenemende vraag naar bont. De natuur kan niet genoeg dieren meer leveren en mede, doordal Rusland, als groot natuurhui denleverancier is uitgeschakeld, moet aan de steeds stijgende vraag naar bont, langs kunstmatigen weg worden voorzien. Van de grootste beteekenis is, dat sport fokkers ons dieren hebben verschaft, die 'n natuurkleurig vel dragen, dus nabootsen het natuurproduct. Dit na- bootsingBproduct is duur en kan daar om menigeen 'n bron van inkomsten verschaffen, dus ons nationaal wel vaartspeil verhoogen. (2) Wat tot nog toe is geschied Nederland neemt tol op heden geen plaats in, in de rij der volken, wat de pelsdierenteelt betreft. 't Weinige dat Nederland heeft en xporteert heeft daarenboven nog 'n slechten naam 't Wordt daarom meer dan tijd, dat de pelsdierenteelt in goede banen wordt geleid en zoo rendabel mogelijk wordt gemaakt Door goede selectie en strenge keuring, kan ook Nederland slagen, kunnen ook wij onze slechte naam kwijt raken en 'n plaats veroveren. Menig fokker heeft de vraag, hoe 'n betere toestand te scheppen reeds bezig gehouden. Deze vraag is nu zijn oplossing nabij. De goede grondslag moet worden gelegd, daarvoor zijn we hier. Dit is zaak van belang, omdat zij ten nauwste in verband staat met onze volkswelvaart. Deze grondslag diene goed te worden gelegd, opdat onze pelsdierenfokkerijen daarop kunnen bouwen. Door 't teelen van een goed product, door 't maken van een goede sorteering moeten we afzetgebieden beheerschen. 't Kwantum kan daarbij geen rol spelen, wanneer we aan deze eischen voldoen. Prachtig voorbeeld geeft ons het kleine Denemarken met zijn sp-kuit- voer. Dit kleine landje exporteert gemiddeld per week naar Engeland 80000 varkens. 't Merk waardige is dat Denemarken met zijn 80 duizend gemiddeld 4 tot 5 ct per Kilo meer maakt dan Nederland met zijn 10 k 11 duizend. 't Kwantum speelt dus geen rol, 't geheim zit in andere factoren, de sor teering en ten derde in 'n geregelde levering, zooda't afzetgebieden kunnen beheerscht worden. De spekexport geeft ons dus veel dat tot nadenken stemt 't Geeft ons de waarschuwing, leg de grondslag voor 'n exportartikel goed Met de pelsdierenfokkeiij 9taan we weer in het beginstadium van 'n nieuw exportartikel. We moeten daarom 'n eerste kwaliteit artikel teelen en be houden, om zoodoende 'n blijvende afzet te scheppen. En dit kan wanneer de a.s. fokkers doordrongen zijn van de idee, samen te werken een eerste klas product te fokken, goed te laten sorteeren en hun product gezamelijk te verkoopen. De nut en sportfokkers zullen onder con trole moeten fokken. De nutfokkers zullen hè» kwantum moeten leveren dat voor export noodzakelijk is De sportfokkers moeten 'n gelegenheid krijgen waar zij als vakmenschen behoefte aan hebben. Zij kunnen de huiden en 't vleesch door bemiddeling van de op te richten vereeniging verkoopen. (4) Daarom op de idee van de Pels hoeve voortgebouwd. Deze is begonnen 'n nieuwe grondslag te leggen. Met kracht is deze fokker te velde getrok ken en heeft in korten tijd 'n schare van meefokkers om zich verzamelo am op 'n coop, basis samen te werken Door noesten vlijt en practische zaken kennis is het bedrijf van dezen fokker den heer van Nes, uitgegroeid tot een bedrijf van beteekenis. Toen 'n ervaren sporlfokker, de heer Pyls te Venrsy mij verzocht met den oprichter van de Pelshoeve te spreken, of op de basis van deze be staande inrichting niet kon worden voortgebouwd en deze kon worden opgelosi in 'n nationale vereeniging, was het den heer van Nes, die ons antwoordde: Mijn bedoeling is nooit anders geweest, dan de belangen der fokkers te dienen. Daarom de idee overgenomen: teelen onder controle, gezamelijk afzetten, werken volgens een ct operatief systeem elke fokker medezeggenschap in het bedrijf. Wanneer elke fokker zelfstan dig begint, komt er niets van terecht, ons eenheidstype gaal verloren en de fokkers weten ook niet wat 't buiten land vraagt zonder centrale leiding. (5) Wij wenachen medewerking van de bestaande organisaties en vereeni gingen. Waar ook de landbouwbevol king zich met kracht op deze teelt gaat toeleggen, wensctien we naast de medewerking van de pelsdierenver- eenigingen ook die der landbouworga nisaties. Wij nemen het deze kwalijk, dat zij de kat de bel niet hebben aan gebonden, maar wij verzoeken hen op onze beurt, nu enkele fokkers het initiatief genomen hebben, ons de medewerking niet te onthouden. Als organisatie verzoeken wij u, leidt mede de teelt in goede banen, al was het alleen om de bestaande toestand te verbeteren Strijd daarom mede voor deze nationale zaak De op te richten vereeniging moet 'n nationale zaak worden, dus voor gansch Nederland Alleen door nauwe samenwerking kan voor ons land de pelsdierenteelt wat van beteekenis worden en blijven. Verdeeling, ver snippering, wil in dezen zeggen: ver dwijning van nationale volkswelvaart. Nooit en te nimmer behoeven we er in Nederland op te rekenen, dat we bereiken wat Denemarken heeft bereikt, zoolang we niet schouder aan schouder voor onze nationale belangen vechten. Onze regeering moest niet dulden, dat verdeeling en versnippering de oorzaak kan zijn, dat ons volk de plaats in de rij der volken niet kan innemen, waar we als Nederlanders rechtop hebben. Moge de organisaties dit bedenken. Moge de oprichting van deze nationale vereeniging 'n keerpunt zijn in onze geschiedenis, dat 'n basis moet worden gevonden, om nationaal samen te wer ken. (6) N V. Coöperatie De gewone coöperatieve vorm zouden we niet willen kiezen. Deze brengt groote verantV/oordelijkheid zoowel bij bestuurders als de leden. Bij de N.V. Coöperatie of gewone vereeniging dragen de leden geen grooter verant oordelijkheid dan het bedrag, dat zij als lid hebben gestort, of het bedrag waarvoor zij zich verantwoordelijk hebben gesteld. De vergadering kan in deze beslisseo. (7) Onze vooruitzichten. Ons ideaal is verwerking van eigen producten. Voorloopig dient echter slechts op bescheiden voet in deze richting te worden gewerkt De eerste jaren zijn we aangewezen op onze buitenlandsche veilingen. Het slacht- materiaal diene op oen of meerdere centrale punten bijeen te komen, om vakkundig te worden behandeld t Slachtkonijn heeft wat vleesch betreft, 'n toekomst in Nederland Oriënteering op Engeland op dit gebied zou veel minder gunstig resultaat op leveren. Los van Engeland diene ons ideaal te zijn De protectionistische geest van onzen overzeeschen buur dwingt ons zooveel mogelijk onafhan kelijk te maken. Ons konijnen vleesch3 blijve daarom zooveel mogelijk in Nederland De verkoop geschiede door het oprichten van eigen poelierswinkels of contractu eele verkoop aan de bestaande zaken. De toekomst kan de vereeniging moge lijk de vereeniging nog in staal stellen 't product huiden zelf te verwerken. De vraag rest ons nog, of een en ander van blijvenden aard zal zijn? Wij kunnen daar niet op antwoorden noet ja of neen. Als modeartikel heeft bont altijd 'n belangrijke plaats inge nomen. De steeds stijgende vraag naar bont wettigt het vertrouwen dat we in dezen hebben. Bedenk dat er niets is, wat bont kan vervangen. Hoe grooter omvang het gebruik van bont neemt, des te grooter wordt ook de invloed der pelterijenfabrieken op de mode huize». Andere landen zijn ons reeds voor gegaan. Daarom moet ook in ons land er uitgehaald worden, wat er in zit Niet langer de kat uit den boom zien. Hoe langer we wachten, noe minder kans van slagen. Moedig voorwaarts Helpt mede om de teelt en verwer king van producten in goede bar.en te leiden. Helpt mede 'n bron van inkom sten te verkrijgen, die ons welvaarts peil verhoogd en onze handelsbalans verbeterd. Door samenwerking werkl ge in uw eigenbelang en strijd tevens mede voor 'n nationale zaak Wat wij willen, weet gij nu 1 Wij vragen u nu, zeg ons: wat wilt gij Ik heb gezegd. De Voorzitter dankt den heer Vonk en kan thans de vergadering zich uil- spreken. Men weet nu wat de voorstel len willen. Jhr. vd. Brandeler vraagt nadere in lichtingen over rentabiliteit, speciaal over pelskonijnenfok. Hij bpspreekt de voorwaarden waarop de Ned Pelsin dustrie tracht fokkers te krijgen en laakt in scherpe bewoordingen hun optreden. Voorts weer terugkomend op zijn thema, berekent hij als Angora- fokker, dat een konijn f5per jaar aan voedsel kost. Hij acht nog niet bewezen dat een en ander loonendis en zou daarom gaarne iets definitiefs hooren inzake afzetmogelijkheden. De heer van Dijk beweert, dat de heer Brandeler teveel Angorafokkar is, doch de pelskonijnenfok is geheel iets anders, terwijl de opfokkosten veel lager zijn. Bovendien is in ons land op dit gebied nog zeer weinig bereikt De heer C. v. Nes merkt op, dat we met deze besprekingen terecht komen naast het doel dezer vergadering. Wat de kostenberekening betreft, deze is voor een boer een geheel andere dan voor dengene die alles koopen moet. Men kent immers het gezegde dat een boer van het verlies leeft. Duizenden konijnen worden jaarlijks gefokt, maar meestal onoordeelkundig Juist een coöperatie kan hierin zoo'n groote ver betering brengen door den fokkers van voorlichting te dienen, voor goed fok mateiiaal zorgen, en niet in het minst door collectieve afzet kunnen verras sende resultaten bereikt worden. Het ligt echter niet op zijn weg als eigenaar van de Pelshoeve, op wier systeem zou worden voortgebouwd, thans hierover meer te zeggen en de afzetgebieden van de Pelshoeve aan de vergadering voor te leggen De Voorzitter zpgt: algemeen wordt aangenomen dat de kosten per opfok circa f 2 per stuk bedragen. Bij een verkoopsprijs van f 4 is de winst dus f 2 per konijn van 6 maanden. Wan neer men rekent 15 jongen per jaar bedraagt de winst dus nog altïjd f 30 per voedster. Jhr. v. d. Brandeler vraagt welken kant men dan uit wil Of wel coöpe ratie zonder dat men zekerheid heeft dat de pelskonijnenteelt rendabel is, óf wel geen zuivere berekening waaruit blijkt de rentabiliteit van deze teelt, zoodat aan ieder kan aangeraden wor den, op finantieel te verdedigen grond, daarmede te beginnen. Het laatste is zijn meening. De Voorzitter zegt: feitelijk zijn deze vragen tot een vraag te formuleeren. Vanzelf moet de rentabiliteit berekend kunnen worden, maar juist door te coöpereeren, begint de rentabiliteit en is deze direct een feit. Thans bestaat er een chaos en is het hoogst noodig vooral den kleinen boeren gelegenheid te geven door coöperatie een grootere bron van inkomsten te verstrekken. Vergeet met, de menschen blijven immers toch doorgaan met fokken, doch worden thans helaas op alle manieren afgezet. Mr. v. Haaren zal niet spreken namens de N.G.B. maar als persoonlijk belangstellende in de belangen der kleine boeren en tuinders Teneinde deze zaak bij hen te kunnen aanbe velen, zou hij ook gaarne iets meer willen weten over de rentabiliteit, want lot dusverre weet hij alleen iets uit de pers en deze is niet altijd juist. Daarom is hij bier om zich eenigszins te oriën teeren om zoo mogelijk de N.C B. leden van voorlichting te dienen. Echter bemoeit de N G B. zich feitelijk niet met de kleinveeteelt en daarom beveelt hij samenwerking met de diverse Pluimveebonden aan. Ook is zijne meening dat het noodig is dat er een lichaam opstaat teneinde de belangen der kleine fokkers te behartigen. Daar wordt op gewacht Verder vestigt hij de aandacht op de pas in de Staats courant verschenen statuten der Ned Vereeniging van Zilvervos Pelsdieren fokkers en vraagt zich dan ook af of die Vereeniging en deze niet hetzelfde beoogen en derhalve beter doet zich hierbij aan te sluiten. Hij stelt nu de volgende vragen Gaarne ontvang ik een nauwkeurige berekening inzake de eventueele winsten Kan de bedoelde teelt als bijverdienste den kleinen fok kers worden aanbevolen? Alsnog samenwerking te vrager met de Ned Federatie van Pluimveefoktcers. Indien <>p deze vragen een bevestigend ant woord gegeven kan worden en de I statuten geen bezwaar opleveren, geeft I hij als zijne persoonlijke meening, dat de N.C.B zal meewerken. De Voorzitter antwoordt hem dat Vereeniging van Zilvervossen en Pels- dierenfokkers iets geheel anders is en met onze bedoeling niets heeft te maken. Wij bedoelen speciaal de Konijnenfok in hst algemeen. Dus goed en goedkoop fokmateriaal, de fokkers voorlichten, en gezamenlijke afzet tegen de werke lijke waarde der producten Nu is het contact met de diverse organisaties reeds gezocht en verkregen en heeft spreker volmacht van de Midden Limb Pluim- en Konijnfokkersvereeniging Roermond. Jhr. v. d. Brandeler vraagt nogmaals berekeningen en vooral de afzetmoge lijkheden voor de pels. De heer van Dijk, Doorn, zegtBont mantel is eén wereldhandel, alle statistieken wijzen dat uit en welk een enorme plaats neemt daarbij het konijnenvelletje niet in. Dit is vol doende bewijs dat de teelt rendabel is in elk geval gemaakt kan worden. Deze vraag is nu hier aan de orde Doet Nederland mee of laat het dit over a8n de andere landen. Amerika en Engeland doen mee. En wij nu ook? Hij acht het daarom ook van belang dat de kansen, deze teelt rendabel te maken, hier worden vastgelegd. De heer v. d Schans, Andel, sluit zich aan bij den heer v Dijk Hijsprsekt niet als afgevaardigde, maar is persoon lijk zeer belangstellend en zal gaarne ijveren voor medewerking der organi saties, waarvan bij in het bestuur zit, indien op goede grondslagen een begin gemaakt wordt Ü9 heer Wentholt betoogt, dat bij de bestaande berekeningen de eischen aan het moederkonijn té hoog worden ge steld. De dieren zijn geen machines. Dit wijst trouwens de practijk wel uit. Een goede basis is 2 worpen per jaar. De heer v. Dijk, Doorn is het hier mee niet eens. Zie maar naar de kippen. In den nstuurstaat legde vroeger een kip 15 tot 20 eieren, maar nu heeft men dit reeds opgevoerd tot 200 of300 Met konijnen is ook zeer veel te bereiken. Hij weet een geval met zeer gunstige resultaten van 7 worpen. In Californië rekent men in massa op worpen Nu is het klimaat hier ongunstiger, maar men mag nog gerust aannemen 4 worpen voor een berekening De heer van Kollenburg betoogt dat 2 worpen voldoende zijn, want men moet de jongen 10 weken bij de moeder laten om krachtige jongen te krijgen, anders krijgt men last van coecidiose en gaat alles dood. B v. hel Chinchilla konijn is nog maar 8 jaar gefokt en deze dieren zijn dus alle afkomstig van één moeder en dus een zeer zwak ras. De Voorzitter zegt, ondervinding is de beste leermeesteres en men kan dus altijd nog leeren. Waar anderen veel betere resultaten hebben kan dus de heer van Kollenburg ook nog leeren en is daarom coöperatie zoo gewenscht, omdat we dan een organisatie krijgen welke in staat is door fokstations de beste methoden en rassen te kiezen. Hel gaat niot speciaal over het Chin» chillakonijn. De beer Vonk'moet protesteeren tegen de bewering van den heer Kattenburg, dat het chinchillakonijn slechts 8 jaar gefokt wordt, want dat wordt reeds gedaan vanaf 1860 en ia een zeer sterk ras. Hij beveelt Kallenburg ds lezing aan van het werkje van W. Poppe, om zich zoodoende wat beter op de hoogte te stellen. De heer Wentholt geeft toe dat 2 worpen wel wat laag ia, drie kan ook nog goed. De Voorz.: zelfs bij 2 worpen van 5 stuks blijft er nog winst voor de kleine fokkers over. Deze fokken immers loch konijnen Bij goed gevoerde coöperatie verkrij'gen deze menschen een mooie bijverdienste. Jhr. vd. Brandeler: 2 nesten van 4 dieren is slechts 8 per jaar. De heer van Dijk: Jhr. Brandeler is Angorafokker en moet altijd zijn dieren frisch houden, omdat 't woldieren zijn, dus voor de wolproductie. Tevens elk dier apart huisvesten. Dit is niet noodig bij pelsfok. De bedoeling is niet de angora of sportfokkers, maar de nutfok. We moeten vooruit Er moet nog zoo veel geleerd. Vergelijk de nutfok in de pluimvee. We staan pas aan 't begin. Er is nog onvoldoende organisatie De berekening voor pelskonijn moet wor» den gebaseerd per voedster. Mij is bekend dat thans verschillende boeren inplaats van varkens gewone konijnen fokken in de varkenskooien met zeer gunstige resultaten. Deze zijn gewoon gedwongen aan opkoopers te verkoopen en verzekeren zij nochthans meer winst te maken dan met varkensteelt Dit geeft te denken. De opkoopers Iangadedeur maken ook een flinke winst. Meer dan men zou denken 1 Maar 't gaat hier niet over een speciale soort, alle soorten komen i*n aanmerking. Maar de coop, heeft te onderzoeken en te adviseeren met welke soorten en op welke wijze de grootst mogelijke winst is te behalen. Daarbij komt dat ook 't vleesch een groote rol speelt; Nederland is een nog onontgonnen afzetgebed voor konijnen» vleesch. De ondervinding in enkele maanden opgedaan heeft geleerd, dat ons land een groot gedeelte van het vleesch kan opnemen, waarbij de mo» lijkheid bestaat dat zelfs 't vleeschf >k» ken loonend zal blijken te zijn. Wij moeten in alle geval vooruit. De heer Alting, Yselmonde merkt op, dat de circulaire van de Pe'shoeve spreekt van 4 worpen, terwijl hier verschillenden spreken van 2 worpen. Hoe is dat? Mogelifjk kan de heer van Nes hierop antwoorden. De Voorzitter zegt dat hier niet de Pelshoeve besproken wordt De heer Vonk wil er op wijzen, dat de landbouworganisaties zich er niet voor kunnen spannen,want er ontbreekt kennis van zaken en er is overal een groote onzekerheid te merken. Toch roepen allen om een goed instituut, dat men onvoorwaardelijk zijn vertrou» wen geven kan. Waar nu voldoende bekend mag worden verondersteld, dat in het buitenland de teelt rendabel is, waarom dan niet overgegaan om op coöperatieve wijze de proef op de som te nemen De heer van Haaren: Ik ben 't vol» komens eens met den heer Vonk De reeds bestaande vereenigingen in Lim» burg, waar zijn die bij aangesloten De Voorz.Meest bij de Pelshoeve, terwijl enkele fokkers zich bij Goirle aansloten Jhr Brandeler vraagt of fokkers me* erkende goede dieren zich direct bij de coöperatie kunnen aansluiten. De Voorz.: Natuurlijk, na goedkeuring door de keurmeesters der aieuwe coo» peratie. De heer Vonk: Nogmaals weDsch ik de vergadering er op te wijzen, dat de te produceeren pelzen exportartikelen zijn. Daarbij kan niet genoeg de nadruk worden gelegd, dat zulk een export» artikel moet zijn: le van een bepaalde kwaliteit of soort; 2e regelmatig ver» krijgbaar en 3e in voldoende hoeveel» heid. Laten we ons toch leeren door het buitenland. En dit kan alleen be» reikt worden door: le het fokken van een eerste klas, wat alleen kan bereikt worden door strenge controle en selec» tie; 2e door goede sorleering en ten 3e door voldoende deelname om de noodige kwantiteiten te verkrijgen. Iedereen, die kennis genomen heeft van alles wat te dien opzichte reeds in de pers ge» schreven is door naar we mogen aan» nemen ter zake deskundigen, zal ons dit moeten toestemmen. Om dit alles nu te kunnen bereiken en daarvan de voordeelen ook mede te doen vloeien in de beurzen der fokkers niet uii» sluitend in die van klein of groothaa» delaren, is coöperatie geboden De wenachen der eventueele afnemers moeten gekend en daarmee moet reke ning worden gehouden Dit kunnen de los van elkaar staande fokkers niet en dus moet er leiding komen De konijnenfok gaat door. Dasrover be staat geen twijfel. Alleen de leiding ontbreekt En vergeet niet, men vraagt, ja roept om leiding en voorlichting 1 De heer Backer, Maastricht, vraagt of er misschien fokkers aanwezig zijn die reeds resultaten kunnen aanwijzen. De Voorzitter Bijna alle sportfokkers hebben goede resultaten verkregen, ook ik zelf De heer van Dijk: Nederland heeft nog geen nutefokkerij. Werkeliike nuts

Peel en Maas | 1929 | | pagina 5