mmiPi Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. JACfONOft J. VERMEULEN-R0E10FS Venray! Gr. Markt 5 (manufacturen ftöQRDEEUGSTj manufacturen CHAMPAGNE Vve. Puisard Cie. Dit nummer bestaat uit TWEE bladen. De Scholen te Leunen. Brief van Flip aan Flap. üuitenlandsch Overzicht ZATERDAG 16 FEBRUARI 1929 Vijftigste Jaargang No. 7 PEEL EN MAAS PRIJS DER ADVERTENTIEN1-8 regels 60 cent, elke regel meer 7»/« ct. Uitgave van FIRMA TANDEN MUNCKHOF VENRAY ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 et per post 75 cent bij abonnement lagere tarieven. Telefoon 51 voor het buitenland f 1.05 bq vooruitbetaling, afzonderl. nummers 5 cent BLIJKEN TOCH HET r BLIJKEN I TOCH HET (Ingezonden) Het mag van voldoende bekendheid geacht worden, dat de school een zéér voorname rol speelt ook in de gods- dienaiig-zedelijke opvoeding der kinde ren, om welke reden o.m de school dan ook valt onder de rechtsmacht der R .omsch Katholieke Kerk. Maar ook als leerares der volken door Christus aangesteld, heeft de Kerk het recht, naar haar goedvinden, overal scholen te stichten, deze naar eigen goedvinden in te richten en te besturen De vijanden der kerk mogen haar de uiioefesning van dit recht voor langeren of korteren tijd onrechtmatig beletten of bemoeilijken, haardit recht ontnemen kunnen zij niet, daar het haar door Christus zelf is geschonken. Ten alle tijde heeft de Kerk van dit haar onvervreemdbaar recht gebruik gemaakt, en naast hare kerken ook voor het volkskind allerwege scholen opgelicht Als leerares der volken, stelde de Kerk zich niet tevreden met te zorgen voor de opUiding harer toekomstige geestelijkheid, maar riep ook voor het kind scholen in het leven, waar het behalve in den godsdienst, ook onderwezen werd in die leervak ken, wier kennis het ter bereiking van zijn lijdelijk levensgeluk volgens de tijdsomstandigheden noodig had. Talrijk zijn dan ook de verordeningen welke de Kerk in den loop der tijden met betrekking lot de volksscholen heefi gegeven. De school en vooral de volks school is dan ook steeds geweest het mei zorgen omringde kind der Katho lieke Kerk. »Nieis", zegt zelfs een liberaal schrij ver, heeft op de jeugd en hare ontwik keling, hare vorming voor het latere maatschappelijk laven, een zoo krach tigen en beslissenden invloed als de scho .1. Men kan wel zeggen, dat de gaheele richting van hel gemoed, het karakter der toekomstige staatsburgers afhankelijk is van het lager onderwijs" De Kerk eischt voor hare kinderen scholen, waar mogelijk gescheiden voor jongens en meisjes, die aan haar toe zicht zijn onderworpen scholen, waar het kind den katholieken godsdienst leert kennen en beoefenen waar het godsdienstig beginsel gehéél het onder wijs doordringt; waar in leerboeken en andere leermiddelen, zooveel moge lijk de groote waarbeden des geloofs, de zedenleer des Evangelies, de lessen van katholieke godsvrucht zijn inge vlochten; waar het kruisbeeid een eerepiaat9 bekleedt en godsdienstige voorstellingen, als leermiddelen de wanden versieren waar geen enkel uur voor de opbouwing van het zede- lijk-godsdiensiig karakter verloren gaat waar de onderwijzer, zelf overtuigd katholiek in denken en handelen, door zijn woord en zijn voorbeeld (ook buiten den schooltijd, zijn leerlingen met diepgevoelden godsdienstzin tracht te doordringen; kortom, waar de R K Godsdienst, als een zon, alles bestraal^ verlicht verwarmt, met bovennatuurlijk leven bezielt, hetgeen zoo ooit, vooral in onzen materialislischen tijd zoo dringend noodzakelijk is Wil de school aan dit alles beant woorden, dan moet zij ook praktisch bij de kinderen bevorderen en het hun gemakkelijk maken, te beantwoorden aan den zoo dringenden wensch der Kerk, ja van Christus zelf, vooral in de laalsten tijd ons zoo dringend door Pausen en Bisschoppen voorgehouden om zoo eenigszins mogelijk dagelijks de H Mis bij te wonen, dagelijks, of ten minste veelvuldig, ook in de week, te naderen tot de H. Communie, dik wijl8 te biechten te gaan, en daarom ook moet de' katholieke school liggen in de nabijheid eener kath kerk, want anders zal zij door hare ligging alleen reeds een beletsel zijn voor de kinderen om aan bovengenoemden vurigen wensch van Christus te voldoen tot groot r.adeel voor hun godsdienstige opvoeding, tot groot nadeel hunner onsterfelijke ziel voor nu en hun later leven »Joog gewend, oud gedaan" Daarom hoort de school ook bij de kerk. Waar de school zulk een alles beheerschenden invloed op de vorming der j«ugd heeft, is het duidelijk, dat bij, die meester is over de school, de toekomst des volks in handen heeft Van daar de groote strijd tussche vrijmetselarij en Kerk, tusschen geloof en ongeloof; een strijd, waarbij de zi van het kind, het geloof en de eeuwige zaligheid, ook van toekomstige geslach ten op hel spel staan. Het is bekend, dat ook in Nederland angen tijd een heftige schoolstrijd is gestreden Waar het ging om de ziel van het kind hebben onze katholieke voorouders zich onnoemelijke offers en moeiten getroost om van staatswege het onvervreemdbare recht der Roomsch Katholieke Kerk erkend te krijgen hebben zij jaren lang een moeilijken strijd geslredèn, om van de Nederland sche Regeering de finantieele gelijk stelling van de bijzondere school met de openbare te verkrijgenhetgeen eindelijk enkele jaren geleden, onder een christelijk ministerie, ten minste voor de lagere school is verkregen en in een wet is vastgelegd Doch deze (in het algemeen voor de katholieken) gunstige we» wordt in groot gevaar gebracht, wanneer er misbruik van gemaakt wordt, door te pas en te onpas kleine scholen op te richten. Volgens de kerkelijke wetten kom» uitsluitend aan de kerkelijke overheid, met name den Bisschop var< het bisdom, het recht toe, kalhoiieke scholen op te richten, alsook vereenigingen die daar voor moeten dienen zoodat leeken zich dat recht volstrekt niet mogen aan matigen. Nu heeft Z D H. de Bisschop van ons bisdom uiturukkelijk voorgeschreven, dat van deze wet een redelijk gebruik gemaakt worde, om allerwege in Lim burg, waar mogelijk, de openbare scholen in Roomsch Katholieke, vallend onder de rechtsmacht der Kerk, om te zetten en aldus de godsdienslig-zedelijke opvoeding der kinderen ook voor de toekomst te verzekeren. Op de meeste plaatsen, in en buiten Veuray, is zulks dan ook ree a geschied. Te Leunen echter had zulks nog niet pjaats, omdat volgens de bestaande staatswetten bij een vroegere eventueele omzetting der beslaande scholen, beide scholen een onderwijskracht zouden verliezen, zéér ten nadeele der kisde ren. Thans echter heeft Z D H. de Bisschop van Roermond het uitdrukkelijk, bevel gegeven, om, nu de bovengenoemde bezwaren niet meer golden, onmiddellijk de noodige maatregelen te nemen, om te komen tot de omzetting zoowel der jongens- als der meisjesschool, en dat het kerkbestuur van Leunen het bestuur der jongensschool zou vormen, terwijl het tevens de wensch ven Z D H. is, dat de Zusters Ursulinen het bestuur op zich zouden nemen der bestaande meisjesschool, waartoe de Zeereerw Mère Prieure' en haar Bestuur terstond bereid gevonden werd, en voor welke bereidwilligheid geheel Rectoraat Leu nen alechts dankbaar kan zijn Recto raat Leunen zal nooit genoeg het vele kunnen waardeeren, dat de Eerw. Zusters Ursulinen in de jaren, dal zij in de thans nog openbare meisjesschool zijn werkzaam geweest, voor de daar ter school gaande meisjes in en builen den schooltijd zoowel in maatschappe- lijk als godsdienstig opzicht hebben gedaan, en zulks ten koste van vele opofferingen en moeiten. Het zou dan ook een nooit te ver geten vergrijp zijn aan de ware belan gen van geheel het rectoraat voor nu en de toekomst, indien men geheel tegen den geest der Kerk in de gescheiden opvoeding der jongens en meisjes zou opheffen, hetgeen tevens gelijk zou staan met een wegjagen der Eerw. Zusters Ursulinen uit het rectoraat. Bovendien zou dan ook voor altijd de kans verkeken zijn een be waarschool in het rectoraat te krijgen, die men toch in VenrayDorp zoozeer blijkt te waardeeren, dat men, naar het schijnt, maar niet vroeg genoeg de kinderen er neen kan zenden Dat men op andere plaatsen nog niet tot de gescheiden echoolopvoeding van jongens en meisjes kan overgaan, is alechts te betreuren, doch mag geen reden zijn om ze aan rectoraat Leunen te ont nemen. Dit alles, wat we tot nu gezegd hebben, mogen zij wel eens goed over wegen, die een school willen bouwen te Venray—Veulen, dat een gedeelte is van het Rectoraat Leunen en waar in de naaste toekomst volgens men schelijke berekening geen kerk daaraan verbonden priester mogelijk is. Tot dat doel, het bouwen van een katholieke school, is aldaar gesticht de vereeniging »St. Antonius". D«ze vereer-iging noemt zich Roomsch Ka tholiek, maar ze is het volstrekt niet, omdat zij tegen den uitdrukkelijken wil van den Bisschop van Roermond in is opgericht Ze heeft het echter doen voorkomen alsof ze bisschoppe lijk was goedgekeurd en onder dezen valschen titel heeft ze een aansluiting verkregen aan een vereeniging van gezamenlijkn schoolbesturen voor den Raad van Beroep. We willen aannemen, dat er bij de oprichters en leden van die St Anto- nius-vereeniging veel goede trouw is, dat ze het zoo kwaad niet bedoelen, doch tevens willen we hopen, dat nu hun oogen zullen opengaan en dat na den laatsten vastenbrief van den Bisschop gehoord te hebben, zullen inzien, dat hun streven Diet anders genoemd kan worden dan een daad werkelijk verzet tegen het hoogste kerkelijk gezag van hel bisdom, iets wat in het Katholieke Venray toch niet te pas komt. De Bisschop wil geen school aan het Veulen, omdat aan die school, van kerk en priester verstoken, de gods- dienstig-zedelijke belangen der kinderen niet behoorlijk kunnen behartigd wor den; afgezien nog van bovengenoemd gevaar voor de bestaande schoolwet. Mogen allen, die invloed uitoefenen het hunne er toe bijdragen, opdat aan alle kinderen van de gemeente Venray een zoo diep mogelijke godsdienstige opvoeding gegeven worde, hetgeen zoo broodnoodig is in onzen tijd, waarin het gezag toch reeds zoo weinig geteld wordt, waar de gevaren met den dag grooler worden en niet blijven stil staan aan de grenzen van Venray Iemand, die het goed meent, Beste Flap. Da's lang gel*>ëe Flap, da'k je ge- schreeve heb. Vader zei as dat ik je maar weer is mos schrijve, dat ik nou al vijf maande in de maaskappij was en dal je in de maatskappij ook briefe mos kenne leere schrijven, want datje anders in de werelt niet voorruit kwam. Nou ben ik fijn van skool af en nou ben ik timmerman geworrede baas is een goeie vent as ie geer. kwaje zin hèt, as ie goeie zin heit mag ik plankies saage' Cato, je weet wel, m'n liefe zus (hm) zegt da 'k niks meer ben dan een krullejongen, nou die hèt aitijt wat te verleile. As ik savens tuis kom zegt ze, da 'k naar de krulle stink, nou die stinke in alle geval niet zoo as die rooie poeier die ze op d'r wange smeert, die noemptze poedre de ries, kompt van Parrijs, zeg» ze. Moeder heit al twee keer zoo'n iastepoeierdoos van haar afgenoome laas heb ik er onze poes mee inge- smeeri; krek goed, zei moeder, nou toe wier ze zoo nijdig as 'n spin, Cato bedoel ik. Vader is koome kijken en zegt dat het begin heel goed is, maar da 'k nou maar over ies anders mos beginne en niet alles uit ons huis verklappe, ieder mot maar voor z'n eige deur schoon V6ege, zegt hij dan is heel de straat schoon. Ik mos maar er eens an je schrijve* hoe bijvoorbeelt een gemeenteraat in mekaar zit, daar weet Flappie op de hei misgien niet veel var., zei Vader, Nou, een gemeenteraat zit heel gewoon in mekaar; eerst heb je Bee en Wee (mot met 'n hooftletter zegt vader) dan heb je een seekreetaaris, die moet alles opschrijve en mag niks verleile; maa goet dat Cato geen seekreetaris is, z^gt moeder en dan heb je de raasleëe. Dat is nou de heele gemeenleraat. Bee, dat is de burgermeester van de stad of ven het dorrep, nou dat weet je wel wa dat is, die is zooveel as de baas van het spul; Wee, dat zijn de weihouwers die motte de wet bij elkaar houwe, de seekreetaaris weet je al en dan heb je nog de raasleëe, die moete goede raat geevegoeie raat is duur, zegt moeder altijd en as moeder wat zegt dan vint vader aitijt dat moeder gelijk heeft. Nou as Bee en Wee en de raasleëe bij elkaar koome dan heb je een ge meentevergadering. Laas is er hier zoo'n vergaadering gewees, dan noeme ze de burgemeester Voorsitter, die mot dan de vergadering opsne en sluite en met een hamer op tafel slaan as ze niet goet oplette, kan je allemaal leese in de Peelenmaas. Van de laaste ver gadering stonge er wel zes kolomme in, kolomme dat zijn van die lange rijen met een hoop regsls onder mekaa in de krant, as 't van een vergaada ring is dan noeme ze dat verslag. Nou de laatste keer waare Bee en Wee en de raasleëe het niet erg eens, zei vader, as de Voorsitter ja zei, dan zeien de raasleëe nee en as de raasleëe nee zeien, dan zei de Voorsitter ja. Da was geen goeie verhouwing, zei moeder, j mot wat weete te geeve en te neeme, in het huishouwe mot je ook wel er is wat toegeeve om païs en vreëe te houwe en vader zeizeg u da whI moeder. Cato zei, wat kan mij de gemeenteraat scheele, nou laas heb ik gelee8e, dat de vrouwe ook wat meer an polleliek moese doen, dat van de vrouw de toekoms afhangt, maar vader zei dat ze al polleliek genoeg waare, nou daar snap ik a'lemaal niks van. De eerste die het woort vroeg was de beer V, die zei dat de Limb. Koerier de Raat in het ootje hat wille neeme, die (LK) mos maar naar z'n eige kijke zei moeder en dat de verslaage te beknop en nie juist waare, nou daar steek ik m'n neus maar liever niet in. Nou en toen ging het over kasopname en bicnelanse saake en over de bibiie- ooteek; biblieooteek is een groote kamer met allemaal boeke er in, die voor een paar cente kan huure, (Dato gaat er elke week op haar fiets (ze heit hem nog niet eens afbetaalt) heen (hm). En toen wouen ze tien guide hebben voor een koniklijke pooliessiehond, een pooliessiehond is een hont, die ze laate ruike as een dief erge8 ingebrooke heeft en per ongeluk ies agter gelaste heeft, dan loopt die hont die dief agternaa en }akt hem altijd »bijna" En toe ging iet over bouw en gesonlheitskoommis- sies, is me veuls ie geliert aaf. Toen was de Weesee en de rieoo leering aan de orde van den dag, de heer G vroeg of de Weesee mos aan gesloote worre op de rioo!eering en nog een ander raaslit hat het over dik dun Moeder zei dat het eeuwig jammer was om de Weesee zoo maar weg te laate loope, kon je wel beier gebruike. Nou Flap, daar steek ik m'n neus ook maar liever niet in, mot jij ook maar nie doen Flappie. Rieoolee ring dat zijn van die lange betonne buise die ze in de straat legge, eers breeke ze de straat ope, dan legge ze de buise er in, dan maake ze de straat weer digt en as je dan met de autoo bus, je weet wel zoo'n ding dat ram melt en van zelf gaat en waarin je een kou kan vatten, er over heen rijt dan is het krek of je op de Hooge Zee zit, je weet wel dat draaiding op de kerremis omdat er geen sloomkarroes Winterhanden Wintervoeten Schrale Lippen Ruwe Huid Doos 30-60-90ct.Tube 80ct.Bij Apoth.en Drogisten. 750-16 Cato zent je de groete, ze gaat geluk kig gauw trouwe as ze een vrijer heit, dan heef ze die poeierdoos ook nie meer noodig. Nou, Flappie in de hoop datje gauw trug8chrijft, schei ik er uit, anders ben ik morrege niet op tijd bij m'n baas en dan krijg ik op m'n falie, m'n vingers staan stijf van de kou, vader zegt dat het een barre winter is en dat de arme mense weer heel wat te lije hebbe Nou complimente aan Hannes- oom (kijkt ie nog wel eens te diep in het gUasje?) en aar. je zuster Jet (zal ze wel maling aan hebbe. Vader en moeder laate je ook groete en hiermede onderteeken ik met de hooge agting je toegeneege Flip. p.a. ze zegge dat de pauselijke ataate ook weer zijn opgelost en dat de Paus nu weer mag gaan wandele buite het Faliekaan. Nou en toen begonne ze met de cente10,000 guide moste belegt worre, toen waare ze het allemaal direk eens wart aangenoome zelfs z h s.ik dagt da» dit moes beteekene zonder herrie schoppe, maar vader zei dat die (etters woue zegge zonder hoofdelijke stemming en toe zei Cato hoe kan je nou stemme zonder hooft (weer egt een van die domme zette van haar) maar moeder zei dat bedoelt was dat ze daar hun hooft niet bij behoefde te gebruike Toen dat was afgeloope b6gonne ze over de schoole van Leune en het Veule. Flippie, zei vader, schrijf daar maar niks van, brant je vingers niet, jongen, voorsigtigheit is de moeder van de porseleinkast en toen hadde ze het nog over een huis van de gemeente, dat voor een koopie te huur was, de een zei dat het te goetkoop was de ander zei van nietes; Flip, niks over zegge zegt vader, motte de heere raas leëe zelf maar uitvechte. Toen kwam er nog een pakkentslot met een rekwest om te magge danse met vastenavond een rekwest is een versoek op papier met allemaal naame er onder van mense die het er mee eens zijn, nou d'r stonge wel 600 naame op, maar de voorsitter zei dat hij er effiekaks en pertienaks teege was en dat het gevoele van meheer Pastoer eri de Eerw Heeren Rectooren (mol ook alle drie met een hooftlelter, zeg vader) er ook teege was. As ze wilde gaan danse moste ze tuis maar danse. De heer V. stelde voor om te laaie danse maar dan moeste vader en moeder er bij blijve, nou en toe begonne de raasleëe te laggevader zei dat hij niet begreep wat daaraan te lagge viel, een fesoenlijke vader en moeder laat hun dogter zoo maar niet op straat loope, toen zei moeder, nou ja vader, we zijn allemaal jonggeweest en Cato zei, mot je zeker met je vader en moeder danse, nou ook leuk (ze is teegewoorig een beetje lieberaal, zegt vader) en ik zei wat heb je nou aan danse, ik ga veel liever skaatse rije of voetbal Ie, kan je ook bij springe en d*nse Toe wier ze kwaat (Cato natuur lijk), loop naar je krulle, zei ze, daar snap je nou nog niks van, wagt maar as je grooter bent, nou krek of zij alles snapt. Nou en toe was de vergaadering zoowat afgeloope, de beer M. brak nog een lans en toen werden de sluise van de welsprekentheit weer gesloote tot de volgende keer, dal is allebei beelt- spraak. Nou zal Flappie wel snappe hoe zoo'n gemeenteraat in mekaar sit, zegt vader en dat zoo'n vergaadering nog nie altijd zoo gemakkelik is. Van vasten avent weet ik nog niks te vertelle,die brief was al klaar voor vastenavent, maar 't zal wel niet veel bijsonders worre zegt Cato; moeder zeit, waarvoor motte ze teegewoorig nog vastenavent houwe, ze vaste tog nie meer, vader vont dat wel een beetje overdreeve van moeder. De oplossing der Romeinsche kwestie. Nieuwe versterking van de machts positie van den Paus en de Kerk. Er is een oplossing tot stand gebracht de Romeinsche kwestie. Dit historisch feit beheerscht op het oogenblik het geheele internationaal wereldgebeuren. Na een strijd van 60 jaren, dikwijls met groote heftigheid gevoerd en waar bij de Paus ten slotte niet anders dan geestelijke wapens ter zijner beschik king had, staat -de wereld thans voor het feit van de volkomen verzoening tusschen deze twee machten. De beteekenia hiervan kan moeilijk worden overschat en we meenen goed te doen om met een korte beschouwing over deze aangelegenheid de aandacht onzer lezers hiervoor te wekken Men weet, dat nadat op 20 Septem ber 1870 het Italiaansche leger door de Porta Pia de Eeuwige Stad binnen trok, de Paus nog dienzelfden dag aan het corps diplomatiek een protest over handigde naar aanleiding van dezen Statenroof. Maar het scheen in die dagen, dat de brute macht over het recht zou zegevieren. Dit protest heeft de H Stoel nadien steeds herhaald en alle relaties met den nieuwen Italiaanachen Staat werden afgebroken. Het Italië van die dagen meende sterk genoeg te zijn, ook zonder de medewerking van den Paus de kwestie tusschen Vaticaan en Quirinaal te kunnen oplossen en het ontwerp de z.g. garantiewet, waarvan de H Stoel nooit de wettig heid van erkend he ft en er zich dan ook nooit aan onderworpen heeft. De Paus erkende geen garantie van den Italiaanschen Staat en sinds 1870 verlieten de Pausen dan ook nooit het Vaticaan a elk contact met den Italiaanschen staat te vermjjden. De Loge van die dagen in Italië heeft de macht van den Paus geweldig onderschat. Men spotte en hoonde met het bekende >non expedii", waarbij zelfs aan de katholieken allen steun en medewerking aan den Italiaanschen slaat verboden werd. Toen deze wet door de beide Huizen op 31 December 1870 tot staatswet was verheven meende Italië, dat de Romeinsche kwestie voor goed was opgelost. Men werd bij de beraadslagingen in de Kamer tot elkanders geruststelling niet moede het te herhalen, bij elka zitting herhaalden vooral de radicalen het eenige keeren, ja zelfs werd het in de rede van den minister van Justitie Raëli in den Senaat op 27 Dec. 1870 niet minder dsn negen maal bevestigd Het zou bijna 60 jaren duren en in een periode, waarin oogenachijnlijk althans de Italiaansche Slaat nooit z-»o machtig was als thans, moet Italië de garantiewet van 1870 intrekken en met het Yaticaan „een verzoening sluiten op een basis, die aan de rechtvaardige wenschen van den Paus tegemoet komt De groote zedelijke macht van het Pausdom komt hier weer treffend tot uiting. Maar ook wordt door dit feit geïllustreerd hoe ondanks de overwin ning der Loge van 1870 zelfs in de gevangenschap het tot nieuwen grooten luister is gekomen.

Peel en Maas | 1929 | | pagina 1