mmiPi
Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
JACfONOft
J. VERMEULEN-R0E10FS Venray! Gr. Markt 5
(manufacturen
ftöQRDEEUGSTj
manufacturen
CHAMPAGNE Vve. Puisard Cie.
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen.
De Scholen te Leunen.
Brief van Flip aan Flap.
üuitenlandsch Overzicht
ZATERDAG 16 FEBRUARI 1929
Vijftigste Jaargang
No. 7
PEEL EN MAAS
PRIJS DER ADVERTENTIEN1-8 regels 60 cent, elke regel meer 7»/« ct. Uitgave van FIRMA TANDEN MUNCKHOF VENRAY ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 et per post 75 cent
bij abonnement lagere tarieven. Telefoon 51 voor het buitenland f 1.05 bq vooruitbetaling, afzonderl. nummers 5 cent
BLIJKEN
TOCH HET
r BLIJKEN I
TOCH HET
(Ingezonden)
Het mag van voldoende bekendheid
geacht worden, dat de school een zéér
voorname rol speelt ook in de gods-
dienaiig-zedelijke opvoeding der kinde
ren, om welke reden o.m de school
dan ook valt onder de rechtsmacht der
R .omsch Katholieke Kerk.
Maar ook als leerares der volken
door Christus aangesteld, heeft de Kerk
het recht, naar haar goedvinden, overal
scholen te stichten, deze naar eigen
goedvinden in te richten en te besturen
De vijanden der kerk mogen haar de
uiioefesning van dit recht voor langeren
of korteren tijd onrechtmatig beletten
of bemoeilijken, haardit recht ontnemen
kunnen zij niet, daar het haar door
Christus zelf is geschonken.
Ten alle tijde heeft de Kerk van dit
haar onvervreemdbaar recht gebruik
gemaakt, en naast hare kerken ook
voor het volkskind allerwege scholen
opgelicht Als leerares der volken,
stelde de Kerk zich niet tevreden met
te zorgen voor de opUiding harer
toekomstige geestelijkheid, maar riep
ook voor het kind scholen in het leven,
waar het behalve in den godsdienst,
ook onderwezen werd in die leervak
ken, wier kennis het ter bereiking van
zijn lijdelijk levensgeluk volgens de
tijdsomstandigheden noodig had. Talrijk
zijn dan ook de verordeningen welke
de Kerk in den loop der tijden met
betrekking lot de volksscholen heefi
gegeven. De school en vooral de volks
school is dan ook steeds geweest het
mei zorgen omringde kind der Katho
lieke Kerk.
»Nieis", zegt zelfs een liberaal schrij
ver, heeft op de jeugd en hare ontwik
keling, hare vorming voor het latere
maatschappelijk laven, een zoo krach
tigen en beslissenden invloed als de
scho .1. Men kan wel zeggen, dat de
gaheele richting van hel gemoed, het
karakter der toekomstige staatsburgers
afhankelijk is van het lager onderwijs"
De Kerk eischt voor hare kinderen
scholen, waar mogelijk gescheiden voor
jongens en meisjes, die aan haar toe
zicht zijn onderworpen scholen, waar
het kind den katholieken godsdienst
leert kennen en beoefenen waar het
godsdienstig beginsel gehéél het onder
wijs doordringt; waar in leerboeken
en andere leermiddelen, zooveel moge
lijk de groote waarbeden des geloofs,
de zedenleer des Evangelies, de lessen
van katholieke godsvrucht zijn inge
vlochten; waar het kruisbeeid een
eerepiaat9 bekleedt en godsdienstige
voorstellingen, als leermiddelen de
wanden versieren waar geen enkel
uur voor de opbouwing van het zede-
lijk-godsdiensiig karakter verloren gaat
waar de onderwijzer, zelf overtuigd
katholiek in denken en handelen, door
zijn woord en zijn voorbeeld (ook
buiten den schooltijd, zijn leerlingen
met diepgevoelden godsdienstzin tracht
te doordringen; kortom, waar de R K
Godsdienst, als een zon, alles bestraal^
verlicht verwarmt, met bovennatuurlijk
leven bezielt, hetgeen zoo ooit, vooral
in onzen materialislischen tijd zoo
dringend noodzakelijk is
Wil de school aan dit alles beant
woorden, dan moet zij ook praktisch
bij de kinderen bevorderen en het hun
gemakkelijk maken, te beantwoorden
aan den zoo dringenden wensch der
Kerk, ja van Christus zelf, vooral in
de laalsten tijd ons zoo dringend door
Pausen en Bisschoppen voorgehouden
om zoo eenigszins mogelijk dagelijks
de H Mis bij te wonen, dagelijks, of
ten minste veelvuldig, ook in de week,
te naderen tot de H. Communie, dik
wijl8 te biechten te gaan, en daarom
ook moet de' katholieke school liggen
in de nabijheid eener kath kerk, want
anders zal zij door hare ligging alleen
reeds een beletsel zijn voor de kinderen
om aan bovengenoemden vurigen
wensch van Christus te voldoen tot
groot r.adeel voor hun godsdienstige
opvoeding, tot groot nadeel hunner
onsterfelijke ziel voor nu en hun later
leven »Joog gewend, oud gedaan"
Daarom hoort de school ook bij de
kerk.
Waar de school zulk een alles
beheerschenden invloed op de vorming
der j«ugd heeft, is het duidelijk, dat
bij, die meester is over de school, de
toekomst des volks in handen heeft
Van daar de groote strijd tussche
vrijmetselarij en Kerk, tusschen geloof
en ongeloof; een strijd, waarbij de zi
van het kind, het geloof en de eeuwige
zaligheid, ook van toekomstige geslach
ten op hel spel staan.
Het is bekend, dat ook in Nederland
angen tijd een heftige schoolstrijd is
gestreden Waar het ging om de ziel
van het kind hebben onze katholieke
voorouders zich onnoemelijke offers en
moeiten getroost om van staatswege
het onvervreemdbare recht der Roomsch
Katholieke Kerk erkend te krijgen
hebben zij jaren lang een moeilijken
strijd geslredèn, om van de Nederland
sche Regeering de finantieele gelijk
stelling van de bijzondere school met
de openbare te verkrijgenhetgeen
eindelijk enkele jaren geleden, onder
een christelijk ministerie, ten minste
voor de lagere school is verkregen en
in een wet is vastgelegd
Doch deze (in het algemeen voor de
katholieken) gunstige we» wordt in
groot gevaar gebracht, wanneer er
misbruik van gemaakt wordt, door te
pas en te onpas kleine scholen op te
richten.
Volgens de kerkelijke wetten kom»
uitsluitend aan de kerkelijke overheid,
met name den Bisschop var< het bisdom,
het recht toe, kalhoiieke scholen op te
richten, alsook vereenigingen die daar
voor moeten dienen zoodat leeken zich
dat recht volstrekt niet mogen aan
matigen.
Nu heeft Z D H. de Bisschop van ons
bisdom uiturukkelijk voorgeschreven,
dat van deze wet een redelijk gebruik
gemaakt worde, om allerwege in Lim
burg, waar mogelijk, de openbare
scholen in Roomsch Katholieke, vallend
onder de rechtsmacht der Kerk, om te
zetten en aldus de godsdienslig-zedelijke
opvoeding der kinderen ook voor de
toekomst te verzekeren.
Op de meeste plaatsen, in en buiten
Veuray, is zulks dan ook ree a geschied.
Te Leunen echter had zulks nog
niet pjaats, omdat volgens de bestaande
staatswetten bij een vroegere eventueele
omzetting der beslaande scholen, beide
scholen een onderwijskracht zouden
verliezen, zéér ten nadeele der kisde
ren.
Thans echter heeft Z D H. de Bisschop
van Roermond het uitdrukkelijk, bevel
gegeven, om, nu de bovengenoemde
bezwaren niet meer golden, onmiddellijk
de noodige maatregelen te nemen, om
te komen tot de omzetting zoowel der
jongens- als der meisjesschool, en dat
het kerkbestuur van Leunen het bestuur
der jongensschool zou vormen, terwijl
het tevens de wensch ven Z D H. is,
dat de Zusters Ursulinen het bestuur
op zich zouden nemen der bestaande
meisjesschool, waartoe de Zeereerw
Mère Prieure' en haar Bestuur terstond
bereid gevonden werd, en voor welke
bereidwilligheid geheel Rectoraat Leu
nen alechts dankbaar kan zijn Recto
raat Leunen zal nooit genoeg het vele
kunnen waardeeren, dat de Eerw.
Zusters Ursulinen in de jaren, dal zij
in de thans nog openbare meisjesschool
zijn werkzaam geweest, voor de daar
ter school gaande meisjes in en builen
den schooltijd zoowel in maatschappe-
lijk als godsdienstig opzicht hebben
gedaan, en zulks ten koste van vele
opofferingen en moeiten.
Het zou dan ook een nooit te ver
geten vergrijp zijn aan de ware belan
gen van geheel het rectoraat voor nu
en de toekomst, indien men geheel
tegen den geest der Kerk in de
gescheiden opvoeding der jongens en
meisjes zou opheffen, hetgeen tevens
gelijk zou staan met een wegjagen der
Eerw. Zusters Ursulinen uit het
rectoraat. Bovendien zou dan ook voor
altijd de kans verkeken zijn een be
waarschool in het rectoraat te krijgen,
die men toch in VenrayDorp zoozeer
blijkt te waardeeren, dat men, naar het
schijnt, maar niet vroeg genoeg de
kinderen er neen kan zenden Dat men
op andere plaatsen nog niet tot de
gescheiden echoolopvoeding van jongens
en meisjes kan overgaan, is alechts te
betreuren, doch mag geen reden zijn
om ze aan rectoraat Leunen te ont
nemen.
Dit alles, wat we tot nu gezegd
hebben, mogen zij wel eens goed over
wegen, die een school willen bouwen
te Venray—Veulen, dat een gedeelte
is van het Rectoraat Leunen en waar
in de naaste toekomst volgens men
schelijke berekening geen kerk
daaraan verbonden priester mogelijk
is.
Tot dat doel, het bouwen van een
katholieke school, is aldaar gesticht
de vereeniging »St. Antonius". D«ze
vereer-iging noemt zich Roomsch Ka
tholiek, maar ze is het volstrekt niet,
omdat zij tegen den uitdrukkelijken
wil van den Bisschop van Roermond
in is opgericht Ze heeft het echter
doen voorkomen alsof ze bisschoppe
lijk was goedgekeurd en onder dezen
valschen titel heeft ze een aansluiting
verkregen aan een vereeniging van
gezamenlijkn schoolbesturen voor den
Raad van Beroep.
We willen aannemen, dat er bij de
oprichters en leden van die St Anto-
nius-vereeniging veel goede trouw is,
dat ze het zoo kwaad niet bedoelen,
doch tevens willen we hopen, dat nu
hun oogen zullen opengaan en dat
na den laatsten vastenbrief van den
Bisschop gehoord te hebben, zullen
inzien, dat hun streven Diet anders
genoemd kan worden dan een daad
werkelijk verzet tegen het hoogste
kerkelijk gezag van hel bisdom, iets
wat in het Katholieke Venray toch
niet te pas komt.
De Bisschop wil geen school aan het
Veulen, omdat aan die school, van
kerk en priester verstoken, de gods-
dienstig-zedelijke belangen der kinderen
niet behoorlijk kunnen behartigd wor
den; afgezien nog van bovengenoemd
gevaar voor de bestaande schoolwet.
Mogen allen, die invloed uitoefenen
het hunne er toe bijdragen, opdat aan
alle kinderen van de gemeente Venray
een zoo diep mogelijke godsdienstige
opvoeding gegeven worde, hetgeen zoo
broodnoodig is in onzen tijd, waarin
het gezag toch reeds zoo weinig geteld
wordt, waar de gevaren met den dag
grooler worden en niet blijven stil
staan aan de grenzen van Venray
Iemand, die het goed meent,
Beste Flap.
Da's lang gel*>ëe Flap, da'k je ge-
schreeve heb. Vader zei as dat ik je
maar weer is mos schrijve, dat ik nou
al vijf maande in de maaskappij was
en dal je in de maatskappij ook briefe
mos kenne leere schrijven, want datje
anders in de werelt niet voorruit
kwam.
Nou ben ik fijn van skool af en
nou ben ik timmerman geworrede
baas is een goeie vent as ie geer.
kwaje zin hèt, as ie goeie zin heit mag
ik plankies saage' Cato, je weet wel,
m'n liefe zus (hm) zegt da 'k niks
meer ben dan een krullejongen, nou
die hèt aitijt wat te verleile. As ik
savens tuis kom zegt ze, da 'k naar
de krulle stink, nou die stinke in alle
geval niet zoo as die rooie poeier die
ze op d'r wange smeert, die noemptze
poedre de ries, kompt van Parrijs, zeg»
ze. Moeder heit al twee keer zoo'n
iastepoeierdoos van haar afgenoome
laas heb ik er onze poes mee inge-
smeeri; krek goed, zei moeder, nou toe
wier ze zoo nijdig as 'n spin, Cato
bedoel ik.
Vader is koome kijken en zegt dat
het begin heel goed is, maar da 'k
nou maar over ies anders mos beginne
en niet alles uit ons huis verklappe,
ieder mot maar voor z'n eige deur
schoon V6ege, zegt hij dan is heel de
straat schoon.
Ik mos maar er eens an je schrijve*
hoe bijvoorbeelt een gemeenteraat in
mekaar zit, daar weet Flappie op de
hei misgien niet veel var., zei Vader,
Nou, een gemeenteraat zit heel gewoon
in mekaar; eerst heb je Bee en Wee
(mot met 'n hooftletter zegt vader) dan
heb je een seekreetaaris, die moet alles
opschrijve en mag niks verleile; maa
goet dat Cato geen seekreetaris is, z^gt
moeder en dan heb je de raasleëe. Dat
is nou de heele gemeenleraat. Bee, dat
is de burgermeester van de stad of ven
het dorrep, nou dat weet je wel wa
dat is, die is zooveel as de baas van
het spul; Wee, dat zijn de weihouwers
die motte de wet bij elkaar houwe, de
seekreetaaris weet je al en dan heb je
nog de raasleëe, die moete goede raat
geevegoeie raat is duur, zegt moeder
altijd en as moeder wat zegt dan vint
vader aitijt dat moeder gelijk heeft.
Nou as Bee en Wee en de raasleëe
bij elkaar koome dan heb je een ge
meentevergadering. Laas is er hier
zoo'n vergaadering gewees, dan noeme
ze de burgemeester Voorsitter, die mot
dan de vergadering opsne en sluite en
met een hamer op tafel slaan as ze
niet goet oplette, kan je allemaal leese
in de Peelenmaas. Van de laaste ver
gadering stonge er wel zes kolomme
in, kolomme dat zijn van die lange
rijen met een hoop regsls onder mekaa
in de krant, as 't van een vergaada
ring is dan noeme ze dat verslag. Nou
de laatste keer waare Bee en Wee en
de raasleëe het niet erg eens, zei vader,
as de Voorsitter ja zei, dan zeien de
raasleëe nee en as de raasleëe nee
zeien, dan zei de Voorsitter ja. Da was
geen goeie verhouwing, zei moeder, j
mot wat weete te geeve en te neeme,
in het huishouwe mot je ook wel er
is wat toegeeve om païs en vreëe te
houwe en vader zeizeg u da whI
moeder. Cato zei, wat kan mij de
gemeenteraat scheele, nou laas heb ik
gelee8e, dat de vrouwe ook wat meer
an polleliek moese doen, dat van de
vrouw de toekoms afhangt, maar vader
zei dat ze al polleliek genoeg waare,
nou daar snap ik a'lemaal niks van.
De eerste die het woort vroeg was
de beer V, die zei dat de Limb. Koerier
de Raat in het ootje hat wille neeme,
die (LK) mos maar naar z'n eige
kijke zei moeder en dat de verslaage
te beknop en nie juist waare, nou daar
steek ik m'n neus maar liever niet
in.
Nou en toen ging het over kasopname
en bicnelanse saake en over de bibiie-
ooteek; biblieooteek is een groote
kamer met allemaal boeke er in, die
voor een paar cente kan huure,
(Dato gaat er elke week op haar fiets
(ze heit hem nog niet eens afbetaalt)
heen (hm). En toen wouen ze tien
guide hebben voor een koniklijke
pooliessiehond, een pooliessiehond is
een hont, die ze laate ruike as een
dief erge8 ingebrooke heeft en per
ongeluk ies agter gelaste heeft, dan
loopt die hont die dief agternaa en
}akt hem altijd »bijna" En toe ging
iet over bouw en gesonlheitskoommis-
sies, is me veuls ie geliert aaf.
Toen was de Weesee en de rieoo
leering aan de orde van den dag, de
heer G vroeg of de Weesee mos aan
gesloote worre op de rioo!eering en
nog een ander raaslit hat het over dik
dun Moeder zei dat het eeuwig
jammer was om de Weesee zoo maar
weg te laate loope, kon je wel beier
gebruike. Nou Flap, daar steek ik m'n
neus ook maar liever niet in, mot jij
ook maar nie doen Flappie. Rieoolee
ring dat zijn van die lange betonne
buise die ze in de straat legge, eers
breeke ze de straat ope, dan legge ze
de buise er in, dan maake ze de straat
weer digt en as je dan met de autoo
bus, je weet wel zoo'n ding dat ram
melt en van zelf gaat en waarin je
een kou kan vatten, er over heen rijt
dan is het krek of je op de Hooge Zee
zit, je weet wel dat draaiding op de
kerremis omdat er geen sloomkarroes
Winterhanden
Wintervoeten
Schrale Lippen
Ruwe Huid
Doos 30-60-90ct.Tube 80ct.Bij Apoth.en Drogisten.
750-16
Cato zent je de groete, ze gaat geluk
kig gauw trouwe as ze een vrijer heit,
dan heef ze die poeierdoos ook nie
meer noodig.
Nou, Flappie in de hoop datje gauw
trug8chrijft, schei ik er uit, anders ben
ik morrege niet op tijd bij m'n baas
en dan krijg ik op m'n falie, m'n
vingers staan stijf van de kou, vader
zegt dat het een barre winter is en dat
de arme mense weer heel wat te lije
hebbe Nou complimente aan Hannes-
oom (kijkt ie nog wel eens te diep in
het gUasje?) en aar. je zuster Jet (zal
ze wel maling aan hebbe. Vader en
moeder laate je ook groete en hiermede
onderteeken ik
met de hooge agting
je toegeneege Flip.
p.a. ze zegge dat de pauselijke ataate
ook weer zijn opgelost en dat de Paus
nu weer mag gaan wandele buite het
Faliekaan.
Nou en toen begonne ze met de
cente10,000 guide moste belegt worre,
toen waare ze het allemaal direk eens
wart aangenoome zelfs z h s.ik
dagt da» dit moes beteekene zonder
herrie schoppe, maar vader zei dat die
(etters woue zegge zonder hoofdelijke
stemming en toe zei Cato hoe kan je
nou stemme zonder hooft (weer egt een
van die domme zette van haar) maar
moeder zei dat bedoelt was dat ze daar
hun hooft niet bij behoefde te gebruike
Toen dat was afgeloope b6gonne ze
over de schoole van Leune en het
Veule. Flippie, zei vader, schrijf daar
maar niks van, brant je vingers niet,
jongen, voorsigtigheit is de moeder van
de porseleinkast en toen hadde ze
het nog over een huis van de gemeente,
dat voor een koopie te huur was, de
een zei dat het te goetkoop was de
ander zei van nietes; Flip, niks over
zegge zegt vader, motte de heere raas
leëe zelf maar uitvechte.
Toen kwam er nog een pakkentslot
met een rekwest om te magge danse
met vastenavond een rekwest is een
versoek op papier met allemaal naame
er onder van mense die het er mee
eens zijn, nou d'r stonge wel 600
naame op, maar de voorsitter zei dat
hij er effiekaks en pertienaks teege
was en dat het gevoele van meheer
Pastoer eri de Eerw Heeren Rectooren
(mol ook alle drie met een hooftlelter,
zeg vader) er ook teege was. As ze
wilde gaan danse moste ze tuis maar
danse. De heer V. stelde voor om te
laaie danse maar dan moeste vader
en moeder er bij blijve, nou en toe
begonne de raasleëe te laggevader
zei dat hij niet begreep wat daaraan
te lagge viel, een fesoenlijke vader en
moeder laat hun dogter zoo maar niet
op straat loope, toen zei moeder, nou
ja vader, we zijn allemaal jonggeweest
en Cato zei, mot je zeker met je vader
en moeder danse, nou ook leuk (ze is
teegewoorig een beetje lieberaal, zegt
vader) en ik zei wat heb je nou aan
danse, ik ga veel liever skaatse rije of
voetbal Ie, kan je ook bij springe en
d*nse Toe wier ze kwaat (Cato natuur
lijk), loop naar je krulle, zei ze, daar
snap je nou nog niks van, wagt maar
as je grooter bent, nou krek of zij
alles snapt.
Nou en toe was de vergaadering
zoowat afgeloope, de beer M. brak nog
een lans en toen werden de sluise van
de welsprekentheit weer gesloote tot de
volgende keer, dal is allebei beelt-
spraak.
Nou zal Flappie wel snappe hoe zoo'n
gemeenteraat in mekaar sit, zegt vader
en dat zoo'n vergaadering nog nie
altijd zoo gemakkelik is. Van vasten
avent weet ik nog niks te vertelle,die
brief was al klaar voor vastenavent,
maar 't zal wel niet veel bijsonders
worre zegt Cato; moeder zeit, waarvoor
motte ze teegewoorig nog vastenavent
houwe, ze vaste tog nie meer, vader
vont dat wel een beetje overdreeve van
moeder.
De oplossing der Romeinsche kwestie.
Nieuwe versterking van de machts
positie van den Paus en de Kerk.
Er is een oplossing tot stand gebracht
de Romeinsche kwestie.
Dit historisch feit beheerscht op het
oogenblik het geheele internationaal
wereldgebeuren.
Na een strijd van 60 jaren, dikwijls
met groote heftigheid gevoerd en waar
bij de Paus ten slotte niet anders dan
geestelijke wapens ter zijner beschik
king had, staat -de wereld thans voor
het feit van de
volkomen verzoening tusschen deze
twee machten.
De beteekenia hiervan kan moeilijk
worden overschat en we meenen goed
te doen om met een korte beschouwing
over deze aangelegenheid de aandacht
onzer lezers hiervoor te wekken
Men weet, dat nadat op 20 Septem
ber 1870 het Italiaansche leger door
de Porta Pia de Eeuwige Stad binnen
trok, de Paus nog dienzelfden dag aan
het corps diplomatiek een protest over
handigde naar aanleiding van dezen
Statenroof.
Maar het scheen in die dagen, dat
de brute macht over het recht zou
zegevieren.
Dit protest heeft de H Stoel nadien
steeds herhaald en alle relaties met
den nieuwen Italiaanachen Staat werden
afgebroken.
Het Italië van die dagen meende
sterk genoeg te zijn, ook zonder de
medewerking van den Paus de kwestie
tusschen Vaticaan en Quirinaal te
kunnen oplossen en het ontwerp
de z.g. garantiewet,
waarvan de H Stoel nooit de wettig
heid van erkend he ft en er zich dan
ook nooit aan onderworpen heeft.
De Paus erkende geen garantie van
den Italiaanschen Staat en sinds 1870
verlieten de Pausen dan ook nooit het
Vaticaan
a elk contact met den Italiaanschen
staat te vermjjden.
De Loge van die dagen in Italië
heeft de macht van den Paus geweldig
onderschat. Men spotte en hoonde met
het bekende >non expedii", waarbij
zelfs aan de katholieken allen steun
en medewerking aan den Italiaanschen
slaat verboden werd.
Toen deze wet door de beide Huizen
op 31 December 1870 tot staatswet was
verheven meende Italië, dat
de Romeinsche kwestie voor goed
was opgelost.
Men werd bij de beraadslagingen in
de Kamer tot elkanders geruststelling
niet moede het te herhalen, bij elka
zitting herhaalden vooral de radicalen
het eenige keeren, ja zelfs werd het in
de rede van den minister van Justitie
Raëli in den Senaat op 27 Dec. 1870
niet minder dsn negen maal bevestigd
Het zou bijna 60 jaren duren en in
een periode, waarin oogenachijnlijk
althans de Italiaansche Slaat nooit z-»o
machtig was als thans, moet Italië de
garantiewet van 1870 intrekken en
met het Yaticaan „een verzoening
sluiten
op een basis, die aan de rechtvaardige
wenschen van den Paus tegemoet komt
De groote zedelijke macht van het
Pausdom komt hier weer treffend tot
uiting. Maar ook wordt door dit feit
geïllustreerd hoe ondanks de overwin
ning der Loge van 1870 zelfs in de
gevangenschap het
tot nieuwen grooten luister is
gekomen.