Tweede Blad van „PEEL El MAAS" Dwars door Canada Fijnloos Schoren FEUILLETON De Jodenknaap van Praag. Ingezonden. Sparen en sparen is twee. Uit de Landbouwwereld ZATERDAG 27 OCTOBER 1928 Negen en veertigste Jaargang No. 43 Tusschen de wielen op de ijzeren baan. WINNIPIO, 23 Sept. 1928 De vijftig uren treinrit van de hoofdstad Ottawa raar Winnipig, de poort der Canadeesche prairie, was afwisselend genoeg om de twee da gen sporens door te zijn. De treinen der Canadeesche Staats spoorwegen hebben een goeden roep niet alleen in effectiviteit, doch bo venal ook in de inrichting en bedie ning. De privé-apartementen, een soort zit-staapkamer voor den tuxen passagier, die daar een dertig dol lars per dag voor neer wil leggen, zijn waarlijk niet voor comfort nood zakelijk. De „Standard Sleeper" biedt die in even grootemate. Overdag is het een gezellige rustige zitwagen. Ik leg hierop speciaal den nadruk, omdat nog al eens de intimiteit der afzon derlijke coupé's, zooals wij die in Holland als overal elders in Europa kennen, geprefereerd wordt boven het doorloopende systeem van Ame rika, waar de schotten ontbreken en de wagen er uit ziet als één groot, ruim tram-interieur. Doch wie een maal van lange uren aan uren, tot dagen aan dagen in een trein heeft moeten zitten, is het voordeel van dit systeem duidelijk, want de aflei ding van dit voortdurend va-et-vient door den geheelen wagen is verre te verkiezen boven de kniezerige eenzaamheid van een Hoilandsch coupétje. 's Nachts verandert het interieur van den Standardwagen geheel en al. Het is één lange gang van zware groene gordijnen, met aan weerszijden de twee maal twee rijen bedden boven elkaar. De gedienstige van den slaapwagen is altijd een neger, keu rig gekleed in groengrijs uniform voor den dag en 's avonds in 't wit herschapen. Geen voortreffelijker kamerdienaar dan de neger; hij doet alles kalm en geruischloos en is handig en beleefd. Zoo menigmaal al op deze reis, als ik laat in den avond of midden in den nacht op een tusschenstation uit den trein moest, wachtte de neger al aan den ingang van den slaap wagen. Hij maakt een bed op van frissche lakens en dekens, zet de hor open als het drukkend warm is, of haakt een dubbel venster aan wanneer de koude nachtwind snijdt. Gedurende den nacht reinigt hij uw schoenen, borstelt pak, hoed en jas en stoft uw koffer eens extra schoon, 's Morgens wekt hij discreet, wijst den weg naar de toiletkamer, met haar warm en koud stroomend water, spiegels, scheerfaciliteiten en wat al niet meer. En als ge klaar zijt met uw toilet, heeft hij inmiddels uw bed al weer in een gezelligen zithoek herschapen. Die negers, ik wijd hun een welverdiend saluut, van tijd tot tijd schijnen ze mij de incarnatie van de volmaakte gedienstigheid der Canadeesche Staatsspoorwegen. Klassen zijn er in de treinen niet d.w.z. overdag. Alleen de slaapwa gens hebben de duurdere „Standard" en het goedkoopere „Tourist" type. Historisch-Romantisch verhaat. Vrij naar het Duitach door B B. Vanaf dit oogenblik was ik vaat be aioten mij het lot van dien knaap aan te trekken, maar natuurlijk in zooverre het de goedkeuring wegdroeg van Pater Gardiaan, met wien ik eerst eens ern stig over deze gewichtige zaak moest spreken. Verder was het mij om het even wat er ook met mij zou gebeuren. Ik herinnerde mij namelija nog zeer goed, dat meer dan een Ordebroeder het bekeeren van Jodenkinderen met zijn leven betaald had en aan de haat van wraakzuchtige joden ten offer was gevallen. Toen viel het mij in, dat ik den knaap nog niet eens naar zijn naam en afkomst hsd gevraagd, hetgeen ik toch eigenlijk direct in het begin had moeten doen. Ik haalde daarom mijn verzuim zoo spoedig mogelijk in en toen vernam ik tót mijn nikt geringe schrik, dat hij de eenige zoon was van den ouden Abel Abele en dat hij eenige dagen geleden juist twaaf jaar was geworden. Verder vertelde hij mij nog, dat zijn vader op het oogenblik op een handelsreis naar Venetië was en dat hij vandaar voor- Voor wien overdag reist, bestaat er maar één klasse en hier op de ge makkelijke leeren banken treft men alle klassen en standen zonder on derscheid door elkaar. De landverhuizers hebben hun af zonderlijken wagen, de „Kolonisten Car" gelijk aan alle gewone dagwa gens, doch alleen met dit voordeel dat 's nachts de zitbanken in slaap plaatsen veranderd kunnen worden. Zoo'n heele dag in den trein vraagt ook een voorziening voor hoofd en maag. Voortdurend komen jongens met kranten, boeken en tijdschriften door den trein. Chocolade, ijs en vooral het heerlijke Canadeesche fruit vinden voortdurenden aftrek. Maal tijden kan men natuurlijk in den restauratiewagen krijgen, doch voor velen, die de prijzen daarvan te hoog vinden, is er overvloed van gelegen heid om aan de buffetten der vele stations, op die typisch hooge Ame- rikaansche bar-stoeltjes aan de toon bank, een hartigen beet billijk op te doen. Daartoe is alle gelegenheid, want de Canadeesche treinen, ook de sneltreinen, stoppen dikwijls, vooral in het drukke seizoen. Het bouwen van den spoorweg is hier een milli- oenenwerk geweest. De natuur moest overwonnen worden niet alleen in haar ongelooflijke uitgestrekte afstan den, doch dikwijls ook door allerlei moeilijkheden van bergen en rotspar tijen, meren en stroomen heen. En zoo dient de rit van eiken trein zoo voordeelig mogelijk gemaakt te wor den. Vooral up de zijlijnen en door het bezoeken van velen onzer nieuw gevestigde landgenooten in alle hoeken en gaten van het groote Canada, heb ik van die zijlijnen meer dan mijn portie genoten is voor elke plaats, bijna zonder uitzondering in bloeiende opkomst, het stoppen van den trein voor zulk een groot gewicht en door de drie of vier kolossale goederen- en postwagens wordt dan ook heel wat in- en uit gesleept in korte spanne tijds. Op een avond viel het zoo uit, dat ik de stad om tien uur verlaten moest, om 's nachts om twee uur in de te bezoeken kolonie aan te komen. Dit was de eenigste dienst en vier uur, vlak naast de deur, zegt de Ca nadees, die voor afstanden zijn neus niet gauw optrekt, is niet voldoende om er voor onder de wol te gaan; dus bleef ik op en was aldus getuige van een heel aardig systeem, zoo eenvoudig en zoo handig, dat het m.i. de Canadeesche gedienstigheid een hoog gehouden deugd hier, zou kunnen typeeren. De conducteur knipt uw kaartje en geeft u een gekleurd strookje papier, waarop hij dat nummer schrijft waaronder uw plaats van bestemming in zijn gids aangegeven staat. Dat strookje moet U duidelijk zichtbaar dragen, ofwel in Uw knoopsgat, of wel op Uw hoed. Tier, minuten voor elke halte gaat de conducteur door den wagen, ziet aan het nummer op Uw strookje of U er bij de volgende halte uit moet. Is dit zoo, dan ver telt hij U dat door het strookje terug te nemen en U wakker te schudden als U in slaap gesukkeld mocht zijn Eenvoudiger, menschkundiger en tegelijk welwillender systeem dan dit, moet ik ter wereld nog ontmoeten Aan het einde van eiken trein, op de hoofdnetten dan, is de z.g.n salonwagen, toegankelijk ofwel door extra toeslag, ofwel voor de „Stan dard" reizigers De voornaamste attractie is het observatie batkon, een soort verandah aan het eind, beschut tegen zon en regen en wind en toch open, waarop men het landschap in zijn onafgebroken schoonheid achter zich ziet weg vlieden. De saloncar heeft verder een welvoorziene lees tafel, een schrijfbureau en een biblio theek. Er is een radiodienst met een specialen operateur aan den wagen toegevoegd. Stilstaande werkt de luidspreker, doch onderweg neemt iedere passagier die daar lust in heeft, de boven zijn fauteuille hangende koptelefoon. En zoo heb ik op den Zondagavond, terwijl de sneltrein in daverende vaart door de wouden van Zuid Manitoba donderde, op de duidelijkste wijzen en volmaakt ongestoord het zingen en de preek, uitgezonden yan de een dagreizens Protestantsche kerk in Winnipeg kunnen volgen, Nog veel korter dan zelfs een eeuw geleden was de baan; waarop we nu zoo veilig reden, barre wildernis en scalpeerden de Roodhuiden er den blanke die zich in hun streek durfde wagen. Deze observatie over het voortref felijke en voor alle behoeften gerief lijke systeem der „Canadian National Railways", de grootste Spoorweg maatschappij van geheel Amerika en na de Duitsche Trust de grootste ter wereld, kwam mij in gedachten gedurende dien twee dagen en twee nachten langen rit van Ottawa naar Winnipeg. Vanaf het balkon der observatie car werd men niet moede het steeds wisselende decor Canada gade te slaan, uitgedoscht als in één onmetelijk herfstbouquet. Zoo mooi als in den herfst kan het landschap in den zomer zelfs nooit zijn. In alle variaties pronkten de bladeren der boomen, geel en bruin en goud tot het gloedroode toe, met daartusschen de zilveren stammen van berken en populieren of de donkerte van het andere hout. „Land der tienduizend meren" zou Manitoba genoemd kunnen worden. Nooit faalde het water, bezonken als een spiegel, met de denneboomen aan den einder tot tegen de flanken en op de toppen der verre heuvels. Dan weer gaat de spoorbaan over een breeden dam, trots in de bedding van een meer geworpen en dan weer door een rotskloof, nijdig met dynamiet uit elkaar gebeten om door gang te openen voor het trillende ijzeren monster. Lieflijk is de natuur, doch sterker nog dan dit is zij hier grootsch en eeuwig. Volmaakte stilte heerscht tusschen de meren en bergen, bijna geen menschelijke woning valt te bekennen, slechts hier en daar loopt een oude woudlooper langs de baan. En nog schaarscher dan de woningen zijn hier de nederzettingen. Doch waar de trein stopt doet de plaats naam „Sioux Lookout" (de uitkijk post der Sioux Indianen) of Lake Superior (het superieure meer) U mediteeren over de romance van dit oerland, over den Cooper en Aimard onzer jongensboeken en zoo krijgt men bijkans de hallucinatie van op de effenheid van het verre meer de zinspeling van een cano te ontwaren, waarin de met al zijn veeren getooide Roodhuid, de hand boven deoogen, het voortdaveren gadeslaat van onzen modernen expres! Voor vrouwen. Vrouwen vooral, hebben nu en dan behoefte aan de hulp van Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Vanafdevorming tot voorbij den middelbaren leeftijd treden in het vrouwelijk organisme voortdurend veranderingen op, die veel inspanning van de nierer. vorderen. Eveneens in het kritieke tijdperk en in de maanden voor en na de geboorte t kinderen, krijgen de nieren veel extra werk te doen. Het is daarom geen wonder, dat vrouwen zoo vaak tijden aan rugpijn, afmattende pijnen, water zuchtige zwellingen, hoofdpijn, duizelig heid, zenuwachtigheid en urinestoor nissen. Vrouwen behooren te welen, dat de nieren de gewichtige levenstaak hebben om de onzuivere stoffen uit het bloed te filtreeren. Als de nieren verzwakt of overspannen zijn, wordt de bloedsom loop geinfecteerd en het geheele gestel aangedaan, waardoor spit, blaasont steking, rheumatiek, lendezwakte enz. kunnen ontstaan. Foster's Rugpijn Nieren Pillen zullen voor vrouwen in tijd van nood e«n zegen blijken. Zij worden aanbevolen door vele dankbare, verstandige vrouwen, die haar herstel en welzijn aan hel tijdig gebruik van dit versterkend niermiddel te danken hebben. Verkrijgbaar (in glasverpakking met iel ehket let hier vooral op) bij apotheken en drogisten f 1,75 per flacon. 37 Ingeaaa&sa MiMesllagsa. dan kan dat noodlottig in dat bovenvermeld geval 8paarka8verdeeling vóór de uitgaven, worden. Zooals van die kermis. En zooals men dat veel noort, dat juist door dat uitgaand publiek van jongens en meisjes grove verteringen worden gemaakt en veel geld wordt verkwist aan chique kleeren, aan dan8cursuasen enz. Wat moet dat later geven, als ze getrouwd zijn en ze hebben zich nu gewoon gemaakt om voor dergelijke absoluut onnoodige zaken met het geld te gooien. Daarom hoort men ook wel eens van huisgezinnen met werkelijk hooge loonen waar ze dan nog niet de kunsi verstaan van de tering naar de nering te zetten. Niet jong gewend, dus ook nietoud Buitan verantwoordelijkheid der Redactie. Laatst las ik ergersin een plaatselijk blad een bericht, hetwelk moet aan geven, hoe daar ter plaatse nog gespaard werd. Want bij de verdeeling bleek, dat iedere spaarder ongeveer zeven tig gulden kreeg, en er waren een goeje 20 spaarders. En dat was dan nog maar één spaar kas, stond er bij Nu gaf ik om dat bericht... niks. Integendeel, ik werd er zelfs verdrietig om. Want er stond niet bij, wie die spaarders waren, over hoelang die spaartijd liep en er stond vooral niet bij, dat de pot gedeeld werd... enkele dagen vóór.de kermis 11 Foetsie, daar gingen de spaarcenten. Dat was geen sparen, dat was ver kwisting. Zoo kan sparen verkwisting zijn. En zoo zijn er veel van die spaar kassen. Dat er een centje wordt weggelegd, om bv. kermis te vieren of een feest avond in den winter, het zij zoo. Maar 70 gulden voor een kermis, behalve natuurlijk d6 centen, welke ze zöö nog hebben, 't is toch waarlijk bedroevend. Hooge loonen zijn goed, moeten er zelfs zijn, want ook de gewone werk man is zijn loon waard. Maar wanneer ongetrouwde jongelui reeds hooge week loonen verdienen, welke verre gaan boven hun gewone 't Is daarom zoo goed, dat het bestuur der R. K. Werkgeversvereniging bij Hoofdstuk X van het program der R. K. Staatspartij gaarne zag bijgevoegd Invoering van spaarplicht voor onge huwde loontrekkers en loontreksters. Omdat het bestuur meent, dat er geen meer doeltreffend middel denkbaar is, om de kinderrijke gezinnen in gunstiger postitie te brengen dan het bevorderen van het sparen. Zoo lazen we dezer dagen, dat bij de welbekende groote firma Stork in Hengelo voor de ongehuwde loontrek kers het sparen verplichtend is. Een bepaald bedrag van hun loon wordt achtergehouden en op hel spaarbank boekje gezet, waarover ze natuurlijk zoo maar niet naar willekeur kunnen beschikken. Hier ligt een mooi voorbeeld voor de R. K. werkgevers om dat in hun fabrieken in te voeren. Voooral ook nog daarom, omdat in vele huisgezinnen de allerafschuwelijk- ste gewoonte bestaat, dat de kinderen bij hun ouders... kostgeld betalen. En de rest dus zelf houden. Het ouderlijk huis een. kosthuis geworden. De meest natuurlijke familiebanden van vader, moeder tegenover zoon, dochter, doorgesneden door en om wille van het botte geld O, vervloekt geld, wat brengt ge vaak rampen onder de menschen. Die spaarkassen voor kermissen en dergelijke zijn geen spaarkassen, dat zijn kassen van verkwisting. Een bepaald bedrag inleggen, daarbij dan nog een paar potjes bier drinken want dergelijke spaarkassen zijn meestal in... café'sl): foetsie zij de zuur ver diende duiten. Leerden velen onzer jongelui toch eens meer aan de toekomst denken. Een goede, zuivere, niet vroegtijdige verkeering als voorbereiding op een goed huwelijk, een nette spaarduit voor later, tegen voorkomende onvoorziene en toch zoo goed mogelijke bijzondere onkosten heel veel huwelijksleed ware voorkomen. Maar men danst en loopt de bioscopen flat en verdrinkt zijn geld aan tonnen fler. ZAAIER. loopig of waarschijnlijk voor het einde van den maand wel niet zou terug- keeren. Het scheen mij toen aanstonds het veiligste om den knaap nog voor de thuiskomst van zijn vader tot den heiligen doop voor te bereiden. Die Abel Abele was namelijk niet alleen de schatrijkste Jood van Praag maar zelfs de rijkste jood van heel Bohemen. Dikwijls had ik arme men schen hooren klagen over de onbarm hartige wreedheid en gruwelijke harte loosheid, waarmede hij zijn schuldenaars hun laatsten cent, ja het bloed onder de nagels afperste. Het lag dus voor de hand dat het besluit van zijn eenig kind om Christen te worden een helsche storm zou te voorschijn roepen. Ik be gon daarom al te overwegen de zwakke leeftijd van het kind in aanmerking genomen, of het misschien niet beter zou zijn om met het toedienen van het heilig doopsel nog een paar jaar te wachten. De gedachte echter, dat de Moeder Gods zelf het kind had geroe pen dreef bij mij ten slotte alle twijfel op de vlucht. De knaap zelf was trouwens eveneens vast besloten zich van zijn ouders te scheiden, ofschoon hem die scheiding erg hard viel vooral vanwege zijn moeder, die hij buitenge woon liefhad. Ik sprak den kleinen Abel dus moed in en zeide hem te vertrouwen op God, die hem zulk een duidelijken wenk gegeven had en zijn H. Wil zoo duide lijk aan hem had kenbaar gemaakt. Toen luidde het klokje voor de Vespers en ik moest naar het koor. Ik verzocht hem een half uurtje geduld te hebben en zeide dat hij zoolang maar een beetje in den tuin moest rondwandelen. Toen ging ik naar de kerk om aldaar den lof te zingen van God en zijne lieve heiligen Door al het wonderbare wat ik zoo juist gehoord had, was ik tamelijk verstrooid onder het bidden en eerlijk gezegd vertoefde mijn geest meer bij den kleinen Abel dan bij het psalm gebed. Tot groote ergernis van mijn medebroeders sloeg ik de plank een maal zelfs zoover mis, dat ik een ver keerde Antiphoon (vóór-vers) aanzette, hetgeen de goede God mij moge ver geven. Toen de Vespers afgeloopen waren stond Pater Gardiaan in de kruisgang reeds op mij te wachten en gaf mij door een veel beleekenden blik te ken nen, dat ik hem naar zijn cel moest volgen. Ik begreep maar al te goed wat mij te wachten stond en ditmaal r.am ik de welverdiende uitbrander zonder tegenpruttelen aan. Toen Pater Gardiaan zijn hart eens flink gelucht had, vertelde ik hem de wonderbare geschiedenis van het joden kind dat in den tuin beneden op mij stond te wachten. De gardiaan liet mij kalm en rustig tot aan het einde toe uit vertellen, streek toen eens heel ge moedelijk met zijn hand door zijn zwarte baard en zeide toen halt ernstig, half glimlachend: Pater Sebaldus, daar hebt ge U'in uw goedmoedigheid weer eens geducht om den tuin laten leiden. Ik liet mij echter daardoor zoo maar niet uit het veld slaan, maar zeide Geen pijn of naschrijnen en stukgaan dtjr huid, indien men vöör het inzeepen de baardoppervlakte inwrijft met een weinig Purol. Heeren die gewoon zijn na het scheren poeder te gebruiken, nemen de ver zachtende Purolpoeder daarvoor. Purol in doozen van 30 en 60 ct., tube 80 ct. Purol poeder in bussen van 60 ct. en 1 gld, Verkrijgbaar bij Apoth. en Drog integendeel O, mijn goede beste Pater Hono- rius, God gave, dat ik eiken dag zoo om den tuin werd geleid en dat alle kinderen zoo waren als die onschuldige knaap. Komt u zelf maar eens mede, dan kunt u zelf zien en beslissen of dit onschuldig gelaat een masker kan zijn, waarachter zich een leugenaar of een bedrieger verschuilt. Kom toch eens mee, de kleine Abele staat daar beneden in den tuin op ons te wachten. Toen was de Gardiaan tevreden en samen gingen we den tuin in. We hadden den jodenknaap al spoedig ge vonden. In dien tusschentijd had hij heel zorgvuldig de dorre blaadjes uit het klimop getrokken dat tegen het kapelletje slond en op het bloembed voor het kapelletje had hij de witte sneeuwklokjes en eenige gele sleutel bloemen, zóó gestoken, dat ze in Hebreeuwsche letters het woord Miriam vormden, d.w.z. Maria. Ofschoon ik in mijn jonge jaren, ik moet het eerlijk bekennen, mij niet al te ijverig had toegelegd op de Hebreeuwsche letteren, was ik toch nog wel in staat om die vreemde letters te ontcijferen en er Pater Gardiaan een verklaring van te geven. Toen de knaap onze voetstappen hoorde, keerde hij aanstonds zijn van inspanning lieflijk blozend gelaat naar ons toe, wreef zijn volle zwarte lokken van zijn voorhoofd en groette ons vol kinderlijke eenvoud en eerbied. Ik be merkte aanstonds de goede indruk die hij op Pater Gardiaan maakte en dat deze moeite deed een lichte ontroering Heggen. Rondom tuinen maakt men den eenen keer gebruik van hooge, den anderen keer van lage heggen, niet veel hooger dan anderhalven meter. Waar vele en scherpe winden gekeerd moeten worden, aar leelijke dingen aan het oog moeten worden onttrokken, of waar men in een bepaald gedeelte van den tuin schaduw verlangt, heeft men een houge heg noodig. Is het alleen om aanwijzing van grenzen te doen, dan is natuurlijk een lage heg voldoende. Men kweekt te verbergen. Hij nam de knaap echter zonder meer eens flink in verhoor, vroeg rechts en links en liet hem de geschiedenis wel twee, driemaal vertellen. Het kind herhaalde echter telkens met dezelfde eenvoudige woorden hetgeen hij mij had verteld en wedersprak zich niet in het minste. Toen hij echter meende te bemerken, dat Pater Gardiaan hem niet goed vertouwde en geen geloof wilde hechten aan zijn woorden, zeide hij met een bedroefd stemmetje: Waarom wi t u mij niet gelooven, eerwaarde vader, ik heb toch nog nooit in mijn leven onwaarheid gesproken 1 Ik geloof uw woorden zeer zeker, lief kind, antwoordde de Gardiaan, maar ik vrees de strijd, die u te wach ten staat. Hoe wilt gij tegen de wil van uw vader het bevel van de Heilige Maagd ten uitvoer brengen? Zij zal mij helpen, eerwaarde vader, zei het kind zoo vol wonderlijke eenvoud, dat ik diep ontroerd werd. Daarenboven, als het noodig is, ben ik vast besloten van mijn vader weg te vluchten. Maar uw vader is rijk, zeer rijk, beproefde Pater Honoriushem nogmaals. Als gij van hem wegvlucht, zal hij u onterven, dan zult ge voortaan uw brood moeten bedelen en ge weet niet hoe hard en bitter gebedeld brood soms kan smaken. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1928 | | pagina 5