Tweed© Blad van „FEIL El MAAS'
De Paradijskamer
HARDÏ'S
De aanstaande
boerinnen van Liraburg.
FEUILLETON
X -voldoet iedme&rij
Om de zenuwen te
kalmeeren
verstopping
's Morgens en 's Avonds
Uit de Landbouwwereld
ZATERDAG 29 SEPTEMBER 1928
Negen en veertigste Jaargang No. 39
f9
De moeder leert aan haar dochter
het gemakkelijkst. Onbewust neemt
de dochter door voorbeeld en woord
van de moeder het gemakkelijkst
aan. is het dan wonder, dat de
boerin van meening is, dat zij het
best haar dochter kan vormen tot
eenvoudige, degelijke boerendochter,
die al het werk dat zich voordoet,
weet aan te pakken en met lust en
opgewektheid weet te volbrengen.
Geen opvoeding is zoo goed als
die door de moeder zelf gegeven.
Niemand heeft grooteren invloed op
het kind dan zij. Alles, wat in de
plaats treedt van de moeder als op
voedster is surrogaat, gelijk marga
rine surrogaat van natuurboter is.
Maar niets is volmaakt in het
ondermaansche. Zelfs de uitstekende
opvoeding, die de echt degelijke
Limburgsche boerin geeft en kan
geven aan haar dochterzelfs die
opvoeding is niet volmaakt. Kan dus
vervolmaakt worden. Kan dus welis
waar niet vervangen, maar wel aan
gevuld worden.
Daarvoor zorgt de Vereeniging
voor Landbouwonderwijs, een instel
ling van den Limburgschen Land
en Tuinbouwbond. Deze vereeniging
zorgt met flinken steun van het Rijk
voor cursussen in landbouwhuis-
houdkunde. Dus voor cursussen,
waar meisjes leeren nog beter dan
gewoon te verstellen, de wasch te
doen, nog goedkooper en met meer
effect de maaltijden te bereiden,
terwijl ook eenvoudige landbouw-
vakken, waarmee de boerin dagelijks
te maken heeft, -onderwezen worden
en de meisjes nog eens iets meer
dan gewoon te hooren krijgen over
godsdienst en wat er mee samen
hangt.
En het is te hopen, dat heel veel
van die cursussen dit jaar gegeven
2 uilen worden in Limburg en dat zij
zeer druk bezocht zullen worden.
Want ze zijn zoo goed voor dochters
uit den meest eenvoudigen boeren
stand en voor anderen, die absoluut
niet uit huis gemist kunnen worden.
Maar voor dochters uit den iets
beteren boerenstand bestaat Poster-
holt met zijn 2 jarigen leergang en
groote vacantie in den druksten tijd
van het boerenbedrijf.
Posterholt een kostschool, ja, maar
een zeer bijzondere. Uitsluitend voor
meisjes uit den boerenstand waar
zij niet de liefde en den trek tot den
boerenstand verliezen, maar, waar
deze worden vergroot, doordat zij
nog meer het schoone var. den
boerenstand daar leeren kennen en
waardeeren. Want hoe meer men
leert omtrent het „waarom" in het
boerenbedrijf, hoe mooier dit voor
ons wordt, hoe hooger men het
waardeert in zijn afwisseling, in zijn
veelzijdigheid, in zijn ingewiKkeid
zijn.
Het is duidelijk, dat de meest ge
schikte leeftijd om zijn dochter naar
Posterholt te sturen ongeveer 17 jaar
is. Het reglement spreekt wel van 15
jaar en we hebben wel eens vol
doening beleefd van zoo'n jeugdige
ileerling, maar naar mijn meening zijn
ide resultaten veel beter, als ze een
ipaar jaar ouder zijn. Het kinderach
tige is er dan wat af, ze hebben ook
Hislorisch-Romantiscli verhaal van
jbet Kasteel Blyenbeek bjj Afferden.
Vrij (War net Duitsch door B.B.
37
Door op de vragen en uitroepen van
den in zijn koorts ijlenden knaap in te
gaan, kwam ik er zelfs achter, hoe het
ongeluk ongeveer moest gebeurd zijn.
Ik heb het tenminste ais volgt aan
elkaar gepastVrouw Dausque was
dienzelfden nacht, zooals Mathias mij
later bekende, uit haar kerker losge
broken. Bij nader onderzoek bleek, dat
zij door maandenlange arbeid wel een
twintig tichelsleenen uit de muur had
•gebrokkeld. Ik voor mij houd het gat,
(dat zij gemaakt had groot genoeg om
er een menschelijk lichaam door te
laten, ofschoon anderen van meening
zijn, dat de Satan zelf haar er door
heen heeft getrokken. In het kort; het
wijf heeft zich dicht bij het Slot ergens
in het bosch verscholen gehouden om
den volgenden nacht weg te vluchten
en bloedige wraak Ie nemen op den
ouden Mathias. En nu moest mijn lieve
Christoffel die draak juist tegemoet
loopen 1 Zij heeft hem bepaald direct
herkend en voorzichtigheidshalve eerst
nog zijn naam gevraagd. Toen is zij
hem zeker heimelijk achterna ges open
al wat meer rond gezien in de boer
derij, leeren dus gemakkelijk het
praktische gedeelte of het toepassen
in de praktijk van het theoretische.
Hebben over het algemeen ook meer
ambitie om zooveel mogelijk op te
steken in die twee jaar, dat ze in
Posterholt zijn. Ouder dan 17 jaar
kan absoluut gaan kwaad. We heb
ben al leerlingen gehad, die een
stukje in de 20 waren en waarvan
wij de grootste voldoening genoten,
terwijl zij zelf toen zij van Posterholt
af waren, nog herhaaldelijk getuig
den, dat ze nooit spijt ervan gehad
hadden op haar „ouden" leeftijd nog
op de schoolbanken te zijn gaan
zitten.
Hoe ouder dat een boerenmeisje
is, hoe moeilijker het gemist kan
worden. Dat is zoo. Maar mei een
beetje, desnoods met veel goeden
wil kan heel wat geschipperd en
geregeld worden. Als de andere
zusjes een paar jaar poot-aan willen
spelen, als alle huisgenooten inschik
kelijk willen zijn, als vader en moeder
zich nog eens bijzonder willen in
spannen, och dan kan het wel ge
regeld worden, dat een van de
dochters naar Posterholt gaat. En
het mooiste er van is, dat daarvan
later heel het gezin profiteert. Dat
kan men heel goed merken, als men
na een paar jaar later op zulk een
boerderij komt en de oogen eens
goed de kost geeft.
We behoeven zeker niet meer te
vertellen wat er al in Posterholt
onderwezen en geleerd wordt. Dat
is wel reeds algemeen bekend en
laat zich in het kort met deze paar
woorden samenvatten alles, wat de
Limburgsche boerin in haar leven te
pas komt. De Limburgsche boerin.
Dat wil dus zeggen de brave,
degelijke, vrome, ijverige, met het
geheele bedrijf meelevende boerin.
De toekomst is aan het kind, zegt
men wel. Dat is waar, als men dan
onder kind verstaat, den jongen of
het meisje, dat zijn of haar opvoeding
nog niet voltooid heeft. En dan geldt
dit bijzonder voor den boerenstand
en nog zeer bijzonder voor den
Limburgschen boerenstand, die aan
moeilijkheden van allerlei aard het
hoofd zal moeten bieden. Heeft die
boerenstand bij dat Hoofdbieden dan
boerinnen van den ouden stempel
en met de meest nieuwerwetsche
ontwikkeling op het gebied van
landbouw, dan kan Limburg gerust
wezen. Dan zal Limburg, Limburg
blijven.
Denkt gij ouders daarover eens
kalm na. Dan zullen de onaange
naamheden, die natuurlijk ontstaan
door het naar Posterholt gaan van
uw dochtertje gering worden in uw
wordt gezond en sterk
toet krijgt mooier gïans
toet leordt wrsj van roos
toet büjft toeter zitten
indien gij het des morgens
inwrijft met een weinig Purol
707—20
Zenuwachtig, Overspannen
en Slapeloos
Mijnhardt's Zenuwtabletten
Hen Uw zenuwen kalmeeren en
sterken en Uw slapeloosheid verdrijven.
Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten.
oog. Dan zult gij gemakkelijker het
offertje of het offer voor uw kind
willen brengen, gedachtig de harde
waarheid, dat het kind er niet is
voor de ouders, maar de ouders er
zijn voor het kind.
Gelijk ieder offer, brengt dit offertje
u groote voldoening, heel uw leven
lang, mede in den vorm van de
dankbaarheid uwer dochter, die later
veel beter dan nu, inziet, hoe goed
gij voor haar geweest zijt, om u de
geldelijke uitgaven, de onaangenaam
heden en kleine moeilijkheden en
ongemakken te getroosten met het
naar Posterholt zenden van haar, die
u al zoo goed hielp.
JACQ. TIMMERMANS.
Roermond. Rijksveeteeltconsulent
en toen de knaap de buks eenige oogen
blikken op de bank, waar hij op mij
wilde wachten, onbewaakt had laten
liggen, moet zij op de een of andere
manier, waarschijnlijk door den loop
vol aarde en gras te stoppen, het onge
luk hebben veroorzaakt Wat later van
vrouw Dausque geworden is, heb ik
niet metzekerheid kunnen achterhalen.
Alleen vertelde Ruprecht, onze knecht,
ons later dat de duivel zelf haar den
nek had omgedraaid, daar hij enkele
weken later een verschrikkelijK ver
minkt lijk van een oude heks in het
Swalmerbosch had gevonden, wat
natuurlijk vrouw Dausque moet geweest
zijn. Doch dit laat ik in zijn waarde.
Intusschen voeren we steeds verder
de Maas af en hoorden we reeds vanaf
Venlo het kanongebulder der Pruisen
voor Geldern. De graaf van Lottum
liet toen juist door kolonel Schlund
stad en vesting op een geweldige manier
beschieten.
Toen wij dichter bij kwamen en bij
Arcen, twee uur van Geldern aanland
den, leek het wel alsof heel de hemel
boven de vesting in vuur en vlam stond
We konden zelfs de vurige bogen, welke
de bommen en brandkogels beschreven,
goed onderscheiden. Het donderen en
brommen der kanonnen scheen ook
onze arme Christoffel angst en schrik
aan te jagen. Hij begon zich onrustig
op zijn rustbed heen en weer te draaien
en riep:
Meester Thyssen, meester Thyssen
help mij tochl Ziet gij dan niet, hoe
die booze Martin Schenk voortdurend
op mij staat te mikken en altijd maar
Op zekeren dag ging een brave
vrouw naar het klooster der Eerw.
Paters Capucijuen.
Zij trad de kapel binnen, knielde
neder en, in tranen uitbarstende, weende
zij luide over al haar ongeluk.
Niemand weet hoe ongelukkig de
vrouwen zijn; 't zijn arme onbegrepen
martelaressen.
Zoo sprak moeder Nicolas, onze
werkmansvrouw, terwijl ze met een
punt van haar boezelaar de tranen van
haar wangen veegde.
De Pater Gardiaan, een goedhartig
grijsaard met langen, witten baard en
welwillende», hoewel ietwat guitige;
blik, bad niet ver van haar zijij brevier.
Bij.het vernomen van het snikken der
vrouw kwam hij bij haar en vro8g op
hartelijken toon
Hebt u zooveel verdriet, moeder
tje
O, Pater, ik ben zoo ongelukkig
Kijk het zou me zoo goed doen, als ik
u al mijn leed eens mocht vertellen.
Zou u me dat willen toestaan Zou
u niet een oogenblikje tijd hebben om
naar me te luisteren
Wel zeker, wel zeker 1 zei de
goede priester, voJg mij naar de spreek
kamer, daar kunnen we meer op ons
gemak praten.
Nauwelijks is moeder Nicolas het
nederige spreekvertrek, waar drie stoelen
met stroomatten om een wit-houten
tafel staan, binnengetreden, of ze begint
onder diepe zuchten en met veel tranen
het verhaal van haar ongeluk.
Zij heeft een man't is een goeie
kerel, o zeker, en een ijverig werkman,
En eigenlijk houdt Z9 veel van hem
wat heeft ze hem niet liefdevol ver
pleegd, toen hij ziek was Maar, ziet u,
't is zoo'n drifiig persoontje, met een
slecht karakter, en heftig... o
Hoor eens, zegt de Pater, ik houd
er niet van dat men in mijn bijzijn
ovf-r de fouten van den naaste spreekt.
Als wij in den biechtstoel waren, zou
ik u tot penitentie geven drie «Wees
gegroeten" voor uw eigen zonden en
op mij wil schieten Neem hem die
buks toch af 1 O, nu schiet hij weer af,
langzaam, langzaam komt die kog«l
weer op mij af! O, nu boort hij zich
in mijn hoofdl O, wat brandt dat!
Tegen den morgen werd onze jonker
rustiger. Toen wij Well voorbijvoeren,
luidde het juist voor de vroegmis. Op
het hooren van dit klokje begon de
lieve Christoffel zóó roerend zijn gebedje
te bidden, dat de knechten onwillekeurig
hun riemen lieten rusten en een oogen
blikje meebaden. Meer dan één voelde
zijn oogen vochtig worden.
Van Bergen uit, waar wij een oogen-
blik bleven rusten, zond ik een ijlbode
naar B!yenb6ek om het treurige bericht
over te brengen, tevens met het verzoek
zoo spoedig mogelijk een goede draag
baar naar Afferden ie zenden. Onder
veel zuchten en jammeren had ik dit
des nachts op een stuk papier geschre
ven. Mijn tranen vielen op h8t papier
en nooit van mijn leven is mij iets zoo
zwaar gevallen als die paar regels.
Mijn hart kromp ineen, als ik dacht
aan de smart en droefheid van de
ouders bij die tijding.
Meermalen had ik zelfs het besluit
genomen om voor goed weg te loopen,
omdat ik de moed niet had om met hun
eenig, stervend kind, hetwelk ik beloofd
had als mijn oogappel te bewaken, voor
mijn genadige Heer en de lieve Vrouw
Catharina te verschijnen. O, dat toch
duizendmaal liever de dood mij had
getroffen
De liefde voor mijn doodelijk gewon
den Christoffel hield mij echter terug
van dien stap. Het oogenblik van de
drie dagen vasten voor die van uw
man. Daar u ze belijdt, is het ook
billijk, dat u er de penitentie voor
volbrengt.
U is streng, Pater, zei de vrouw,
en nog grooter was haar smart en
vloeiden haar tranen.
Als mijn man maar alleen driftig
waa, doch hij slaat me, Pater; 't is
zooals ik u zeg, hij ranselt me. Als hij
boos is, kent hij zichzelf niet en slaat
maar toe, zonder te zien, waar hij
raakt.
En u zei zooeven, dat het toch
een «goeie kerel" is, met uitstekende
hoedanigheden
Zeker, Pater, doch hij word' zoo
verschrikkelijk gauw boos, en dan...
Dan slaat hij u
Helaas ja
Zeg mij e8ns, vroeg de priester,
na een oogenblik nagedacht te hebben,
wanneer uw man thuis komt is hij
dan al woedend?
Wel neen, Pater, hij is alleen
maar wat uit zijn humeur en windt
zich al meer en meer op.
En u geeft hem het noodige ant
woord, denk ik.
Ik zeg hem, dat hij een slecht
karakter heeft en niet met mij handelt,
zooals het behoort. Dan begint hij nog
luider te schreeuwen. Pater, en daar
ik niet van plan ben voor hem uit den
weg te gaan, geef ik hem flink ant
woord. O, ik heb het hem verweten in
alle geuran ea kleuren, maar het helpt
niemendal. Plij wordt razend en slaat
er op 1
Dat is een ernstig geval 1 zei de
geestelijke, langs zijn baard strijkend,
zeer ernstig] Toch geloof ik, dat er
een middel is om uw echtgenoot zach
ter te stemmen, ja, om hem geheel te
veranderen.
O, Pater, als u dat mirakel kon
doen I
Ik doe geen mirakelen, maar ik
heb een heel bijzonder soort water
waarvan men wonderen vertelt. Ik zal
er u even een fleachje vol van halen.
Hier is het Zoodra uw man over den
drempel stapt neemt u een flinken slok
van dit water en dat houdt u ongeveer
een kwartier lang in den mond. Ik ben
er tamelijk wel van verzekerd, dat u
dan geen klappen zult oploopen.
Pater, wat is u toch goed 1
Nu, adieu, onthoud mijn voor
schrift goed en kom mij dan over acht
dagen eens vertellen of mijn middeltje
geholpen heeft.
De week was nog niet geheel en al
verloopen, of daar verscheen het
vrouwtje alweer in de spreekkamer,
maar nu vroolijk en blij, met stralend
aangezicht.
De Pater lachte in zijn vuistje, maar
hield zich toch, als ware hij zeer ver
baasd.
Welnu, zei hij, heeft het middeltje
geholpen
O, Pater, 't is wonderbaar't Is
niet te begrijpen. Is het wijwater of
water van Lourdes, of ander miracu
leus water
Vertel mij eerst eens wat er is
gebeurd.
Mijn man kwam weer heel slecht
geluimd thuis en nauwelijks was hij
over den drempel of hij begon te
twisten. Zonder dat hij het bemerkte,
nam ik snel een flinken slok van dat
geheimzinnige water. En terwijl hij
zich ai meer en meer opwond, zei ik
in mij zelve schreeuw maar zoo hard
als je wilt, vriendje, maak maar
lawaai, ik heb niets van je tevreezen
O Pater, wat maakte hij toen een
geweld! En een oogenblik twijfelde ik
zelf of uw middel wel zou helpen. Ik
had toch zooveel moeite om het zoo
lang in d8n mond le houden. Ik ge
voelde onweerstaanbare» lust om zijn
scheldwoorden met even hartige
woordjes af te wisselen, maar dat kon
ik niet doen zonder het middel in te
slikken of uit te spuwen. Ik bleef dus
bedaard en dat is me wel bekomen.
■fcableir-fcen
tegen
Doos 60ct. Bij Apoth. en Drogisten.
698—12
want door een soort betoovering werd
mijn man langzamerhand kalmer en
zou me tenslotte vergiffenis gevraagd
hebben. O, Pater, was is u toch een
groote heilige en wat i3 dat toch een
miraculeus middel 1
Neen, mijn dochter, zei de goede
man met gullen lach, ik ben volstrekt
geen heilige, maar ga voort met eiken
dag mijn drankje te gebruiken.
Een maand lang nam moeder Nicolas
op het voorgeschreven oogenblik den
weldoenden slok, en zij moest toegeven,
dat de uitkomst hare verwachting verre
overtrof. Niet alleen werd haar man
niet meer boos, maar wijl zij zelf beter
ip haar humeur en minder ontmoedigd
was, zorgde zij met greoter ijver voor
den pot en hield haar woning knap en
propertjes, zoodat de man ten laatste
zelfs vroolijk werd, altijd even wel
gemutst.
Wie heeft mijn vrouw toch zoo
veranderd? dacht hij.
Wie heeft mijn man zoo zacht
zinnig gemaakt, dacht ook moeder
Nicolas. O, ik weet het wel, voegde
zij erbij.
Eiken Zaterdag kwam zij bij den
Pater Gardiaan haar vreugde uitjube
len. Deze toonde zich zeer verheugd,
maar weigerde elke uitlegging.
Na verloop van een maand hield de
goede vrouw het niet langer uit.
Pater, zei ze, zult u me nu eens
het geheim verklaren van dit wonder
bare water, dat den vrede in ons huis
hersteld en mij het geluk terugge
schonken heeft
Mijn dochter, het is gewoon
water.. ja tochwezenlijk, zuiver
water
Och kom, Pater, u scheert er den
gek mee I
Volstrekt niet, 't is water uit de
pomp, niet eens gewippl. Luister eens
goedMet dat wat9r in den mond was
het u onmogelijk uw man tegen le
spreken. Wanneer hij u zoo rustig en
kalm zag, werd hij vanzelf ook be
daard. Dat is heel het geheim. Thans
heeft u geen water meer noodig. Ga
maar voort steeds zachtzinnig en ge
duldig te zijn.
treurige ontmoeting met zijn ouders heb
ik mij zelf als een kleine boete opge
legd voor mijne nalatigheid, de hoofd
schuldige van al dit ontzettend harte-
leed.
Toen ik meende, dat de bode het slot
ongeveer moest hebben bereikt, voeren
wij langzaam verder en met een zwaar
hart volbrachten we het laatste stuk
van de reis.
We behoefden niet lang te wachten
aan het veer van Afferden.. de bewoners
van Blyenbeek kwamen er reeds in de
verte aan. Voor allen liep onze genadige
Heer Arnold en de arme edele Vrouw
Catharina.
Ach, lieve lezer, de smart, droefheid
en jammer, die ik toen beleefde, kan
en wil ik niet beschrijven. Heer Arnold
wilde eerst niet gelooven, dat het zoo
ernstig was, maar toen hij uit de ver
warde woorden van den knaap, die
hem zelfs niet eens herkende, het ge
vaarlijke van den toesiand beter inzag,
stond hij sprakeloos van smart. De
moeder knielde neder naast haar ster
vend kind en fluisterde haar eenigen
lieveling de zoetste en liefste woordjes
in, welke smart en liefde maar kunnen
uitdenken.
En het was alsof de stem van de
moeder de dwalende geest van het kind
voor een oogenblik terugriep, want het
kind opende zijn oogen en zeide heel
vertrouwelijk: «Moeder".
Toen verviel hij weer in zijn koorts-
droomen 6n fluisterde:
Ziet !zs dien wonderschoonen vogel
niet? O, j ihg hem toch niet weg! Hij
kotni hu.; langer hoe dichter naar mij
zijn de meest geschikte momenten om
Purol toe te passen daarom behoort
op iedere slaapkamer een doos of tube
Purol aanwezig te zijn
Het drinken derstaldieren.
De dieren, dus ook onze staldieren,
hebben dagelijks een zekere hoeveel
heid water noodig. Het water moet
zuiver, versch, maar niet te koud zijn;
reukeloos, zonder bijsmaak en niet te
hard, dat is te kalkhoudend.
Onzindelijk water, vooral dat veront
reinigd is door het toevloeien uit
ierslooten, privaten, looierijen, venen,
moerassen, enzof dat stikstofhouden-
de stoffen bevat, in staat van ontbin
ding verkeerende, of wormbroed, zal
of door de dieren volstrekt niet gebruikt
worden of, indien wel, min ot meer
schadelijk werken.
Het gevoeligst zijn in dit opzicht
schapen en paarden. De drinkbakken,
toe. Zie toch eens, hoe mooi zijn gouden
veeren glinsteren in de zon Meester
Thyssen, gij moet hem na schilderen
als vader de nieuwe kapel laat bouwen
waar moeder om gevraagd heeft.
Toen legde hij het vingertje van zijn
linkerhand op zijn lippen en zei:
Still Still Nu is hij heel dichtbij.
Moeder, hij gaat op uw schouders zitten
en zingt zoo mooi zacht. Hoort ge hem
niet? Coelum peto, coelum peto, zingt
hij.... Naar den hemel, naar den hemel 1
Ja, ik kom, ik kom. Vader, moeder,
Meesier Thysse, leef wel Adeus....
Aeus...
Dit waren de laatste woorden, welke
ik van den lieven, stervenden knaap
heb opgevangen. Hij zonk Qp zijn bedje
terug en sloot zijn oogen. Men legde
hem nu op de draagbaar en droeg hem
langs de Blyenbeek over de heide naar
het Slot. Den geheelen weg langs be
geleiden ons de weenende en jammeren
de menschen van Afferden, die door
den lieven knaap met zijn moeder zoo
dikwijls geholpen en getroost waren
Toen is het mij duidelijk geworden,
dat de goed6 God niet beloont zooals
de menschen beloonen, die slechts een
korte spanne tijds hier op de wereld
vertoeven, maar dat God beloont voor
de eeuwigheid.
Volgens menschelijk oordeel had de
knaap evenals zijn ouders een lang
leven en veel geluk en zegen op deze
aarde verdiend. De Heer echter, in
wiens oogen alle aardsche geluk slechts
een ijdele glinsterende zeepbel is, heeft
hem in de dagen van zijn onschuld lot
zich genomen om zijn eigen loon in
den hemel te zijn,...
Slot volgt.