Tweed© Blad van „PEEL 11 MAAS
De Paradijskamer
PUROL
PDROL
ft
Noord-Limburgsche
folklore.
FEUILLETON
Van keuring, boeren en
suikerwater
De Schele Daan.
ZATERDAG l SEPTEMBER 1928
Negen en veertigste Jaargang No. 35
Door A. F. VAN BEURDEN.
IV.
In het Noordelijk gedeelte der ge
meen te Horst, kort bij den grooten weg
naar Venray aan den Oostkant ziet men
op een hoogte, omgeven door dichtge
groeide grachten eene groote ruïne
liggen, Een deuromlijsting en een hoek
stuk van een toren staan daar eenzaam
op geschonden fondamenten, gebroken
gewelven en donkere gevangenisruimten
De dennen en de eiken ruischen het
doodenlied van het in puin gevallen
sterke slót en gras en wilde planten
omgeven de onderste muurreslen met
een groen kleed, als wilden ze het ver
gankelijke nog wal bemantelen.
Een eeuw geleden stond er de groote
burcht van den heer van ter Horst nog,
alhoewel de verwaarloozing toen al
haar slooperswerk deed. Eeuwen lang
had daar het roemruchtige geslacht der
Wittenhor8ten gezeteld, dat mannen
van beteekeni8 opgeleverd had in de
landsregeering, drosien van 't land van
Kessel, krijgslieden, die voor keizer
en koning vochten, die recht spraken
voor de misdadigers in het land van
ter Horst op de plaats van hun eigen
slot onder een machtigen eikenboom.
Zij hadden hun blazoen in eere gehou
den en hunne heerlijkheden bestuurd
met verstand en met kracht. Opvolgend
hadden de geslachten op dat kasteel
geleefd en waren do heeren in de
parochiekerk van ter Horst onder de
groote versierde grsfsteenen terruste
gelegd bij flambouwlicht in 't vallen
van den avond.
Wanneer de dood de groote lorenrijke
woning aan de Molenbeek over de
ophaalbrug binnensloop en met een
harden klopperslag den kranken heer
aankondigde, dat ook zijn tijd gekomen
was, dan zag men het zilver en rood
van het wapen boven de deur plotseling
zwart en dof worden en was het daar
binnen afgeloopen. Een andere volgde
hem op tot er geene meer van den
naam v. Wittenhorst waren en de
laatste door zijn testament in 't begin
der XVIIIe eeuw de Fürstenbergs naar
ter Horst riep, die de heerlijkheid in
bezit namen.
Zij kregen het adellijk huis, den Hof
ter Bruinen, de heerlijkheid Sevenum,
de molens, den hof te Krukken, den
hof le Hersel en de tienden.
En nu moeten wij gaan vertellen van
den zonderlinge laatsten heer van Horst
of ter Horst, zooals deze in de volks
memorie nog voortleeft. Een afbeelding
van dezen dwaas vindt men nog in
den Gouden Leeuw te Venray.
Frans Clemens von Fürstenberg, die
gehuwd was met eene gravin van
Asscheberg, was in zijne jeugd al niet
te goed wijs, waarom zijn vader zijn
op hem volgende broeder tot stamheer
benoemde. Die achterstelling heeft hem
zijn geheele leven dwars gezeten. Na
de inbezitname van zijn vaderlijk erf
deel, gaf hij te kennen, dat hij nooit
zou doen zaaien of maaien, nooit oogsten
het geheele goed zou laten onderkomen,
niets herstellen. Dat heeft hij volge
houden tot eigen schade en schande.
Hij had door het bezit van het huis
en de heerlijkheid Horst recht op het
zitting nemen in de vergadering der
ridderschap en van de Staten van het
Overkwartier. Daar heen trok hij ge
kleed als eeji arbeider in een koets,
die versleten, ongeverfd was, bespannen
met twee magere paarden.
Zijne Collega's te Roermond schaam
den zich voor hem en zegden hem dit
in zijn gezicht. Men ried hem aan een
Historisch-Romantiscli verhaal van
het Kasteel Blyenbeek bjj Affcrden.
Vrij naar het Duilsch door B.B.
33
In dien tusschentijd maakte onze
jonker dien winteren het daaropvolgen
de voorjaar zulke groots vorderingen
in het lezen, schrijven sn rekenen, dat
het een lust was zijn schrijfboek te
zien. Ook zijn hartje opende zich meer
en meer en ontlook als een schoone
bloem in lieflijke lente. Daar kunnen
de zwakken en zieken en de arme
hutjes waar hij met zijn moeder naar
toe ging over mee praten. Wanneer hij
van die bijna dagelijksche bezoeken
thuis keerde en mij. van de vreugde
en dankbaarheid van die arme men
schen vertelde, dan straalden zijn oogen
van heilige blijheid.
Zoo ging dan het voorjaar en de
zomer van het jaar 1703 voorbij. De
Pruisen belegerden met een groote
macht onder het bevel van den graaf
van Lottum de vesting Geldern, welke
door den Spanjaard Don Domingo de
Betis zoo dapper mogelijk werd ver
dedigd. Het overige Gelderland was
geheel en al in handen van de ver
bondenen. Blyenbeek kreeg nog voort
durend bezoek van stroopende Hollan
ander plunje aan te trekken, hij gaf
ten antwoord: «Met of zonder kleeren
ben ik toch een Fürstenberg en heer
van Horst." Hij zette zijn span voorden
wagen, maakte alles vast, reed weg
zonder groeten en kwam nooit mesr
terug.
Het kasteel verviel hoe langer hoe
meerhet torendak stortte in en een
hevige storm sloeg groote gaten in het
kasleeldak. De ruiten waren overal
gebroken en zijn viouw kon het in het
tochtige, holle kasteel niet meer uit
houden en vluchtte weg naar hare
familie. Zij nam hare 12-jarige dochter,
wier opvoeding zeer verwaarloosd was
later tot zich Zqo zat hij daar alleen
met een paar bedienden. Vee en paar
den liet hij het geheele jaar in de
weide. Hij hakte de boomen, om brand
te krijgen voor den winter. Belasting
betaalde hij niet, evenmin als de rant
soenen aan de gehate Fransclien. Daar
door kwam hij steeds in conflict met
allerlei overheden. Hoe ouder hij werd,
hoe koppiger hij zijn wil doorzette.
Toen het zoo erg geworden was, dat
het kasteel geheel bouwvallig en onge
schikt voor menschelijke bewoning
geworden was, ging hij op Campshof
bij een zijner pachters wonen, waar hij
totaal onnoodig in een omgeving, waarin
hij niet paste, de laatste levensjaren
doorbracht.
Van uit die boerenhoeve is hij in
zijn 71e jaar op 24 Februari 1827, ruim
een eeuw geleden begraven.
Ook de groote bouwval getuigt nog
van den weinigen eerbied van dezen
v. Fürstenberg voor het voorvaderlijk
slot der Wiltenhorsten, dat de laatste
van Wittenhorst aan zijne familie na
gelaten had als een familiepand.
MIJNHARDT's
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct
Laxeer-Tabletten 60 ct
Zenuw-Tabletten75 ct
Staal-Tabletten 90 ct
Maag-Tabletten75 ct
Bij Apoth. en Drogisten
Boeren zijn beste menschen I
Blijven ze op hun dorp dan zijn ze
allerbest.
Nu en dan komen ze naar de stad
dan zijn ze .ook goed en door hun een
voud leeren ze aan de stad.
Ze komen naar de markt met hun
aardappelen en boonen ze komen
om inkoopsn te doen, en is de een of
ander »op den penning uit" waar
vindt ge dat niet 1
Is er optocht dan ziet ge ze in
troepen. Ze loopen van de eene straat
in de andere, zien een stuk van deD
stoet, een groep bij het ontbinden
en gaan 's avonds doodmoe naar huis,
terwijl de eene vrouw de andere vertelt,
waar deze eigenlijk »had moeten gaan
staan".
Is er een circus ook dan komen
ze en niemand geniet meer dan zij. In
de paarden vinden ze iels terug van
hun bedrijf en bij de kunsttoeren zitten
ze verslagen te kijken.
Tegen Paschen komen ze voor e6n
nieuwen hoed en later, bij de kinder
communie voor een nieuwe pet, rozen
krans, kerkboekje en nieuwe schoenen,
En altijd blijven het beste menschen,
goede boeren.
Toch éénmaal komen de boeren naar
de stad en dan zijn het lummels.
Als ze worden gekeurd voor den
militairen dienst, en als ze loten. Die
kale aanstellerij 1
Of de militaire moed hun te sterk
wordt, of ze reeds denken met Indiaansch
ders en Pruisen, die levensmiddelen en
paardenvoer voor de belegeraars kwa
men halen. Zij dwongen de boeren om
schansen te maken, zoodat zij bijna
geen tijd hadden om aan zaaien te
denken. Dit heeft er zeker veel toe bij
gedragen den Markies te doen besluiten
den goeden jonker Christoffel werkelijk
naar Roermond bij de Paters Jezuiten
te zenden. Daar zou hij rustiger, kalmer
en zekerder de voor een edelman meer
passende school en vorming Kunnen
ontvangen. Zelf zou hij ook graag van
woonplaats veranderd hebben, maar
zijne gemalin wilde niets weten vaü
een verhuizing naar Hillenrath. Zij kon
het niet over zich verkrijgen die arme
menschen daar rondom Blyenbeek aan
hun lot over te laten. Daarom getroostte
zij zich liever, ofschoon met bloedend
hart, da scheiding van haar geliefd
kind Christoffel.
Opdat onze goede vrouw Catharina
haar kind niet heelemaal uit het oog
zou verliezen, schilderde ik een levens
groot portret van Christoffel, zijn hoed
met pluimen op, zijn vuursteenbuks iu
de hand. Al zeg ik het zelf, nog nooit
is mij een portret zoo goed gelukt als
dit gelaat van Christoffel. Hoe zacht en
vriendelijk zien die blauwe oogen u
aan, golvend in lichte krullingen vallen
zijn blonde lokken rondom zijn engelen
kopje neer op zijn schouders, lieve
onschuld en innige goedheid stralen
u tegen uit dit engelen gelaat, zijn
frissche mond schijnt u vriendelijk en
vroolijk toe te spreken.
Het bijwerk kon ik niet op lijd klaar
krijgen, ik had nog slechts de onder
krijgsgehuil op het oorlogspad te trek
ken, ik weet niet maar dat is zeker,
ze zitten vol «heimatsklage" en brullen
als hun koeien op de wei.
Ze zijn niet dronken kom nou,
daarvoor is het te vroeg.
Ze hebben wellicht wat suikerwater
gehad maar dronken zijn ze niet.
Ja, 's avonds gaan er velen «kachel"
naar huis, en meenen dan een belden
stuk een mannendaad te hebben uitge
voerd.
Ze denken, dat ze nu groote men
schen zijn, en gedragen zicli als jonge
honden, die pas uit het nest zijn ge
kropen.
»Mörjen!'' ze willen eens wat
laten zien, en ze weten niet hoe be
lachelijk zij zich met die kale aanstel
lerij maken. Reeds 's morgens loopen
ze als halfdronken menschen en doen
gemaakt en flauw als ge van kinderen
van zeven jaar niet kun' verwachten.
Neen, op den dag der keuring laat
het dorp aan de stad zien, wat jonge
boeren voor lummels kunnen zijn.
Doorzitten
Stukloopen)
Zonnebrand
en Smetten
Wat elke maand te doen
geeft.
(Ie helft September.)
September: de r is weer in de maand
en dit zegt ons dat de Zomer ten einde
spoedt. Wat volstrekt niet zeggen wil,
dat de arbeid in den hof is afgeloopen;
integendeeler is nog zeer veel en van
allerlei, te doen.
Om te beginnen in den moestuin:
Wilt ge in't voorjaar bloemkoolplanten
hebben, zoowel voor den bak als voor
den kouden grond dan moet ge thans
zaaien. Zooveel mogelijk moet ge soorten
zien te krijgen, welke laag bij den
grond blijven, z g. korlbeenvooral
voor den bak is dii aan te bevelen.
Zaai vooral niet voor dezen lijd,
ongeveer begin 2e week dezer maand
het gebeurt n.l. wel eens, dat in de te
vroeg gezaaide plantjes, te vroeg kleine
kooltjes komen, ge hebt er dan niets
aan het schadelijkst is dit voor hen,
die op de bakken of onder glas telen.
Men z&aie thans de bloemkool buiten,
volstrekt niet onder glas heizij voor
den bak of op een warm plekje in den
hof. Niet te dik zaaien, bij een ruimen
stand verkrijgt men stevige gedrongen
plantjes.
;^Over het zaaien van sla schreven we
al: hoe en waar gezaaid moet worden.
Thans iets over het in den bak zetten.
De oude aa-de welke zich in den bak
bevindt, moet geheel verwijderd en
door nieuwe zuivere bladaarde vervan
gen worden, want het voedsel in de
aarde is door de vruchten of groenten,
die er gedurende den Zomer in gegroeid
zijn geheel uitgehaald. Men plaatse
één plaatje onder het midden van elke
ruit en er mag niet over gegoten
worden.
Wij hebben hier op het oog kropsla
of ook koude sla geheeten, omdat ze
koud behandeld wordt, d.w.z. gedurende
den winter vorstvrij gehouden tegen
de vorst moet de sla goed gedekt
worden.
Spinazieofschoon men van de in
Aug. gezaaide spinazie op den Kouden
grond gedurende het najaar nog wel
zal kunnen snijden, zal msn toch tot
de ervaring komen, dat hel met de
spinazie is gedaan, wanneer het kouder
wordt en het gaat vriezen.
Men kan ze ook onder glas telen
Hiervoor wordt een bak gereed ge
grond geschilderd, toen de dag van
scheiding aanbrak. Zijn moeder echter
was zeer blij met het portret en het
is zeker een bijzondere beschikking
van de Voorzienigheid geweest, want
later zou ik het niet meer hebben
kunnen doen.
In het begin van September ging ik
dan met den kleinen jonker en den
Markies op weg naar Roermond. In
het «Paradijs" was te voren een klein
huiselijk afscheidsfeestje gevierd, zonder
eenige luister. Moeder wees haar kind
nog eens op hun wapenspreuk «Coelum
peto, ik streef naar den hemel" kuste
hem met tranen in de oogen en maakte
het heilig kruisteeken opzijn voorhoofd.
Maak het ook op mijn mond en
borst, lieve moeder, juist zooals gij
deed, toen ik nog klein was, of meent
u misschien dat de goede God niet
meer in mijn hart woont?
Zeker geloof ik dat mijn kind, want
gij lijt altijd goed en braaf en gehoor
zaam geweest en ge hebt altijd veel
van arme menschen gehouden.
Zij nam toen een weinig wijwater en
maakte tegelijk blij en bedroefd zoo
plechtig het heilig kruisteeken over
haar kind, dat ik moeite had mijn
tranen in te houden.
Toen reden we weg. De genadige
vrouw begeleidde ons nog tot aan het
Maasveer bij Afferden eD toen het
schip langzaam achter de laatste bocht
van den rivier verdween, zag Christoffel
zijn moeder nog eenmaal wuivend met
haar zakdoek aan den oever staan. Toen
zwaaide hij voor het laatst met zijn
muts met pluimen en riep zoo luid hij
maakt op dezelfde wijze als is aange
geven voor de kropsla, dus gevuld met
nieuwe zuivere bladaarde De in Aug.
gezaaide spinazie zal nu goed zijn om
er jonge plantjes uit te zoeken hoe
jonger, hoe beter. Deze worden nu op
den bak geplant, 3 4 c M. van elkaar;
vervolgens legge men de ramen er op
en dan goed hoog luchten.
Wordt de groente gedurende den
Winter goed vorstvrij gehouden, dan
kan men er den geheelen winter van
profileeren. De grootste bladeren plukke
men er telkens af.
We loopen nu over naar den bloem
hof. Pot nu uw Pelargonium zonal op,
in kleine potjes. Ik bedoel de plantjes,
verkregen uit de begin Augustus ge
nomen stekjes. Zijn de wortels der
plantjes al wat lang, dan korte men ze
wat in. De potjes komen in een bak
onder glas, nadat ze b,egoten zijnver
volgens steeds matig begieten, en bij
mooi warm weer de ramen hoog op
lucht zetten. Men kan ook nu nog
zonalen stekkenzet de stekjes dan
onmiddellijk onder glas: ook kan men
ze thans nog afzonderlijk in een potje
plaatsen. Ook is het nog de tijd om
andere bloemen te stekken, als Agralura,
Abritelon, Lobelia, Verbena, enz.
De genoemde kunnen ongeveer koud,
d.w.z. vorstvrij, overgehouden worden.
Evenwel verdient het de voorkeur om
ze, zoo mogelijk, in een bak te plaatsen
en, waarin gestookt wordt.
Raadzaam is het, om in de le helft
dezer maand uw palmen reeds naar
binnen te brengen. Wel kan het in
dezen tijd overdag nog wel warm zijn,
doch de nachten zijn al tamelijk koud;
't kan zelfs gebeuren dat het 's nachts
al een weinig vriest, wat nadeelig is.
Ook hevige wind is voor de palmen
niet goed, de bladeren hebben dan veel
te lijden.
Silenes en Vergeet mij niet. Als men
goede en stevige planten van beide
soorten wil hebben, dan moet men ze
niet laten staan, zooals ze na het zaaien
zijn opgekomen, want veelal slaan ze
te dicht opeen, zoodat zich de planten
niet goed kunnen ontwikkelen, zwak
en tenger blijven en hoog optrekken.
Daarom is het aan te raden de plantjes
nu te verspenen of te verplanten. De
grond wordt eerst een steek omgespit
en gelijk geharkt, waarna men de
plantjes in dezen verschen grond zet
op afstanden van 3 4 c.M bij droog
weer een weinig begieten 1 De Silene's
en Vergeet-mij niet worden gelijk be
handeld, maar kan men de eerste zoo
plaatsen, dat men ze tegen den winter
kan bedekken, dan is dit aan te bevelen,
omdat ze legen strenge vorst niet
bestand zijn
Kent de Stevia Serrata folius
variegata Deze plant verdient warme
aanbeveling, want ze bezit vele goede
hoedanigheden ze is zuiver witbont,
blijft volkomen constant, kweekt uiterst
gemakkelijk voort en stoort zich aan
weer noch wind. Ze voldoet zeer goed
als alleenstaande plant, maar beter nog
wanneer 4 5 bij elkaar worden
geplant en dan b.v. omgeven door een
of ander donker gewas. De plant wordt
60 h 70 c.M, hoog voor rand om
heestergroep zal ze ook voldoen. Tus-
schen sierplanten, als Achyrantus,
Perilla, enz, treedt ze sterk op den
voorgrond.
Geplant als rand om een perk Coleus,
Hero en Verschaffelti voldoet ze uit
stekend.
Schele Daan was een patente baas,
vertelde de eene kapelaan, aan zijn
collega, die hem in de stad kwam be
zoeken.
Een reus van een kerelzijn kleeren
leken hem altijd te klein twee besproete
handen staken een el uit zijn mouwen
hij ademde met open, mond of hij aan
zijn neus niet genoeg had zijn lippen
waren gebarsten, misschien dat dat
kwam doordat hij nooit flluisterde maar
altijd zelfs in de gewoonste gesprekken
schreeuwde.
Maar in zijn hart droeg die zeven-
mijlslaarzen-kanjar het geloof van een
kind.
Op de fabriek heette hij ook wel
De Paus.
Den eersten dag den besten dat hij
daar in betrekking trad maakte hij bij
het schaften een opvallend flink kruis.
En toen de werklui om hem heen
daarmee spotten, keek hij uitdagend
rond en zei: 't Schijnt dat jullie nog
nooit zoo iets gezien hebben motten
jallie maar 'ns goed uit je doppen
kijken, ik zal 't nog 'ns langzaam over
doen, kijkIn den naam des Vaders
enz.
En toen ze hem nog niet met rust
lieten, had hij den volgenden dag een
groot koper kruis op zijn borat hangen
bij het bidden knoopte hij zijn vest los
en wees bij het kruisteeken maken
jullie schijnen weer niet goed begrepen
te hebben, kijk dat beteekent het, dat
is 't wat 'k doe als 'k zeg: In den
naam enz.
En toen een katholiek mede-arbeider
uit een andere afdeeling bekende dat
zou ik niet durven, toen hielp hij hem
over zijn schuchterheid heen door te
zeggen as 'n Mohammedaan as die
in 't publiek bidt, dan zal geen mensch
h'm wat doen waarom nietomdat
die ze anders met z'n dolk op hun
boddie komtnou, jij hoef natuurlijk
geen dolk te trékken, maar, laat me je
vuist 'ns zien, nou, die kan je toch
die lui onder d'r neus houwen 1
Zijn raad hielp. Paar dagen later
kwam dia kameraad hem opgetogen
zeggen nou bennen er al veertien die
ook 'n kruis maken 1
En Daan was eens bijna verdronken.
Hij lag tusschen de boot en den kant,
sloeg zijn handen uit, maar die gleden
telkens af langs de ronding van den
romp hij dacht dat hij er zijn hachje
bij inschoot.
Wat ie toen gedaan had? Wel, een
schietgebed gebeden.
Welk schietgebed? O, een heel per-
soolijk schietgebed, namelijk' Moeder,
hebbie me daarvoor nou congreganist
laten worretoen raakte hij weg
en werd wakker, veilig in een bed.
Ja, Daan als congreganist.
lederen avond, wanneer er oefening
werd gedaan precies op tijd, en dat
dadelijk na zijn werk.
Hoelang loop je erover, Daan
Op de kop af twee rozenhoedjes, Eer
waarde.
Dus een half uur gaans, waaronder
hij nog bad.
Mooi gezegd van zoo'n kerel, en
mooi gedaan
De kapelaan had nog eens zoo'n lijd-
berekening van hem gehoord
»Ik kwam 's avonds laat van 'n
vergadering.
Tusschen haakjes er zijn weken, dat
'k iederen avond in 'n vergadering zit
ik ben geestelijk adviseur van vijf
bonden.
En wat 'k ga zoggen is geen klacht,
maar
Wie had dat op 't seminarie ooit
gedroomd, dat je zoo nauw zou betrok
ken worden in de belangen van bakkers
en slagers, winkel-, kantoor- en handels
bedienden.
Zelfs den eersten tijd na je seminarie
ben je nog 'n groentje in het Rijk Gods,
en droom je van hoogmissen en feest
predikaties wat weet je van die andere
soesa af.
Maar je gooit je er maar in, de ge
hoorzaamheid leidt je en de genade
van slaat helpt je.
De tegenwoordige maatschappij draait
nu eenmaal zoo.
Ons «Gaat en verkondigt het Evan
gelie" neemt nu ook den vorm aan:
dat je je voor voetballen interesseert,
kon
Adeus, moeder, adeus, vaarwel 1
en met zijn doekje wischte hij heimelijk
een traantje uit zijn oogen.
De reis, welke wij vanwege de heen
en weer trekkende troepen geheel op
den Maas maakten, verliep verder
zonder ongeval.
Op Sint Mauritsdag kwamen wij te
Roermond aan en begaven ons recht
streeks naar de Jezuiten. Daar won
onze jonker al aanstonds de harten niet
alleen van den eerwaardén Pater Rector
maar ook van alle andere Paters. Zij
stonden verbaasd over zijn kennis in
lezen, rekenen en schrijven en niet min
der waren zij getroffen door zijn be
koorlijk, bescheiden en toch zoo kinder
lijk blij voorkomen. Hij werd dus met
vreugde in de Grammatica opgenomen.
Pater Rector ondervroeg hem nog eens
in het bijzonder omtrent zijn kennis in
de Christelijke godsdienst en daar
Christoffel alles op een leien dakje bij
zijn moeder geleerd had, kreeg hij van
den Rector een mooi op perkament
geschilderd plaatje van de Moeder Gods
en van zijn naampatroon, den"; H
Christophoru9. Christoffel niet weinig
in zijn nopjesI
Aangezien het schooljaar eerst over
veertien dagen begon, konden we nog
eenige dagen vacantie houden op het
nabijgelegen Slot Hillenrath. Onze
genadige Heer bleef nog verscheidene
dagen bij ons om zijn goederen, bos-
schen en boerderijen eens te gaan
bezichtigen en te zien of er nog iets
van te maken viel, daar zij verschrik
kelijk geleden hadden van den oorlog,
Eveneens ging hij met den knaap zijn
zuster Angelina een bezoek brengen
in haar kloostertje. Vol vreugde en
blijdschap kwam Christoffel terug met
zijn zakken vol zoete gebakjes. Mij gaf
hij de groeten en een schoonen rozen
krans van olijfpitten, welke een vrome
pelgrim uit den hof van Gethsemani
had meegebracht.
Den 20sten September reed Heer
Arnold weg. Hij wilde zijn schoonvader,
die aan jicht leed, een bezoek gaan
brengen op zijn Slot Hoensbroek, dicht
bij het stadje Sittard. Toen Heer Arnold
weg reed, drukte hij ons nog eens
bijzonder op het hart, want hij wilde
vandaar uit meteen naar Blyenbeek
lerugkeeren, toch goed op zijn geliefd
kind le passen.
De laatste twee jaren heb ik bijna
de helft van mijn goederen verloren,
zeide hij, maar daar zal ik nog wel
over heen komen, als dit kind maar
geen ongeluk overkomt. Ik zou niet
weten hoe ik zulk leed verdragen
moest.
We zeiden hem dat hij gerust kon
zijn en dat we voor den lieven jonker
zorgen zouden als voor onze eigen
oogappel. Toen hij reeds met zijn paard
over dé Slotbrug stapte, riep Christoffel
hem nog na:
Groet mijn lief moedertje, zeg haar
dat ik altijd goed braaf en ijverig zal
zijn en elke morgen en avond zal bid
den, zooals zij mij geleerd heeft.
Wordt vervolgd.