Tweed© Blad van „PEEL El MAAS"
De Paradijskamer
Een plicht van dank
baarheid.
De eerste vijand
de dans.
De Kippenhouderij op
het platteland
De
afwatering van
Venray.
ZATERDAG 16 JUNI 1928
Negen en veertigste Jaargang No. 24
De steenen voor het Partijbureau
der Katholieke Staatspartij worden
voortdurend hooger opgestapeld.
We zien het gebouw groeien met
den dag. Telkens immers lezen we van
verheugende resultaten der inzameling
tot in de kleinste gemeenten, ook van
Limburg.
Er zijn in onze provincie verschil
lende gemeenten, die een zeer goed
figuur maken.
Maar er zijn ook andere, die zich
haasten moeten, om hun steenen bij
te dragen. Wanneer straks de gemeen
ten worden gepubliceerd, die haar aan
deel hebben op zich genomen in het
groote werk, zouden anders verlegen
moeten staan, omdat ze met den vinger
worden aangewezen als de nalatigen,
die sliepen, terwijl de anderen werkten.
Limburg moet zijn deel bijdragen en
elke Limburgsche stad en dorp moet
er een eer in stellen, daarvoor te heb
ben gedaan wat ze konden.
Het Partijbureau is thans gedurende
geruimen lijd een onderwerp van ge
sprek geweest, waarover ik me heb
mogen onderhouden met mijn uiige*
breiden Limburgschen lezerskring.
We hebben met elkaar besproken,
waarom het noodig ia, wat het zal
worden, welke groote gevolgen het zal
hebben voor de innerlijke versterking
onzer partij, welke voordeelen het heeft
voor de ontwikkeling onzer katholieke
kiezers, welk een tekort we ermede
aanvullen in ons groeiend organisatie
leren.
Een sluitstuk van deze argumentatie
we willen daarmede niet zeggen
dat we vandaag het laatste woord
spreken over een partijbureau zij
een aansporing om daarvoor een bij
drage te schenken uit dankbaarheid
jegens hem, wiens naam verbonden is
met het fonds, waarnit ons Partijbu
reau zal worden gefinancierd: Dr. H.
J. A. M. Schaepman, wiens naam elk
katholiek van Nederland slechts met
grooten eerbied heeft leeren uitspreken,
s'nds hij thans 25 jaren geleden te
Rome stierf.
We behoeven niet meer uit te weiden
over zijn leven en daden. Uitbundige
lof is hem gebracht. In standbeelden
staat hij vereeuwigd voor ons. Van
redevoeringen en dagbladartikelen is
een golf van geestdrift uitgegaan. Zij
hebben Dr. Schaepman vodr ons doen
herleven als een grooten held, onzen
krachligen emancipator, als den grooten
staatsman, redenaar en dichter.
Laten we dien eerbied en geestdrift
voor Dr. Schaepman vasthouden in ons
hart. We worden er door opgewekt tot
eerbied en liefde voor de groote schep
ping van Schaepman: onze Kath. partij
tot eendracht en eenheid, tot ijverige
en gestadige politieke actie en op het
huidige oogenbük tot voortdurende in
spanning voor het Dr Schaepmanfonds
dat ons het lang begeerde, hoogstnood
zakelijke Partijbureau zal geven.
Kardinaal van Rossum heeft bij de
herdenking van Schaepman's dood
geschreven, dat deze behalve een dank
baarheidsbetuiging van katholiek Neder
land ook een opwekking is »om den
door hem gatoonden weg te blijven
vervolgen en bezield met dezelfde
katholieke beginselen in eendrachtig
samenwerken hel groote doel van vol
komen vrijheid en gelijkstelling der
Katholieken na te streven."
Schaepman heeft om daarvoor te
werken geen rust gekend. Hij heeft
zijn geheele leven in de politieke arena
gezwoegd en zijn krachtsinspanning,
zijn reuzenwerk heeft zijn lichaams
krachten gesloopt en zijn dood ver
vroegd.
Maar Schaepman was er diep van
overtuigd, dat zijn arbeid plicht was.
Hij schreeft eens: »Maar iedere rust
is een gevaar zonder waakzaamheid en
ook het krachtigst bestaan moet worden
gehandhaafd."
Jhr. Ruijs de Beerenbrouck leidde
terecht uit deze woorden af, dat we tot
handhaving van ons bestaan geheel in
Schaepman's geest handelen door ons
>ogen tot oprichting van een Partij
ureau.
Dat Bureau zal het voor de Kath.
Staatspartij mogelijk maken hare actie
zonder rust en zonder onderbreking
voort te zetten.
Laten wij, Limburgers, thans in de
elfde ure der actie voor het Partijbureau
welke langzamerhand ten einde loopt,
nog eens alle krachten inspannen,
vooral in die plaatsen, waar tot nu toe
een weinig krachtige actie ontplooid
De Kath. Partij moet zoo sterk moge
lijk worden toegerust om hare groote
taak, de katholieke beginselen in het
Nederlandsche staatsleven zoo ver
mogelijk door te voeren, te kunnen
volbrengen. Het Schaepmanfonds, waar
uit ons Partijbureau de noodige gelden
zal putten, moet de Partij in staat
stellen, om in dit tijdperk onzer ge
schiedenis en tot in verre toekomst
haar plicht te doen.
Zulk een Partijbureau is met geld
goedkoop gekocht, al zal veel noodig
zijn.
ROELAND
Doos30-60-90cl
FBÜIIjLÏITON
Historisch-Romantisch verhaal vaa
het Kasteel Blyenbeek by Afferden.
Vrij naar hat Duitsch door B.B.
6ij Apoth.cn Drogisten
734—12
22
We zullen nu ook haar afbeeldsel
van de zuil verwijderen, dan zal die
giftige worm in de toekomst in ons
Paradijs" geen weg of steg meer weten.
Maar de jonkvrouw antwoordde:
Neen, laat die slang maar blijven.
Zij zal mij steeds aan het woord van
mijn vader herinnersn, dat slechts de
liefde welke van den hemel komt den
hemel met zich draagt, terwijl aardsche
liefde geen bestendig Paradijs kan
stichten. Herinnert gij u nog hoe drin
gend hij ons de spreuk »Coelum peto"
(ik streef naar den hemel) op het hart
drukte? Ik denk, dat de goede God dit
alles zoo heeft beschikt, opdat ik te
midden van mijn aardsch paradijs het
hemelsch paradijs niet zou vergeten.
Toen ging zij heen en liet mij weder
om alleen in mijn werkplaats achter.
In geen weken had ik mij zoo blij en
opgewekt gevoeld als nu. De Moeder
We zijn nog altijd niet uitgeschreven
over de dans kweslie. Ais de lezer(es)
dit dan ook maar niet vergeel dat er
allemaal die zaken heel wat meer aan
vastzit, dan men zoo over het algemeen
wel denkt, 't Is fzoo gauw gezeg
»dan8en is toch niet slecht" of; »ik
heb er nooit verkeerd mee gedaan" of
»ze moeten toch wat hebben" of»men
is maar eenmaal jong" en ik weet niet,
welke oppervlakkige en luchthartige
gezegdes meer om 6en hoogsl-ernstige
zaak mee af temaken maar als wij,
zielzorgers vakmenschen" wel te ver
staan die heele kwestie eens op den
keper beschouwen en ze grondig be
kijken, dan moeten we, net als de
dokters in hun vak, van een ernstig
en gecompliceerd (ingewikkeld) ziekte
geval spreken.
Wat we voor vandaag nog hebben?
Iets over den'leeftijdsgrens.
Wanneer dus de gevaren van het
dansen in het algemeen, en zeker van
het tegenwoordige, nachtelijke, veel
vuldige dansen zoo zijn, als we dat
hebben uiteengezet, ligt het voor de
hand dat zeker uit de danshuizen en
balparlijen moeten geweerd worden
jeugdige personen. Want is er daar
geen leeftijdsgrens bepaald, dan zal
men het treurige schouwspel zien dal
permitteer me het woord »snol
neuzen" en blagen" van 15, 16,17 jaar
daar, in zulk een omgeving, al rond
springen. Vroegrijp...
Het is daarom zoo juist, dat men in
zeer veel gemeenten van ons land
en het «ijn volstrekt niet alleen de
katholieke gemeentes bij wijze van
gemeente-verordening de leeftijdsgrens
heeft bepaald op 18 jaar. Wie nog geen
18 jaar is mag eenvoudig niet den
danszaal in. Ook niet onder geleide van
ouders of voogden, om de eenvoudige
reden, dat ouders of voogden niet
publiek onverstandig behoeven te zijn 1
Nu zijn zulke gemeente-verordeningen
uitstekend, als ze gehandhaafd worden.
Maar een wakkere en plichtsgetrouwe
politie, die niet voor moeilijkheden
terugziet (want het politievak is over
het algemeen niet het gemakkelijkste
baantje 1) zal hier waarlijk een terrein
van werkzaamheid vinden, waar zij
mede kan werken om de zedelijke orde
te handhaven. Dat, zooals iedereen wel
begrijpt, nog heel wat hooger staat dan
de gewone orde te handhaven.
Uit bovenstaande volgt aanstonds,
dat kinderbals absoluut en melk geval
verkeerd zijn en nooit of te nimmer
goed te keuren. We zien daar, heel
begrijpelijk, een door en door braven
degelijken huisvader zich de oogen eens
uitwrijven en nog eens kijken of hij
wel goed gelezen heeftKinderbals
en hooren hem dan tegen de zorgzame
moeder de vrouw zeggen: szeg, Mie
heb je ooit gehoord van Kinderbals?"
»Ja," zegt Mie, »van die ballen om mee
le spelen zeker?" »Neen, Mie, van
kinderen, die naar het bal gaan, zooals
ze dat in de stad noemen om daar
's avonds te dansen." En Mie laat haar
breikous vallen, en d'r begint wat le
flikkeren in d'r oogen, zooiels van
heilige verontwaardiging en ze zegt
»Driek, voor d'r broek"... »Nee," zegt
Driek, niet de kinderen voor d'r broek,
maar die vaders en moeders, die de
kinderen naar zoo'n kinderbal laten
gaan."
En dat komt voor, ook in katholieke
streken 1 We lazen laatst nog van een
katholieke stad in het Zuiden des lands,
waar er ouders, midden in den H.
Vastentijd nolabane, hunne kinderen
naar zoo'n kinderbal lieten gaan. Inde
groote Kerkelijke boetelijden, als de
groote Vasten en den H. Adventstijd
(4 weken voor Kerstmis) past het dan
sen zelfs niet voor de grooten, ik wil
zwijgen van kinderen
Maar dat ia ook al weer een uitvin
ding van onzen tijd. Wanneer het een
maal den berg af gaat, wanneer het
eenmaal met de zedelijkheid naar
beneden gaat, gaat het immer vlugger
en neemt het kwaad steeds grootere
afmetingen aan en is het steeds moei
lijker te keeren. Daarom weersta in
den beginne, zooals het oude spreek
woord al zei. En zoo is het ook met
het dansen: hoe meer er gedanst wordt,
hoe meer men wil dansen, hoe dikwijl
der en grooler er de behoefte aan wordt
en hoe verder dit kwaad in alle leef
tijden en standen om zich neen grijpt
We eindigen met een aanhaling uit
het degelijke boek van pater Duynstee
de leer der Kuischheid. »Ouders moeten
hunne dochters niet alleen laten gaan
naar publieke dansgelegenheden, ook al
zijn dat inrichtingen, waar de betere
standen komen. Zooals de toestanden
tegenwoordig zijn, heeft men nergens
waarborg, dat in ieder opzicht behoor-
lijk zal worden gedanst. Waar veel
vrijheid is zal zrar licht de een of
ander van die vrijheid misbruik maken.
En aan dat gevaar mogen ouders hun
kinderen niet bloot stellen."
Gods van Kevelaer was mij te hulp
gekomen. Gij moet nl. weten, dat ik
beloofd had een bedevaart te doen naar
O L. Vrouw van Kevelaer, indien zij
mij genadiglijk zou te hulp komen om
mijn arme jonkvrouw en gebiedster te
troosten. Men riep haar immers aan
onder de titel van ^Troosteres der Be
drukten". Toen ik nu des avonds mijn
wensch aan de Gravin bekend maakte
om den volgenden morgen een bede
vaart te doen naar Kevelaer, zeide zij
Ik geloof wel te kunnen raden,
waarom gij naar de Moeder Gods var.
Kevelaer wilt en ik ben van meening,
dat ik zelf minstens even gewichtige
redenen heb om ook ter bedevaart te
gaan. Als ge het goed vindt, dan zullen
Angelina en ik u vergezellen.
Zoo reed ik dan de volgenda dag,
een vriendelijke herfstmorgen, vergezeld
van de beide vrouwen eerst over de
bloeiende heide, dan door bosch en
welland naar Kevelaer. Op den heen
weg werd niet veel gesproken. We
baden gezamenlijk de H. Rozenkrans
en bereiden ons voor op het ontvangen
van de H. H. Sacramenten. Toen we
het laatste bosch voorbij waren en de
bedevaartplaats voor ons zagen liggen,
hief Jonkvrouw Angelina met haar
glasheldere stem een eenvoudig Maria-
liedje^aan, Vrouw Gatharina begeleidde
haar met haar zachte alt en ook ik
trachtte mijn basstem daarbij aan te
uwstillend
en
zenuw
sterkend
754-8
door
JOS. BOSHOUWERS te LENT.
Achtweeksche hennen koopen.
Wie door de een of andere omstan
digheid geen kuikens genoeg heeft
kunnen fokken, kan zijn jarig goed
best aanvullen door nu achtweeksche
hennen te koopen. Ten minste, wanneer
men ze krijgen kan van gezonde dieren
van goede productie.
Men zal misschien best slagen met
achtweeksche hennen, te leveren in 't
laatst van Juli of Augustus, maar die
moeten we niet hebben, want de dieren,
die men dan krijgt, zijn te laat in 't
jaar geboren, om tegen den komenden
winter aan den leg te kunnen zijn.
Neen, wij moeten dieren hebben, die
geboren zijn in April en Mei. Barne
velders en Reds liefst van April, die
hebben n.l. meer tijd noodig, voor ze
legrijp zijn.
Het koopen van 8 weeksche hennen
heeft heel wat voor; men weet nu wèt
men koopt en heeft weinig verliezen
meer.
Anders kan het gaan met den opfok
van ééndaags-kuikens. Wij hebben ver
schillende brieven gekregen van lezers,
die klaagden over de resultaten bij den
opfok Soms ging wel 3/4 gedeelte om
zeep. Dit droevig resultaat is niet zelden,
te wijten aan onoordeelkundigen opfok,
maar heel vaak aan ziekte onder de
kuikens. Vooral de gevreesde pullorum
heeft weer heel wat kuikens doen
sneuvelen.
Voor een zeker gedeelte heeft men
het zich zelf le wijten, wanneer men
het zoo slecht treft, daar men geen
kuikens gekocht heeft uit op pullorum
onderzochte bedrijven. Deze zijn wat
duurder, 't is zoo, maar men heeft dan
veel minder gevaar van besmettelijke
ziekten.
Wanneer men achtweeksche hennen
koopt, dan heeft men geen last van de
gevaren, aan den opfok verbonden. Dit
heeft een ander gedragen, die hiervoor
zijn vergoeding vraagt in den vorm van
een behoorlijken prijs.
Maar ook hier geldt: koop dieren
van bedrijven, waar men iets goeds van
kan verwachten.
Jonge hennen, waarvan men niets
weet, kunnen er heel mooi uitzien,
maar altijd blijft er de mogelijkhei i,
dat ze bscillendraagsters zijn en later
door hun broedeieren de ziekte helpen
verbreiden. Gebruikt mer. eieren van
zieke dieren, dan heeft men véél kans,
zulke ongelukkige opfokresultaten te
krijgen, als we zoo even reeds vermei
den.
Het gevolg is duidelijksteeds weer
zullen op deze wijze pluimveeziekten
zich over 't heele land verspreiden
Alleen door broedeieren te nemen van
gezonde, sterke hoenders helpt men de
pluimveehouderij vooruit en blijft zelf
voor groote teleurstelling bewaard.
Dat daarnaast eene goede huisvesting
en verzorging absoluut noodzakelijk
zijn om sterke hoenders te krijgen met
voldoende weerstand tegen ziekten,
zal wel geen betoog behoeven.
Voedingswaarde van het ei.
Bewezen is, dat hoenders, die vol
dounde beweging kunnen nemen, in
Zuidelijke, ongedierte-vrije goed geven
lileerde hokken gehouden worden, de
smakelijkste eieren geven.
De smaak Yan het ei hangt meer af
van den dooier dan van het eiwit, dat
maar zelden in smaak afwijkt. Welke
stoffen echter den smaak en den reuk
den dooier bepalen, is nog niet
opgehelderd. Wel is het aan den smaak
der eieren merkbaar, of de granen, die
de hoenders gebruiken, duf en slecht
zijn, of het weekvoer mijt9rig en of
het drinkwater onfrisch is, b.v. walge
lijk riekend water uit een moddersloot
of mestvaaltplas, waar slecht verzorgde
dieren hun dorst moeten lesschen
De hooggele kleur van den dooier,
die door sommige verbruikers vooreen
bijzonder goede eigenschap wordt aan
gezien, is behalve de eigenaardigheid
van het ras een gevolg van de al of
niet rijkelijke voedering met bladgroen
houdende planten, b.v. gras, klaver,
brandnetels, andijvie, spinazie enz.,
waarin volgens de wetenschappelijke
onderzoekingen de kleurstoffen aanwezig
zijn, die op de tint van den dooier (en
de pootkleur ook) inwerken en dus de
meer ot mindere intensiteit van deze
gele kleur veroorzaken.
Maar in voedingswaarde en schei
kundige samenstelling van den ei
inhoud bestaat er geen onderscheid
tusschen een hooggelen en een bleek
gelen dooier.
Het ei is een zeer hoog te waardeeren
voedingsmiddel, vooraf om de buiten
gewoon gemakkelijke verteerbaarheid.
In het ei komen de onmisbare voedings
stoffen vet en eiwit in zeer licht
verteerbaren toestand voor, zoodat zelfs
zeer jonge kinderen en uiterst zwakke
zieken in eieren vaak hun redding
vinden.
Ook omtrent de verteerbaarheid van
rauw, van halfzacht of van hard
gekookte eieren heerschen verkeerde
meeningen. Eiwit stolt bij 60 en de
dooier bij 70* Celsius. Wordt nu het
hard gekookte ei goed gekauwd, dan ia
het ook heel gemakkelijk verteerbaar.
Dat een hardgekookt ei soms zwaar op
de maag kan liggen, is de fout van
den gebruiker, die het te snel, ie weinig
gekauwd naar kinnen slikt. Hetzelfde
geldt van gebakken eieren.
Het is dus niet noodig, eieren rauw
te gebruiken. Wie dit wel doet, moet
ze terdege klutsen, de verteerbaarheid
wordt er door bevorderd.
Wij hopen, dat ook op het platteland,
het verbruik van eieren meer, dan tot
heden, zal toenemen. Zooals de prijzen
nu zijn mag men de eieren rangschik
ken onder de voedingsmiddelen, die
naar rato betiekkelijk goedkoop zijn.
passen en zoo deden we ons best om
onze genaderijke Moeder een vriende
lijke morgengroet te brengen. De eerste
stroof luidde als volgt:
Zeg, wie is toch deze Vrouwe
Die boven velden en landouwen
Glanst gelijk het Morgenrood?
Gekroond is zij met sterrenkrans
Bekleed is zij met zonnen-glans
De reinste onschuld is zij gansch
De Bruid van Nazareth 1
Al spoedig hadden wij het genade
kapelletje onder den lindeboom bereikt,
we knielden neder en daarna gingen
wij biechten en ontvingen ten slotte
den Uitdeeler en Bewerker van alle
Troost in ons hart. Was het wonder,
dat vrouw Gatharina als opnieuw ge.
boren de »Troosteres der Bedrukten"
le Kevelaer verliet? Angelina kende
haar bijna nietmeer terug; voortdurend
riep zij:
Maar Gatharina wat is dat nu?
Gij zijt op eens weer de oude vroolijke
Gatharina geworden, welke ik maanden
lang zoo smartelijk gemist heb.
Ja, zeide de edele vrouw, het
is mij juist alsof er een zware onweers
wolk boven mijn ziel gedreven heeften
nu schijnt de lieve zon weer en de
dauwdruppelen fonkelen weer aan halm
en blad..,. Meester Thyssen, gij moet
voor mij een schoone Ex Voto schilde
ren voor Kevelaer, nl. het Slot Blyen
beek en boven in de blauwe lucht de
Onder voorzitterschap van den Heer
J. Poels, had Zondag in het Patronaat
alhier, de groote algemeene vergadering
plaats, ter definitieve bespreking van
de afwateringsplannen en het kiezen
van een bestuur.
Vele belangstellenden waren op deze
vergadering aanwezig, onder wie we
opmerkten de Heeren Burgemeesters
van Horst, Sevenum, Maashees en
Wanssum, het Kamerlid Rutten uit
Wanssum, benevens de wethouders
der gemeente Horst.
Aan de bestuurstafel hadden plaats
genomen Burgemeester van de Loo,
de Heer J. Poels, Ingenieur Kruger
van het Rijksbureau voor ontwatering,
de Heeren Th. Peters uit Oirlo en J.
Wijnhoven, landbouwleeraar alhier.
De Heer Poels opende de vergadering
met den christelijken groet en riep
allen een hartelijk welkom toe, speci
aal aan de Burgemeesters der naburige
gemeenten, het Kamerlid Rutten, de
Wethouders van Horst, Ingenieur Kru
ger en verder allen, die met hem ge
streden hebben om het zoover te bren
gen, dat de vergadering van dezen
avond kon gehouden worden, waarir
bindende besluiten genomen zullen
worden.
Het zou spreker le ver voeren, nog
eens de heele lijdenshistorie der water
ellende uiteen le zetten, alleen wil
spreker er op wijzen, dat in Venray
reeds over het water geklaagd werd,
toen hij nog een jongen was.
In 1917 werd met het uitkoopen der
watermolens de eerste stap ter verbete
ring gezet; deze uitkoop is mogelijk
geweest door de bijdragen van belang
hebbenden, opgelegd door eene Schat
tingscommissie. Wel hebben er zich
sommigen aan de hun opgelegde
schatting onttrokken, doch die moeten
dit maar met hun geweten in orde
zien te brengen.
Hel overschot der toen bijeengebrachte
penningen is nu h9t stamkapitaal voor
deze onderneming, de verbetering der
3 hoofdbeken, waaraan verbonden is
de verbetering der hoofdzijbeken en
andere waterleidingen.
Dit plan bestaat reeds geruimen tijd,
maar is met de ingevoerde bezuiniging,
die altijd bij Landbouw schijnt te be
ginnen in den Haag, vastgeloopen,
maar dank zij den Heer Petera, uit
Oirlo, die op den Jonge Boerendag te
Venray in 1927 een spreekbeurt over
de Waterbestrijding gehouden heeft, is
hier nieuwe actie in gekomen en is
na uitvoerige correspondentie met Rijk,
Provincie en Gemeente komen vast te
slaan, dat deze Bestuurslichamen elk
25 pCt. subsidie zullen verleenen, mits
belanghebbenden zelf ook eerst 25 pCt.
ter tafel brengen. Om daartoe te geraken
is door den Heer Peters een plan in
elkaar gezet, dat spreker zou wi len
noemen het meest democratische plan,
Moeder Gods met haar lief Jezuskindje
ons hui» zegenend en beschermend
Voor het Slot moet ik knielen met mijn
kleinen Christoffel en naast ons Arnold
en Angelina. Vergeet ook niet de schoone
spreuk fCoelum peto" in gouden letters
er boven op te zetten.
Zoo reden we dan nu eens ernstig
dan weer vroolijk pratend terug over
de bloeiende heide, die gloeide in
gouden glans van late zonnenslralen.
Het anders zoo eenzame en verlaten
andschap lag daar voor ons gelijk een
tooverland met gulden heuvelen. Zacht
rustte het avondrood op de zandduinen
en zoover men zien kon niets dan
heidekruid met duizenderlei verscheiden
heid van bleeke en helroode heide
bloempjes. Over de wijde vlakte een
gezoem en gegons van vele honderde
nijvere bijen, welke nog bezig waren
hun laatste zoete vracht bijeen te
zamelen en naar hun kunstrijke woning
te brengen. Rondom rust en kalmte en
de zoetste vrede in onze harten I
Toen het avondklokje in Sint Augus-
tinus de »Engel des Heeren" luidde,
knielden wij neder in het heidekruid
en begroeten de koningin van hemel-
vrede met de groetenis des Engels:
»Ave Maria".
Vrede en geluk waren teruggekeerd
in het Paradijs" te Blyenbeek; geloof
en liefde hadden het addergift van den
twijfel wederom uitgedreven, waarmede
de wraak eener vrouw het onschuldige
hart van onze edelvrouw had willen
dooden. God en de H. Maagd zij daar
voor eeuwig geprezen! Niet zonder
huivering moet ik er aan denken, welk
een treurige loot uit zulk een giftig
zaad had kunnen opschieten. Ik dacht
over na of het niet goed zou zijn
het laatste worteltje, dat misschien nog
was blijven steken, voorzichtig uit te
roeien, d.w.z. onzen Heer Arnold mede
te deelen, dat zijne gemalin die heele
treurige geschiedenis met vrouw
Dausque had vernomen en hem tevens
van harte vergiffenis had geschonken.
Ik sprak er over met vrouw Catha-
nna, maar de edelvrouw was van
meening, dat het veel beter was de zaak
nu maar te laten rusten en er verder
niet meer over te spreken en Heer
Arnold in de overtuiging te laten, dat
zij niets afwist van die ongeluksvrouw.
Dit scheen mij ook het beste vooral
omdat onze genadige Heer zeer gevoelig
was en nog al dikwijls last had van
zwaarmoedige buien. Het openrijten
van die oude wonde zou hem voorzeker
geen goed doen en misschien zou ook
de oude Mathias wederom in het ge
drang komen. Ik besloot dus er verder
niet meer over te praten, en veeleer
alles maar aan Gods Voorzienigheid
aan te bevelen. »God schrijft recht langs
kromme lijnen," zegt hei spreekwoord
Hij weet uit elk voorval en schijf r