Tweed© Blad van „PEEL El MAAS" De Paradijskamer Een plicht van dank baarheid. De eerste vijand de dans. De Kippenhouderij op het platteland De afwatering van Venray. ZATERDAG 16 JUNI 1928 Negen en veertigste Jaargang No. 24 De steenen voor het Partijbureau der Katholieke Staatspartij worden voortdurend hooger opgestapeld. We zien het gebouw groeien met den dag. Telkens immers lezen we van verheugende resultaten der inzameling tot in de kleinste gemeenten, ook van Limburg. Er zijn in onze provincie verschil lende gemeenten, die een zeer goed figuur maken. Maar er zijn ook andere, die zich haasten moeten, om hun steenen bij te dragen. Wanneer straks de gemeen ten worden gepubliceerd, die haar aan deel hebben op zich genomen in het groote werk, zouden anders verlegen moeten staan, omdat ze met den vinger worden aangewezen als de nalatigen, die sliepen, terwijl de anderen werkten. Limburg moet zijn deel bijdragen en elke Limburgsche stad en dorp moet er een eer in stellen, daarvoor te heb ben gedaan wat ze konden. Het Partijbureau is thans gedurende geruimen lijd een onderwerp van ge sprek geweest, waarover ik me heb mogen onderhouden met mijn uiige* breiden Limburgschen lezerskring. We hebben met elkaar besproken, waarom het noodig ia, wat het zal worden, welke groote gevolgen het zal hebben voor de innerlijke versterking onzer partij, welke voordeelen het heeft voor de ontwikkeling onzer katholieke kiezers, welk een tekort we ermede aanvullen in ons groeiend organisatie leren. Een sluitstuk van deze argumentatie we willen daarmede niet zeggen dat we vandaag het laatste woord spreken over een partijbureau zij een aansporing om daarvoor een bij drage te schenken uit dankbaarheid jegens hem, wiens naam verbonden is met het fonds, waarnit ons Partijbu reau zal worden gefinancierd: Dr. H. J. A. M. Schaepman, wiens naam elk katholiek van Nederland slechts met grooten eerbied heeft leeren uitspreken, s'nds hij thans 25 jaren geleden te Rome stierf. We behoeven niet meer uit te weiden over zijn leven en daden. Uitbundige lof is hem gebracht. In standbeelden staat hij vereeuwigd voor ons. Van redevoeringen en dagbladartikelen is een golf van geestdrift uitgegaan. Zij hebben Dr. Schaepman vodr ons doen herleven als een grooten held, onzen krachligen emancipator, als den grooten staatsman, redenaar en dichter. Laten we dien eerbied en geestdrift voor Dr. Schaepman vasthouden in ons hart. We worden er door opgewekt tot eerbied en liefde voor de groote schep ping van Schaepman: onze Kath. partij tot eendracht en eenheid, tot ijverige en gestadige politieke actie en op het huidige oogenbük tot voortdurende in spanning voor het Dr Schaepmanfonds dat ons het lang begeerde, hoogstnood zakelijke Partijbureau zal geven. Kardinaal van Rossum heeft bij de herdenking van Schaepman's dood geschreven, dat deze behalve een dank baarheidsbetuiging van katholiek Neder land ook een opwekking is »om den door hem gatoonden weg te blijven vervolgen en bezield met dezelfde katholieke beginselen in eendrachtig samenwerken hel groote doel van vol komen vrijheid en gelijkstelling der Katholieken na te streven." Schaepman heeft om daarvoor te werken geen rust gekend. Hij heeft zijn geheele leven in de politieke arena gezwoegd en zijn krachtsinspanning, zijn reuzenwerk heeft zijn lichaams krachten gesloopt en zijn dood ver vroegd. Maar Schaepman was er diep van overtuigd, dat zijn arbeid plicht was. Hij schreeft eens: »Maar iedere rust is een gevaar zonder waakzaamheid en ook het krachtigst bestaan moet worden gehandhaafd." Jhr. Ruijs de Beerenbrouck leidde terecht uit deze woorden af, dat we tot handhaving van ons bestaan geheel in Schaepman's geest handelen door ons >ogen tot oprichting van een Partij ureau. Dat Bureau zal het voor de Kath. Staatspartij mogelijk maken hare actie zonder rust en zonder onderbreking voort te zetten. Laten wij, Limburgers, thans in de elfde ure der actie voor het Partijbureau welke langzamerhand ten einde loopt, nog eens alle krachten inspannen, vooral in die plaatsen, waar tot nu toe een weinig krachtige actie ontplooid De Kath. Partij moet zoo sterk moge lijk worden toegerust om hare groote taak, de katholieke beginselen in het Nederlandsche staatsleven zoo ver mogelijk door te voeren, te kunnen volbrengen. Het Schaepmanfonds, waar uit ons Partijbureau de noodige gelden zal putten, moet de Partij in staat stellen, om in dit tijdperk onzer ge schiedenis en tot in verre toekomst haar plicht te doen. Zulk een Partijbureau is met geld goedkoop gekocht, al zal veel noodig zijn. ROELAND Doos30-60-90cl FBÜIIjLÏITON Historisch-Romantisch verhaal vaa het Kasteel Blyenbeek by Afferden. Vrij naar hat Duitsch door B.B. 6ij Apoth.cn Drogisten 734—12 22 We zullen nu ook haar afbeeldsel van de zuil verwijderen, dan zal die giftige worm in de toekomst in ons Paradijs" geen weg of steg meer weten. Maar de jonkvrouw antwoordde: Neen, laat die slang maar blijven. Zij zal mij steeds aan het woord van mijn vader herinnersn, dat slechts de liefde welke van den hemel komt den hemel met zich draagt, terwijl aardsche liefde geen bestendig Paradijs kan stichten. Herinnert gij u nog hoe drin gend hij ons de spreuk »Coelum peto" (ik streef naar den hemel) op het hart drukte? Ik denk, dat de goede God dit alles zoo heeft beschikt, opdat ik te midden van mijn aardsch paradijs het hemelsch paradijs niet zou vergeten. Toen ging zij heen en liet mij weder om alleen in mijn werkplaats achter. In geen weken had ik mij zoo blij en opgewekt gevoeld als nu. De Moeder We zijn nog altijd niet uitgeschreven over de dans kweslie. Ais de lezer(es) dit dan ook maar niet vergeel dat er allemaal die zaken heel wat meer aan vastzit, dan men zoo over het algemeen wel denkt, 't Is fzoo gauw gezeg »dan8en is toch niet slecht" of; »ik heb er nooit verkeerd mee gedaan" of »ze moeten toch wat hebben" of»men is maar eenmaal jong" en ik weet niet, welke oppervlakkige en luchthartige gezegdes meer om 6en hoogsl-ernstige zaak mee af temaken maar als wij, zielzorgers vakmenschen" wel te ver staan die heele kwestie eens op den keper beschouwen en ze grondig be kijken, dan moeten we, net als de dokters in hun vak, van een ernstig en gecompliceerd (ingewikkeld) ziekte geval spreken. Wat we voor vandaag nog hebben? Iets over den'leeftijdsgrens. Wanneer dus de gevaren van het dansen in het algemeen, en zeker van het tegenwoordige, nachtelijke, veel vuldige dansen zoo zijn, als we dat hebben uiteengezet, ligt het voor de hand dat zeker uit de danshuizen en balparlijen moeten geweerd worden jeugdige personen. Want is er daar geen leeftijdsgrens bepaald, dan zal men het treurige schouwspel zien dal permitteer me het woord »snol neuzen" en blagen" van 15, 16,17 jaar daar, in zulk een omgeving, al rond springen. Vroegrijp... Het is daarom zoo juist, dat men in zeer veel gemeenten van ons land en het «ijn volstrekt niet alleen de katholieke gemeentes bij wijze van gemeente-verordening de leeftijdsgrens heeft bepaald op 18 jaar. Wie nog geen 18 jaar is mag eenvoudig niet den danszaal in. Ook niet onder geleide van ouders of voogden, om de eenvoudige reden, dat ouders of voogden niet publiek onverstandig behoeven te zijn 1 Nu zijn zulke gemeente-verordeningen uitstekend, als ze gehandhaafd worden. Maar een wakkere en plichtsgetrouwe politie, die niet voor moeilijkheden terugziet (want het politievak is over het algemeen niet het gemakkelijkste baantje 1) zal hier waarlijk een terrein van werkzaamheid vinden, waar zij mede kan werken om de zedelijke orde te handhaven. Dat, zooals iedereen wel begrijpt, nog heel wat hooger staat dan de gewone orde te handhaven. Uit bovenstaande volgt aanstonds, dat kinderbals absoluut en melk geval verkeerd zijn en nooit of te nimmer goed te keuren. We zien daar, heel begrijpelijk, een door en door braven degelijken huisvader zich de oogen eens uitwrijven en nog eens kijken of hij wel goed gelezen heeftKinderbals en hooren hem dan tegen de zorgzame moeder de vrouw zeggen: szeg, Mie heb je ooit gehoord van Kinderbals?" »Ja," zegt Mie, »van die ballen om mee le spelen zeker?" »Neen, Mie, van kinderen, die naar het bal gaan, zooals ze dat in de stad noemen om daar 's avonds te dansen." En Mie laat haar breikous vallen, en d'r begint wat le flikkeren in d'r oogen, zooiels van heilige verontwaardiging en ze zegt »Driek, voor d'r broek"... »Nee," zegt Driek, niet de kinderen voor d'r broek, maar die vaders en moeders, die de kinderen naar zoo'n kinderbal laten gaan." En dat komt voor, ook in katholieke streken 1 We lazen laatst nog van een katholieke stad in het Zuiden des lands, waar er ouders, midden in den H. Vastentijd nolabane, hunne kinderen naar zoo'n kinderbal lieten gaan. Inde groote Kerkelijke boetelijden, als de groote Vasten en den H. Adventstijd (4 weken voor Kerstmis) past het dan sen zelfs niet voor de grooten, ik wil zwijgen van kinderen Maar dat ia ook al weer een uitvin ding van onzen tijd. Wanneer het een maal den berg af gaat, wanneer het eenmaal met de zedelijkheid naar beneden gaat, gaat het immer vlugger en neemt het kwaad steeds grootere afmetingen aan en is het steeds moei lijker te keeren. Daarom weersta in den beginne, zooals het oude spreek woord al zei. En zoo is het ook met het dansen: hoe meer er gedanst wordt, hoe meer men wil dansen, hoe dikwijl der en grooler er de behoefte aan wordt en hoe verder dit kwaad in alle leef tijden en standen om zich neen grijpt We eindigen met een aanhaling uit het degelijke boek van pater Duynstee de leer der Kuischheid. »Ouders moeten hunne dochters niet alleen laten gaan naar publieke dansgelegenheden, ook al zijn dat inrichtingen, waar de betere standen komen. Zooals de toestanden tegenwoordig zijn, heeft men nergens waarborg, dat in ieder opzicht behoor- lijk zal worden gedanst. Waar veel vrijheid is zal zrar licht de een of ander van die vrijheid misbruik maken. En aan dat gevaar mogen ouders hun kinderen niet bloot stellen." Gods van Kevelaer was mij te hulp gekomen. Gij moet nl. weten, dat ik beloofd had een bedevaart te doen naar O L. Vrouw van Kevelaer, indien zij mij genadiglijk zou te hulp komen om mijn arme jonkvrouw en gebiedster te troosten. Men riep haar immers aan onder de titel van ^Troosteres der Be drukten". Toen ik nu des avonds mijn wensch aan de Gravin bekend maakte om den volgenden morgen een bede vaart te doen naar Kevelaer, zeide zij Ik geloof wel te kunnen raden, waarom gij naar de Moeder Gods var. Kevelaer wilt en ik ben van meening, dat ik zelf minstens even gewichtige redenen heb om ook ter bedevaart te gaan. Als ge het goed vindt, dan zullen Angelina en ik u vergezellen. Zoo reed ik dan de volgenda dag, een vriendelijke herfstmorgen, vergezeld van de beide vrouwen eerst over de bloeiende heide, dan door bosch en welland naar Kevelaer. Op den heen weg werd niet veel gesproken. We baden gezamenlijk de H. Rozenkrans en bereiden ons voor op het ontvangen van de H. H. Sacramenten. Toen we het laatste bosch voorbij waren en de bedevaartplaats voor ons zagen liggen, hief Jonkvrouw Angelina met haar glasheldere stem een eenvoudig Maria- liedje^aan, Vrouw Gatharina begeleidde haar met haar zachte alt en ook ik trachtte mijn basstem daarbij aan te uwstillend en zenuw sterkend 754-8 door JOS. BOSHOUWERS te LENT. Achtweeksche hennen koopen. Wie door de een of andere omstan digheid geen kuikens genoeg heeft kunnen fokken, kan zijn jarig goed best aanvullen door nu achtweeksche hennen te koopen. Ten minste, wanneer men ze krijgen kan van gezonde dieren van goede productie. Men zal misschien best slagen met achtweeksche hennen, te leveren in 't laatst van Juli of Augustus, maar die moeten we niet hebben, want de dieren, die men dan krijgt, zijn te laat in 't jaar geboren, om tegen den komenden winter aan den leg te kunnen zijn. Neen, wij moeten dieren hebben, die geboren zijn in April en Mei. Barne velders en Reds liefst van April, die hebben n.l. meer tijd noodig, voor ze legrijp zijn. Het koopen van 8 weeksche hennen heeft heel wat voor; men weet nu wèt men koopt en heeft weinig verliezen meer. Anders kan het gaan met den opfok van ééndaags-kuikens. Wij hebben ver schillende brieven gekregen van lezers, die klaagden over de resultaten bij den opfok Soms ging wel 3/4 gedeelte om zeep. Dit droevig resultaat is niet zelden, te wijten aan onoordeelkundigen opfok, maar heel vaak aan ziekte onder de kuikens. Vooral de gevreesde pullorum heeft weer heel wat kuikens doen sneuvelen. Voor een zeker gedeelte heeft men het zich zelf le wijten, wanneer men het zoo slecht treft, daar men geen kuikens gekocht heeft uit op pullorum onderzochte bedrijven. Deze zijn wat duurder, 't is zoo, maar men heeft dan veel minder gevaar van besmettelijke ziekten. Wanneer men achtweeksche hennen koopt, dan heeft men geen last van de gevaren, aan den opfok verbonden. Dit heeft een ander gedragen, die hiervoor zijn vergoeding vraagt in den vorm van een behoorlijken prijs. Maar ook hier geldt: koop dieren van bedrijven, waar men iets goeds van kan verwachten. Jonge hennen, waarvan men niets weet, kunnen er heel mooi uitzien, maar altijd blijft er de mogelijkhei i, dat ze bscillendraagsters zijn en later door hun broedeieren de ziekte helpen verbreiden. Gebruikt mer. eieren van zieke dieren, dan heeft men véél kans, zulke ongelukkige opfokresultaten te krijgen, als we zoo even reeds vermei den. Het gevolg is duidelijksteeds weer zullen op deze wijze pluimveeziekten zich over 't heele land verspreiden Alleen door broedeieren te nemen van gezonde, sterke hoenders helpt men de pluimveehouderij vooruit en blijft zelf voor groote teleurstelling bewaard. Dat daarnaast eene goede huisvesting en verzorging absoluut noodzakelijk zijn om sterke hoenders te krijgen met voldoende weerstand tegen ziekten, zal wel geen betoog behoeven. Voedingswaarde van het ei. Bewezen is, dat hoenders, die vol dounde beweging kunnen nemen, in Zuidelijke, ongedierte-vrije goed geven lileerde hokken gehouden worden, de smakelijkste eieren geven. De smaak Yan het ei hangt meer af van den dooier dan van het eiwit, dat maar zelden in smaak afwijkt. Welke stoffen echter den smaak en den reuk den dooier bepalen, is nog niet opgehelderd. Wel is het aan den smaak der eieren merkbaar, of de granen, die de hoenders gebruiken, duf en slecht zijn, of het weekvoer mijt9rig en of het drinkwater onfrisch is, b.v. walge lijk riekend water uit een moddersloot of mestvaaltplas, waar slecht verzorgde dieren hun dorst moeten lesschen De hooggele kleur van den dooier, die door sommige verbruikers vooreen bijzonder goede eigenschap wordt aan gezien, is behalve de eigenaardigheid van het ras een gevolg van de al of niet rijkelijke voedering met bladgroen houdende planten, b.v. gras, klaver, brandnetels, andijvie, spinazie enz., waarin volgens de wetenschappelijke onderzoekingen de kleurstoffen aanwezig zijn, die op de tint van den dooier (en de pootkleur ook) inwerken en dus de meer ot mindere intensiteit van deze gele kleur veroorzaken. Maar in voedingswaarde en schei kundige samenstelling van den ei inhoud bestaat er geen onderscheid tusschen een hooggelen en een bleek gelen dooier. Het ei is een zeer hoog te waardeeren voedingsmiddel, vooraf om de buiten gewoon gemakkelijke verteerbaarheid. In het ei komen de onmisbare voedings stoffen vet en eiwit in zeer licht verteerbaren toestand voor, zoodat zelfs zeer jonge kinderen en uiterst zwakke zieken in eieren vaak hun redding vinden. Ook omtrent de verteerbaarheid van rauw, van halfzacht of van hard gekookte eieren heerschen verkeerde meeningen. Eiwit stolt bij 60 en de dooier bij 70* Celsius. Wordt nu het hard gekookte ei goed gekauwd, dan ia het ook heel gemakkelijk verteerbaar. Dat een hardgekookt ei soms zwaar op de maag kan liggen, is de fout van den gebruiker, die het te snel, ie weinig gekauwd naar kinnen slikt. Hetzelfde geldt van gebakken eieren. Het is dus niet noodig, eieren rauw te gebruiken. Wie dit wel doet, moet ze terdege klutsen, de verteerbaarheid wordt er door bevorderd. Wij hopen, dat ook op het platteland, het verbruik van eieren meer, dan tot heden, zal toenemen. Zooals de prijzen nu zijn mag men de eieren rangschik ken onder de voedingsmiddelen, die naar rato betiekkelijk goedkoop zijn. passen en zoo deden we ons best om onze genaderijke Moeder een vriende lijke morgengroet te brengen. De eerste stroof luidde als volgt: Zeg, wie is toch deze Vrouwe Die boven velden en landouwen Glanst gelijk het Morgenrood? Gekroond is zij met sterrenkrans Bekleed is zij met zonnen-glans De reinste onschuld is zij gansch De Bruid van Nazareth 1 Al spoedig hadden wij het genade kapelletje onder den lindeboom bereikt, we knielden neder en daarna gingen wij biechten en ontvingen ten slotte den Uitdeeler en Bewerker van alle Troost in ons hart. Was het wonder, dat vrouw Gatharina als opnieuw ge. boren de »Troosteres der Bedrukten" le Kevelaer verliet? Angelina kende haar bijna nietmeer terug; voortdurend riep zij: Maar Gatharina wat is dat nu? Gij zijt op eens weer de oude vroolijke Gatharina geworden, welke ik maanden lang zoo smartelijk gemist heb. Ja, zeide de edele vrouw, het is mij juist alsof er een zware onweers wolk boven mijn ziel gedreven heeften nu schijnt de lieve zon weer en de dauwdruppelen fonkelen weer aan halm en blad..,. Meester Thyssen, gij moet voor mij een schoone Ex Voto schilde ren voor Kevelaer, nl. het Slot Blyen beek en boven in de blauwe lucht de Onder voorzitterschap van den Heer J. Poels, had Zondag in het Patronaat alhier, de groote algemeene vergadering plaats, ter definitieve bespreking van de afwateringsplannen en het kiezen van een bestuur. Vele belangstellenden waren op deze vergadering aanwezig, onder wie we opmerkten de Heeren Burgemeesters van Horst, Sevenum, Maashees en Wanssum, het Kamerlid Rutten uit Wanssum, benevens de wethouders der gemeente Horst. Aan de bestuurstafel hadden plaats genomen Burgemeester van de Loo, de Heer J. Poels, Ingenieur Kruger van het Rijksbureau voor ontwatering, de Heeren Th. Peters uit Oirlo en J. Wijnhoven, landbouwleeraar alhier. De Heer Poels opende de vergadering met den christelijken groet en riep allen een hartelijk welkom toe, speci aal aan de Burgemeesters der naburige gemeenten, het Kamerlid Rutten, de Wethouders van Horst, Ingenieur Kru ger en verder allen, die met hem ge streden hebben om het zoover te bren gen, dat de vergadering van dezen avond kon gehouden worden, waarir bindende besluiten genomen zullen worden. Het zou spreker le ver voeren, nog eens de heele lijdenshistorie der water ellende uiteen le zetten, alleen wil spreker er op wijzen, dat in Venray reeds over het water geklaagd werd, toen hij nog een jongen was. In 1917 werd met het uitkoopen der watermolens de eerste stap ter verbete ring gezet; deze uitkoop is mogelijk geweest door de bijdragen van belang hebbenden, opgelegd door eene Schat tingscommissie. Wel hebben er zich sommigen aan de hun opgelegde schatting onttrokken, doch die moeten dit maar met hun geweten in orde zien te brengen. Hel overschot der toen bijeengebrachte penningen is nu h9t stamkapitaal voor deze onderneming, de verbetering der 3 hoofdbeken, waaraan verbonden is de verbetering der hoofdzijbeken en andere waterleidingen. Dit plan bestaat reeds geruimen tijd, maar is met de ingevoerde bezuiniging, die altijd bij Landbouw schijnt te be ginnen in den Haag, vastgeloopen, maar dank zij den Heer Petera, uit Oirlo, die op den Jonge Boerendag te Venray in 1927 een spreekbeurt over de Waterbestrijding gehouden heeft, is hier nieuwe actie in gekomen en is na uitvoerige correspondentie met Rijk, Provincie en Gemeente komen vast te slaan, dat deze Bestuurslichamen elk 25 pCt. subsidie zullen verleenen, mits belanghebbenden zelf ook eerst 25 pCt. ter tafel brengen. Om daartoe te geraken is door den Heer Peters een plan in elkaar gezet, dat spreker zou wi len noemen het meest democratische plan, Moeder Gods met haar lief Jezuskindje ons hui» zegenend en beschermend Voor het Slot moet ik knielen met mijn kleinen Christoffel en naast ons Arnold en Angelina. Vergeet ook niet de schoone spreuk fCoelum peto" in gouden letters er boven op te zetten. Zoo reden we dan nu eens ernstig dan weer vroolijk pratend terug over de bloeiende heide, die gloeide in gouden glans van late zonnenslralen. Het anders zoo eenzame en verlaten andschap lag daar voor ons gelijk een tooverland met gulden heuvelen. Zacht rustte het avondrood op de zandduinen en zoover men zien kon niets dan heidekruid met duizenderlei verscheiden heid van bleeke en helroode heide bloempjes. Over de wijde vlakte een gezoem en gegons van vele honderde nijvere bijen, welke nog bezig waren hun laatste zoete vracht bijeen te zamelen en naar hun kunstrijke woning te brengen. Rondom rust en kalmte en de zoetste vrede in onze harten I Toen het avondklokje in Sint Augus- tinus de »Engel des Heeren" luidde, knielden wij neder in het heidekruid en begroeten de koningin van hemel- vrede met de groetenis des Engels: »Ave Maria". Vrede en geluk waren teruggekeerd in het Paradijs" te Blyenbeek; geloof en liefde hadden het addergift van den twijfel wederom uitgedreven, waarmede de wraak eener vrouw het onschuldige hart van onze edelvrouw had willen dooden. God en de H. Maagd zij daar voor eeuwig geprezen! Niet zonder huivering moet ik er aan denken, welk een treurige loot uit zulk een giftig zaad had kunnen opschieten. Ik dacht over na of het niet goed zou zijn het laatste worteltje, dat misschien nog was blijven steken, voorzichtig uit te roeien, d.w.z. onzen Heer Arnold mede te deelen, dat zijne gemalin die heele treurige geschiedenis met vrouw Dausque had vernomen en hem tevens van harte vergiffenis had geschonken. Ik sprak er over met vrouw Catha- nna, maar de edelvrouw was van meening, dat het veel beter was de zaak nu maar te laten rusten en er verder niet meer over te spreken en Heer Arnold in de overtuiging te laten, dat zij niets afwist van die ongeluksvrouw. Dit scheen mij ook het beste vooral omdat onze genadige Heer zeer gevoelig was en nog al dikwijls last had van zwaarmoedige buien. Het openrijten van die oude wonde zou hem voorzeker geen goed doen en misschien zou ook de oude Mathias wederom in het ge drang komen. Ik besloot dus er verder niet meer over te praten, en veeleer alles maar aan Gods Voorzienigheid aan te bevelen. »God schrijft recht langs kromme lijnen," zegt hei spreekwoord Hij weet uit elk voorval en schijf r

Peel en Maas | 1928 | | pagina 5