Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
J. VERMEULEN-ROELOFS
Oostrum
jJAlfONOft
Uitslaitend zuivere NATUURWIJNEN.
Behoudenis
JACfON^
I MANUFACTUREN t
fYOORDEELieST/J
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen.
der
De ziekte en genezing
van Marietje Lemmens
te Oostrum.
Hubert Janssen-park.
Arbeiders van Venray I
Buitenlandsch Overzicht
ZATERDAG 16 JUNIJ1928
Negen en veertigsfe'Jaargang No. 24
1 BLIJKEN
TOCH HET J>
PEEL EN MAAS
PRIJS DER ADVERTENTIEN1—8 regels 60 cent, elke regel meer 71/» ct.
bij abonnement lagere tarieven.
Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF
Telefoon 51
VENRAY ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ctper post 75 cent
voor het buitenland f 1.05 bij vooruitbetaling, afzonderl. nummers 5 cent
Wijnhandel
Venray, Gr. Markt 8
Daar er zooveel gepraat wordt over
de plotselinge genezing van ons doch
terlje en daarbij ook al overdreven
wordt, voel ik mij gedrongen om meer
uitvoerig het verloop der ziekte en de
genezing bekend te maken. Niet dat
het ons persoonlijk veel kan maken,
hoe de genezing bepraat wordt ons
geluk is er niet grooter of kleiner om
maar ik wilde dit doen terwille van
de onvertroebelde waarheid in de over
tuiging, dat juist met deze ook ons
Genade-oord het meest gebaat zal zijn
Het was in Februari van 1927 dat
Maria zich niet goed gevoelde. Maar
omdat de griep h6t eerste was waaraan
we dachten, maakten wij ons weinig
bezorgd daarover. Ook Dr. S die er
bij geroepen werd, meende dat Maria
door een paar dagen het bed te houden
wel weer in orde zou zijn, maar hij
zeide toch nog eens terug- te zullen
komen. Spoedig daarna echter merkten
we niet zonder eenige ongerustheid op,
dat Maria op een ongewone wijze
wankelde wanneer ze overeind stond
of vooruitliep en bij zijn volgend bezoek
vertelden we dat aan den dokter. Nauw
keurig werd Maria nu onderzocht,
waarbij vooral ook de rug een flinke
beurt kreeg. Het resultaat van dit
onderzoek deelde de dokter mij, toen
ik hem uitliet, mede met de volgende
woorden »Ik ben bang dat we met
Maria nog een lang gesukkel zullen
krijgen, want als ik me niet vergis,
heeft ze ontsteking in het ruggemerg."
Deze mededeeling trof ons natuurlijk
allerpijnlijkst en we hebben ze dan ook
eenigen tijd, vooral voor Maria zelf
geheim gehouden.
Bij een volgend onderzoek vond de
dokter Maria nog al wat slechter en
daarom vroeg ik hem of het misschien
noodig zou zijn, een specialist te raad
plegen. Dit oordeelde de dokter voor-
loopig nog niet noodig, maar hij be
loofde, mij bijtijds te zullen waarschuwen
Maria moest geregeld het bed houden
Trouwens er zat ook niets anders öpL
want loepen kon ze zeer moeilijk, daar
ze altijd naar rechts viei en als ze
overeind wilde slaan, wankelde ze altijd
achterover.
Een paar weken later gaf Dr. S. te
kennen, dat hij ook Dr. H mee wilde
brengen, om dan met hem de ziekte te
bespreken.
Dit gebeurde, en bij het einde der
conferentie werden de vrouw en ik bij
hen in de kamer geroepen. Wat Dr.
H. ons toen mededeelde zal ik hier
maar niet vertellen, omdat de dokters
het niet geheel en al met elkaar eens
waren. Maar dit weet ik wel, dat de
genoemde mededeeling ons diep trof
en we met tranen in de oogen de kamer
verlieten. En dit was niet zoozeer voor
ons zelf want och, we mochten ook
wel eens wat hebben wat ziekte in
huis betreft waren we tot dien tijd ook
altijd even gelukkig geweest, zoodat we
bijna geen doktersrekening kenden
maar we hadden medelijden met ons
goed Marietje, want voor haar zag het
er volgens de dokters niet goed uit.
We hielden ons echter zoo goed en zoo
kwaad als 't ging, sterk voor haar.
Maar toch was het Maria niet ontgaan,
dat Moeder beschreide oogen had en
wat zei ze toen
»Moeder, kom eens bij me zitten,
dan zullen we samen lachen en zingen."
Meermalen heeft ze Moeder getroost,
doordat ze altijd vroolijk en opgeruimd
was en dikwijls zong ze, dat het over
de straat klonk. Ook de honderden, die
zij door het raam, dat op de straat
uitzag, heeft toegewuifd, weten het wel,
dat Maria allijd een vroolijke zieke is
geweest.
Toen het den zomer inging van '27
konden we zeggen, dat de ziekte niet
verergerde en Maria mocht dan ook
van den dokter builen in een ligstoel
gaan liggen. Zoolang als Maria lag,
had ze geen pijn, maar zoo gauw als
ze b.v. een minuut of tien op een stoel
zat, dan kon ze het niet meer uithouden
en moest ze weer gauw gaan liggen.
Dr. Sdie om de veertien dagen
kwam, herhaalde nu en dan zijn on
derzoek en hierbij moest Maria eerst
even in liggende houding met armen
en beenen werken en daarna een
oogenblik rechtop gaan staan, wat
echter steeds gelijk stond met achter
over vallen.
Daar ons van verschillende zijden
werd aangeraden om naar een specia
list te gaan, heb ik er nog eens met
Dr. S. over gesproken en hij liet het
aan mij ovsr. »Maar", zoo zei hij, »een
operatie in den rug is in den regel
een doodmakerij
Weer anderen gaven ons den raad
»Als Dr. S. er geen weg mee weet,
spaar dan maar de moeite, om naar
een ander te gaan". En zoodoende
was het er nog altijd met van geko
men.
Op 2 Maart van dit jaar kreeg Ma
ria er ook nog de griep bij en deze
nam zóö hevig toe, dat ik 's avonds
om tien uur nog den dokter, die toe
vallig in de buurt was, ging roepen,
De dokter vond haar zoo zwak, dat
hij 't noodig achtte om haar te laten
bedienen, wat dan ook den volgenden
dag gebeurde. De crisis duurde echter
niet heel lang en na een dag of drie
was het ooger.blikkelijk gevaar althans
geweken.
Ma».- de griep,^wg nfet wsg tsBw*r
een paar zeer onaangename herinner
ingen aan haar bezoek achter te laten,
bestaande in de onbruikbaarheid der
stembanden en een totale machteloos
heid der beenen.
Van dien lijd af kon Maria heele-
maal niet meer staan en ook niet meer
spreken, tenzij zacht fluisterend. De
spraak nu heeft ze op 19 Mei j 1. vrij
plotseling teruggekregen, maar dat
schrijven we toe aan de elecirizeeringi
die eenige weken lang op haar was
toegepast.
Met de beenen ging het echter min
der voorspoedig Sinds 2 Maart is Ma
ria geen twee meter meer van het bed
verwijderd geweest en als 's morgens
het bed opgemaakt moest worden, werd
er een stoel zoo kort mogelijk bijge
schoven, omdat ze, zooals gezegd, in
de beenen absoluut geen macht meer
had.
Op Dinsdag 22 Mei was de dokter
weer bij ons. en zei toen ongeveer het
volgende: »De stem is nu weer in orde.
Maar die beentjes, die beentjes! Di8
worden zóó dun en de spieren zijn al
zóó zwak, dat we ze met electrizeeren
niet meer klaar krijgen, dsar moet
wat anders op gevonden worden. Er is
bij het Groene Kruis nog een loopraam,
we kunnen het daarmee wel eens
probeeren. Marieke moet er dan een
paar keer per dag als 't ware in gaan
hangen met de armen er boven op,
net als een klein kind, dat moet leeren
ioopen."
Het toestel, dat toevallig in Blerick
was, zou gehaald worden, maar
het is niet meer noodig geweest. De
Heer van boven en Zijn heilige Moeder
hadden er anders over gedacht.
Op 24 Mei, den feestdag van O L V
Hulp der Christenen, toen haar broer
in hel Minderbroedersklooster te Weert
'8 morgens nog een H. Mis voor Maria
h&d laten opdragen, zou zij zelf ook
eens vurig bidden om genezing, als
het haar zalig was. Want den moed
had zij nog volstrekt niet opgegeven,
wat nog maar pas geleden heel duide
lijk gebleken was.
Herhaaldelijk n 1. had Maria gedu
rende haar ziekte haar plan te kennen
gegeven om missiezuster te worden
En toen er nu sprake was van een
loopraam, vroeg, men haar, waar ze
nu bleef met haar missieplannen. »Ik
ga naar de missie" had ze toen zonder
zich te bedenken gezegd: »al moest ik
er naar toe in de loopraam".
En zoo was zij dan in den namiddag
tegen halt drie op genoemden datum
bezig met een rozenhoedje en de litanie
van O L.V.
Onder dit gebed nu was he', dat
plotseling bij haar de overtuiging op
kwam weer te kunnen loopen en toen
zij met de litanie klaar was, voelde zij
een sterken drang om 't eens te pro
beeren en tevens om naar de kapel
van O.L.V. te loopen.
Zij stond op en ja het ging I
Een paar keer liep zij op en neer
door de kamer en kwam toen, bloots
voets en in haar nachtjapon bij mij op
het kantoor aan met den uitroep:
»Vader, ik kan loopen 1"
Begrijpelijkerwijze wist ik niet goed
wat mij overkwam. Maar overgelukkig
vertelde ze mij nu van dat bidden en
vroeg of ik mee naar de kerk ging om
het Lievrouwke te bedanken.
In de meening, dat de vrouw in den
tuin was, gooide ik een raampje open
van het kantoor en riep: »Moeder!
Moeder 1" Ik geloof, dat ik, als het
huis in brand had geslaan, het niet
harder gedaan zou hebben.
Haastig werden nu de kleeren bij
elkaar gezocht en binnen een paar
minuten slapten we, zonder dat Maria
wankelde, nasr de kerk, nagestaard
door moeder, de kinderen en enkele
bijeengeloopen buren.
Toen we tegenover de school waren,
ging Maria uaar öven binnen, om ook
aan haar vier broertjes te laten zien,
dat zij kon loopen. Onderwijzend per
soneel en kinderen stonden al niet
minder verbaasd dan de anderen.
Bij de kerk gekomen, liep Maria mij
al vooruit, om het eerst bij den gena-
detroon te zijn. Ik ging intusschen
gauw aan M. de Rector hel nieuws
vertellen en deze kwam tegelijk met
zijn oude moeder ook naar de kerk,
om mee te bidden tot dankzegging.
We gingen weer gewoon naar huis,
zonder dat Maria nog pijn voelde in
rug of beenen en zelfs zonder dat ze
er ook maar eenigszins vermoeid van
werd.
De buren Heten vlug rondzeggen,
dat er 's avonds in de kerk gebeden
zou worden tot dankzegging en ook
dit gebed drie rozenhoedjes heeft
Maria, wederom zonder pijn of ver
moeienis, tot het einde bijgewoond.
Daags daarna slond ze 's morgens uit
eigen beweging op, maakte zichzelf
klaar en ging weer met moeder naar
de kerk. We konden niet anders zeg
gen dan »Maria is genezen".
Thans, ruim veertien dagen later,
maakt ze het nog uitstekend en is al
drie pond zwaarder geworden.
We kunnen intusschen den goeden
God en O L. Vrouw van Oostrum niet
dankbaar groote
geluk, dat ons
Als men op zoo'n treffende wijze
een tikje van Gods Almacht mag voelen
in zijn eigen gezin, dan beseft men
het weer eens, veel en veel dieper dan
anders, hoe klein wij menschjes zijn
tegenover den Grooten Schepper.
M. de Redacteur, ik meen hiermede
de waarheid voldoende uiteengezet te
hebben. Overtuigd, dat er in ons Ge
nadeoord minstens een gebedsver
hooring heeft plaats gehad, hoop ik,
dat het vertrouwen in Oostrum's
Lievrouwke hierdoor, ook voor anderen.
Dog meer versterkt zal worden.
Hoogachtend,
R LEMMENS.
Ooatrum, Juni 1928.
NASCHRIFT.
Dr. S. heeft bij zijn laatste bezoek
op 8 Juni j.l verklaard, dat verdere
doktersbehandeling niet meer noodig
is.
gen had te bestrijden, wi9t zijn heerlijk
enthousiasme en zijne beredeneerde
uiteenzetting de vroede vaderen van
het belang voor de gemeente te over
tuigen en kon reeds in 1908 met het
bebosschen een aanvang worden ge
maakt.
Aanvankelijk voor een complex van
300 H.A., omvattende de Laagheide en
een gedeelte van de Peel.
Aan dit eerste plan werd, wederom
op aandringen van den inmiddels tot
Wethouder benoemden heer Janssen,
een suppletoir plan voor bebossching
van pl.m. 360 H.A. hooge Peelgrond,
alegen aan de Noordzijde van den
akelschen dijk en 70 H.A. van de
Boschhuizer bergen, toegevoegd, waar
van met de werkzaamheden in 1916
werd begonnen en thans, evenals 't
eerste plan, zoo goed als afgewerkt is.
Het was ook de heer Janssen, die het
initiatief nam om het »Zwartwater" en
de »Teslrik" te ontginnen en boer ie
rijen te stichten, zeggende: »de beter
aangelegen gronden zullen de Venray-
sche boeren wel ontginnen, doch voor
't Zwartwater is geen zelfontginner te
vinden," en dat Wethouder Janssen het
niet bij woorden liet om van zijn liefde
voor bebossching en ontginning te
getuigen, moge blijken uit het feit, dat
er bijna geen week om gir.g, ofWeth.
Janssen kwam, hetzij te voet of met
zijn tilbury zich persoonlijk van de
vorderingen overtuigen.
Vanaf 1916, d i. toen onze tegenwoor
dige Burgemeester, de Edelachtbare
heer O v d. Loo aan het hoofd der
gemeente kwam, vond Wethouder
Janssen een volbloed medestander voor
bebossching met renteloos voorschot en
was het onder diens bewind, dat hei
renteloos voorschot, dat 2/3 of66i/spCt.
der aanlegkosten en van de kosten van
het onderhoud der eerste 2 jaren be
droeg, tot 80 pCt. werd verhoogd, tevens
werd het aandeel in de toezichlskosten
v.h. Staat9boschbeheer lot zoo goed als
nihil gereduceerd,
tin déeMFg^arteaA In 1923 werden nog pl.m. 33 H.A.
- - aan"BoT^Sg6p°0mde plannen toegevoegd,
die thans ooÊ^ju-Sfgewerkt en is een
suppletoirplan voor ba^S&sCMfljj van
pl.m. 200 H A. in een ver stadium va5.
verwezelijking.
Is het te verwonderen, dat de heer
Burgemeester en de autoriteiten van
het Staatsboschbeheer reeds lang met
de gedachte rondliepen, om een levend
monument te stichten, waarin denaam
van Wethouder Janssen als 't ware
vereeuwigd wordt, en is het eveneens
te verwonderen, dat de heer Directeur
van het Staatsboschbeheer, die verhin
derd was persoonlijk tegenwoordig te
zijn, telegrafisch den heer Janssen als
vader van de bebossching wilde huldi
gen en tevens is hiermede verklaard,
dat voor deze blijvende huldiging een
van de mooiste plaatsen werd uitge
zocht en dat reeds te voren eenige
exotische conifeeren in de kweekerijen
werden opgezet en aan de voorbereiding
en later aan het planten de meeste
zorg werd besteed en de heer Min bij
de huldiging zoo gaarne de verzekering
gaf, om de uiterste zorg aan het park
te zullen blijven besteden, opdat hel
jonge geslacht van tegenwoordig, die
gedeeltelijk en het nageslacht dat al de
vruchten van zijn werken zullen pluk
ken, hem in zijn werken voor hunne
belangen zullen b'ijven herinneren en
eeren 1
Als echter binnen afzienbaren tijd
jaarlijks 20 tot 30 en soms meer H.A.
mijnhoutboscb, of bij langeren stand,
werkhout, verkocht kunnen worden en
groote kwantums zwaar dunningshout
kunnen worden afgescheept, zullen pas
de ruime blik en het werken van
mannen als Wethouder Janssen en
Burgemeester van d9 Loo, naar waarde
geschat kunnen worden.
Moge nu nog het werken en streven
van Wethouder Janssen bekroond wor
den door den aanleg van een harden
weg naar of althans nabij de bosschen,
opdat in de toekomst het hout tegen
volle waarde koopers moge vinden.
Velerlei toch is het aantal instellin
gen door de arbeidersorganisaties in
het leven geroepen, met het doel hulp
t8 verleenen in bijna elke moeilijke
omstandigheid, waarin het arbeiders
gezin kan komen te verkeeren.
Duizenden hebben zich daardoor los
kunnen maken uit hunne onafhanke
lijkheid van anderen en zijn gekomen
tot de schoone deugd der zelfhulp.
Maar wat meer zegt is, dat op deze
wijze de arbeiders niet alleen stoffelijk
maar vooral zedelijk op een hooger
peil zijn gebracht.
Jammer, dat we dit niet van allen
en niet overal kunnen getuigen en we
moeten erkennen, dat ook de Venray-
sche arbeiders daarvan nog verre
staan.
En de schuld daarvan, die moeten
we zoeken bij de arbeiders zelf.
Meermalen is door het bestuur der
R K. Werkliedenvereniging getracht
de practische zelfhulp te gaan beoefe
nen, doch als er begonnen moest wor'
den, als men wilde overgaan tot het
stellen van de daad, dan bleken de
deelnemers slechts weinig in getal.
We ondervonden dat nog voor enkele
weken, toen de oprichting van een
atdeeling van het Centraal Dokters- en
Apothekersfonds van den Limb. R K.
Werkliedenbond zou worden bespro
ken en de massa schitterde door af
wezigheid.
Was dat soms niets van belangvoor
onze Venray3che arbeiders
We kunnen dit niet aannemen, want
eenieder, wie hij ook zij, heeft te kam
pen met ziekte en dus ook met dokters
en apothekerskosten. Doch niemand
minder dan den arbeider kari bij de
thans dikwijls lage arbeidsloonen
deze buitengewone uitgaven, die toch
voor menig arbeidersgezin vask van
groote beteekenis kunnen zijn, uit de
gewone inkomsten bestrijden.
En daarom juist dringt voor de
arbeiders het treffen van voorzorgs
maatregelen met des te meer noodzaak
op den voorgrond.
Diep doordrongen van deze waarheid
en ten volle overtuigd van het groote
belang van een dergelijke instelling
heeft het Bestuur zich door de opge-
dah^ervaripgen niet laten ontmoedigen, .-
en zal "alsnog gètréfórf'wortfen"Tot
oprichting ts komen.
Arbeiders die daartoe in princiepe
wenschen mede te werken, kunnen
zich voorloopig zonder eenige verbin
tenisa s. Zondagmorgen vervoegen in
het Alcoholvrij lokaal, alwaar het Be
stuur zitting houdt.
We hebben slechts één wensch n.l.
dat vele arbeiders deze enkele woorden
eens goed zullen overwegen en vooral
bedenken dat ze als huisvader den
plicht hebben voor hun gezin te zorgen,
ook in tijden van tegenspoed, zooals
ziekte. En wanneer dan moeder de
vrouw, die in eerste intantie den druk
dier omstandigheden voelt er het hare
bij doet, twijfelen we niet of deze zoo
hoogst nuttige instelling zal ook in
Venray tot stand komen en zegenrijke
gevolgen voor de arbeiders afwerpen.
In aansluiting van het ingezonden
bericht, betreffende de huldiging van
Wethouder Janssen, door zijn naam
geving aan een parkvorming aangelegd
boschvak, voorkomende in Uw blad
van 9 Juni j.l., zij het ons vergund nog
eenige nadere toelichtingen te geven
waardoor dat als park aangelegde
boschgedeelle de naam van onzen ge
achlen Wethouder heeft gekregen, duide
lijker naar voren komt.
Toen voor 'n goede 20 jaren terug,
door de regeering werd besloten om
door het verleenen van rentelooze voor
schotten aan gemeenten en publiek
rechtelijke lichamen, het bebosschen
van woeste gronden te bevorderen, viel
als vanzelfsprekend o.m. ook het oog
op de gemeente Venray met haar uii-
gestrekte oppervlakte woesten grond.
Het Staatsboschbeheer, met de uitvoering
belast, stelde zich met het gemeente
bestuur in contact, waarvan echter de
resultaten zeer pover waren, doordat de
toenmalige Burgemeester en het meeren-
deel der Raadsleden weinig of niets
voor bebossching voelde en waarschijn
lijk de uitgestrektheid van de Staats
hulp in deze onderschatte, ofwel te veel
Staatsbemoeiingen in de Peelaange-
legenheden duchtte.
Anders echter dacht er over de
gouverneur der Provincie, de onver
getelijke Jhr. Ruys zg., deze overzag
met zijn helderziende blik het belang
van bebossching met Staatshulp voor
Venray en zegde onmiddellijk zijne
machtige bemiddeling toe en zeide o m
»ook in Venray woont een man, die,
daar ben ik zeker van, het geheel met
mij eens is en die U zal helpen om
den Burgemeester en den Raad voor
het plan te vinden, omdat ook hij het
groote belang van bebossching voor
Venray inziet, die man is de heer
Hubert Janssen, Raadslid en Statenlid
Dat Z.Ex. goed gezien had, bleek
betrekkelijk spoedig,.want hoewel ook
Hubert Janssen nog vele tegenwerpin-
Practische zelfhulp voor de arbeiders.
In een zijner encyclieken heeft de
groote Paus Lso XIII zg er op ge
wezen, dat de spaarzaamheid onder de
arbeidende bevolking diende bevorderd
te worden, ook en vooral door instel
lingen van voorzorg, die zoo onnoem
lijk veel zouden kunnen bijdragen om
in de moeilijke omstandigheden van
het leven onafhankelijk te zijn van
anderen, zich zelf te kunnan helpen.
Deze woorden het mag dankbaar
worden erkend zijn door de R K.
Arbeidersbeweging in Nederland en
speciaal door de RK Werkliedenver-
eenigingen in den loop der jaren op
ruime schaal in toepassing gebracht.
In de arbeidersbeweging heeft men
niet alleen de spaarzin onder de ar
beiders bevorderd en aangekweekt,
doch men heeft daarnaast ook voor de
arbeiders de gelegenheid geschapen om
zoo practi8ch en zoo nuttig mogelijk
te kunnen sparen.
De strijd om do macht in China.
In een onzer vorige overzichten
noemden we het reeds aan twijfel on
derhevig of na de overwinning van de
Noordelijken over de Zuidelijken de
rust in China zou terugkeeren en of
deze stap ons nader zou brengen tot
de eenheid van China.
Deze twijfel is niet ongegrond.
Nu de Nanking regeering ook te
Peking de baas is, begint zij ander
maal met
een optreden tegen de buitenlandsche
regeeringen
Zij heett Maandagavond een manifest
in de buitenlandsche mogendheden
gepubliceerd, waarin verschillende
eischen worden gesteld.
In het bijzonder wordt aangedrongen
op het
terugtrekken van alle buitenlandsche
troepen nit China
aangezien alleen daardoor alle misver
stand en het wederzijdsche wantrouwen
tusschen China en de buitenlandsche
mogendheden kan verdwijnen.
Verder wordt geëischt, dat nieuwe
verdragen worden op den grondslag
van gelijke rechten en wederzijdsche
achting daar de beleedigende bepalin
gen der oud verdragen noch voor
de buitenlandsche mogendheden, noch
voor China bevredigend zijn.
De eisch tot terugtrekking der buiten
landsche troepen wordt gemotiveerd
met de verzekering, dat de belangrijkste
waarborg voor de veiligheid van het
leven en eigendom der buitenlanders
in
een wedorzgdsche goede verstand
houding
is te zoeken.
Bij handhaving van de tegenwoordige
gewoonte om buitenlandsche troepen
te zenden naar alle plaatsen, waar
buitenlanders gpvestigd zijn, zou de