van „PEEL El MAAS" De Paradijskamer PÜROL er op! iprutoL Bij alle Drogisten. Sproeten- komen vroeg in Vijf eeuwen van stillen krijg in de Peel. FBU1LLKTON Een vonnis over de moderne vrouw! Geen helden! ZATERDAG 24 MAART 1928 Negen en veertigste Jaargang No. 12 door A. F. VAN BEURDEN. De richting der grens liep niet volgens anderen op den Bakelschen toren, maar vanaf het Zwart water voornoemd meer noordelijk op (feitelijk 41° meer noord) en van die Springelbeecke tot de Bra- bantache grens, zoodat men het over den aldus ontslaanden grooten driehoek, de latere Vredepeel niet eens was »En bevindende de materie niet sonder groote deffi culteijt", zegt het appoints ment »hebben wij op den XXVIIen der maendt de partijen bij ons geroepen om te veiseucken hen te vergiijcken." Dat gelukte» maar dit haaide onge lukkig den twist naar één punt toe De partijen zouden de gronden samen gebruiken. Daardoor werd het funda ment gelegd voor een stillen krijg, die eeuwen lang zoude duren. De Peel, van 't Zwartwalar af tol de Springelb8ek en van 't Zwarlwater in de richting van den Bakelschen toren, afgesloten door de BrabantschGelder ache dwarsgrens, die 't verboden was gedurende de arbitrage te gebruiken zoude gemeenschappelijk zijn, dat wil zeggea, »voor die van Venraidt ende Vierlincgsbeeck metheurenconsoorten", om die met heure beesten te mogen laeten affweijden, sonder dat ijemand daer eynigen turff steecken en sal mogen, welverstaende ncchthans, dat die van Vierlinxbeeck met haeren consoorlen ende adherenten sullen, als •ij des noot hebben op d'een derde depl van de vooraeijde gemeijne Peel, lig gende ter sijdewaerts naar Beka, heijde maijen en de turf steecken, volgens de manier van Cuijck tot den grond toe en niet boven afstekende of plaggen houwende, terwijl Venray uitdrukkelijk de rechten van den bijensland ten bate van het vroegmisaltaar mocht ontvan gen. Er werd nog in aangehaald, dat dit accoord op Sint Symondsdag in 't klooster Jerusalem te Venray onder teekond was. Gaan wij nu eens na, wat er in dat tract&ai van 1553 gezegd wordt, dan komen wij tot het volgende besluit. Ie. Men erkent het besiaan van een betwisten driehoek tusschen Zwarlwater, Springelbeek en den Bakelschen toren, dus van den driehoek, die men later in 1716 Vredepeel zou gaan noemen, nadat Venray aan de Westzijde nog een stukje aangewonnen had. 2e. Beide partijen, de Venrayschen en de Cuijcklanders mogen er hun beesten laten weiden, wat ook goed was, dat het gezegd werd, want zelfs in het Sambeeksche archief vindt mei. in stukken van de XVe eeuw daar al verklaringen over en oneenigheid onder de Land van Cuykscheir zelf. 3e. Niemand mag er turf steken, alleen is het aan Vierlingsbeek en consoorten toegelaten dat zij op een derde van het stuk in kwestie turf mogen steken. Maar daar zijn twee voorname bepalingen bij gemaakt. a. dat sij des noota hebben wanneer zij er geen van noode hebben, dus ge noeg hebben op andere plaatsen, zooals bijvoorbeeld 3 Aug 1768, toen hun dit pertinent afgevraagd werd, krijgen zij er geen. b. zij moeten den turf tot den grond toe steken, niet schilveren en dus ook geen plaggen halen. De Springelbeek, waarover boven ge sproken wordt, is een klein beekje, waarvan de sporen nog duidelijk zicht baar zijn en die gevoed ward door een bron of »sprung", van daar Springel beek. Dat was ten minste e8n blijvend teeken, aan iedereen bekend, die daa- vee weidde of verkeerde. Dit waren dus de bindende voor waarden, die de hooge heerscher nog eens bekrachtigde en waaraan men zich te houden had. Maar de mensch wonderlijk in zijn bedrijf Nu zou men meenen, dat de zaak voor altijd beslist was en men in vrede zou leven. Maar de inhaligheid en het onverstand der wederzijdsche naburen waren slechte leidslieden voor een duurzamen vrede. Aan de Westzijde bij Ba kei en Gemort en zelfs veel Zuidelijker bij Helden en Weert hadden in de vol gende jaren nog aanhoudend samen komsten aan de grens, opmelingen, grensbepalingen plaals, waarvan men menigvuldige stukken en afschriften in de gemeente-archieven vindt, want ook daar was er van elkander verdragen geen sprake. De oude, onrustige Peel duivel spookte overal rond. Aan die zijde waren de grenzen van Brabant en 't land van Kessel ook alles behalve in orde Daar beweerden da Venrayschen, dat de grens van het Zuiden naar het Noorden liep, begin nende aan den Grootenberg, bij de plaats, waar na 1648 de schuurkerk op Venrayschen grond geslicht is en latei een herberg de Crayenhut verrees, dat 't dan over den Langerijser paal Noorde lijk ging tot den Gemertschen paal of de Bunlhorst, wat 't zelfde was. Maar de Brabanders turfden er lustig n een gedeelte Oostwaarts gaande van de Langerijser over de Wadevoort naa de Springelbeek, wat een aanmerkelijk verschil uitmaakte, daar de Springel beekpaal 2500 meter van den Gemert schen paal aflag. (Wordt vervolgd). Historisch-Romnntisch verhaal van het Kasteel Blyenbeek by Afferden. Vrij naar het Duitsch door B.B. 9 Om die woorden»Vive ut vivas (hij leve zóó dat hij eeuwig leve) voor de toekomst te bewaren, heb ik ze midden in op het plafond geschilderd van de kamer, welke naast het Paradij* ligt. Met deze Christelijke toast nam de maaltijd een einde De dames trokken zich met het kind in de familiekamer terug en gingen daar een gebakje eten en een kopje thee drinken uit fijne sierlijke Chineesche kopjes Thee was in dien tijd nog een kostbare en zeld zame drank, welke wij van een koop man uit Rotterdam betrokken en ons langa de Maas werd toegezonden. De Heeren echter gingen in de hal zitten en spraken onder steeds toenemende vroolijkheid, het edele Rtidesheimer druivensap nog eens flink aan De oude Mathiaa noodigde mij uil een kleine wandeling te maken door de tuin, wat ik heel aardig vond. We daalden dan samen arm in arm de trappen af en kwamen op het Slotplein waar wij een oogenblik naar de dan senden bleven kijken, die nog steeds met hun swart klompen den deel aan I. Min, leerling hoschw&chter na&r Princenhage Ulfenhout. H. H. G. Sieben, chauffeur, naar Keasel Hout 275. Nierkwalen maken u spoedig oud! Het komt in den middelbaren leeftijd i daarna maar al te vaak voor, dat men last krijgt van rugpijn, duizelig heid, zenuwpijnen en urinekwalen. Dit is gewoonlijk een gevolg van overspan ning der nieren het zijn waarschuwin-1 gen van de nieren, dat zij sinds lang hulp behoeven Want gedurende uw heeie leven, dag en nacht, werken de nieren om de vergiften uit uw bloed te fillreeren. Als zij hierin falen, kunnen ernstige en diepgaande kwalen zich ontwikkelen Urinezuur zouten hoopen zich dan in het bloed op, en vormen de kristal len, die zenuwpijnen en rheumatiek veroorzaken efc wel wordt een onvol doende hoeveelheid water aan het blGed onttrokken, waardoor zich waterzuchtige zwellingen kunnen vormen. Ook kunnen ontstaan blaassloornissen, niersteen, niergruis, blaasontsteking, ischias, spit, vermagering, zenuwachtigheid en gebrek aan energie. Vermijd de ontwikkeling dezer ver schijnselen. Wek de nieren op en ver sterk ze met Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Dit sppcifieke niermiddel werki rechtstreeks op de oorzaak van uw kwaal, reinigt en versterkt de nieren, lenigt de urinekanalen en regelt de werking der blaas. Zoowel mannen als vrouwen kunnen baat vinden bij het gebruik van Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Verkrijgbaar (in glasverpakking met iel etiket let hier vooral op) bij spotheken en drogisten f 1 75 per flacon. 40 730—12 Ingekomen en vertrokken personen van 9 tot 17 Maart INGEKOMEN M. A. Coppus, dienstbode, Veldstraat 4 van Helmond. J. A A Gommans, koperslager, Lang straat 35 van Oss. J C. Jacobs, dienstbode, L. 16 van Venlo. P M v. Meijel en gezin, landbouwer, J 56 van Deurne. C D jbets, zonder beroep, Groote straat 7 van K«rkrade. M J. Meissen, kleermaker, Marktstr. 4 van Drillen. F. M. Tillemans, winkeljuffr. Groote Straat 7 van Wanroy. M. Verstegen, kloosterbroeder, Stations weg 14 van Selzaete. J. H. v. Dommelen, keukenknecht, Stationsweg 14- van Oploo. Th. Ch. v. Gend, verpleger, Stations weg 14 van Deurne. VERTROKKEN C. H. Peelers, dienstbode naar Maas hees Overloon. C. F. J. M. Kort, naar Vught, Maria oord. C. v. d. Pulten en gezin, landbouwer, naar Deurne, Molenhof B. 346. P. M R. PoeU en gezin, landbouwer, naar Deurne, St Jozef. J. A Molmans, dienstknecht, naar Deurne, St. Jozef. A Peeters, dienstbode, naar Deurne. St. Jozef A. H. Odenboven, schilder, naar Helmond, Molenstraat 93. 't bewerken waren. Na al die droeve oorlogstijden zulk een vroolijke dag hun van harte gegund, zeide de dappere Mathias, en wie weet wat er nog allemaal voor de deur slaat. Ja, zeide ik, de Erfmaarschalk schijnt ook al donkere voorgevoelens te hebben. Hij schijnt wel van meening, dat na den dood van onzen kinderloo zen koning, een nieuwe gruwelijke oorlogsbrand om de Spaansche erfheer- schappij zal uitbreken De goede God moge ons daarvoor bewaren. Anders een buitengewoon verstandig, vroom en voorzichtig man, die Markies van Hoer.sbroek. Hij heeft me daar zulk een ernstige en ontroerende toast afgi stoken, als ik van mijn leven niet gehoord heb. Ja, zei Mathias, die heer Erfmaa schalk is een buitengewoon verstandig en door en door goede man. Met hel volste recht mogen we hem wel de tweede vader noemen van onzen heer Arnold, want gij kunt op verre na niet vermoeden hoeveel goed hij hem reeds bewezen heeft. Vanmorgen hebt ge me gevraagd, waarom het huwelijk, n bijna twee jaar geleden, zoo in alle stilte was voltrokken. Dit en alles wat daarmede samenhangt zal ik je nu eens vertellen, dan zult ge onzen Erfmaar schalk nog beter lieren kennen en waardeeren. Het is ook maar beter dat gij het nu hoort dan naderhand. Het is een treurige geschiedenis en ik be: nog altijd maar bang dat dit eens een schaduw zal werpen op het geluk van onzen Slotheer en Slotvrouw. Ik weet, I&geia&dsn MifoiesilagsB. wachten roept ze uit als ze bij haar moeders zulke belachelijke buiten sporigheden zien? Heel het beeld der waarachtige moeder is in vele kringen hopeloos zoek. We moeten ze weer terug krijgen en niemand kan ze ons geven dan onze meisjes en de moeders van heden, die hare dochters in eenvoud moeten op voeden. Krachtig moeten zij zich tegen den verkeerden geest verzetten om ons weer de ouderwetsche vrouwen terug te geven. Wij hebben ze zoo noodig. Als Uw Handen ruw zijn of gespron gen en Uw Lippen schraal en pijn lijk; maar vooral ook bij brand en snijwonden, ontvellingen en allerlei huidverwondingen Het verzacht en geneest Beginnen onze moderne vrouwen nog niet te veranderen 1 Ze krijgen er anders genoeg van langs. Van links en van rechts. Spolgedichljes, rake artikelen zeggen i haar voldoende, hoe de wereld haar beu is, hoe de menachen weer naar de ouderwetsche moeders terugverlangen De moderne, de kwasi mondaine vrouw, de kwasi mondaine moeder is leolijk, wekt afkeer. Ze meen* interessant te zijn en ze stoot af Het lype vrouwen, dat ons het ver mannelijkt meisje schonk met haar onhebbelijke nukken, haar onbenulliga kaalgeschoren jongenskop, haar sigaret tusschen de cynisch gevormde lippen, dat type is een ramp voor onze samen leving. De schrijfster Ina Boudier-Pskker beschouwt ze als een na-oorlogsch massa product. En dat type moet weg, zegt ze. Het moet wederom verdwijnen en plaata msken voor de waardige, degelijke vrouw, die haar eer stelt in haar gezin, hetgeen heel goed mogelijk is, zonder te verzuren. Zij blijve gerust sportief. Dit houdt baar gezond. Maar de sportiviteit s'rekke zich verder uit dan haar racket. Zij beschouwe b v. ook haar huishouding sportief en stelle er een eer in een goed huishoudelijk record te verbeteren. En de rokken moge zij weer 20 centi meter langer maken en als ze ouder wordt heusch niet zooveel van haar bloole armen laten zien, doch in haar uiterlijk weer dien smaakvollen een voud brengen, die elk kind zoo graag van zijn moeder ziet, en zoo bitter, bilter-noode mist. Hoe kunnen wij van onze jonge meisjes eenvoud en ingetogenheid ver Wanneer in onze streek een vervol ging zou uitbreken en wij voor ons geloof gebraden, fijngemalen, en heet gestoofd zouden worden, dan stonden er wellicht helden onder ons op 't Kan zijn, maar nu zijn velen ijselijk bang voor het vasten. Vraagt ge den een of ander: »Vast ge?" dan ziet hij u aan, of ge een moordaanslag op hem pleegt, hij is in staat naar de politie te loopen en u wegens lichamelijk letsel aan te klagen. »Ik eet toch al zoo weinig," zegt een andere moderne hongerlijder. Maar, vrind, dan kunt ge best vasten het is geen kunst voor u. »Ik krijg zoo'n hongerl" zegt een derde dat spreekt, daarvoor d i voor boete is de vasten ingesteld. Uit de antwoorden blijkt, dat de edelmoedigheid van vele katholieken bij het nulpunt staan. Voor dezen is het wat goed, dat wij geen Galles en geen Nero in ons land hebben. Vraagt ge een aalmoes, ge krijgt ze; vraagt ge gebed ze zullen het doen maar kom niet aan hun maag Dat is hun heiligdom. Vraag geen lichamelijke versterving dan zijn ze niet thuis Een beetje honger lijden terwille van God kunneD ze niet wat ongemak ^8or hun hemel daarvoor zijn ze niet te vinden En vasten is zelfs verplichtend, het is een gebod. Aan den muur hangt een kruisbeeld, met Christus in nagels en met doornen kroon maar minder eten, hun maag wat laten jeuken, neen hoori dat heb ben ze niet voor Hem over. Vasten en onthouding is de eenige lichamelijke versterving, die is vo.orge schreven en ieder katholiek moet blij zijn, zoo bij ertoe in staat is, deze te beoefenen voor zijn lijdenden Verlosser. dat gij het goed meent met onze edel vrouw en daarom kunt ge misschien helpen waken en oppassen. Als het moet met mijn leven, gaf ik ten antwoord, die woorden hadden mij bijna doen ontstellen van schrik. Dat geloof ik graag, zeide hij, kijk eens wat de maan mooi helder schijnt en wat een heerlijk zachte avond na zulk een heeten zomerdag Laten we met ons tweëen naar de walgang gaan, daar kan ik je alles beter vertellen. De oude man, die ik anders altijd erg stil en teruggetrokken gevonden had, was op die bewuste avond buiten gewoon mededeelzaam Ik blijf er buiten of dit misschien te wijten was aan het edele Bachusnat of dat de algemeene feestvreugde zijn hart wat meer ont sloten had of dat een zeker voorgevoel hem daartoe bewoog. Hij vertelde mij van dtn ouden heer Christoffel z.l den vader van onzen heer Arnold, die niettegenstaande zijne vele en goede eigenschappen een heftig en dikwijls een zeer strijdlustig man was Hij was met den Erfmaarschalk zelf in strijd geweest, omdat hij hem het recht be streed om voor te zitten in de verga deringen der Geldersche standen. Ten slotte hebben de heeren van het hoog gerechtshof het proces, dat met niet geringe kosten aan geld en goed voort durend heen en weer bleef schommelen, aldus beslecht, dat zonder de minste twijfel den Erfmaarschalk het voorzit terschap toekwam, maar dat daarentegen bij zijne afwezigheid de Schenken als hesren van Hillenrath de eerste plaats Wat elke maand te doen geeft. (2e helft Maart.) In deze maand is de bedrijvigheid op alle gronden in vollen gang. Men mest en spit, men zaait en poot, men plant en verplant reeds, me» schoffelt en harkt naar hartelust Men late den mest (stalmest of beer) niet te lang op het land liggen, noch op hoopjes, noch uitgespreid, daar hierdoor, vooral bij scherps droogte, te veel van de kost bare stikstof de lucht ingaat. Hof en erf worden opgeruimd van de over blijfselen van den winter; hel dorre b!ad, dat in den winter nog ia gevallen of is overgewaaid, wordt opgeharkt, tusschen de heesters wordt gespit, de paden worden geschoffeld, en alle hoe ken worden netjes uitgeharkt. Alles moet er nu netjes uitzien, dat geeft den heelen tuin een aantrekkelijk uiterlijk. Wie een bak of bakken heeft, benut ze natuurlijk ook voor het zaaien van bloemzaden. Geregeld door vereischt het zaad, dat reeds gezaaid is, en dat nog gezaaid moet worden, veel zorge De plantjes, die opkomen, moeten dage lijks nagekeken worden, of ze ook soms weg gaan vallen. Is dit 't geval moesten innemen. Niemand zou dus ooit hebben kunnen denken dat de beide vijandige families zich zoo spoedig zouden verzoenen en zelfs door den echt aan elkaar verbonden worden. En toch, zoo gii g de oude Mathias voort, heeft de E-fmaarachalk niet alleen den zoon van zijn tegenstander van een groot ongeluk bevrijd, maar is ook hij tevens de bewerker geweest van het groote geluk dat de echtelieden heden smaken. Dit was zóó. Toen Heer Christoffel stierf, was onze tegenwoor dige Heer Arnold slechts zeventien jaar oud. Het is echter maar zelden goed op zulk een jeugdige leeftijd zijn eigen Heer en meester te zijn en bezitter van zulke groote en uitgestrekte goederen Daarom zal het je dan ook niet ver wonderen, dat de overigens edele en in goede jonker de speelbal werd van meer geslepenen dan hij en zich ten slotte in een leelijk zaakje gewikkeld zag. Zoo ieta gebeurde dan helaas in 1682 toen hij naar het land vanJüüch was gegaan, om daar een bezoek te brengen aan eenige van zijn bloedver wanten. Ik was bij hem en het is eigen lijk mijn schuld geweest, ik bad mijn oogen open moeten houden Toen ter tijd was het nog een beeldschoone jongeling, gij kent zijn portret, dat in de Hal hangt. Dit werd toenmaals door een Meester geschilderd, ofschoon hij natuurlijk niet zoo uitschitterde als jullie schilders tegenwoordig, datspreekt van zelf. Natuurlijk begreep ik de zijdeling- sche steek heel goed, die de oude Mathiaa mij hier toediende, maar ik dan moeten ze zoo spoedig mogelijk verspeend worden, en altijd nog onder glas blijven voortkweeken. Vele soorten kunnen in deze maand, op het eind nog, gezaaid worden, zooals: Pelunia'8, Verbena's, Lobelia's, Pyre- thrum of gele Kamille (de bekende mozaïekplant), Reseda Parilla nank- mensis en nog vele soorten van bloemen, welke men des zomers in den tuin zou willen hebben. Hier worden bedoeld die soorten, wslke vooraf order glas gezaaid moeten worden. Wanneer dit zaad pas gezaaid is, moet het tegen de zon beschermd worden, daar anders de grond te veel uitdroogt, en veel gieten is nadeelig. De soorten, welke men op heur bestemming zaait of op den kousen grond, kunnen gezaaid worden half April, of ook nog wel in het laatst van de maand In de maand Maart, bij scherp zonnig weer, zal 'l in de bakken al beginnen uit te drogen, zoodat het noodig zal zijn eens te gieten. Hiervoor ia 'tgoed eerst het water eenige uren in de zon te zetten, opdat d6 ergste kou er wat aftrekt en 't eenigszins lauw wordt. Dat ia in dezen tijd zeer aan te bevolen. Bloemkool houdt van veel water, en moet goed nat gehouden worden; ook wortelen moeten nooit droog zijn, daar de groei anders stil zou staan en ze dan vurig zouden worden. Met snij-en spercieboonen is het snders; die moeten voorzichtiger behandeld worden, niette veel over de bladen gieten I Ze smeulen zoo licht; al behoeven ze nu juist niet veel water, toch moet men zorgen dat de grond vochtig blijft. Meloenen moet men tegen den avond besproeien, dat is goed voor de luis en houdt de planten zuiver. Ze houden van vocht en warmte Komkommers geve men dezelfde behandeling' Postelein mag in 't geheel niet begoten worden in den bak. In den groententuin is nu ook volop werk. Er is veel, dat thans in den grond gebracht moet worden: kool soorten, scborseneeren, wortelen, soor- t8n erwten, kortom alles, wat men in den zomer gaarne in den tuin zou wil len hebben. Schorseneeren moet redelijk diep in den grond gemaakt worden, om ze legen de roofzucht der vogels te be schermen; worden ze wat diep jr. den grond gebracht, dan kunnen deze ze niet zoo gemakkelijk uittrekken. Schorseneeren kan men wel e^n jaar overlaten staan dan worden ze dikker en langer, en behouden even goed den smaak. Tusschen de schorseneeren kan men sla zaaien, maar men hale deze er op tijd uit, anders lijden de eerste te veel; zoo ook selderij en peterselie, om eens een paar planten biervan te hebben. Er kan ook om 'l bed schorse neeren een regel sla geplant worden. Zoo kan men van weinig grond veel en verschillende vruchten halen, wat voor kleine tuintjes natuurlijk aan te bevelen is. Ook wortelen moeten om dezen tijd in den grond Hiervoor ge bruikte men vroeger algemeen de vroege derwik of den Naarder tuin- wortel; de Araslerdamsche bakwortel is ook een goede soort, en ook de vroege Langendijker en de Zwijndrecht- sche. Wij onderscheiden twee soortende zomer en de winterwortels. Voor win'er- wortels, die in 't laatst van April of begin Mei worden gezaaid (liefst op rijen), gebruiken wijde Berlicummer, de lange Nijmeegsche en deHoornsche 8tomppuntige. deed juist alsof ik er niets van bemerkte, en antwoordde heel vriendelijk: Ge weet, dat ik die mooie afbeel ding van den jonker gekleed in wam buis met groote witte zijden koorden heel goed ken. Het is zeer mooi en goed geschilderd, maar het is bepaald wel erg geflatteerd, want zóó niet dan is onze jonker sinds dien tijd kolossaai veranderd. Hij ziet nu zoo bleek en heeft van die ingevallen wangen en van die vroegtijdige rimpels, dal ik al meermalen gedacht heb, dat hij sinds zijn jeugd bepaald veel moet geleden hebben. Ja, zei Mathias, hij heeft een bil tere kelk moeten drinken. Luister maar eens: Daar in het land van Jülich ont moette hij een Frangaise, die zich voor gravin uitgaf en zeide dat ze de weduwe was van een zekeren graaf de Bruay. Een mooie, knappe, maar allergevaar lijkste vrouw. Ik wil hier niet verder uitweiden over haar liederlijk leven. Ik heb haar altijd voor een echte heks gehouden en ik geloof zeker, dat ze met een of ander helsch toovermiddellje het hart van den jonker aan zich ge bonden hield en tegelijk ook mijne oogen verblindde. Wordt vervolgd. het voorjaar, koop tijdig een pot

Peel en Maas | 1928 | | pagina 5