van „PEEL El MAAS"
De Paradijskamer
PÜROL er op!
iprutoL Bij alle Drogisten.
Sproeten- komen vroeg in
Vijf eeuwen van stillen
krijg in de Peel.
FBU1LLKTON
Een vonnis over de
moderne vrouw!
Geen helden!
ZATERDAG 24 MAART 1928
Negen en veertigste Jaargang
No. 12
door A. F. VAN BEURDEN.
De richting der grens liep niet volgens
anderen op den Bakelschen toren, maar
vanaf het Zwart water voornoemd meer
noordelijk op (feitelijk 41° meer noord)
en van die Springelbeecke tot de Bra-
bantache grens, zoodat men het over
den aldus ontslaanden grooten driehoek,
de latere Vredepeel niet eens was
»En bevindende de materie niet sonder
groote deffi culteijt", zegt het appoints
ment »hebben wij op den XXVIIen
der maendt de partijen bij ons geroepen
om te veiseucken hen te vergiijcken."
Dat gelukte» maar dit haaide onge
lukkig den twist naar één punt toe
De partijen zouden de gronden samen
gebruiken. Daardoor werd het funda
ment gelegd voor een stillen krijg, die
eeuwen lang zoude duren.
De Peel, van 't Zwartwalar af tol de
Springelb8ek en van 't Zwarlwater in
de richting van den Bakelschen toren,
afgesloten door de BrabantschGelder
ache dwarsgrens, die 't verboden was
gedurende de arbitrage te gebruiken
zoude gemeenschappelijk zijn, dat wil
zeggea, »voor die van Venraidt ende
Vierlincgsbeeck metheurenconsoorten",
om die met heure beesten te mogen
laeten affweijden, sonder dat ijemand
daer eynigen turff steecken en sal
mogen, welverstaende ncchthans, dat
die van Vierlinxbeeck met haeren
consoorlen ende adherenten sullen, als
•ij des noot hebben op d'een derde depl
van de vooraeijde gemeijne Peel, lig
gende ter sijdewaerts naar Beka, heijde
maijen en de turf steecken, volgens de
manier van Cuijck tot den grond toe
en niet boven afstekende of plaggen
houwende, terwijl Venray uitdrukkelijk
de rechten van den bijensland ten bate
van het vroegmisaltaar mocht ontvan
gen.
Er werd nog in aangehaald, dat dit
accoord op Sint Symondsdag in 't
klooster Jerusalem te Venray onder
teekond was.
Gaan wij nu eens na, wat er in dat
tract&ai van 1553 gezegd wordt, dan
komen wij tot het volgende besluit.
Ie. Men erkent het besiaan van een
betwisten driehoek tusschen Zwarlwater,
Springelbeek en den Bakelschen toren,
dus van den driehoek, die men later
in 1716 Vredepeel zou gaan noemen,
nadat Venray aan de Westzijde nog
een stukje aangewonnen had.
2e. Beide partijen, de Venrayschen
en de Cuijcklanders mogen er hun
beesten laten weiden, wat ook goed
was, dat het gezegd werd, want zelfs
in het Sambeeksche archief vindt mei.
in stukken van de XVe eeuw daar al
verklaringen over en oneenigheid onder
de Land van Cuykscheir zelf.
3e. Niemand mag er turf steken,
alleen is het aan Vierlingsbeek en
consoorten toegelaten dat zij op een
derde van het stuk in kwestie turf
mogen steken. Maar daar zijn twee
voorname bepalingen bij gemaakt.
a. dat sij des noota hebben wanneer
zij er geen van noode hebben, dus ge
noeg hebben op andere plaatsen, zooals
bijvoorbeeld 3 Aug 1768, toen hun dit
pertinent afgevraagd werd, krijgen zij
er geen.
b. zij moeten den turf tot den grond
toe steken, niet schilveren en dus ook
geen plaggen halen.
De Springelbeek, waarover boven ge
sproken wordt, is een klein beekje,
waarvan de sporen nog duidelijk zicht
baar zijn en die gevoed ward door een
bron of »sprung", van daar Springel
beek. Dat was ten minste e8n blijvend
teeken, aan iedereen bekend, die daa-
vee weidde of verkeerde.
Dit waren dus de bindende voor
waarden, die de hooge heerscher nog
eens bekrachtigde en waaraan men
zich te houden had. Maar de mensch
wonderlijk in zijn bedrijf
Nu zou men meenen, dat de zaak
voor altijd beslist was en men in vrede
zou leven. Maar de inhaligheid en het
onverstand der wederzijdsche naburen
waren slechte leidslieden voor een
duurzamen vrede.
Aan de Westzijde bij Ba kei en
Gemort en zelfs veel Zuidelijker bij
Helden en Weert hadden in de vol
gende jaren nog aanhoudend samen
komsten aan de grens, opmelingen,
grensbepalingen plaals, waarvan men
menigvuldige stukken en afschriften in
de gemeente-archieven vindt, want ook
daar was er van elkander verdragen
geen sprake. De oude, onrustige Peel
duivel spookte overal rond.
Aan die zijde waren de grenzen van
Brabant en 't land van Kessel ook
alles behalve in orde Daar beweerden
da Venrayschen, dat de grens van het
Zuiden naar het Noorden liep, begin
nende aan den Grootenberg, bij de
plaats, waar na 1648 de schuurkerk op
Venrayschen grond geslicht is en latei
een herberg de Crayenhut verrees, dat
't dan over den Langerijser paal Noorde
lijk ging tot den Gemertschen paal of
de Bunlhorst, wat 't zelfde was.
Maar de Brabanders turfden er lustig
n een gedeelte Oostwaarts gaande van
de Langerijser over de Wadevoort naa
de Springelbeek, wat een aanmerkelijk
verschil uitmaakte, daar de Springel
beekpaal 2500 meter van den Gemert
schen paal aflag.
(Wordt vervolgd).
Historisch-Romnntisch verhaal van
het Kasteel Blyenbeek by Afferden.
Vrij naar het Duitsch door B.B.
9
Om die woorden»Vive ut vivas
(hij leve zóó dat hij eeuwig leve) voor
de toekomst te bewaren, heb ik ze
midden in op het plafond geschilderd
van de kamer, welke naast het Paradij*
ligt.
Met deze Christelijke toast nam de
maaltijd een einde De dames trokken
zich met het kind in de familiekamer
terug en gingen daar een gebakje eten
en een kopje thee drinken uit fijne
sierlijke Chineesche kopjes Thee was
in dien tijd nog een kostbare en zeld
zame drank, welke wij van een koop
man uit Rotterdam betrokken en ons
langa de Maas werd toegezonden. De
Heeren echter gingen in de hal zitten
en spraken onder steeds toenemende
vroolijkheid, het edele Rtidesheimer
druivensap nog eens flink aan
De oude Mathiaa noodigde mij uil
een kleine wandeling te maken door
de tuin, wat ik heel aardig vond. We
daalden dan samen arm in arm de
trappen af en kwamen op het Slotplein
waar wij een oogenblik naar de dan
senden bleven kijken, die nog steeds
met hun swart klompen den deel aan
I. Min, leerling hoschw&chter na&r
Princenhage Ulfenhout.
H. H. G. Sieben, chauffeur, naar
Keasel Hout 275.
Nierkwalen maken u spoedig oud!
Het komt in den middelbaren leeftijd
i daarna maar al te vaak voor, dat
men last krijgt van rugpijn, duizelig
heid, zenuwpijnen en urinekwalen. Dit
is gewoonlijk een gevolg van overspan
ning der nieren het zijn waarschuwin-1
gen van de nieren, dat zij sinds lang
hulp behoeven Want gedurende uw
heeie leven, dag en nacht, werken de
nieren om de vergiften uit uw bloed te
fillreeren. Als zij hierin falen, kunnen
ernstige en diepgaande kwalen zich
ontwikkelen
Urinezuur zouten hoopen zich dan
in het bloed op, en vormen de kristal
len, die zenuwpijnen en rheumatiek
veroorzaken efc wel wordt een onvol
doende hoeveelheid water aan het blGed
onttrokken, waardoor zich waterzuchtige
zwellingen kunnen vormen. Ook kunnen
ontstaan blaassloornissen, niersteen,
niergruis, blaasontsteking, ischias, spit,
vermagering, zenuwachtigheid en gebrek
aan energie.
Vermijd de ontwikkeling dezer ver
schijnselen. Wek de nieren op en ver
sterk ze met Foster's Rugpijn Nieren
Pillen. Dit sppcifieke niermiddel werki
rechtstreeks op de oorzaak van uw
kwaal, reinigt en versterkt de nieren,
lenigt de urinekanalen en regelt de
werking der blaas.
Zoowel mannen als vrouwen kunnen
baat vinden bij het gebruik van Foster's
Rugpijn Nieren Pillen.
Verkrijgbaar (in glasverpakking met
iel etiket let hier vooral op) bij
spotheken en drogisten f 1 75 per
flacon. 40
730—12
Ingekomen en vertrokken personen
van 9 tot 17 Maart
INGEKOMEN
M. A. Coppus, dienstbode, Veldstraat
4 van Helmond.
J. A A Gommans, koperslager, Lang
straat 35 van Oss.
J C. Jacobs, dienstbode, L. 16 van
Venlo.
P M v. Meijel en gezin, landbouwer,
J 56 van Deurne.
C D jbets, zonder beroep, Groote straat
7 van K«rkrade.
M J. Meissen, kleermaker, Marktstr.
4 van Drillen.
F. M. Tillemans, winkeljuffr. Groote
Straat 7 van Wanroy.
M. Verstegen, kloosterbroeder, Stations
weg 14 van Selzaete.
J. H. v. Dommelen, keukenknecht,
Stationsweg 14- van Oploo.
Th. Ch. v. Gend, verpleger, Stations
weg 14 van Deurne.
VERTROKKEN
C. H. Peelers, dienstbode naar Maas
hees Overloon.
C. F. J. M. Kort, naar Vught, Maria
oord.
C. v. d. Pulten en gezin, landbouwer,
naar Deurne, Molenhof B. 346.
P. M R. PoeU en gezin, landbouwer,
naar Deurne, St Jozef.
J. A Molmans, dienstknecht, naar
Deurne, St. Jozef.
A Peeters, dienstbode, naar Deurne.
St. Jozef
A. H. Odenboven, schilder, naar
Helmond, Molenstraat 93.
't bewerken waren.
Na al die droeve oorlogstijden
zulk een vroolijke dag hun van harte
gegund, zeide de dappere Mathias, en
wie weet wat er nog allemaal voor de
deur slaat.
Ja, zeide ik, de Erfmaarschalk
schijnt ook al donkere voorgevoelens
te hebben. Hij schijnt wel van meening,
dat na den dood van onzen kinderloo
zen koning, een nieuwe gruwelijke
oorlogsbrand om de Spaansche erfheer-
schappij zal uitbreken De goede God
moge ons daarvoor bewaren. Anders
een buitengewoon verstandig, vroom en
voorzichtig man, die Markies van
Hoer.sbroek. Hij heeft me daar zulk
een ernstige en ontroerende toast afgi
stoken, als ik van mijn leven niet
gehoord heb.
Ja, zei Mathias, die heer Erfmaa
schalk is een buitengewoon verstandig
en door en door goede man. Met hel
volste recht mogen we hem wel de
tweede vader noemen van onzen heer
Arnold, want gij kunt op verre na niet
vermoeden hoeveel goed hij hem reeds
bewezen heeft. Vanmorgen hebt ge me
gevraagd, waarom het huwelijk, n
bijna twee jaar geleden, zoo in alle
stilte was voltrokken. Dit en alles wat
daarmede samenhangt zal ik je nu eens
vertellen, dan zult ge onzen Erfmaar
schalk nog beter lieren kennen en
waardeeren. Het is ook maar beter dat
gij het nu hoort dan naderhand. Het
is een treurige geschiedenis en ik be:
nog altijd maar bang dat dit eens een
schaduw zal werpen op het geluk van
onzen Slotheer en Slotvrouw. Ik weet,
I&geia&dsn MifoiesilagsB.
wachten roept ze uit als ze bij
haar moeders zulke belachelijke buiten
sporigheden zien?
Heel het beeld der waarachtige
moeder is in vele kringen hopeloos
zoek.
We moeten ze weer terug krijgen en
niemand kan ze ons geven dan onze
meisjes en de moeders van heden, die
hare dochters in eenvoud moeten op
voeden. Krachtig moeten zij zich tegen
den verkeerden geest verzetten om ons
weer de ouderwetsche vrouwen terug
te geven.
Wij hebben ze zoo noodig.
Als Uw Handen ruw zijn of gespron
gen en Uw Lippen schraal en pijn
lijk; maar vooral ook bij brand en
snijwonden, ontvellingen en allerlei
huidverwondingen
Het verzacht en geneest
Beginnen onze moderne vrouwen nog
niet te veranderen 1
Ze krijgen er anders genoeg van
langs.
Van links en van rechts.
Spolgedichljes, rake artikelen zeggen i
haar voldoende, hoe de wereld haar
beu is, hoe de menachen weer naar de
ouderwetsche moeders terugverlangen
De moderne, de kwasi mondaine
vrouw, de kwasi mondaine moeder is
leolijk, wekt afkeer.
Ze meen* interessant te zijn en ze
stoot af
Het lype vrouwen, dat ons het ver
mannelijkt meisje schonk met haar
onhebbelijke nukken, haar onbenulliga
kaalgeschoren jongenskop, haar sigaret
tusschen de cynisch gevormde lippen,
dat type is een ramp voor onze samen
leving.
De schrijfster Ina Boudier-Pskker
beschouwt ze als een na-oorlogsch
massa product. En dat type moet weg,
zegt ze. Het moet wederom verdwijnen
en plaata msken voor de waardige,
degelijke vrouw, die haar eer stelt in
haar gezin, hetgeen heel goed mogelijk
is, zonder te verzuren. Zij blijve gerust
sportief. Dit houdt baar gezond. Maar
de sportiviteit s'rekke zich verder uit
dan haar racket. Zij beschouwe b v.
ook haar huishouding sportief en stelle
er een eer in een goed huishoudelijk
record te verbeteren.
En de rokken moge zij weer 20 centi
meter langer maken en als ze ouder
wordt heusch niet zooveel van haar
bloole armen laten zien, doch in haar
uiterlijk weer dien smaakvollen een
voud brengen, die elk kind zoo graag
van zijn moeder ziet, en zoo bitter,
bilter-noode mist.
Hoe kunnen wij van onze jonge
meisjes eenvoud en ingetogenheid ver
Wanneer in onze streek een vervol
ging zou uitbreken en wij voor ons
geloof gebraden, fijngemalen, en heet
gestoofd zouden worden, dan stonden
er wellicht helden onder ons op 't
Kan zijn, maar nu zijn velen ijselijk
bang voor het vasten.
Vraagt ge den een of ander: »Vast
ge?" dan ziet hij u aan, of ge een
moordaanslag op hem pleegt, hij is
in staat naar de politie te loopen en u
wegens lichamelijk letsel aan te klagen.
»Ik eet toch al zoo weinig," zegt een
andere moderne hongerlijder. Maar,
vrind, dan kunt ge best vasten het
is geen kunst voor u.
»Ik krijg zoo'n hongerl" zegt een
derde dat spreekt, daarvoor d i
voor boete is de vasten ingesteld.
Uit de antwoorden blijkt, dat de
edelmoedigheid van vele katholieken
bij het nulpunt staan.
Voor dezen is het wat goed, dat wij
geen Galles en geen Nero in ons land
hebben.
Vraagt ge een aalmoes, ge krijgt
ze; vraagt ge gebed ze zullen het
doen maar kom niet aan hun maag
Dat is hun heiligdom.
Vraag geen lichamelijke versterving
dan zijn ze niet thuis Een beetje
honger lijden terwille van God kunneD
ze niet wat ongemak ^8or hun
hemel daarvoor zijn ze niet te vinden
En vasten is zelfs verplichtend, het
is een gebod.
Aan den muur hangt een kruisbeeld,
met Christus in nagels en met doornen
kroon maar minder eten, hun maag
wat laten jeuken, neen hoori dat heb
ben ze niet voor Hem over.
Vasten en onthouding is de eenige
lichamelijke versterving, die is vo.orge
schreven en ieder katholiek moet blij
zijn, zoo bij ertoe in staat is, deze te
beoefenen voor zijn lijdenden Verlosser.
dat gij het goed meent met onze edel
vrouw en daarom kunt ge misschien
helpen waken en oppassen.
Als het moet met mijn leven, gaf
ik ten antwoord, die woorden hadden
mij bijna doen ontstellen van schrik.
Dat geloof ik graag, zeide hij,
kijk eens wat de maan mooi helder
schijnt en wat een heerlijk zachte
avond na zulk een heeten zomerdag
Laten we met ons tweëen naar de
walgang gaan, daar kan ik je alles
beter vertellen.
De oude man, die ik anders altijd
erg stil en teruggetrokken gevonden
had, was op die bewuste avond buiten
gewoon mededeelzaam Ik blijf er buiten
of dit misschien te wijten was aan het
edele Bachusnat of dat de algemeene
feestvreugde zijn hart wat meer ont
sloten had of dat een zeker voorgevoel
hem daartoe bewoog. Hij vertelde mij
van dtn ouden heer Christoffel z.l
den vader van onzen heer Arnold, die
niettegenstaande zijne vele en goede
eigenschappen een heftig en dikwijls
een zeer strijdlustig man was Hij was
met den Erfmaarschalk zelf in strijd
geweest, omdat hij hem het recht be
streed om voor te zitten in de verga
deringen der Geldersche standen. Ten
slotte hebben de heeren van het hoog
gerechtshof het proces, dat met niet
geringe kosten aan geld en goed voort
durend heen en weer bleef schommelen,
aldus beslecht, dat zonder de minste
twijfel den Erfmaarschalk het voorzit
terschap toekwam, maar dat daarentegen
bij zijne afwezigheid de Schenken als
hesren van Hillenrath de eerste plaats
Wat elke maand te doen
geeft.
(2e helft Maart.)
In deze maand is de bedrijvigheid op
alle gronden in vollen gang. Men mest
en spit, men zaait en poot, men plant
en verplant reeds, me» schoffelt en
harkt naar hartelust Men late den
mest (stalmest of beer) niet te lang op
het land liggen, noch op hoopjes, noch
uitgespreid, daar hierdoor, vooral bij
scherps droogte, te veel van de kost
bare stikstof de lucht ingaat. Hof en
erf worden opgeruimd van de over
blijfselen van den winter; hel dorre
b!ad, dat in den winter nog ia gevallen
of is overgewaaid, wordt opgeharkt,
tusschen de heesters wordt gespit, de
paden worden geschoffeld, en alle hoe
ken worden netjes uitgeharkt. Alles
moet er nu netjes uitzien, dat geeft den
heelen tuin een aantrekkelijk uiterlijk.
Wie een bak of bakken heeft, benut
ze natuurlijk ook voor het zaaien van
bloemzaden. Geregeld door vereischt
het zaad, dat reeds gezaaid is, en dat
nog gezaaid moet worden, veel zorge
De plantjes, die opkomen, moeten dage
lijks nagekeken worden, of ze ook
soms weg gaan vallen. Is dit 't geval
moesten innemen. Niemand zou dus
ooit hebben kunnen denken dat de
beide vijandige families zich zoo spoedig
zouden verzoenen en zelfs door den
echt aan elkaar verbonden worden.
En toch, zoo gii g de oude Mathias
voort, heeft de E-fmaarachalk niet
alleen den zoon van zijn tegenstander
van een groot ongeluk bevrijd, maar
is ook hij tevens de bewerker geweest
van het groote geluk dat de echtelieden
heden smaken. Dit was zóó. Toen Heer
Christoffel stierf, was onze tegenwoor
dige Heer Arnold slechts zeventien jaar
oud. Het is echter maar zelden goed
op zulk een jeugdige leeftijd zijn eigen
Heer en meester te zijn en bezitter van
zulke groote en uitgestrekte goederen
Daarom zal het je dan ook niet ver
wonderen, dat de overigens edele en
in goede jonker de speelbal werd van
meer geslepenen dan hij en zich ten
slotte in een leelijk zaakje gewikkeld
zag. Zoo ieta gebeurde dan helaas in
1682 toen hij naar het land vanJüüch
was gegaan, om daar een bezoek te
brengen aan eenige van zijn bloedver
wanten. Ik was bij hem en het is eigen
lijk mijn schuld geweest, ik bad mijn
oogen open moeten houden Toen ter
tijd was het nog een beeldschoone
jongeling, gij kent zijn portret, dat in
de Hal hangt. Dit werd toenmaals door
een Meester geschilderd, ofschoon hij
natuurlijk niet zoo uitschitterde als
jullie schilders tegenwoordig, datspreekt
van zelf.
Natuurlijk begreep ik de zijdeling-
sche steek heel goed, die de oude
Mathiaa mij hier toediende, maar ik
dan moeten ze zoo spoedig mogelijk
verspeend worden, en altijd nog onder
glas blijven voortkweeken.
Vele soorten kunnen in deze maand,
op het eind nog, gezaaid worden, zooals:
Pelunia'8, Verbena's, Lobelia's, Pyre-
thrum of gele Kamille (de bekende
mozaïekplant), Reseda Parilla nank-
mensis en nog vele soorten van
bloemen, welke men des zomers in den
tuin zou willen hebben. Hier worden
bedoeld die soorten, wslke vooraf order
glas gezaaid moeten worden. Wanneer
dit zaad pas gezaaid is, moet het tegen
de zon beschermd worden, daar anders
de grond te veel uitdroogt, en veel
gieten is nadeelig. De soorten, welke
men op heur bestemming zaait of op
den kousen grond, kunnen gezaaid
worden half April, of ook nog wel in
het laatst van de maand
In de maand Maart, bij scherp zonnig
weer, zal 'l in de bakken al beginnen
uit te drogen, zoodat het noodig zal
zijn eens te gieten. Hiervoor ia 'tgoed
eerst het water eenige uren in de zon
te zetten, opdat d6 ergste kou er wat
aftrekt en 't eenigszins lauw wordt.
Dat ia in dezen tijd zeer aan te bevolen.
Bloemkool houdt van veel water, en
moet goed nat gehouden worden; ook
wortelen moeten nooit droog zijn, daar
de groei anders stil zou staan en ze
dan vurig zouden worden. Met snij-en
spercieboonen is het snders; die moeten
voorzichtiger behandeld worden, niette
veel over de bladen gieten I Ze smeulen
zoo licht; al behoeven ze nu juist niet
veel water, toch moet men zorgen dat
de grond vochtig blijft.
Meloenen moet men tegen den avond
besproeien, dat is goed voor de luis en
houdt de planten zuiver.
Ze houden van vocht en warmte
Komkommers geve men dezelfde
behandeling' Postelein mag in 't geheel
niet begoten worden in den bak.
In den groententuin is nu ook volop
werk. Er is veel, dat thans in den
grond gebracht moet worden: kool
soorten, scborseneeren, wortelen, soor-
t8n erwten, kortom alles, wat men in
den zomer gaarne in den tuin zou wil
len hebben.
Schorseneeren moet redelijk diep in
den grond gemaakt worden, om ze
legen de roofzucht der vogels te be
schermen; worden ze wat diep jr. den
grond gebracht, dan kunnen deze ze
niet zoo gemakkelijk uittrekken.
Schorseneeren kan men wel e^n jaar
overlaten staan dan worden ze dikker
en langer, en behouden even goed den
smaak. Tusschen de schorseneeren kan
men sla zaaien, maar men hale deze
er op tijd uit, anders lijden de eerste
te veel; zoo ook selderij en peterselie,
om eens een paar planten biervan te
hebben. Er kan ook om 'l bed schorse
neeren een regel sla geplant worden.
Zoo kan men van weinig grond veel
en verschillende vruchten halen, wat
voor kleine tuintjes natuurlijk aan te
bevelen is. Ook wortelen moeten om
dezen tijd in den grond Hiervoor ge
bruikte men vroeger algemeen de
vroege derwik of den Naarder tuin-
wortel; de Araslerdamsche bakwortel
is ook een goede soort, en ook de
vroege Langendijker en de Zwijndrecht-
sche.
Wij onderscheiden twee soortende
zomer en de winterwortels. Voor win'er-
wortels, die in 't laatst van April of
begin Mei worden gezaaid (liefst op
rijen), gebruiken wijde Berlicummer,
de lange Nijmeegsche en deHoornsche
8tomppuntige.
deed juist alsof ik er niets van bemerkte,
en antwoordde heel vriendelijk:
Ge weet, dat ik die mooie afbeel
ding van den jonker gekleed in wam
buis met groote witte zijden koorden
heel goed ken. Het is zeer mooi en
goed geschilderd, maar het is bepaald
wel erg geflatteerd, want zóó niet dan
is onze jonker sinds dien tijd kolossaai
veranderd. Hij ziet nu zoo bleek en
heeft van die ingevallen wangen en
van die vroegtijdige rimpels, dal ik al
meermalen gedacht heb, dat hij sinds
zijn jeugd bepaald veel moet geleden
hebben.
Ja, zei Mathias, hij heeft een bil
tere kelk moeten drinken. Luister maar
eens: Daar in het land van Jülich ont
moette hij een Frangaise, die zich voor
gravin uitgaf en zeide dat ze de weduwe
was van een zekeren graaf de Bruay.
Een mooie, knappe, maar allergevaar
lijkste vrouw. Ik wil hier niet verder
uitweiden over haar liederlijk leven.
Ik heb haar altijd voor een echte heks
gehouden en ik geloof zeker, dat ze
met een of ander helsch toovermiddellje
het hart van den jonker aan zich ge
bonden hield en tegelijk ook mijne oogen
verblindde.
Wordt vervolgd.
het voorjaar, koop tijdig een pot