Tweed© Blad van „PIIL EM MAAS" Drankaccijns an Drankgebruik. Het Onze Vader. Even nadenken. Bijen en fruit. Hoogejeder- en schoenprijzen. De nieuwe Ford. Ingekomen en vertrokken personen. Dat de enorme verhooging van den accijns op het gedistilleerd een grooten invloed moet hebben gehad op den verkoop van sterken drank, spreekt wel vanzelf. In de „Grondwet" vinden wij een aantal cijfers medegedeeld over de verhooging van den accijns sinds hoofd der bevolking. In 1862 was de accijns f 22.— In 1863 was de accijns f 35.- In 1864 was de accijns f 50 In 1869 was de accijns f 53.— In 1877 was dc accijns f 57.— In 1884 was de accijns f 60 In 1892 was de accijns f 63.— In 1909 was de accijns f 90- In 1919 was dte accijns f 150.— -t- 10 pel. in 1920 was de accijns f 300.— -f 10 pet. alles per H.L Per hoofd der bevolking dus per inwoner van Nederland, was het gebruik van 1902 tot 1906 per jaar 7.66 liter. Van 1907-1911 in Liters 6.35 In 1913 ad 50 pet. 5.23 ln 1914 5.57 In 1915 4.51 ln 1916 ii 4.75 In 1917 n 4.98 ln 1918 n 3,23 ln 1919 n 4.25 In 1920 n 5.16 In 1921 n 2.90 ln 1922 2.8S In 1923 2.43 ln 1924 m 2.29 ln de periode van 1907— 1911 zeer loonend gemaakt. Werkeloos heid en slechte gang van zaken hebben daarenboven velen verleid tot het avontuurlijke en gevaarlijke leven van den smokkelaar. Vooral langs de Brabantsche grens moet veel drank uit België naar Nederland gesmokkeld worden, zeer tot nadeel moreel nadeel van de smokkelaars en van hen, die door den door dezen ge- smokkelden alcohol aan den dranx raken. Wanneer eenmaal de drankaccijns zal worden verminderd en het schijnt, dat het daartoe wel komen zal, terwijl er ook onder principieele drankbestrijders voorstanders zijn van deze verlaging dan zal een der groote motieven daartoe zijn, om het prijsverschil voor alcohol hier en over de grens kleiner te maken en aldus den ongelukkigen smokkelhandel zooveel mogelijk den kop in te druk ken. Zijn de boven aangehaalde ver bruikscijfers dus niet volkomen te aanvaarden, er blijkt toch wel uit, dat het drankmisbruik de laatste kwarteeuw veel is verminderd. Een vermindering van ruim 7i/« liter per hoofd der bevolking in 1906 tot nog geen 2i/« liter in 1924 is zeer veel Ook hiertoe hebben allerlei factoren medegewerkt, maar de georganiseerde drankbestrijding heeft zeer zeker door hare propaganda, haar bestrijding van drinkgewoonten en drinkgelegenheden haar reclasseering enz. veel gedaan om ons volk op den weg der matig heid te brengen en flink voorwaarts te doen schrijden. oefende de aanzienlijke verhooging van den accijns in 1909, reeds invloed uit op het verbruik. Tot 1913 zien we hetzelfde plaats hebben. Het uitbreken van den oorlog, de mobilisatie, het enorm aantal vreem den en geinterneerden deden de consumptie in 1914 stijgen. Als vergelijkingsjaar moe'. 1918 uitgeschakeld worden, in verband met de rantsoeneering der branderijen 1919 en vooral 1920 geven weer eene stijging te zien. Doch daarna begint de tot f 330.opgedreven accijns voorgoed op de consumptie in te werken. Geheel zuiver zijn de bovenstaande cijfers, wat het drankgebruik per hoofd betreft, niet. De geheime distil lateurs, die de laatste jaren met tien tallen werden aangetroffen, verhoogen natuurlijk het verbruik eenigszins maar hun productie valt buiten de statistische cijfers. Daarenboven zal hetgeen in ons land door vreemden die zich hier niet vestigden, aan sterken drank wordt geconsumeerd het gebruik per hoofd weer iets doen verminderen. Een factor, die de verbruikscijfers ook al wat te gunstig maakt, is de smokkelhandel in drank. Het is te begrijpen, dat de drank smokkelarij toeneemt naarmate het prijsverschil van den drank aan deze en gene zijde der grens grooter wordt. En de verdubbeling van den accijris in 1920 heeft die smokkelarij wel FEUILLETON 28 Lazare Saville haalt het horloge uit zijn vestjeszak, maar hij kan nauwe lijks meer de wijzerplaat onderscheiden Hij kijkt rond, maar als een bewo gen mast golft rondom hem de men schenmenigte. Bij elke schrede, die hij thans doet, botst hij tegen voorbijgan gers en bij den rand van het trottoir dreigt hij telkens te vallen. Een gevoel van moedeloosheid komt over hem. Neen, het is niet mogelijk het zal wel weer voorbijgaan het is zeker een oogenblikkelijke zwakte zijner arme, vermoeide oogen Hij strijkt met de hand erover heen alsof hij daardoor den sluier kon weg nemen, die zijn gezicht als het ware bedekt Dan leunt hij aan een muur en wacht. De hond jankt, springt tegen hem op legt de poolen op zijn knie en huilt klagend, haast vragend. Savilld liefkoost het dier. Dat is ten minste 68n kleine vriend te midden van deze onv erschillige menigte, die hem stoot en dringt en door welke hij zich baan moet breken om thuis te komen. Wat te doen Hij neemt zijn zak doek en knoopt dien vast aan den halsband van den hond H O Ofd p ij 11 - tabletten 60d Laxeer - uietfcnöOct Zenuw -Iabletlen75d Staal - tabtettsnDOcl McïctCj - tablettanTScl bij ap0th. en drogisten. 649—11 Juliaan de afvallige was van 361 tot 363 oppermachtig keizer van het mach tige romeinsche wereldrijk. Hij was een van de sluwste kerkvervolgers, dit nog des te meer, omdat hij vroeger zelf christen geweest was. Wanneer men van hot. geloof volt dan wordt de vroegere liefde venijnige haat. Hij meende, dal hij, overat waar hij kwam, het christendom moest uitroeien en hij meende, dat hij daarin haast geslaagd was Een van zijn volgelingen zei eens spottend tot een christenWél wat doet uw zoon van den timmerman nu (hij bedoelde daarmee Jesus). En het rake antwoord luidde: »Hij maakt een doodkist voor uwen meester." Kort daarna, in den nacht tusschen 26 en 27 Juni 363 lag Juliaan, de fvallige christen keizer stervend op het slagvelden terwijl hij in zijn toestand van haat en wanhoop zijn bloed, dat uit zijn wonde liep, ten hemel wierp, schreeuwde hij«Galileeër (Christus) Gij hebt overwonnen." Neen, de poorten der hel (d i. de slechte machte») vermogen op den duur niets teg^n de Kerk ze zullen haar niet overweldigen, maar ze zal blijven tot het einde der tijden. 3. Ongeveer een jaar geleden stierf er n Amerika een groote suikerfabrikant, Mr. Minford, die aan zijn vier kinderen eenige tientallen millioenen naliet. Een i deze kinderen is een Dominicaan- sche kloosterzuster, die echter tegen den wil van haar vader in het klooster gegaan is Nu had de rijke Americaan zijn testament zoo opgemaakt, dat het erfdeel van zuster Gratia (zoo hset ze) ir slechts zou gegeven worden op voorwaarde, dat zij haar klooster zou verlaten. Zuster Gratia bekommerde er zich echter heelemaal niet om, en heeft met een rustig en blij gemoed, haar vierde part aan de familie gelaten. Eens vroeg een man uit het volk aan een pater: «Hoeveel verdienen jullie per dag wel?" Hij antwoorddeveel en niks I Veel, ja alles, omdat de klooster lingen voor zich zelve dan hemel ver dienen en er zoo veel anderen in helpen niets, omdat ze, wat hun geld aangaat, zelf niets bezitten. 1. »'t Ia gedaan met de Katholieke Kerk," zoo heeft men altijd geschreeuwd geschreven. Dö socialisten en de boIschewi8ten die den godsdienst tot vergif" voor het volk verklaren zeg gen dat nu weer: »de Katholieke Kerk was in vroegere eeuwen goed, toen de menschen nog dom waren, maar tegen woordig zijn ze allemaal zoo ontwikkeld en goed geleerd, dat men het heel goed zonder den godsdienst stellen kan Och arme I Plet Katholicisme heeft af gedaan, ja, dat meent dat beestmensch Ca'les in Mexico misschien ook Maar het gaat er mee als met de zon: we meenen, dat ze 's avonds ondergaat maar ze gaat niel onder, 's morgens verschijnt ze weer in schooner glans En wat doet men als de zon ondergaal Men steekt, ik weet niet zoo zegt Mrg. Dupan loup hoeveel lichtjes aan, van het kaarslicht tot de elecirische lamp toe om het groote licht te vervangen men verkrijgt daardoor ternauwer nood, dat eenige piekjes van den sard bol hier en daar zwakjes worden ver licht Men verdrijft den godsdienst het geloof ach hoe duister wordt het in s menschen gemoed. En dan komt hot bijgeloof. Zie naar de groote steden, met z'n duizenden kaartlegsters, en waarzegsters en zoogenaamde «helder- ziende" wijven En nu vooruit Dax I naar huis... naar huis 1 Het verstandige diertje loopt voor, met een zekeren langzamen gang, die hem anders ^vreemd was. Overmoedig steekt hij zijn snuiije in de lucht, dringt zich voor zijn meester tusschen de voorbijgangers door, trekt naar links om hem een sloot te sparen, dringt rechts om den weg te verkorten en voert hem veilig. Saville tast om zich heen, met uitge strekte handen, beschaamd over zijn beklagenswaardige ongeschiktheid Zijn hart krimpt ineen bij de gedachte aan zijn blindheid. Wat mo9t er nu van zijn verder leven terecht komen... mijn God. En toch, bij da eerste schreden op dezen moeitevollen weg, verleent hem een kleine, éénoogige hond, dien hij eens het leven redde, een grooten dienst. Mijn God, zou hij nooit meer hel aangezicht zijner in nood verkeerende broeders mogen aanschouwen, zou hij nooit meer de op hem gerichte,{vragen de, hongerige oogen kunnen beant woorden met een bemoedigenden blik, nooit meer de uitgestrekte handen zien, de donkere gezichten, die zich stralend ophelderden, nooit meer de kinderen zien, dis hem tegemoet sprongen... de opkomende zon en Mona Liza's lach Toen het jonge meisje op dien avond bij hem binnentrad om hem eenige berichten omtrent Miotte over te brengen die met medewerking van haar vader, in een school voor verpleegsters was opgenomen, vond zij den jongen man aan de tafel zitten met het hoofd in daartoe noodig hebben, dat van andere soorten appels, peren enz. Hier zal du3 de hulp en de insecten zeker noodig zijn. In het voorjaar zijn er echter, behal- i bijen, maar heel weinig insecten. De fruitkweeker is hier dus op aange wezen. Bovendien kan hur. aantal door voeren willekeurig worden opgevoerd bevliegen zij, in tegenstelling met vliegen, vlinders, kevers steeds maar een soort bloem. Zoodoende verhoogen zij dus de bestuivingskans. Zij zamelen 't stuifmeel als voedsel voor de jonge bijenlarven en puren de honig als winterprovisie. Niet alleen bevorderen zij zoodoende 't aantal vruchten, maar ook de kwaliteit veel beter. Scheeve. misvormde vruchten zijn vaak't gevolg van slechte bestuiving. Machteloos staat de fruitteler tegen over slecht. weer, vorst, regen, storm, waardoor dit bedrijf aan veel risico onderhevig is Daarom mag hij niets nalaten, waar door hij eon goede oogst kan beïnvloe den. Even goed als hij zorgt voor de jaarlijksche bemesting, snoeien sproei, even goed zal hij in 't voorjaar dienen te zorgen voor voldoende bijen, om 'n krachtige bestuiving mogelijk te maken. Hier ligt nog werk voor onze tuin- bouwvereenigingen. Zij kunnen door samenwerking met de bijenbond, door deze financieel te steunen, bevorderen, dat er meer propaganda gemaakt kan worden voor t houden van bijen, de afzet van honig etc. 't Is hiermee als met alle onder dooien van de boerderij, zoodra men er maar voordeel uit trekken kan, ziet men de belangstelling vanzelf toe nemen. Laten we hier ons spiegelen aan de bijen, die ons zoo'n mooi voorbeeld "an samenwerking geven. Zij helpen de bloem aar. een goede bestuiving en krijgen in ruil daarvoor honig en stuif meel. Steun aan de bijenhouders zal de fruitteelt 't voordeel geven van meer en betere vruchten. 717—14 goed leer, doch spoediger versleten. Een goedKoope, doch verkeerde maak methode kan uw schoenen voor al'ijd bederven. Let bij het koopen of het doen herstellen van schoeisel eerst op de kwaliteit en daarna op den prijs. Ook voor schoeisel en het herstellen daarvan geldtgoedkoop is duurkoop. De ontwikkeling van de bijanhouderij heeft iu de laatste jaren geen gelijken tred gehouden met die van de fruitteelt Zien we deze lsatste zich sterk uit breiden, met de ijmkers is het juist omgekeerd. Honig wordt nog te weinig gekend en gevraagd en toch bszit zij zulke voortreffelijke eigenschappen, bijzonder voor kinderen en zieken. 't Geringe directe voordeel in den vorm van honig en was is oorzaak, dat verschillende van het bijenhouden afzien. Dat lijdt tot een tekort aan bijen in 't voorjaar, wanneer onze vruchtboomen in bloei staan. Naast het directe voordeel als honig i was, doen de bijen indirect nog veel meer nut, door de besluiving, die zij bewerkstelligen. Dit overtreft verreweg 't andere en meer begint men dan ook in te zien, dat bijen voor den fruitkweeker niet te missen zijn. De bloera wordt dichterlijk wel eens genoemd, de hoop van de toekomstige vrucht. Maar wil zoo'n bloem uitdijen tot vrucht, dan moet zij eerst bestoven zijn. Nu is 't stuifmeel van onze vruchtboom niet droog en fijn, zooals bij de rogge, waar 't door den wind wordt verplaatst, doch kleverig en niet zoo fijn. Daarom kan 't overbrengen hier alleen door insecten gebeuren. Bovendien ziju verschillende appels en peren en heel veel kersen en prui men, die niet besloven kunnen worden met eigen met eigen stuifmeel, maar De Federatie van Nederl. Vereenigin gen van Lederfabrikanten, Bonden van Schoenmakerspatroons- en Schoen winkeliersverenigingen, heeft de vol gende circulaire verspreid Aan het Publiek. De vereenigingen van Lederfabrikan ten en van Schoenmakers en Winkeliers achten het wenschelijk het navolgende onder uwe aandacht te brengen. Uit uw nieuwsblad hebt gij waarschijn lijk reeds iels vernomen omtrent de belangrijke stijging der huidenprijzen. De prijzen der huiden, die de grond slof zijn voor het leder waarvan uwe schoenen worden gemaakt, zijn sinds dit voorjaar met vijftig zestig procent opgeloopen. Alle verschijnselen wijzen er op, dat die stijging van biijvenden aard zal zijn, daar de prijs der huiden tol dus verre niet in verhouding was met de indexcijfers De tegenwoordige vrawg naar huiden overtreft het aanbod. De lederprijzen zullen dientengevolge 40 pC'. moeten stijgen. Een verhooging van 20 tot 30 procent heeft reeds plaats gehad. Het spreekt vanzelf, dat de schoen- prijzen dtze verhooging moeten volgen. Naar gelang het soort en de hoeveelheid leder, dat or aan verwerkt is, is schoen werk en herstelwerk aan schoenen, voor fabrikanten en reparateurs belangrijk duurder geworden. Leveren aan de oude prijzen kan slechts ten koste der kwaliteit geschieden. Wij waarschuwen u dan ook tegen zoogenaamde goedkoops, doch in werkelijkheid dure aanbiedingen van schoenwerk en berslelwerk. Slecht leer is veel lager in prijs dan de handen. Hij schreide. Mona had hem nog nooit zoo zwak gezien Zij sprak tot hem bemoedigen de woorden. Een groote, diepe deelname beefde in den klankvollen toon harer stem. Hij hief de oogen tot haar op. Een hoop nog bezielde hem... Neen, het licht zijner oogen was verdwenen, werkelijk verdoofd, geheel al, daar zij Mona, zijn zon, niet meer herkenden. wat zij zagen was slechts een nevelig schaduwbeeld 1 Toen het jonge meisje den versluier den, dieptreurigen b'ik zag, die haar zocht, zonder haar te vinden, voer een huivering van medelijden haar door de ledematen, doch zij hield zich dap per. Hier moest zij moedig zijn moedig voor twee, in het bijzijn van dezen terneergeslagen man Hier heette het, de hoop in het hart te doen herleven, wanneer zij wellicht ook niet bestond, om hem over de eerste zware, zwarte uren heen te helpen. Zij bood zich aan om hem te gelei den. Lazare, laat u niet ontmoedigen. Morgen gaan wij naar professor Duval Hij heeft reads zoovelen geholpen, hij zal ook u helpen, ik ben er zeker van. Geloof mij, ge hebt slechts enkele weken rust noodig, een kleine oefening van het geduld. Zoo praatte zij hem de hoop weer in het hart, terwijl zij zijn maal gereed maakte en gereed zette Zij ondervond daarbij zoo'n reine, ware vreugde, hem van dienst te mogen zijn, dat zij beschouwde als een groote schrede op den weg harer genezing. Den volgenden morgen, toen Lazare ontwaakte, ondervond hij toch duidelijk de werking van het verblindende dag licht, hij »zag" nog het verschil tus schen schaduw en zon. Hij lachte hoopvol, toen Mona bin nentrad. Zij schoof den arm van den jongen onder den haren en leidde hem groote zorgvuldigheid door de straten der stad. Menigmaal wendde hij zich lot haar en zij lachte hem dan tegen, alsof hij haar zien kon Met een lichten arm- druk maakte zij hem opmerkzaam op de trottoirlreden, opdat hare voorzorgen toch vooral niet deemosdigend op hem zouden werken. Zij voelde, dat deze man zoo volko men van haar afhankelijk was, dat het gevoel, hem niet alleen nuttig, doch tevens onontbeerlijk te zijn, haar met een trotsch ongekend geluk vervulde. Eens had zij zich zelf een tijdlang voor hel geluk van Paul Meunier on misbaar gedacht, maar het geloof in dat geluk was in het niet verzonken. Toen had tante Sabine haar goede zorgen en haar liefde noodig gehad... en tante Sabine was gestorven. Van daag moest zij Saville bijstaan. Hij liep voort er. vergat zijn leed onder Mona Liza's toewijding. Hij be klaagde zich niet meer over zijn kwaal want schonk deze hem niet de vreugde Henry Ford, de auto keizer, In het droge dollarland, Is vermaard van Noord-tot Zuidpool, Als de massa fabrikant. Veertien duizend wagens immers Levert hij doodkalm per dag (Wie 't niet gelooft, die vrage, Of ie ze eens tellen mag In den tijd, dat wij knipoogen, Of de fotograaf ons kiekt, Heeft de kleine groote Yankee Twintig auto's gefabriekt, Half het menschdom laat hij tuffen, En als Henry niet gauw staakt, Wordt door hem élk aardbewoner Nog tot «raddraaier" gemaakt. Lang geleden had z'n wagen Een wat hoog en vreemd model. Ouderen herinneren zich Dat verouderd type wel. Eens, zoo heet het zag een ezel Voor het eerst zoo'n leuken Ford «Zeg, wat ben jij voor 'n schepsel l?" Vroeg ie onbeleefd, maar kort. Ik, m'n vrind? Ik ben een auto," Sprak het Fordje onvervaard »Is het waar?" zei langoor fier toen, »Zoo, nou, dan ben i k een paardl" Maar de tijden zijn veranderd, Zie Ford's allernieuwst model, Een Salonnetje op wielen, Billijk, fraai, solied en snel." Voor de laatste wandelaren Is dat wel geen best bericht, Maar er is een groote lichtzij, Want ze woiden extra licht. Ik voor mij, ben hard aan 't sparen Voor zoo'n Ford... Of 't lukken zal,..? O, ik schiet al op: de lucht voor De vier banden heb ik al. Mocht Ford dit gedicht beschouwen, Als reclame schrijverij, Wel hij schenke, als vergoeding, Mij de rest er dan maar bij 1 J. CATS Jr. van 9 tot 16 Dec. INGEKOMEN C. A. Th. Engelman, arls, St. Annalaan 1 van Utrecht M. L ThiHen. dienstbode Leunen K 7 van Grubbenvorst A. M. J. Rutten, winkeljuffrouw, Hofstraat 5 van Heel Th. Jacobs en gezin, landbouwer, Veulen I 19 van Horst A. G v. Helden dienstbode, Groote straat 24b van Mecrlo, M. Theeuwen, dienstbode, Hensenius straat 16 van Bergen VERTROKKEN A. J. Gommans, dienstbode naar Hel mond N.Koninginnewal 7 M. H Drent, zonder beroep naar Roermond, Charles Ruysstr. 26 E- J. H. van Wersch, stu dent naar Heerlen, Emmastr. 8 - C. J. de Droes, sigarenmaker naar Cuyk. Ka- neelstraat A 184 J- Vissers, chauffeur, naar Someren Kerkendijk C 334 van Mona's bijzijn, mocht hij niet op haren arm steunen en kon hij zich niet vrij met haar onderhouden. En haar vertrouwen werkte aanste kelijk. Misschien was deze plotselinge blindheid wel voorbijgaand Zij werden dadelijk bij professor Duval toegelaten. Mona bleef wachten in een nevenvertrek. Na de onderzoeking trad Saville weer kalm binnen en nam afscheid van Mona. Professor Duval hoopte op ge nezing er. wenschte hem dadelijk onder behandeling te nemen, waartoe Saville in zijn kliniek moest verblijven. Daar moest hij in volslagen duister nis en rust sen kuur ondergaan. Hij beval zijn beschermelingen en dieren aan de goede zorgen van Mona. De lach, die haar «leef gelukkig" vergezelde, zag hij niet, doch hij ver moedde hem en deze bleef in zijne herinnering voortleven als een innerlijk licht. Weken vergingen. Een langzame verandering had er in Mona Liza's ziel plaats gegrepen. De vlucht van Paul Meunier, de bekente nis van tante Sabine en haar dood, Saville's opofferende daad voor Miotte en zijn dreigende blindheid, hadden haar gezichtskring breeder gemaakt. Het scheen haar toe alsof zij op een hoogen berg geklommen was, waar zij niet meer met zelfzuchtige uitkeek naar de tuinen der rijken, naar de bloeiende .velden, waar gelukkig verliefde paar tjes wandelden, naar de rozengeurenda prieeltjes, waar de vogels zich nestel den en hun liederen zongen!... Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1927 | | pagina 5