Tweede Blad van „FËEL El MAAS" Klachten uit den Middenstand. zenuwen Uw Haar overwerkte ]/^nhci/idls TmwAal&ttm Het Onze Vader. Verkoudheden FEUILLETON Ingekomen en vertrokken personen. Noord-Limburgsche ongen-Boerendag te Venray, voor de kringen Horst en Gennep. li. Wie de gelegenheid heeft rond te kijken in onze groote en kleinere steden, kan het iederen dag opnieuw constateeren, hoe de groote winkel trusts steeds meer terrein veroveren. Ze strekKen zich uit op welhaast alle terreinen van den handeldrijven- den middenstand. Het grutters- en kruideniersbedrijf; het manufacturen- en confectiebedrijf; de handel in damesmodeartikelen; de schoenenhar.del; de handel in suiker waren en wat al niet meer, vertoonen een toenemende vertrusting. En als de sneeuwbal eenmaal aan het rollen is, wordt hij zoo gemak kelijk grooler. Wat toch is het practische resul taat dezer vertrusting? Dit: dat de winsten, die vroeger door een groot aantal bedrijven wer den gemaakt en waarvan talrijke ge zinnen een ruim bestaan hadden, ihans, na aftrek van de salarissen der zetbazen in de vertruste bedrijven bedrijven, in ééne hand of althans in weinige handen, samenvloeien. Die vaak in de tonnen, ja in de millioenen loopende bedragen kun nen voor een deel weer worden aangewend tot den bouw van nieuwe winkelpaleizen; en zoo ziet men van een en dezelfde winkeltrust in onze groote steden reeds vele winkels en zelfs onze grootere dorpen hebben reeds trust-filiaalwinkels. De hoop van Chestertondat het lukken kan en zal door een beweging in het publiek de menschen te be wegen liever in kleinere zaken te koopen, zal, zoo goed als zeker, ijdel blijken. Bij een kleine doelbewuste élite moge dit beschikbaar wezen, over het algemeen zal de massa steeds onder suggestie komen van de uiter lijke pracht der groote winkelpaleizen en van de suggestieve reclame, waar mede de winkeltrusts met hunne ge weldige kapifaalsmiddelen den op zich zelf staanden middenstander steeds kunnen overvleugelen. Psychologisch beschouwd is het ondenkbaar, dat de massa zich aan deze invloeden zal onttrekken. Bovendien bieden de winkeltrusts het valt nu eenmaal niet te ont kennen het publiek bepaalde voor deden. Door haren massalen omzet kun nen zij goedkoop inkoopen. Sommige hebben naast de eigen winkelzaken reeds eigen fabrieken; naast de hori zontale begint de verticale trustorga nisatie zich ook op dit gebied af te kalmeeren en worden gesterkt door 8ui$,e 75ct Bij Apoth en Drogisten. 685—16 20. Toen begon Lea weer te herleven haar vroegere vroolijkheitl keerde terug. En het gebeurde, dat een man uit het Bergdal haar, die weduwe was geworden, ten huwelijk vroeg. Deze wilde echter van bet kind niets weten en zou haar slechts huwen onder voorwaarde, dat dit in|een'gesticht zou worden opgevoed Lea verloochende haar moederliefde en stemde.... doch Maria haalde het kind en nam het tot zich. Nooit meer deed Lea een poging haar kindje tetzien Zij beminde en werd bemind, haar man vergoodde haar en hun huis werd ge zegend met nieuw kroost, dat hun liefde bezat. Maria voedde de kleine op en was haar meer dan een moeder. Dat men haar vaak met den scheldnaam van .juffrouw Mama" vereerde, deerde haar weinig- Tante Sabine zweeg In den loop van het verhaal had zij het beven van Mona-Liza's vingers, die de hare vast omklemden, bespeurd. Mona had geluisterd zonder een enkel woord er tusschen te brengen. De wettigheid harer geboorte bekom merde haar nauwelijks. Zij boog zich lot de oude vrouw en kuste haar innig. Tante Sabine voelde, dat het hart feekenen. Ook deze organisatie stelt haar in slaat tot een prijzenregeling, waarbij de omzet van den op zich zelf staanden middenstander heel vaak geen voldoende levensonder houd meer opbrengt. En dan spreken we nog niet van de ruimere sorteering, snelle en vak kundige bediening, aantrekkelijkheden voor het publiek als lunchroom, bi bliotheken enz. enz. De zelfstandige middenstander moge nog zoo wrokken en mokken over den groei der winkeltrusts, daarmede zal hij dien groei niet be letten. We zeiden het reeds: de laatste middeleeuwsche arbeidersgilden heb ben dat eveneens gedaan tegen de toen ontstaande fabrieken. De documenten zijn nog aanwezig waaruit blijkt, dat zij adresseerden aan stads- er. andere overheden; dat zij klaagden hoe de fabrieken hun bedrijf ondergroeven en hun het be staan onmogelijk maakten. In hun goeden tijd hadden de gilden, ook die der handelaars, zelf hun „fabrie ken", verkoophallen enz., maar ze misten de kracht tot gezamenlijke actie, toen de fabrieksondernemers hunne machinale installaties gingen inrichten. En ze dolven het onder spit. Zoo zullen ook onze zelfstandige handeldrijvende middenstanders het op den duur tegen de winkeltrusts moeten afleggen, wanneer zij zich beperken tot klachten. Wat zij dan wel moeten doen, om dit gevaar te keeren, en het is van het grootste belang, dat het ge keerd wordt, omdat de stabiliteit en de rust der maatschappijen afhangen van het bestaan van een groot aantal economisch zelfstandige menschen, wat wel zoo algemeen erkend wordt, dat een bewijs dezer stilling hier thans achterwege kan blijven teneinde niet noodelooze uitweidingen te ver vallen kunnen we pas ten volle uiteenzetten bij de bespreking van de ééne groote oorzaak, waarin de drie meer zichtbare bedreigingen van den middenstand wortelen, welke wij opnoemden. Tegen die groote oorzaak kan slechts met de gemeenschapsmacht worden opgetreden en deze alleen kan den mfddenstand geheel veilig stellen. Intusschen kan die stand zelf door gezamenlijken inkoop, door toe nemende specialisatie, door gezamen lijke contracten met fabrieken, trans port-ondernemingen enz. enz. zeker wel iets bereiken. Zelfs zijn afspraken met de organisaties van andere stan den volstrekt niet ondenkbaar of onuitvoerbaar. Volstrekt noodzakelijk voor al deze maatregelen is echter een straffe en allen-omvattende organisatie van de bedrijfsgroepen in den middenstand. Dat deze maar steeds niet tot stand wil komen, is het grootste gevaar, hetwelk den Middenstand bedreigt. Het is een gevolg van de individua listische gezindheid, waarin ook onze Katholieke middenstanders zijn opge voed en waaraan velen hunner een persoonlijken welstand te danken hebben, die echter niets zegt voor de gezondheid van hunnen stand als zoodanig. Diezelfde welstand heeft de mees ters der arbeids-gilden in hunnen tijd gebracht tot een geesteshouding, welke den ondergang van den arbei dersstand als stand van economisch wordt gezond en sterk het krijgt mooier glans het wordt vrjj van roos het blijft beter zitten het valt niet meer uit indien gij dea morgens een weinig PUROL tusachen de handen wrijft en dit door de haren uitstrijkt 't Voldoet iedereen zelfstandige menschen tengevolge had. Die welgestelde lieden werden een voor een uit hunne zelfstandige positie gedreven omdat zij de krach', tot gezamenlijk verweer, als stand door te doen, wat durvende onder nemers begonnen, misten. Evenmin als toen voor de arbeiders beteekent de persoonlijke welstand van menig hedendaagsch middenstan der, dat zijn stand nog sterk staat. Integendeel, die persoonlijke welstand, die zoo velen er toe verleidt alleen op eigen kracht en inzicht te blijven bouwen en vertrouwen en hen afkee- rig maakt van gezamenlijk handelen, vormt zelfs een groot gevaarhet gevaar, dat de trusts nimmer een georganiseerde kracht tegenover zich zullen zien en gemakkelijk met eiken tegenstander één voor een kunnen afrekenen. Dat gevaar is reeds vèr voortgeschreden.... Wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht; moge het voorbeeld van den ondergang van den arbeidersstand als stand van economisch zelfstandigen en van zijne neerdrukking tot loontrekkerij een waarschuwend voorbeeld zijn voor de leden van onzen huidigen, reeds zwaar getroffen middenstand, om nog te elfder ure, de individualistische gezindheid erfenis van een liberaal verleden af te schudden en door onderlinge samenwerking, door be drijfsorganisatie, zich schrap te zetten tegen de toenemende vertrusting, welke bij ongehinderden groei loon afhankelijkheid van den geheelen middenstand onvermijdelijk tengevol ge moet hebben. van 14 tot 21 Oct. INGEKOMEN G van Cappelle, echtg. v. W. Brug- gink, Ga8straat 16 van Hoensboek G. P. M. Goumans, z.b., Patersstraat van Roermond M. C. G. Verbeek, dienstbode, Hen seniusstraat 18 van Roermond P. J. H. Philipsen, dienstknecht, Merselo M 68 van Venlo G. J. Rutten, dienstbode, Smakt B 11 van Grubbenvorst J. Peeters, ^.b., Overloonscheweg 14a van Aarle-Rixtel. VERTROKKEN L Kurstjens landbouwer, naar Mont- fort, Markt 25 A. Kupers en gezin, chauffeur, naar Geleen, Javastraat 4 B. Thielen, z b., naar Meerlo A 40 P. van de Ven, dienstbode, naar Vier- ngsbeek H. M. v. Dijk en gezin, grondwerker, naar Siltard M. J. O. Wintels, z.b naar Helmond J. A. Hille, verpleegster, naar Namen J. Ruysenaas, Pater, naar Nijmegen Ch. Spee, dienstb., naar Vierlingsbeek lagsnaiset Utfcdsaliages. Zorg voor een genotvollen ouden dag Ouderdom is niet enkel een kwestie van jaren. Velen voelen zich jonger op 70-jarigen leeftijd dan anderen van 60 of zelfs 50 jaar. Dit is een onlegen zeggelijk feit, en men kan er verschil lende oorzaken voor aangeven. Gewoon lijk hebben ouden van dagen met een jonger gemoed behoorliik zorg gedragen voor hun nieren. Een oude spreekwijze zegt: »Als gij uw nieren gezond houdt, houden deze u gezond." En ouden van dagen kan zooveel leed bespaard worden, want veel rug pijn, urinestoornissen, ischias, spit, rheumatische pijnen en graveel worden dikwijls noodeloos geleden. Dsn nieren ontbreekt het vaak aan hulp. Zij be hoeven de bijzondere versterkende hulp van Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Door de opwekkende kracht van dit niermiddel wordt de werkzaamheid der nieren hersteld; het versterkt de nieren en helpt deze om het bloed te filtreeren terwijl de afmattende ziekteverschijn selen der nieraandoening verdwijnen Waarom zouden ouden van dagen nog langer lijden, als zij de benoodigde hulp onder hun bereik hebben? Verkrijgbaar (in glasverpakking met geel etiket let hier vooral op) bij apotheken en drogisten f 1,75 per flacon. 33 van haar pleegkind dankbaar klopte. En leeft zij nog? vroeg Mona zacht. Zij zeide niet »mijne moeder", want zij wilde de vrouw, die haar als een last van zich had geschoven, dien heiligen naam niet toekennen. Zij was tante Sabine's kind geworden. Neen.... en ik zeide u reeds, zij heeft zich nooit meer om u bekommerd. Zij was rijk en in aanzien. Ook in mij zag zij slechts een lastig familielid, waar zij niet veel mee op had. Voor eenige jaren is zij gestorven, bemind en betreurd; en men heeft een mooien gedenksteen op haar graf geplaatst! En vanwaar dan toch mijn zeld zame naam? Wie heeft dien gekozen?! Ja, uw naam L... Vader had eens van een zijner reizen in Italië het schilderij van Lionardo da Vinei, dat de echtgenoote van Francesco del Giocondo voorstelt, meegebracht. De kleine plaat hing op mijn kamer Ik groeide op onder den raadselachtig- lachenden blik der vrouw. Onder aan het schilderij stond haar naam Mona Liza. Toen het leven mij later zoo raadselachtig toescheen en Gods wegen zoo ondoorgrondelijk als de oogen der vrouw... heb ik u laten doopen en u den naam van Mona Liza gegeven. En gij werd voor mij het levende beeld, dat onder mijn oogen opgroeidet... Gij weet nu alles En thans, mijn kind, wilt ge mij nu bewijzen, dat ge mij liefhebt O, alles, alles, wil ik voor u doen, alles wat u verlangt. Ik heb reeds lang vergi.fenis ge schonken aan allen, die mij ooit ver nederd en beschimpt hebben, en wrok heb ik nooit tegen wien ook gekoesterd die mijn leven vergald mocht hebben Wilt ook gij niet zoo doen, Mona? Wien moet ik vergeven vroeg het jonge meisje angstig. Dengene, die schuld is, dat gij «w nachten met weenen en de dagen vreug deloos doorbrengt; hem, die uw jong leven nam, zonder het zijn te geven... en hem, wiens liefde niet groot genoeg was, dat deze een onherstelbaar verlies voor u beteekenen kan, hem, dien lief hebt, mijn kind. O, ik koester geen wrok tegen hem God is hiertoe mijn getuige. Maar gij hebt niet vergeven, zooals gij bemind hebt: uit geheel uw hart Zie, de vergeving is als een hooge berg van welker hoogte ons de fouten zoo gering en de menschen, die ze begingen zoo onnoozel klein voorkomen, maar de hemel is dichtbij. Vergeven is God in Zijn liefde navolgen. Vergeef en gij zult den giftigen pijl uit uw wonde rukken. Schuldloos lijden, lief kind niet het grootste leed, erger is Lo*. wanneer men anderen leed veroorzaakt. Wat gij beweent, is slechts een droom, want degene, dien gij bemindet, had niet den moed hem te verwezenlijken. Gij bemindet in hem den man, die had moeten wezen, die hij evenwel is.... En een doode liefde sluit niet dood aller liefde in zich. Haar te geten is een beetje zelfzucht van menschen te vernietigen. De andere liefde, de hemelsche, die God ons leerde en die Lazare Saville beoefent hij niet den ver twee Op Zondag 23 October 1927. Met enorme geestdrift is deze dag gevierd, door de talrijke, van heinde en verre opgekomen Jonge Boeren, en het viel direct aan iedereen op, dat er die Jonge Boeren een drang tot ontwikkeling en een wil tot positiever betering leeft, die elke oudere vereeni- ging tot voorbeeld kan strekken. Om 11 uur had in de Landbouw school de vergadering plaats der be sturen der Jonge Boeren-vereenigingen welke zoo talrijk waren opgekomen, dat er plaats te kort was en velen zich met een staanplaats in de gang behel pen moesten. Deze vergadering werd met den Ghristelijken groet geopend door den heer Wijnhoven, Landbouwleeraar, die opmerkte dat deze vergadering was bedoeld, als een voorbereidingsvergade ring voor hedenmiddag en als een ge schikte gelegenheid lot bespreking der werkzaamheden voor de a.s. win ter campagne. Dr. Droesen, leider der Jonge Boeren, hierna het woord verkrijgende zegf, dat »onder ons" zeer geschikt is, om met de diverse besturen te bespreken hoe de wintertijd meest nuttig door de Jonge Boeren kan besteed worden. B.v door het houden van vergaderingen, waar men een spreker uhnoodigt, de geestelijk adviseur een onderwerp te behandelen vraagt en een der Jonge Boeren zelf een uiteenzetting geeft over het een of ander. Propaganda te maken voor aanwer ving leden. Filmvertooningen te houden op land- en tuinbouwgebied, bespreking aanleggen van proefvelden, uitbreiding der bibliotheek, met werken van tech nische, sociale ofgodsdienstige richting, peciaal propaganda voor het mooiste blad, »De R K Boerenstand verdrijft men spoedig met Mjjnhurdt's Sanapirin-tabletten (Wettigbeschermd tegen vervalsching) Genezend, pijnstillend, koorts werend Bij Apoth. en Drog. Buisje 75, 40 en 25 ct. omvat de geheele menschheid. Is hel leven van Saville waardeloos En waar is de vrouw, die hem begroet, wanneer hij thuis komt?.. Waar zijn de lief kozingen vuor hem en de stille vreug den, die gij zoo verlangdet en heden zoo bitter betreurt? Waar zijn de lief kozingen van de priesters, de zieken zusters, de monniken Is er niets anders op de wereld Inderdaad, de liefde is de ziel dezer wereld, die ook een lichaam heeft.... en dat lichaam is krank. Het kwijnt weg eu trekt de ziel met zich mede in het verderf. Men moet de wonden verbinden, wil men niet door bloedverlies te gronde gaan, men moet het zwakke lichaam, dat in het donker voorttast, liefderijk leiden en het aan den stroom onttrekken en het voeren naar het licht. Is dat niet een onder neming, jonge krachten waardig En wanneer het ons vergund is, het rijk der iiefde slechts met een schrede nader te komen, wanneer wij slechts één jaar kunnen bijdragen tot den grooten oogst in de hemelsche schuren, is dat niet genoeg voor die korte spanne tijds, welke wij hier verblijven, en die wij leven noemen Goed zijn en goed doen om Gods wil is nog het zekerste geluk. Ik heb werkelijk nooit iemand moed willig verdriet veroorzaakt en dat heeft mij een vrede gegeven, die niemand mij ontnemen kon. Dezen vrede zult ook gij bezitten, wanneer gij vergeeft. Gij geloof», dat het leven eenzaam is, omdat gij uw vriend verloren hebt, gij ziei een onafzienbare donkere straat voor u, en gij huivert bij de gedachte, deze alleen te moeten doorwandelen. Het zorgen voor een nieuw vaandel, hetwelk iedere vereeniging een moest hebben, een vaandel waar bezieling van uil gaat, zooals een vaandel is voor een soldaat. Zooals men ziet werk genoeg voor wie werken wil, en dat willen alle Jonge Boeren. De heer van Maris vroeg van wie de oproep voor kringvergadering moest tgaan, werd door Dr. Droesen beant woord, dat dit van het kringbesluur uitgaat. De heer Frederix te Gennep, verzocht den heer Dr. Droesen eens naar Gen nep te komen een lezing te houden voor de Jonge Boeren. Uit de afdeeling Helden werd gevraagd van uit het Landbouwhuis uit leiding te geven voor aanleg van proef- elden. Dr. Droesen antwoordt dat de bedoe ling is, dat de cultuurcommissie voor taan de te nemen proeven zal aanwijzen dan kunnen de Jonge Boeren, naar gelang de plaatselijke gesteldheid, kiezen. De heer Wijnhoven sluit hierna deze vergadering met den christelijken groet en brengt dank aan Di. Droesen voor diens practische raadgevingen. Om twee uur had in de Parochiekerk een plechtig Lof plaats dat door alle Jonge Boeren werd bijgewoond, waarna de stoet zich samenstelde als volgt Garde honneurs; Fanfare Leunen; Eere Gomilé; Besturen Landbouwbonden de Jonge Boeren van Heide, Meijel, Helden, Panningen, Afferden. Meerlo, Sevenum, Grubbenvorst, Oiïlo, Wan- sum, Horat, Oostrum, Meterik, Bergen, O'tersum, Grashoek, Swolgen, America Melderslo, Ysselsteyn, Castenray, Heijen Lottum en Blitterswijck, waarachter de Fanfare uit Merselo en de leerlingen der Landbouwschool volgden. Onder de lusttge toonen der muziek begaf men zich door de met vlaggen versierde straten naar het St. Antonius- Patronaat. In een oogwenk was de groote zaal en gymnastiekzaal gevuld met Besturen eu leden der diverse vereenigingen. Onder de aanwezigen bemerkte men de Eerw. Heeren Pastoors van Venray en Oirlo en Kapelaans, de HoogEdelGestr. Heer Dr. Dekkers, Ament, Rutten, leden der Tweede Kamer, S. G. Verheggen, Voorzitter L. L. T. B, Edelachtb. Heeren Burge meesters van Venray, Sevenum en Gennep, Weled. Heeren Drabbels, Wethouder van Horst en Trienekens, Wethouder van Venlo. De heer Gusters uil Oirlo, als Jonge Boer, opende deze bijeenkomst met den Christelijken groet en sprak een harte lijk woord van welkom uit voor de Geestelijke en wereldlijke overheid en het Bestuur van den L. L. T. B. en memoreerde speciaal den heer Rutten, den pionier op landbouwgebied, den Eere-Voorzitter J. A. Poels, door wiens energie de peelontginning is tol stand gekomen, en bracht dank aan het Dagelijksch Bestuur der gemeente, waar gevestigd is een Lagere Landbouw en Winterschool, waarvan de Jonge Boeren zooveel kunnen profiteeren. Een luid applaus klonk op als teeken van instemming en kreeg hierna Dr. Dekkers het woord, die in pracht van laai een rede hield over ontginning en emigratie. Haalde men vroeger alleen turf voor t vuur uit de Peel en ging alleen een herder met zijn schapen de Peel in, maar niet te ver, bang als hij was voor allerlei legenden die om de Peel ge weven werden, thans was de toestand anders geworden. Overal kunstwegen en prachtige boerderijen gegroepeerd lot dorpen, die in lengte van dagen in hun naam zullen herinneren aan de stichters of inia tiefnemers, zooals Helenaveen in zich heeft den voornaam van de echtgenoote van den heer v. d. Griendt, Griendtsveen, den naam van den stichter zelf. Ysselsteyn den naam van den Minister van Landbouw, terwijl aan Ysselsteyn steeds de gedachte aan Men vindt niet steeds zijn geluk op de wereld, maar wel vindt men steeds gelegenheid anderen tot het geluk te brengen. Vergeet dat nooit, lief kindl Mona Liza had de wijze woorden van tante Sabine, die haar tot een nieuw leven opwekken, zwijgend aangehoord. Het scheen haar toe, alsof zij plot seling eene andere geworden was. Zij wilde leven voor anderen, zooals tante Sabine en... zij zag van verre eene hoop, die haar tegenlachte. Weinige uren geleden staarden haar oogen in niets dan een ondoordringbare duisternis. Sedert tante Sabine gespioken had, was alles helder licht. Zij zag een straat, die naar boven voerde, met zonnige hoogten, ofschoon stijl en lang. En haar arm, gekweld hartscheen een moeilijk te verwerven, doch niet onbe- reikbaren vrede toe te wenken. Zij verwonderde zich over de nieuwe kracht en levenslust, die naar tegen- 8troomde van het uitgeteerde lichaam der oude vrouw, die, schoon den dood nabij, nog nieuwe leven om haar heen verspreidde. Mona weerde zich dapper en lachte dankbaar tante Sabine toe. Ja, zij wilde den strijd wederom opnemen 1 Zij boog zich voorover tot de zieke, nam haar hoofd in hare armen en zeide op innigen toon Ach, hoe lief heb ik u en ho«zeer vereer en acht ik u hoog... mijne... lieve moeder 1 Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1927 | | pagina 7