ïweede Blad van nFE£L EI MAAS" Kiesdwang. Een „Polkakopja" De eerste zaak aan de Hemelpoort. J'8 FEUILLETON Vrouwenhanden ZATERDAG 21 MEI 1927 use jaargang. no. 21 Het plichtsbesef moet de kiezers naar de stembus brengen en hen ook er toe brongen te kiezen, zooals zy mccnen, dat het goed is, geleid door hun beginselen. Wij hebben nooit erg gedweept met den stemplicht. Wij bedoelen met den wettelijken stemplicht, of eigenlijk den opkomst plicht, want het stemmen kan men den kiezer niet dwingen. Ook in onze kringen zijn daar echter zeer velen sterk voor geweest, hoewel hun argumenten ons nooit bijzonder hebben kunnen treffen. Dit heeft natuurlijk niets uit to staan met de waarheid, dat kiesrecht is kiesplicht, dat waar iemand gele genheid gegeven wordt op het bestuur des lands invloed te oefenen, hij den plicht heeft, den zedelijken plicht, dal recht zoo goed mogelijk uit te oefen.en Kiesrecht is kiesplicht, dat is een zeer juiste uitspraak. Maar daarmee is niet beslist of de kiezers nu ook door den machtigen arm van den wetgsver gedwongen moeten worden dien plicht te volbren gen, of zij, dia politiek onverschillig zijn, bij de ooren genomen moeten worden, figuurlijk gesproken dan, en naar het stemlokaal gedwongen om hen zoo te bewegen toch hun stem maar uit te brengen. De wettelijke dwang, zegt men, heeft goed gewerkt, want het gesleep van de luie kiezers naar het stemlokaal door kiesvereenigingen en propagandaclubs heeft daarmee goeddeels opgehouden. We begrijpen ook heel goed, dat dit een voordeel is. Maar met dat al wordt nog niet ba wezen, dat het zoo g<eJ gezien is dien wettelijken stemdwang in te voeren Afgezien van andere bezwaren hebben wij er tegen, dat er akelig veel pape rassen voor volgeschreven moeten worden en dat het nog al geld kost ook. In 1925 bleven bij de Kamerverkie zingen volgens minister Kan, die ant woordde op de vragen uit de Eerste Kamer omtrent stemdwang. 284.200 kiezers weg, zonder reden op te geven Van die ruim 284 000 nalatigen kregen ruim 171000 een uitnoodiging van hun burgemeester om zich deswege te verantwoorden. Van die 171 000 op geroepenen hadden er 141 000 geldige redenen voor het wegblijven. En van de 30.000 anderen werden er 25.543 voor den Kantonrechter gedasgd. En van die ruim 25.500 kregen er 16 681 een veroordeeling. Wat een drukte, wat een brieven, wat een dagvaardingen enz. enz. Wat een kosten ook 1 Want aan den lagen kant geschat begroot de Minister de kosten voor de gemeenten op 75 000 gulden. Dan komen de kosten voor Binnonl. Zaken op 8200 gulden en voor Justitie op 200 000 gulden. We kunnen dus wel zeggen, dst de kosten voor het vervolgen van den onwillige kiezers voor die eene verkie zing in 1925 komen op drie ton. Wal heeft men er eigenlijk voor. Nu ja de menschen moeten gaan stemmen en wie het niet doen zonder geldige redenen te kunnen opgeven kunnen gestraft worden. Heel wat schieten er nog door de mazen heen, maar de dwang zal toch wel uitwerken, dat er nu naar het stemlokaal lijgen, die dat anders niet zouden doen. Denkt men echter, dat daarmee be reikt wordt, dat de stemmingen beter uitvallen in 't voordeel des vader lands Meent men, dat die onwillige staats burgers, die anders met geen stok naar de stembus te krijgen zijn, zoo stem men, dat hun stem niet gemist msg worden Men kan er ons nog niet van over tuigen. En wij vinden, waar velen tegen dien wettelijken stemdwang groote bezwaren hebben, het werkelijk geen ding om ons warm voor te maken. We meenen, dat men dien stemdwang gevoegelijk had kunnen weglaten. Kiesrecht is kiesplicht. Het plichtsbesef moet de kiezers naar de stembus brengen en hen ook er toe brengen te kiezen zooals zij meenen, dat het goed is, geleid door hun be ginselen. Menschen naar de stembus brengen wie het eigenlijk niets kan schelen, och, wij zien er niet veel heil in. N.L. lagisaadea UidtdttllsgM. Bevryd u van die rugpijn Rugpijn waarschuwt u, dat uw nieren verzwakt kunnen zijn. Uit rugpijn blijkt dan, dat gij een specifiek nier middel dient te gebruiken, om deze belangrijke levensorganen ie versterken. Waag u niet aan uitstel I Begin onmid dellijk Foster's Rugpijn Nieren Pillen Ie gebruiken Dit middel kan aan de nieren nieuwe kracht geven, zorg dragen voor goede bloedzuivering, en rugpijn, blaasstoornissen, waterzuchtige zwellin gen, pijn in de spieren of gewrichten, malheid, vermoeidheid, zenuwachtig heid, duizeligheid en urinestoornissen doen verdwijnen. Tal van mannen en vrouwen, die gedurende de laatste 25 jaren leden nierkwalen en de pijnlijke ver schijnselen daarvan, getuigden, dat Foster's Pillen hun kracht en gezond heid herstelden. Aarzel niet I De werking van dit specifieke middel is rechtstreeks op de nieren gericht, en als deze organen goed werken, wordt het bloed behoor lijk gezuiverd en krachtig. Daarom worden Foster's Rugpijn Nieren Pillen dan ook algemeen aanbevolen tegen rheumatiek, lendepijn, ischias, rugpijn en andere ernstige gevolgen van nier zwakte. Verkrijgbaar (in glasverpakking met geel etiket let hier vooral op) bij putheken en drogisten f 1.75 pet- flacon. 36 Wie is daar Ikke, H. Petrus, ik zou graag de hemel in willen Even wachten, kindje, ik kom zoo. Even het «groote boek" halen en eens kijken hoe het met je staat... Ziezoo, hier ben ik. We zullen eerst maar eens beginnen met een paar vragen te stellen en dan het »groote boek" eens openslaan. Waar kom je zoo in eens van daan O, H. Petrus, dat is zoo snel in zijn werk gegaan, dat ik het heusch niet goed meer weet Ik ben zoo juist gestorven, ziet U. Ik geloof, dat ik van de »aarde" kom, maar ik zie hier nu zoo'n hoop van die bollen, dat ik werkelijk niet meer weet van welke bol ik ben afgereisd. O, Hemeltje, H. Petrus, wat ging dat gauw. In een wipje was ik hier Op dat aardbolletje daar bij ons dach ten ze dat ze al heel wat waren omdat ze konden automobielen en vliegen Belachelijk, vindt U niet. En leuk, ik ben beslist heelemaal niet duizelig ge weest. Vroeger had ik altijd zoo'n last van duizelingeljes, vooral in de kerk Ik ben Roomsch, ziet U Die benauwde luchtjes, kreeg ik altijd zoo'n hartklop pingen van, enne.... Ja, ja, ik hoor wel, je bent goed bespraakt. En hoe oud ben je? Ik was bijna 19 jaar. Ziei, U nog een beetje jong. Mijn lieve mammie zei altijd Ouden moeten dood, maar jongen kunnen ook dood. Ziet U, eigen lijk ben ik een beetje onvoorzichtig geweest, 's Avonds naar een bal fami liair geweest, wat luchtigjes gekleed, een beetje verhit geweest, Jazz band, moderne dansen, enfin zooals U be grijpt, naar huis gebracht, een straatje omgewandeld enz kou gevat, volgende morgen kwam de dokter, constateerde hevige koortsen, Spaansche griep enz verder weet ik er niet veel meer van, alleen kan ik me nog herinneren dat er iemand aan mijn bed kwam met een wit kleed aan, die heel veel kruis jes maakte, was zeker een Pater. Ook herinner ik me nog dat iemand in mijn oor fluisterde van acte van be rouw bidden, maar heel veel heb ik er niet van begrepen en nu sta ik in eens hier, ik dacht, dood is dood, maar ik voel me nog springlevend en mag ik nu den hemel in Zoo, zoo Hm, Iïm 1 En hoe heet O, jakkes, H. Petrus, wat kijkt U nu in eens ernstig. Ik heb een heele deftige naam, ziet U, maar in den om gang noemden zij mij altijd »Popje", omdat ik zoo'n fijn modepopje was. Zoo »up to date" ziet U. Zoo, zoo Gek geval. Ik wist niet dat de jongens daar tegenwoordig ook al zoo modeziek waren. O, gunst, H. Petrus. Wat zegt U daarO, hi, hi, U doet me lachen 1 O hemeltje, ik ben geen.... ik ben een... Wat 1 Een meisje I Kind, hoe durf je het zeggen. En wat is dat dan. Die korte haren O, ik zie wel. U bent nog uit de goede oude tijd. Dat tegenwoordig mode, ziet U. Dal noemen ze »polka of bobbied hair" of ook wel »pagekopje" en in sommige landen ló gargonne", klinkt nog wel zoo chique, vindt U niet Maar dit dan Och, H. Petrus, dat zijn gewoon bloote armen. Dat is allemaal mode Foei, wat bent U onbescheiden. Maar wat moet dit dan beteeke- nen Wat bedoelt U Die korte rokken Ja, en dan die bloote beenen 1 Foei, kindje, hoe durf je zoo.... O, hemeltje, H. Petrus, dat zijn kousen met een vleesch kleurtje Ziet U. Ik vind 't eigenlijk ook wel niet erg netjes, een beetje ordinair, maar ik ben nu eenmaal zoo'n modepopje. Zoo, zoo.... hm, hm. En dat 1 Foei kindje, hoe durf je zoo aan de Hemel poort verschijnen 1 Je lijkt wel een matroos 1 O, gunst, II Petrus, als U zoo door gaat kom ik vast niet in den hemel. Dat is allemaal mode Dat noemen ze »gedecolteerd". Ziet U. Iedereen loopt tegenwoordig zoo. Zoo, zool Zou je dat denken, kindje. Kijk eens even naar beneden op dat aardbolletje daar. Zie je daar die millioenen Chineesjes, Japaneesche, Indische, zelfs Mohamedaansche vrou wen en meisjes? Ziet eens wat netjes en zedig die allemaal gekleed gaan., En dat zijn allemaal heidinneljes. O, ja, H. Petrus. O, wat leuk 1 Ik wist heelemaal niet dal er nog zooveel heidenen waren En mogen die nu allemaal niet in den hemel. O, wat ben ik blij dal ik gedoopt ben. Kindje, kijk maar eens heel even door 'L sleutelgat in den hemel. O, H. Petrus, wat mooi 1 En, o, kijk eens heel de 'hemel zit vol van IN MIJNE NIEUWE BETREKKING. 11 Wie bleef dan bij de zieke? Ik alleen. Heeft uwe tante in hare ziekte iets gebruikt? De rhabarber. Wie gaf haar die? Oom, maar hij heeft ze mij ge geven om fijn te wrijven. Hebt gij dat gedaan Ja. Hebt gij gezien, dat uw oom haar het poeder gaf en zij dat innam Neen, ik was toen met het dienst meisje bezig, om de kamer op te ruimen. Waarom heeft uw oom u opge dragen, het poeder te wrijven Dat weet ik niet, hij verzocht het mij, daar ik op dat oogenblik niets deed. Wat heeft uwe tante nog meer ge bruikt? Zoover ik weet, 's middags wat soep en 's avonds een kop koffie. Wie gaf haar de soep Oom. En de koffie? F" Ook oom, maar ik had die in moeten schenken en er melk in doen. Dronk zij die met suiker Die deed oom er in. Verstopping Foster's Alom verkrijgbaar Als gij last hebt van gedruktheid, schele hoofdpijn, het zuur, prikkelbaarheid, enz., als gevolg van ver stopping. gebruik dan Foster's Maagpillen, het ideale laxeermid del. r Maagpillen a f 0.65 per flacon. Hebt gij dat gezien Ik zag dat hij een stuk uit de suikervaas nam, die op tafel stond. En toen Hij heeft het zeker in de koffie gedaan, gezien heb ik het niet, maar waar zou hij het anders gelalen hebben? Ik zag hem ook met het lepeltje roeren, toen gaf hij de koffie aan tante, die ze uitdronk. Deed het gebruik van de soep en de koffie haar goed Zij kon beiden niet bij zich hou den en moest na het gebruik gedurig braken. Ik was met mijne vragen ten einde en meende nu licht in de zaak te heb ben. Zij was de moordenares niet, ieder harer trekken, van het begin des ver- hoors af, bewees het mijieder woord, iedere bekentenis tot de laatste, open hartige, vrijwillige verklaring, dat zij de rhabarber gewreven, de koffie en de melk geschonken had, bevestigde het. Ik had nu zelfs geene keus meer tusschen onschuld of doortrapte huiche larij, naar mijne overtuiging kon de volleerdsle huichelaarster zich zóó niet gedragen. Ik moest haar evenwel voorhouden, wat haar oom tegen haar had inge bracht, op mijne gelaatskennis alleen kon ik mij niet verlaten. Uwe tante, begon ik, eenigszins langzamer sprekende, dan ik tot nu toe gedaan had, maar zonder nadruk en zonder haar scherp aan te zien, eerst toen ik geëindigd had, liet ik mijne oogen scherp op haar rusten uwe tante is door vergift gestorven welke huishoudelijke arbeid ver richten, blijven zacht, blank door Doos 30-60 90,Tube80ct die heidenen en heidinnetjes. Ik dacht dal die niet in den hemel konden komen. Zoo, zool Hm, hm Dacht je dat. Zeker nooit erg goed de catechismus bestudeerd 1 Ja, enfin, ziet U, heel veel heb ik er me niet mee opgehouden, ik las liever zoo van die romannetjes, zoo'n beetje pikant, wat luchtigjes 1 Die heilige levens kreeg ik altijd zoo'n steken van in mijn houfd. Ja, ja, zoo, zool Nu zullen we het groote boek maar eens openslaan en zien hoe het met je zieltje staat! Je weet wel, de rechtvaardige valt zeven maal per dag, dus je zult zeker ook wel eens een foutje begaan hebben. O, jé ja, H. Petrus. Zoo'n heilig boontje ben ik nooit geweest, daar kom ik rond vooruit. Als U maar niet zoo nauw kijkt, U begrijpt, ik ben nog jong. Nu dan zullen we maar kalmpjes aan beginnen. Kijkt hier eens onder 't hoofdstuk «IJdelheid". Hier staat je naam. Ziet eens: li/t 5 2 uur per dag voor den spiegel gestaan, ziet eens wat een woordenvloed van ijdele woorden. IJdele vermaken: Kijkt eens, bijna geen bal, geen bioscoop, geen partijtje overgeslagen 1 Ziet eens hoe veel tijd verbeuzeld met het lezen van flauwe romannetjes en zelts lichtzinnige boeken Brr. Laten we maar gauw verder gaan. O, H. Petrus, wie teekent dat allemaal zoo fijntjes op? O, wat kijkt U nu weer akelig ernstig. Ik behoef toch zeker niet naar het Vagevuur. Ik kan beslist niet tegen hitie. Kijk hier eens, kindje. Hoofdstuk «Kwaadspreken" enz. Lees zelf maar eens. Nu ja, ik heb wel er eens wat kwaad gesproken, soms van mijn vriendinnetjes wel er eens verteld wat niet erg mooi of waar was. U begrijpt, ik was wel er eens een beetje jaloersch en die vriendinnen waren ook allemaal niet even lief. In mijn gezicht, ja, maar... Stil ma:/i kindje. Maar weer cei; ander hoofdstuk openslaan. Zesde Gebod. Ziet ge datl Lees zelf maar, ik durf het niet voor te lezen Gedachten, woorden en werken tegen. kindje, dat komt van al dat «lip to date", en al die zoogenaamde bals, bioscoopen en nette partijtjes. ..1 Ja, kleur maar niet zoo 1 Ja, maar, ja maar.... ziet U, H. Petrus, ik was nog jong, een beetje lichtzinnig, maar zoo kwaad heb ik.... Beste kind, pruilen helpt nu niet meer. Kijkt hier eens het volgende hoofdstuk: Ergernis. Je weet wel, wee degene die.... Och toe, H, Petrus, ik wil er niets meer van weten Laat me nu den hemel in. O, hemel, worden ze alle maal zoo geoordeeld Lees hier eens. Ziet eens wal je allemaal op je geweten hebt met dat «fijntjes in de mode loopen." Lees zelf maar eens. Ik durf 't alweer niet voor lezen. Nu ja, enfin, H. Petrus, zoo kwa heb ik het niet bedoeld. Waarom keken die mannen en jongens dan ook naar mij Ik kan hun gedachten en ver langens toch ook niet raden Maar liep je dan niet zöö gekleed om de aandacht te trekken? Nu, ja, H. Petrus, maar enfin, toe wat doel U affreus, mag ik nu nog den hemel niet in. Hm, hm I Ik vrees 't ergste voor je arm zieltje? Wat dan, moet ik soms naar het Vagevuur Zooals ik zeg, ik vrees het ergste, misschien nog wel iets ergers. Wat dan, H. Petrus. O, hemel U doet mij schrikken...! Moet ik soms naar de hel? Maar bestaat er dan echt een hel Ziet U, inwendig heb ik er eigenlijk niet zooveel van geloofd. Zoo'n heele eeuwigheid voor zoo'n paar.... Zoo, zoo, kindje, hebt je daar niet aan geloofd. Kijk dan maar eens daar links naar beneden. O, ontzettend, H. Petrus 1 Is dat de heil O, verschrikkelijk! Wat een vuurpoel en wat een leelijkegezichtenl Kijk eens, H Petrus, ze zijn pikzwart! O, jakkes, zeker duivelen. Kijk die dan eens. Kijk ze eens in de rondte loopen, het lijken wel dolle honden. O, zie toch hoe ze elkaar in 't gezichtslaan. O, verschrikkelijk. Hoort ze eens razen en tieien. O, H. Petrus, moet ik daar rog langer naar kijken. O, ontzettend, horribel 1 Toe goede, lieve, beste H. Petrus, laat me toch in den hemel. Ja, ja, kindje nog even wachten. Goede, lieve, beste helpt hier niet meer. 't Is hier de «klare Waarheid." O, hemel alweer wachten. Ik heb toch al die zonden gebiecht en dan zijn ze toch vergeven. Zoo, beste kind, nu dan zullen we het hoofdstuk Biechten er eens op zoeken. O, hemeltje begint U nu al weer met dat akelige groote boek. Ziet hier maar weer eens. Hier onder «Biecht." Zie je dat? Nu ja, enfin, ziet U, ik heb soms wel er eens wat vergeten, heb het wel er eens een beetje verdraaid of niet heelemaal goed verteld,, enfin U begrijpt, sommige dingen.... Zoo, zoo. En hier dan. Lees dit eens. O, gunst, H. Petrus, slaat dit er ook al in. Ja, U begrijpt, ik durfde het niet goed vertellen. Ik dacht als ik wat ouder ben, zal ik wel eens een goede generale biecht doen, maar nu zie ik.. O, H. Petrus, ik ben toch niet verloren I O, laat me toen den hemel in. Ik sta beslist te bibberen op m'n beenen. Ik zal het nooit meer doen. O, waar is nu mijn Engelbewaarder Iedereen had een Engelbewaarder heb ik altijd ge hoord. Ja, kindje, ik denk dat hij niet is durven komen. Hij wist wel dat er niets meer te redden viel.... O, hemel, hen ik dan verloren 1 gunst. waJ dat? Wal zijn, dat voor leelijke beesten O, jakkes, wat willen jullie 1 Waarom zitten jullie zoo te grijnslachen O, warempel, dat zijn die duivels uit de helHelp, wat moe ten jullie van mij 1 Kijk eens daar komen er hoe langer hoe meer aan. Waarom kijken jullie mij zoo aan O, hemel, H Petrus, stuur ze weg. Wat 1 Willen jullie me beetpakken! Ga weg 1 O, Petrus, ze pakken me beet.... Wat zeggen jullie, moet ik naar de hel Dat nooit! O, Petrus, help, ze willen me meenemen naar de heil Wat?'tls niet waar, ik heb jullie nooit gediend. Ga weg! 't is niet waar O, hemel, wat krijg ik het benauwd, het doodszweet breekt me uit. Help, laat me los, ik ga niet mee naar die vuurpoel 1 Mammie, moedertje lief, H. Engelbewaarder, help toch ik ben verloren die leelijke duivelen, ze gooien me in de.... Hé, wat is dat.... Waar ben ik? Mijn kamer...! Mijn bed I O, gelukkig, 't was maar een droom Hé, wat een akeligheid van een droom 1 Bah I en uw oom beweert, dat gij haar ver geven hebt. Deze bedaard gesproken woorden, maakten inderdaad een verrassenden indruk op haar, zij kromp ineen, haar geheele lichaam beefde, het bloed was uit haar gelaat geweken, hare lippen waren blauw geworden, hare oogen staarden mij strak aan, zij wilde spre ken en kon niet, zij was in een on'- zetlenden toestand. Ik vreesde voor eene beroerte, een zenuwtoeval, maar zij kon zich staande houden. Die verandering had plotseling, met ongelooflijke snelheid plaats gehad, zij baarde mij bekommering, ik deed mij zelve verwijten, dat ik zulk een hevigen, ik moet zeggen, ruwen aanval op hel jeugdige schepsel gedaan had, ik had mijn doel langs een zachteren weg kunnen bereiken. Zij herstelde zich langzaam, toen het beven ophield, kreeg zij de spraak terug Dat is afschuwelijk 1 riep zij, mijn eigen oom 1 Verder zeide zij niets, maar een tranenstroom ontvlood hare oogen. Zij was onschuldig, zij had de laatste proef ook doorgestaan. Al toonde die plotselinge, vreeselijke verandering, mij ook de heftigheid van haar karakter, waarvan haar oom Köpp gesproken had, de moordenares was zij niet, juist die heftigheid bewees dit. Ik liet haar gaan zitten, om te herstellen en uit te rusten. Eene halve minuut zat zij zwijgend, toen zag zij mij smeekend aan. Gij hebt hem toch niet geloofd vroeg zij. Gut kind, wat is er gebeurd 1 Wat ben je vroeg op en wat ben je vandaag netjes gekleed. Waar ga je naar toe. Ik geloof alleen de bewijzen, die mij geleverd worden, antwoordde ik koel, maar bedaard. Zij haalde lichter adem, en zag met eene stille bevrediging voor zich, alsof zij zeggen wildeWat ik niet ge daan heb, hoe zou men dat kunnen bewijzen Ik richtte nog een paar vragen tot haar. Wist gij, dat uwe tante vergeven was Ik hoorde hei van de buren, toen ik vanavond thuis kwam. Hadt gij op iemand verdenking Ik weet niemand ter wereld, die ik verdenken kan. Nu ook niet Neen. En uw oom dan Zij verschrok bij deze vraag, dacht een paar oogenblikken na en zeide toen haastig Neen, neen I Hebt gij mij verder niets te zeggen? Neen, maar houdt gij mijn oom voor den dader Gij kunt gaan, zeide ik tot haar. Naar huis vroeg zij op een toon alsof zij een geringen twijfel koesterde. Ja, antwoordde ik haar bevestigend. Zij ging bedaard henen, zonder de minste verrassing of verwondering te doen blijken maar des te meer verrast en verwonderd was de griffier, die naast mij zat. Ik moet hier een paar woorden over hem zeggen. Het was een man van middelbare jaren, met een uitstekend voorkomen. In betrekkelijk korten tijd meende ik hem doorgrond te hebben en het vervolg bewees mij. dat ik mij niet vergist had. Hij behoorde tot die heldere, praclische menschen, die een juist in zicht van de bepalingen der wet en hunne toepassing hadden. Dadelijk na het verhoor van den zwager van Alfred had ik een bode gezonden, om het voormalige dienst meisje, Louise Schroid, te halen, op wien de overleden vrouw van Alfred ijverzuchtig was geweest, en van wien echter, ondanks het vermoeden van Köpp, niet bekend was, dat zij met Alfred in betrekking stond. Nadat ik haar met hare ouders in alle stilte had laten halen, zonder hen de gelegenheid te laten tusschenbeide noch met iemand anders te spreken, liet ik dienstmeisje het eerst de gehoor zaal binnentreden. Gij kent den vleeschhouwer Alfred? zoo begon ik. Zij antwoordde met de bedaardheid, die haar uiterlijk kenteekende Ja, ik heb een half jaar bij hem gediend. Waarom verliet gij uwen dienst? De vrouw kon mij niet goed ver- verdragen. Wat had zij legen u? Ziij deed mij onrecht. Zeg wat het was. Het meisje werd rood, zij sloeg de oogen neder, het was natuurlijke schaamte, die zij verried, haar aarze len om voor de waarheid uit te komen, sprak ook voor haar, niet minder de wijze, waarop zij die eindelijk mede deelde. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1927 | | pagina 5