ïweede Blad van nFE£L EI MAAS"
Kiesdwang.
Een „Polkakopja"
De eerste zaak
aan de Hemelpoort.
J'8
FEUILLETON
Vrouwenhanden
ZATERDAG 21 MEI 1927
use jaargang. no. 21
Het plichtsbesef moet de kiezers naar
de stembus brengen en hen ook er toe
brongen te kiezen, zooals zy mccnen,
dat het goed is, geleid door hun
beginselen.
Wij hebben nooit erg gedweept met
den stemplicht.
Wij bedoelen met den wettelijken
stemplicht, of eigenlijk den opkomst
plicht, want het stemmen kan men den
kiezer niet dwingen.
Ook in onze kringen zijn daar echter
zeer velen sterk voor geweest, hoewel
hun argumenten ons nooit bijzonder
hebben kunnen treffen.
Dit heeft natuurlijk niets uit to
staan met de waarheid, dat kiesrecht
is kiesplicht, dat waar iemand gele
genheid gegeven wordt op het bestuur
des lands invloed te oefenen, hij den
plicht heeft, den zedelijken plicht, dal
recht zoo goed mogelijk uit te oefen.en
Kiesrecht is kiesplicht, dat is een
zeer juiste uitspraak.
Maar daarmee is niet beslist of de
kiezers nu ook door den machtigen
arm van den wetgsver gedwongen
moeten worden dien plicht te volbren
gen, of zij, dia politiek onverschillig
zijn, bij de ooren genomen moeten
worden, figuurlijk gesproken dan, en
naar het stemlokaal gedwongen om
hen zoo te bewegen toch hun stem
maar uit te brengen.
De wettelijke dwang, zegt men, heeft
goed gewerkt, want het gesleep van de
luie kiezers naar het stemlokaal door
kiesvereenigingen en propagandaclubs
heeft daarmee goeddeels opgehouden.
We begrijpen ook heel goed, dat dit
een voordeel is.
Maar met dat al wordt nog niet ba
wezen, dat het zoo g<eJ gezien is dien
wettelijken stemdwang in te voeren
Afgezien van andere bezwaren hebben
wij er tegen, dat er akelig veel pape
rassen voor volgeschreven moeten
worden en dat het nog al geld kost
ook.
In 1925 bleven bij de Kamerverkie
zingen volgens minister Kan, die ant
woordde op de vragen uit de Eerste
Kamer omtrent stemdwang. 284.200
kiezers weg, zonder reden op te geven
Van die ruim 284 000 nalatigen
kregen ruim 171000 een uitnoodiging
van hun burgemeester om zich deswege
te verantwoorden. Van die 171 000 op
geroepenen hadden er 141 000 geldige
redenen voor het wegblijven. En van
de 30.000 anderen werden er 25.543
voor den Kantonrechter gedasgd. En
van die ruim 25.500 kregen er 16 681
een veroordeeling.
Wat een drukte, wat een brieven,
wat een dagvaardingen enz. enz.
Wat een kosten ook 1 Want aan den
lagen kant geschat begroot de Minister
de kosten voor de gemeenten op 75 000
gulden.
Dan komen de kosten voor Binnonl.
Zaken op 8200 gulden en voor Justitie
op 200 000 gulden.
We kunnen dus wel zeggen, dst de
kosten voor het vervolgen van den
onwillige kiezers voor die eene verkie
zing in 1925 komen op drie ton.
Wal heeft men er eigenlijk voor.
Nu ja de menschen moeten gaan
stemmen en wie het niet doen zonder
geldige redenen te kunnen opgeven
kunnen gestraft worden.
Heel wat schieten er nog door de
mazen heen, maar de dwang zal toch
wel uitwerken, dat er nu naar het
stemlokaal lijgen, die dat anders niet
zouden doen.
Denkt men echter, dat daarmee be
reikt wordt, dat de stemmingen beter
uitvallen in 't voordeel des vader
lands
Meent men, dat die onwillige staats
burgers, die anders met geen stok naar
de stembus te krijgen zijn, zoo stem
men, dat hun stem niet gemist msg
worden
Men kan er ons nog niet van over
tuigen. En wij vinden, waar velen
tegen dien wettelijken stemdwang
groote bezwaren hebben, het werkelijk
geen ding om ons warm voor te maken.
We meenen, dat men dien stemdwang
gevoegelijk had kunnen weglaten.
Kiesrecht is kiesplicht.
Het plichtsbesef moet de kiezers naar
de stembus brengen en hen ook er toe
brengen te kiezen zooals zij meenen,
dat het goed is, geleid door hun be
ginselen.
Menschen naar de stembus brengen
wie het eigenlijk niets kan schelen,
och, wij zien er niet veel heil in. N.L.
lagisaadea UidtdttllsgM.
Bevryd u van die rugpijn
Rugpijn waarschuwt u, dat uw nieren
verzwakt kunnen zijn. Uit rugpijn
blijkt dan, dat gij een specifiek nier
middel dient te gebruiken, om deze
belangrijke levensorganen ie versterken.
Waag u niet aan uitstel I Begin onmid
dellijk Foster's Rugpijn Nieren Pillen
Ie gebruiken Dit middel kan aan de
nieren nieuwe kracht geven, zorg dragen
voor goede bloedzuivering, en rugpijn,
blaasstoornissen, waterzuchtige zwellin
gen, pijn in de spieren of gewrichten,
malheid, vermoeidheid, zenuwachtig
heid, duizeligheid en urinestoornissen
doen verdwijnen.
Tal van mannen en vrouwen, die
gedurende de laatste 25 jaren leden
nierkwalen en de pijnlijke ver
schijnselen daarvan, getuigden, dat
Foster's Pillen hun kracht en gezond
heid herstelden.
Aarzel niet I De werking van dit
specifieke middel is rechtstreeks op de
nieren gericht, en als deze organen
goed werken, wordt het bloed behoor
lijk gezuiverd en krachtig. Daarom
worden Foster's Rugpijn Nieren Pillen
dan ook algemeen aanbevolen tegen
rheumatiek, lendepijn, ischias, rugpijn
en andere ernstige gevolgen van nier
zwakte.
Verkrijgbaar (in glasverpakking met
geel etiket let hier vooral op) bij
putheken en drogisten f 1.75 pet-
flacon. 36
Wie is daar
Ikke, H. Petrus, ik zou graag de
hemel in willen
Even wachten, kindje, ik kom zoo.
Even het «groote boek" halen en eens
kijken hoe het met je staat... Ziezoo,
hier ben ik. We zullen eerst maar
eens beginnen met een paar vragen
te stellen en dan het »groote boek"
eens openslaan.
Waar kom je zoo in eens van
daan
O, H. Petrus, dat is zoo snel in
zijn werk gegaan, dat ik het heusch
niet goed meer weet Ik ben zoo juist
gestorven, ziet U. Ik geloof, dat ik van
de »aarde" kom, maar ik zie hier nu
zoo'n hoop van die bollen, dat ik
werkelijk niet meer weet van welke
bol ik ben afgereisd.
O, Hemeltje, H. Petrus, wat ging
dat gauw. In een wipje was ik hier
Op dat aardbolletje daar bij ons dach
ten ze dat ze al heel wat waren omdat
ze konden automobielen en vliegen
Belachelijk, vindt U niet. En leuk, ik
ben beslist heelemaal niet duizelig ge
weest. Vroeger had ik altijd zoo'n last
van duizelingeljes, vooral in de kerk
Ik ben Roomsch, ziet U Die benauwde
luchtjes, kreeg ik altijd zoo'n hartklop
pingen van, enne....
Ja, ja, ik hoor wel, je bent goed
bespraakt. En hoe oud ben je?
Ik was bijna 19 jaar. Ziei, U nog
een beetje jong. Mijn lieve mammie
zei altijd Ouden moeten dood, maar
jongen kunnen ook dood. Ziet U, eigen
lijk ben ik een beetje onvoorzichtig
geweest, 's Avonds naar een bal fami
liair geweest, wat luchtigjes gekleed,
een beetje verhit geweest, Jazz band,
moderne dansen, enfin zooals U be
grijpt, naar huis gebracht, een straatje
omgewandeld enz kou gevat, volgende
morgen kwam de dokter, constateerde
hevige koortsen, Spaansche griep enz
verder weet ik er niet veel meer van,
alleen kan ik me nog herinneren dat
er iemand aan mijn bed kwam met
een wit kleed aan, die heel veel kruis
jes maakte, was zeker een Pater. Ook
herinner ik me nog dat iemand in
mijn oor fluisterde van acte van be
rouw bidden, maar heel veel heb ik er
niet van begrepen en nu sta ik in eens
hier, ik dacht, dood is dood, maar ik
voel me nog springlevend en mag ik
nu den hemel in
Zoo, zoo Hm, Iïm 1 En hoe heet
O, jakkes, H. Petrus, wat kijkt U
nu in eens ernstig. Ik heb een heele
deftige naam, ziet U, maar in den om
gang noemden zij mij altijd »Popje",
omdat ik zoo'n fijn modepopje was.
Zoo »up to date" ziet U.
Zoo, zoo Gek geval. Ik wist niet
dat de jongens daar tegenwoordig ook
al zoo modeziek waren.
O, gunst, H. Petrus. Wat zegt U
daarO, hi, hi, U doet me lachen 1 O
hemeltje, ik ben geen.... ik ben een...
Wat 1 Een meisje I Kind, hoe durf
je het zeggen. En wat is dat dan.
Die korte haren O, ik zie wel. U
bent nog uit de goede oude tijd. Dat
tegenwoordig mode, ziet U. Dal
noemen ze »polka of bobbied hair" of
ook wel »pagekopje" en in sommige
landen ló gargonne", klinkt nog wel
zoo chique, vindt U niet
Maar dit dan
Och, H. Petrus, dat zijn gewoon
bloote armen. Dat is allemaal mode
Foei, wat bent U onbescheiden.
Maar wat moet dit dan beteeke-
nen
Wat bedoelt U Die korte rokken
Ja, en dan die bloote beenen 1
Foei, kindje, hoe durf je zoo....
O, hemeltje, H. Petrus, dat zijn
kousen met een vleesch kleurtje Ziet
U. Ik vind 't eigenlijk ook wel niet
erg netjes, een beetje ordinair, maar
ik ben nu eenmaal zoo'n modepopje.
Zoo, zoo.... hm, hm. En dat 1 Foei
kindje, hoe durf je zoo aan de Hemel
poort verschijnen 1 Je lijkt wel een
matroos 1
O, gunst, II Petrus, als U zoo
door gaat kom ik vast niet in den
hemel. Dat is allemaal mode Dat
noemen ze »gedecolteerd". Ziet U.
Iedereen loopt tegenwoordig zoo.
Zoo, zool Zou je dat denken,
kindje. Kijk eens even naar beneden
op dat aardbolletje daar. Zie je daar
die millioenen Chineesjes, Japaneesche,
Indische, zelfs Mohamedaansche vrou
wen en meisjes? Ziet eens wat netjes
en zedig die allemaal gekleed gaan.,
En dat zijn allemaal heidinneljes.
O, ja, H. Petrus. O, wat leuk 1 Ik
wist heelemaal niet dal er nog zooveel
heidenen waren En mogen die nu
allemaal niet in den hemel. O, wat
ben ik blij dal ik gedoopt ben.
Kindje, kijk maar eens heel even
door 'L sleutelgat in den hemel.
O, H. Petrus, wat mooi 1 En, o,
kijk eens heel de 'hemel zit vol van
IN MIJNE NIEUWE BETREKKING.
11
Wie bleef dan bij de zieke?
Ik alleen.
Heeft uwe tante in hare ziekte
iets gebruikt?
De rhabarber.
Wie gaf haar die?
Oom, maar hij heeft ze mij ge
geven om fijn te wrijven.
Hebt gij dat gedaan
Ja.
Hebt gij gezien, dat uw oom haar
het poeder gaf en zij dat innam
Neen, ik was toen met het dienst
meisje bezig, om de kamer op te ruimen.
Waarom heeft uw oom u opge
dragen, het poeder te wrijven
Dat weet ik niet, hij verzocht het
mij, daar ik op dat oogenblik niets
deed.
Wat heeft uwe tante nog meer ge
bruikt?
Zoover ik weet, 's middags wat
soep en 's avonds een kop koffie.
Wie gaf haar de soep
Oom.
En de koffie?
F" Ook oom, maar ik had die in
moeten schenken en er melk in doen.
Dronk zij die met suiker
Die deed oom er in.
Verstopping
Foster's
Alom verkrijgbaar
Als gij last hebt van
gedruktheid, schele
hoofdpijn, het zuur,
prikkelbaarheid, enz.,
als gevolg van ver
stopping. gebruik dan
Foster's Maagpillen,
het ideale laxeermid
del. r
Maagpillen
a f 0.65 per flacon.
Hebt gij dat gezien
Ik zag dat hij een stuk uit de
suikervaas nam, die op tafel stond.
En toen
Hij heeft het zeker in de koffie
gedaan, gezien heb ik het niet, maar
waar zou hij het anders gelalen hebben?
Ik zag hem ook met het lepeltje roeren,
toen gaf hij de koffie aan tante, die ze
uitdronk.
Deed het gebruik van de soep en
de koffie haar goed
Zij kon beiden niet bij zich hou
den en moest na het gebruik gedurig
braken.
Ik was met mijne vragen ten einde
en meende nu licht in de zaak te heb
ben. Zij was de moordenares niet, ieder
harer trekken, van het begin des ver-
hoors af, bewees het mijieder woord,
iedere bekentenis tot de laatste, open
hartige, vrijwillige verklaring, dat zij
de rhabarber gewreven, de koffie en de
melk geschonken had, bevestigde het.
Ik had nu zelfs geene keus meer
tusschen onschuld of doortrapte huiche
larij, naar mijne overtuiging kon de
volleerdsle huichelaarster zich zóó niet
gedragen.
Ik moest haar evenwel voorhouden,
wat haar oom tegen haar had inge
bracht, op mijne gelaatskennis alleen
kon ik mij niet verlaten.
Uwe tante, begon ik, eenigszins
langzamer sprekende, dan ik tot nu
toe gedaan had, maar zonder nadruk
en zonder haar scherp aan te zien,
eerst toen ik geëindigd had, liet ik
mijne oogen scherp op haar rusten
uwe tante is door vergift gestorven
welke huishoudelijke arbeid ver
richten, blijven zacht,
blank door
Doos 30-60 90,Tube80ct
die heidenen en heidinnetjes. Ik dacht
dal die niet in den hemel konden
komen.
Zoo, zool Hm, hm Dacht je dat.
Zeker nooit erg goed de catechismus
bestudeerd 1
Ja, enfin, ziet U, heel veel heb
ik er me niet mee opgehouden, ik las
liever zoo van die romannetjes, zoo'n
beetje pikant, wat luchtigjes 1 Die
heilige levens kreeg ik altijd zoo'n
steken van in mijn houfd.
Ja, ja, zoo, zool Nu zullen we
het groote boek maar eens openslaan
en zien hoe het met je zieltje staat! Je
weet wel, de rechtvaardige valt zeven
maal per dag, dus je zult zeker ook
wel eens een foutje begaan hebben.
O, jé ja, H. Petrus. Zoo'n heilig
boontje ben ik nooit geweest, daar kom
ik rond vooruit. Als U maar niet zoo
nauw kijkt, U begrijpt, ik ben nog
jong.
Nu dan zullen we maar kalmpjes
aan beginnen. Kijkt hier eens onder 't
hoofdstuk «IJdelheid". Hier staat je
naam. Ziet eens: li/t 5 2 uur per dag
voor den spiegel gestaan, ziet eens wat
een woordenvloed van ijdele woorden.
IJdele vermaken: Kijkt eens, bijna
geen bal, geen bioscoop, geen partijtje
overgeslagen 1 Ziet eens hoe veel tijd
verbeuzeld met het lezen van flauwe
romannetjes en zelts lichtzinnige boeken
Brr. Laten we maar gauw verder
gaan.
O, H. Petrus, wie teekent dat
allemaal zoo fijntjes op? O, wat kijkt
U nu weer akelig ernstig. Ik behoef
toch zeker niet naar het Vagevuur. Ik
kan beslist niet tegen hitie.
Kijk hier eens, kindje. Hoofdstuk
«Kwaadspreken" enz. Lees zelf maar
eens.
Nu ja, ik heb wel er eens wat
kwaad gesproken, soms van mijn
vriendinnetjes wel er eens verteld wat
niet erg mooi of waar was. U begrijpt,
ik was wel er eens een beetje jaloersch
en die vriendinnen waren ook allemaal
niet even lief. In mijn gezicht, ja,
maar...
Stil ma:/i kindje. Maar weer cei;
ander hoofdstuk openslaan.
Zesde Gebod. Ziet ge datl Lees zelf
maar, ik durf het niet voor te lezen
Gedachten, woorden en werken tegen.
kindje, dat komt van al dat «lip to
date", en al die zoogenaamde bals,
bioscoopen en nette partijtjes. ..1 Ja, kleur
maar niet zoo 1
Ja, maar, ja maar.... ziet U, H.
Petrus, ik was nog jong, een beetje
lichtzinnig, maar zoo kwaad heb ik....
Beste kind, pruilen helpt nu niet
meer. Kijkt hier eens het volgende
hoofdstuk: Ergernis. Je weet wel, wee
degene die....
Och toe, H, Petrus, ik wil er niets
meer van weten Laat me nu den
hemel in. O, hemel, worden ze alle
maal zoo geoordeeld
Lees hier eens. Ziet eens wal je
allemaal op je geweten hebt met dat
«fijntjes in de mode loopen." Lees zelf
maar eens. Ik durf 't alweer niet voor
lezen.
Nu ja, enfin, H. Petrus, zoo kwa
heb ik het niet bedoeld. Waarom keken
die mannen en jongens dan ook naar
mij Ik kan hun gedachten en ver
langens toch ook niet raden
Maar liep je dan niet zöö gekleed
om de aandacht te trekken?
Nu, ja, H. Petrus, maar enfin, toe
wat doel U affreus, mag ik nu nog
den hemel niet in.
Hm, hm I Ik vrees 't ergste voor
je arm zieltje?
Wat dan, moet ik soms naar het
Vagevuur
Zooals ik zeg, ik vrees het ergste,
misschien nog wel iets ergers.
Wat dan, H. Petrus. O, hemel U
doet mij schrikken...! Moet ik soms
naar de hel? Maar bestaat er dan echt
een hel Ziet U, inwendig heb ik er
eigenlijk niet zooveel van geloofd. Zoo'n
heele eeuwigheid voor zoo'n paar....
Zoo, zoo, kindje, hebt je daar niet
aan geloofd. Kijk dan maar eens daar
links naar beneden.
O, ontzettend, H. Petrus 1 Is dat
de heil O, verschrikkelijk! Wat een
vuurpoel en wat een leelijkegezichtenl
Kijk eens, H Petrus, ze zijn pikzwart!
O, jakkes, zeker duivelen. Kijk die dan
eens. Kijk ze eens in de rondte loopen,
het lijken wel dolle honden. O, zie
toch hoe ze elkaar in 't gezichtslaan.
O, verschrikkelijk. Hoort ze eens razen
en tieien. O, H. Petrus, moet ik daar
rog langer naar kijken. O, ontzettend,
horribel 1 Toe goede, lieve, beste H.
Petrus, laat me toch in den hemel.
Ja, ja, kindje nog even wachten.
Goede, lieve, beste helpt hier niet meer.
't Is hier de «klare Waarheid."
O, hemel alweer wachten. Ik heb
toch al die zonden gebiecht en dan zijn
ze toch vergeven.
Zoo, beste kind, nu dan zullen
we het hoofdstuk Biechten er eens op
zoeken.
O, hemeltje begint U nu al weer
met dat akelige groote boek.
Ziet hier maar weer eens. Hier
onder «Biecht." Zie je dat?
Nu ja, enfin, ziet U, ik heb soms
wel er eens wat vergeten, heb het wel
er eens een beetje verdraaid of niet
heelemaal goed verteld,, enfin U begrijpt,
sommige dingen....
Zoo, zoo. En hier dan. Lees dit
eens.
O, gunst, H. Petrus, slaat dit er
ook al in. Ja, U begrijpt, ik durfde het
niet goed vertellen. Ik dacht als ik wat
ouder ben, zal ik wel eens een goede
generale biecht doen, maar nu zie ik..
O, H. Petrus, ik ben toch niet verloren I
O, laat me toen den hemel in. Ik sta
beslist te bibberen op m'n beenen. Ik
zal het nooit meer doen. O, waar is
nu mijn Engelbewaarder Iedereen had
een Engelbewaarder heb ik altijd ge
hoord.
Ja, kindje, ik denk dat hij niet is
durven komen. Hij wist wel dat er
niets meer te redden viel....
O, hemel, hen ik dan verloren 1
gunst. waJ dat? Wal zijn, dat
voor leelijke beesten O, jakkes, wat
willen jullie 1 Waarom zitten jullie zoo
te grijnslachen O, warempel, dat zijn
die duivels uit de helHelp, wat moe
ten jullie van mij 1 Kijk eens daar
komen er hoe langer hoe meer aan.
Waarom kijken jullie mij zoo aan O,
hemel, H Petrus, stuur ze weg. Wat 1
Willen jullie me beetpakken! Ga weg 1
O, Petrus, ze pakken me beet.... Wat
zeggen jullie, moet ik naar de hel
Dat nooit! O, Petrus, help, ze willen
me meenemen naar de heil Wat?'tls
niet waar, ik heb jullie nooit gediend.
Ga weg! 't is niet waar O, hemel, wat
krijg ik het benauwd, het doodszweet
breekt me uit. Help, laat me los, ik ga
niet mee naar die vuurpoel 1 Mammie,
moedertje lief, H. Engelbewaarder, help
toch ik ben verloren die leelijke
duivelen, ze gooien me in de....
Hé, wat is dat.... Waar ben ik?
Mijn kamer...! Mijn bed I O, gelukkig,
't was maar een droom Hé, wat een
akeligheid van een droom 1 Bah I
en uw oom beweert, dat gij haar ver
geven hebt.
Deze bedaard gesproken woorden,
maakten inderdaad een verrassenden
indruk op haar, zij kromp ineen, haar
geheele lichaam beefde, het bloed was
uit haar gelaat geweken, hare lippen
waren blauw geworden, hare oogen
staarden mij strak aan, zij wilde spre
ken en kon niet, zij was in een on'-
zetlenden toestand. Ik vreesde voor
eene beroerte, een zenuwtoeval, maar
zij kon zich staande houden.
Die verandering had plotseling, met
ongelooflijke snelheid plaats gehad, zij
baarde mij bekommering, ik deed mij
zelve verwijten, dat ik zulk een hevigen,
ik moet zeggen, ruwen aanval op hel
jeugdige schepsel gedaan had, ik had
mijn doel langs een zachteren weg
kunnen bereiken. Zij herstelde zich
langzaam, toen het beven ophield,
kreeg zij de spraak terug
Dat is afschuwelijk 1 riep zij,
mijn eigen oom 1
Verder zeide zij niets, maar een
tranenstroom ontvlood hare oogen. Zij
was onschuldig, zij had de laatste proef
ook doorgestaan.
Al toonde die plotselinge, vreeselijke
verandering, mij ook de heftigheid van
haar karakter, waarvan haar oom Köpp
gesproken had, de moordenares was zij
niet, juist die heftigheid bewees dit. Ik
liet haar gaan zitten, om te herstellen
en uit te rusten. Eene halve minuut
zat zij zwijgend, toen zag zij mij
smeekend aan.
Gij hebt hem toch niet geloofd
vroeg zij.
Gut kind, wat is er gebeurd 1 Wat
ben je vroeg op en wat ben je vandaag
netjes gekleed. Waar ga je naar toe.
Ik geloof alleen de bewijzen, die
mij geleverd worden, antwoordde ik
koel, maar bedaard.
Zij haalde lichter adem, en zag met
eene stille bevrediging voor zich, alsof
zij zeggen wildeWat ik niet ge
daan heb, hoe zou men dat kunnen
bewijzen
Ik richtte nog een paar vragen tot
haar.
Wist gij, dat uwe tante vergeven
was
Ik hoorde hei van de buren, toen
ik vanavond thuis kwam.
Hadt gij op iemand verdenking
Ik weet niemand ter wereld, die
ik verdenken kan.
Nu ook niet
Neen.
En uw oom dan
Zij verschrok bij deze vraag, dacht
een paar oogenblikken na en zeide toen
haastig
Neen, neen I
Hebt gij mij verder niets te zeggen?
Neen, maar houdt gij mijn oom
voor den dader
Gij kunt gaan, zeide ik tot haar.
Naar huis vroeg zij op een toon
alsof zij een geringen twijfel koesterde.
Ja, antwoordde ik haar bevestigend.
Zij ging bedaard henen, zonder de
minste verrassing of verwondering te
doen blijken maar des te meer verrast
en verwonderd was de griffier, die
naast mij zat.
Ik moet hier een paar woorden over
hem zeggen. Het was een man van
middelbare jaren, met een uitstekend
voorkomen.
In betrekkelijk korten tijd meende
ik hem doorgrond te hebben en het
vervolg bewees mij. dat ik mij niet
vergist had. Hij behoorde tot die heldere,
praclische menschen, die een juist in
zicht van de bepalingen der wet en
hunne toepassing hadden.
Dadelijk na het verhoor van den
zwager van Alfred had ik een bode
gezonden, om het voormalige dienst
meisje, Louise Schroid, te halen, op
wien de overleden vrouw van Alfred
ijverzuchtig was geweest, en van wien
echter, ondanks het vermoeden van
Köpp, niet bekend was, dat zij met
Alfred in betrekking stond.
Nadat ik haar met hare ouders in
alle stilte had laten halen, zonder hen
de gelegenheid te laten tusschenbeide
noch met iemand anders te spreken,
liet ik dienstmeisje het eerst de gehoor
zaal binnentreden.
Gij kent den vleeschhouwer Alfred?
zoo begon ik.
Zij antwoordde met de bedaardheid,
die haar uiterlijk kenteekende
Ja, ik heb een half jaar bij hem
gediend.
Waarom verliet gij uwen dienst?
De vrouw kon mij niet goed ver-
verdragen.
Wat had zij legen u?
Ziij deed mij onrecht.
Zeg wat het was.
Het meisje werd rood, zij sloeg de
oogen neder, het was natuurlijke
schaamte, die zij verried, haar aarze
len om voor de waarheid uit te komen,
sprak ook voor haar, niet minder de
wijze, waarop zij die eindelijk mede
deelde.
Wordt vervolgd.