MmiGStf
Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
'(YQQRDËEUfóÏÏ
Tweede Blad
FEUILLETON
Uesprongen handen
schrale
ippen
Uit de Landbouwwereld
MANUFACTUREN (i
De groei der Nederlandsche
mijnstreek.
Het geheim van
Charing Cross.
Manufacturen
BLIJKEN
TOCH HET
PEEL EN MAAS
BLIJKEN
TOCH HET
PRIJS DER ADVERTENTIEN 1—8 regels 60 ct.. per regel 7'/» ct.
bij abonnement lager tarief.
Uitgave van FIRMA TAN DEN MUNCKHOF - TENRAT ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaalvoor Venray 65 ct., p, p. 75 ct
Telefoon 51 voor het buitenland bij vooruitbetaling f 1.30, afz. nummers 5 ct
In een schrijven uit Heerlen aan de
N.R G. wordt een beeld gegeven van
den groei der Mijnstreek sinds ie
Heerlen de eerste mijn geopend werd.
Wij onlleenen er het volgende aan
Heerlen thans het centrum der
Limburgsche mijnstreek was vroeger
een klein dorpje...
'n Goeie ^honderd' jaar geleden, in
1830, had deze gemeente 3988 inwoners.
En in 1850 20 jaar later, was dat aan
tal nog niet ^verdubbeld. Het bedroeg
toen 5478.
Het dorpje Heerlen, alleen per post
koets te bereiken, zou zijn kalm leventje
van landbouwdorp rustig hebben verder
geleefd en zou voor den meer Noorde
lijk wonenden Nederlander even onbe-
teekenend zijn gebleven, ware men niet
in 1893 in het hartje der gemeente
begonnen met boringen ten behoeve
van den mijnbouw. De Oranje-Nassau-
mijnen vingen in dat jaar haar werk
zaamheden aan.
Dit had vooralsnog weinig invloed
op het bevolkingscijfer. In 1895 was
het 5523.
Het jaar daarop, den len Mei 1896
werd de spoorlijn SittardHeerlen in
gebruik genomen; de mogelijkheid om
de producten der mijn op groote schaal
te vervoeren was hiermede geschapen.
Toch merkt men de eerste twee jaren
nog weinig van vooruitgang der ge
meente. De bevolking wies in die jaren
onderscheidenlijk aan met 0.31 en
0.92 pet.
Daarna komt de snelle groei, die is
blijven voortduren en zonder weik
Heerlen nooit geworden was, wat het
nu is.
In 1898 stijgt de bevolking met 3 pet.
het jaar daarop komt zij op 6312 zielen
(een stijging met 9 6 pet.). Zoo gaat het
door en in 1908 heeft de gemeente
Heerlen 10.000 inwoners, in 1909 zijn
het er 11.000, in 1910 12.000 (stijgings
percentage 9.77 pet.). In de jaren 1912
en 1913 stijgt het inwonertal onder
scheidenlijk met 114 en 11.95 pet.; eind
1913 is het 16.138; drie jaar later, eind
1916, is het 21.384 en eind 1917 wordt
het 25.227 (stijgingspercentage dat
jaar 18 1)
De toeneming van de bevolking ge
schiedt dan meer gelijkmatig, alhoewel
abnormaal snel; in 1919 zijn de 30,000
en zeven jaar later, in 1926 de 40 000
bereikt.
Deze bevolkingsaanwas is niet alleen
veroorzaakt door den verderen uitbouw
van de Oranje-Nassaumijn I, met den
bouw waarvan men in 1893 was begon
nen. Er zijn meer mijnen gekomen en
op het oogenblik liggen op het grond
gebied der gemeente Heerlen vier
mijnzeiels, de O. N. I (Heerlen), de
O. N. III (Heerlerheide), de O. N. IV
(Hessenberg) en de Staatsmijn Emma
(Treebeek), terwijl aan de grens der
gemeente liggen de Staatsmijn Wilhel
mina (Terwir.selen), de Staatsmijn
Hendrik (Brunssum) en de mijn O. N:
II te Schaesberg. Óp grondgebied der
gemeente ligt ook de bruinkoolontgin
ning Garisborg.
Het blijkt, dat de meeste mijnen in
en om Heerlen liggen. Behalve de
reeds genoemde zijn er nog twee mijnen
in de gemeente Kerkrade, die aan
Heerlen grenst, de Domaniale mijn en
de Willem-Sophie, één in Eygelshoven,
de Laura (met de in aanbouw zijnde
Julia van dezelfde maatschappij en
tenslotte de Staatsmijn Maurits te
Lutterade. In deze mijnen werken thans
33,000 arbeiders, waarvan een groot
gedeelte op het gebied der gemeente
Heerlen woont.
Hoe ziet Heerlen er nu met zijn
groot aantal mijnwerker-inwoners na
zijn phenomenalen groei uit?
Onnatuurlijk. De bebouwing heeft
wel op zeer eigenaardige wijze plaats
gehad. In de kom der gemeente liggen
nog groote terreinen braak. De oorzaak
hiervan moet gezocht worden in de
grondspeculaties, tengevolge waarvan
de prijzen dezer terreinen zoodanig zijn
opgeloopen, dat toen de inzinking
kwam, ze niet meer te betalen waren
Heerlen heeft nog een bijzonderheid.
De gemeente is niet een aaneen ge
bouwd geheel. In de kom wonen slechts
zeer weinig mijnwerkera en deze kom
zal naar schatting een 10,000-tal inwo
ners hebben. Voor het overige ligt hier
en daar op groote onderlinge afstanden
een bebouwd gedeelte der gemeente,
zoo b v. bij elk der mijnzetels. Bij de
Emma ligt Treebeek, een tuindorp; bij
de O. N. III Heerlerheide (onderschei
denlijk 5 en 3 K.M. van de kom Heer
len). Ten Oosten der stad ligt Heerier
baan; ten Zuiden Weiten, waarvan de
bewoners zich nog goeddeels met land
bouw zijn blijven bezig houden. Behalve
in deze deelen, wonen de meerdere
mijnwerkers hoofdzakelijk in de woning
groepen, die eveneens zeer verspreid
zijn.
Voor de hand ligt het feit, dat dit
zeer groote lasten voor de gemeente
meebrengt. Men denke slechts aan de
talrijke wegen, die hierdoor noodig
werden, terwijl ook de uitkomsten der
gemeentebedrijven door de groote aan-
legkosten worden gedrukt.
Zooals Heerlen gegroeid is, zoo
groeien thans de mijngemeenten, die
in opkomst zijn Vooral in de gemeente
Geleen ziet men dezelfde verschijnselen
Daar is in wording de grootste mijn
van Europa, de Maurits 6n de bevol
king neemt ook daar met den dag toe.
Er wordt druk gebouwd. Ook een nieuw
raadhuis is er opgetrokken in het
gedeelte, dat de mijn beheerscht, nl
Lutterade. Typisch is het feit, dat het
raadhuis geheel alleen staat, vrijwel
in het open veld, waarop alleen trot
toirbanden de toekomstige stralen aan
duiden.
Sittard zal eveneens door de Maurits
groeien, terwijl ook de andere gemeen
ten zich blijven uitbreiden. Op het
grondgebied der gemeente Ubach over
Worms zal de mijn Laura een 600 tal
woningen bouwen in Eygelshoven zijn
door den raad plannen goedgekeurd
voor den bouw van 500 woningen in
de gemeente Kerkrade, wier inwonertal
van 1 Januari '26 tot 1 December j.l
groeide van 30.518 tot 32.253, zullen
weer een 100-tal woningen worden
gebouwd; alle mijngemeenten breiden
zich gestadig uit.
Wonen nu alle mijnwerkers in de
eigenlijke mijnstreek
Bij lange niet. Zij wonen in geheel
Zuid-Limburg en komen zoowel uit
Roermond als uit Vaals en Maastricht
naar de mijn. Te hunnen behoeve
loopen de speciale mijnwerkerstreinen
die men niet in den officieelen gids
39.
Nog steeds omtrent al die dingen in
onzekerheid verkeerend, ging Hether-
wick den volgenden morgen nog eens
naar Lincoln's Inn Fields, waar hij
een der firmanten te spreken vroeg.
Hij werd naar de kamer gebracht, waar
hij en Matherfield den vorigen dag het
onderhoud hadden gehad. Maar hij
vond majoor Penteney alleen. Blenkin-
sop, aldus werd hem medegedeeld, had
dien ochtend zaken bij de rechtbank.
Ik kom bij u, verklaarde Hether-
wick, om u te vragen, of ge iets nieuws
over Baseverie's plotseling verdwijn te
Dover gehoord hebt.
Penteney keek ontstemd.
Ik ben er werkelijk woedend overl
antwoordde hij. Een absoluut niet te
verontschuldigen dom optreden van de
zijde van onzen man een man, die
overigens vroeger steeds de grootste
bekwaamheid getoond heeft Gisteravond
is hij teruggekomen, geheel terneer
geslagen. Hij heeft ons alles verteld en
toen een flinke schrobbeering gekregen.
In het begin had hij alles best gedaan.
Was de man op den voet van Rivers-
reade Court naar Dorking gevolgd,
vandaar naar Redhill en dan naar
Dover. Baseverie begaf zich toen naar
vermeld vindt en rijden de vele auto
bussen, terwijl honderden zich per fiets
naar hun werk begeven om gedurende
acht uur het zwarte goud te delven
Het zwarte goud, dat de eenige oor
zaak is van den voortdurenden abnor-
malen aanwas der bevolking en de
Amerikaansche toestanden in het Lim
burgsche mijngebied.
Wantandere belangrijke industrieën
zijn er in de eigenlijke mijnstreek (nog)
niet.
een of ander hotel bij de haven. On
man, die er zeker van was, dat Base
verie in 'l geheel niet vermoedde, dal
hij gevolgd werd, nam daar ook een
kamer. Er gebeurde nieis. Hij zag
Baseverie dineeren en later in de rook
zaal biljart spelen, waarna Baseverie
naar bed ging. De twee kamers lagen
naast elkaar. Onze man was er zeker
van dat hij den dokter weer bij 't ont
bijt zou ontmoeten, maar toen hij den
volgenden morgen beneden kwam,
bevond hij dat de vogel gevlogen was,
en wel, naar de nachtportier vertelde
's morgens voor zes uur. Hij wist niet
waar heen. Onze man kon ook geen
spoor meer yinden op 't station of de
pier, of ergens anders.
Een zorgelooze wijze om iemand
te bewaken, bromde Hetherwick.
De telefoon ging op 't bureau van
Blenkinsop. Met een woord van ver
ontschuldiging ging Penteney. Een
oogenblik later liet hij een gesmoorde
kreet van verbazing hooren, gevolgd
door een scherpe ondervraging van
zijn zijde. Plotseling wendde hij zich
tot Hetherwick.
Lieve hemel 1 riep hij uit. Wat
beteekent dat allemaal. Hier is lady
Riversreade aan ]de telefoon. Zij zegt,
dat haar zuster, die gisteren gekomen
is, en miss Featherstone ontvoerd zijn
Ontvoerd 1 Hedenmorgen 1
Hetherwick sprong op met een scher
pen uitroep half overweldigd, half
ongeloovig. Maar reeds waren zijn ge
dachten bij Rhona. Hij zag de gevaren
van den toestand voor haar in, zooals
Penteney ze niet kon zien.
ruwe huid
66914
Varkensmestproef.
Te Almelo bestaat een vereeniging
van jonge landbouwers, «Ontwikkeling"
geheeten, welke metterdaad toont haar
kracht en voordeel te zoeken in ont
wikkeling. Zoo heeft zij gepasseerden
zomer een varkensmestproef opgezet,
aanvangende 5 Juli en afgesloten 24
Oct. Doel wasle. te laten zien, dat
het neel goed mogelijk is, varkens te
mesten, ook van jonge biggen af, zonder
ondermelk, etc.2e. de waarde van
ondermelk als voedsel voor mestvarkens
te bepalen3e. de rentabiliteit van 't
varkensmesten te controleeren. De proef
werd genomen met 8 biggen van
dezelfde toom verdeeld in 2 x 4 stuks.
Groep A kreeg een meelmengsel van
45 pCt. maïsmeel, 45 pCt. gerstemeel
en 10 pCt. grint, plus 2 Liter onder
melk op 1 K.G. meelmengsel, tot een
maximum van 5 L. per dag.
Toen op 't laatst de varkens meer
dan 2i/i K G meel elk kregen, gaf men
ze niet meer dan elk 5 L. ondermelk.
Groep B ontving een meelmengsel
van 40 pCt. maïsmeel, 40 pCt. gerste
meel, 10 pCt grint en 10 pCt. visch.
Beide groepen kregen zooveel meel als
ze (praclisch) vreten wilden. Ook kregen
behoorlijk weidegang. De varkens
zijn 4 keer gewogen: 5 Juli, 24 Aug.,
16 Sept. en 24 Óct. (einde). Groep A
was gegroeid 309 K.Ggroep B 271i
K.G.de varkens waren bij het af
sluiten der proef ongeveer 66 ct. per
kg, derhalve had groep A een meer
waarde van 37is kg. en in geld f24.75
De proefnemers kwamen o.m. tot de
volgende conclusies:
le dat varkensmesten, ook van jonge
biggen af, zonder ondermelk heel goed
mogelijk is. Varkens van 166 dagen
oud, op een gemiddeld gewicht van 88
Kg. is lang niet slecht, 't Waren ook
nog mooie losse varkens, zeergeschikt
tot verder mesten;
2e de volgens deze proefberekende
voedingswaarde van ondermelk is ge
durende de le periode (van 56 tot 128
dagen oud); 3.15 ct. per L. Gedurende
de le en 2e periode (van 56 tot 128
dagen oud) 2.7 ct. per L. Gedurende
de 2e periode (van 105 tot 150 dagen
oud) 2.03 ct. per L Gedurende de le,
2o en 3e periode (heele proef), van 56
tot 166 dagen oud 2.07 ct. per L.
Gedurende de 3e periode (van 128
tot 166 dagen')1.3 ct. per L. Onder
melk maakt zich bij jonge varkens dus
wel betaald, ook boven de analytische
waarde. Bij zwaardere varkens is 't
niet rendabel.
3e Varkens vreten de ondermelk
extra op, kunnen dus (en doen 't ook)
sneller groeien, zijn eerder klaar.
4e Varkens mesten blijkt bij deze
verhoudingen niet erg schitterend. Een
typische lijn ligt ook in de rentabiliteit
in verhouding tot den leeftijdeinde
le periode f 0,72 verlies perstuk; einde
2e periode f 2.69 winst, in de 2e periode
f 3.41, einde 3e periode f 7.27, in de 3e
periode f 7.27 f 2.69 is f 4.58 winst
per stuk. Mogelijk kunnen velen onzer
lezers met de uitkomsten van deze
belangwekkende proef hun voordeel
doen.
Het „blauw" onder de schil by
aardappelen.
't Is wel al een jaar of vijftien ge
leden, dat ik in het «Hbld" las van
«blauwe" aardappelen, min of-meer
ongeschikt voor de consumptie waar-
schijnlijk* naar het oordeel van den
schrijver, een gevolg van 't gebruik
van kunstmest, bepaaldelijk van kali. j
Tegen dat oordeel ben ik toen opge
komen: ik had toen n.l. acht jaren
achtereen aardappelen geteeld in uil
sluitend kunstmest, op hetzelfde land,
dat in al dien tijd niet den minsten
natuurlijken mest had ontvangen: de
aardappelen waren al de jaren door
puik geweestzonder ziekte, zonder
«blauw" dus ook, en fijn van smaak.
Natuurlijk was bij den kunstmest ook
de kali niet vergeten, en zelfs in den
vorm van patentkali in ruime mate
aangewend, omdat aardappelen, gelijk
bekend, evenals andere knolgewassen
veel van kali houden.
Thans, na zooveel jaren, is 't blauw
onder de s^hil, dat zijn blauwgrijze
vlekken in het vleesch van den knol
nog aan de orde. Het verschijnsel dat
tijdens de bewaring nog sterk kan
toenemen, doet de kwaliteit van den
aardappel zeer verminderen. Vandaar,
dat men zocht naar een bestrijdings
middel
Zoo zijn in 1926 veldproeven geno
men door den PiantenkundigeD Dienst
door het Laboratorium voor aardappel
onderzoek en door den bekenden on
derzoeker Dr. J. Oortwijn en Botjes te
Groningen.
't Onderzoek is hiermee niet afge
loopen maar toch heeft het reeds een
zoodanig resultaat opgeleverd, dat men
in staat is de richting aan te wijzen
waarin de bestrijding gezocht zal wor
den. 't Is gebleken, dat de besmetting
in deze een niet onbelangrijke factor
is en dewijl vele landbouwers in den
winter reeds hun bemestingsplan op
maken en zelfs bij gunstig weer uit
voeren, vestigen we nu ook al hun
aandacht op de zaak.
De schrijver in het Hbldhierboven
bedoeld, wordt allerminst in het gelijk
gesteld, integendeel. Tegen het «blauw"
wordt nu juist een vrij sterke kalibe
mesting aanbevolen. Men kan deze
geven in den vorm van kalizout 40
pet. of als patentkali.
De eerste meststof moet men met 't
oog op mogelijke chloorbeschadiging
uitstrooien in December of Januari;
wordt het later in den lijd, dan ge*
bruike men patentkali. De proeven
hebben doen zien, dat een zoodanige
bemesting in vele gevallen het «blauw"
zeer sterk doet verminderen, in andere
zelfs geheel doet verdwijnen.
Onmogelijk 1 zeide hij. Ontvoerd
op klaarlichten dag? Door wien
Maar Penteney was nog steeds aan
de telefoon bezig, met korte, snelle
vragen en antwoorden.
Ja, ja, zeide hij. Zijt ge daar zeker
van Politie natuurlijk 1 Ik kom
onmiddellijk naar toe nu auto
zeg de politie, dat zij waakzaam zij.
Zoodra hij de telefoon neergelegd
had, keerde hij tot Hetherwick.
Ik vrees, dat 't absoluut niet on
mogelijk is, zeide hij. Lady Riversreade
zegt, dat zij ontvoerd zijn op 't oogen
blik dat zij van den Court naar het
home gingen [zij heeft zoo iets ge
hoord van een groote auto met vreem
de mannen erin. Ik ga er direct heen,
er zit meer in deze aangelegenheid dan
we eerst wel dachten.
Ik ga mee. Waar kunnen we 'n
snelle auto krijgen vroeg Hetherwick
Kom mee, hier in de buurt, we
zijn er binnen het uur.
Ge weet, ging hij voort, terwijl zij
't bureau verlieten, ik heb altijd zoo
iets gevreesd. De kerels denken, dat
ze lady Riversreade ontvoeren en nu
hebben ze bij vergissing de [zuster
genomen. Een losprijs natuurlijk. De
chantage is mislukt, nu moet 't op
deze wijze geprobeerd worden. Het
schijnt anders een duivelsch paar te
zijn, dat hier de hand in het spel
heeft.
Hetherwick knikte toestemmend. Hij
dacht er over na wat te doen: aan
Penteney vertellen of niet, dat de miss
Featherstone, waarvan hij zoo juist
gesproken had, in werkelijkheid de
Op de perceelen, waar 't verschijnsel
«blauw" wel eens voorkwam, kan men
dus 't volgend jaar de proef nemen
met genoemde kalimeststoffen. Hoeveel
gegeven moet worden, hangt natuurlijk
af flvan den besmettingstoestand van
het perceel.
Opgemerkt wordt nog, dat het blauw
worden kan optreden na elke voor
vrucht; in erge mate kan het zich
echter vertoon en op gescheurd gras
land, ook al is het scheuren al jaren
geleden gebeurd. Ook is de kans op
het ziekteverschijnsel grooter na klaver
lucerne, erwten en bieten als voor
vrucht. Wie nog nader wenscht te
worden ingelicht, kan zich daartoe
wenden tot den Plantenziektenkundigen
Dienst te Wageningen.
Weet gy dat in 1925 door de 435
fabrieken, welke zijn aangesloten bij
den F. N. Z, niet minder dan ruim
1741 millioen K.G. melk is verwerkt,
zijnde 7 pCt. meer dan in 1924dat
het vooral de provinciën Overijsel,
Gelderland, Limburg en Brabant zijn,
die tot deze vermeerdering hebben
bijgedragen, omdat daar steeds meer
grond in cultuur wordt gebracht en
steeds meer boeren zich bij de coöp.
fabrieken aansluiten
Weet gij, dat de meeste boter naar
Duitschland gaat31500 ton van de
40000 ton, dus bijna 79 pCt.
En weet ge ook, dat hierin voor de
toekomst een gevaar ligt, omdat hier
door de andere markten eenigszins
worden verwaarloosd en dit zich later
kan wreken
Weet gijdat de lijmbanden, die in
t begin van October om de stammen
der vruchtboomen worden gelegd, alleen
dienstig zijn tegen de wintervlinders
waarvan de wijfjes ongevleugeld zijn,
en niet tegen andere vlinders, die
vliegende de kroon kunnen bereiken
en daarin de eitjes kunnen leggen; dat
het wijfje van den wintervlinder soms
haar eitjes legt onder aan den stam,
beneden den band, waarom het ge-
wenscht is, dat gedeelte in Februari te
bespuiten met 10 pCt. Vruchtboom-
carbolineum
Wenken en mededeelingen.
Voor boerenmeiden werd tot heden
verschillend geplakt: door den een 30,
door den ander 40 ets. De Centrale
Raad van Beroep te Utrecht heeft d.d.
27 Oct. 1925 uitgemaakt, dat voor
dienstboden beneden 18 jaar, die niet
in het huishouden meehelpen, kan
worden volstaan met 30 centsvoor
de andere, die zoowel in de huishou
ding als in het bedrijf werken, dient
cents te worden geplakt.
Op een tentoonstelling op het gebied
van de huishouding te Praag werd
gewezen op de beteekenis van den
arbeid der vrouw in den landbouw. De
aandacht werd gevestigd op de prak
tische en hygiënische inrichting der
huishouding, waarvoor zelfs een wed
strijd werd uitgeschreveu, maar ook
werd in 't licht gesteld de belangrijke
rol der boeren bij de organisatie van
de landbouwproductie. Ook daar wordt
dus ingezien, dat de welvaart in de
boerderij, ook in de toekomst, van de
boerin zoo goed als van den boer
afhankelijk is.
De verzorging der hoenders is veelal
voor de boerin. Welnu, zij zorge dan,
dat de kippen goed gehuisvest zijn. Dit
is een eerste voorwaarde, om in den
winter sieren te kunnen rapen. Waar
dit laatste niet geschiedt, betalen de
kleindochter van Hannaford was. Dat
feit zou vroeg of laat toch moeten uit
komen als lady Riversreade vernam,
dat Rhona bij haar gekomen was. Was
't niet beter Penteney in vertrouwen
te nemen, en eerlijk bekennen. Maar
hij besloot te wachten, tot zij den
juisten gang van zaken op Riversreade
Court beter kenden.
XIX. DE LONDON ROAD.
Een uur later reed de groote auto
in volle vaart 't park van Riversreade
Court binnen. Hetherwick bevond aldra
dat lady Riversreade geenszins over
dreven had. Zij vloog zelf naar buiten
om hen te ontvangen. Overal in de
omgeving zagen ze politiemannen.
Ik heb u vroeger al eens gezien,
zeide zij tegen Hetherwick. Gij waart
bij mijn secretaresse Zondagmorgen op
het Victoriastation. Zijt gij met haar
verloofd
Neen, antwoordde Hetherwick,
maar wij zijn goede vrienden.
Nu, miss Featherstone is ontvoerd
en eveneens mijn zuster, madame Lis-
torelle. Dat is de geheele geschiedenis,
in een paar woorden weergegeven.
Ge scheent 't niet te willen ge-
looven, toen ik u opbelde, ging zij
voort, terwijl zij zich tot Penteney
wendde, zij zijn opgelicht en ontvoerd
vlak onder mijn eigen vensters en we
hebben geen spoor van welken aard
ook.
Tenminste voor zoover gij weet,
antwoordde Penteney koel. Maar kom,
vertel me alles wat ge weet. Heel veel
bijzonderheden.
Bijzonderheden, riep lady Rivers
reade verbaasd uit. Maar ik heb u
toch gezegd, dat we geen bijzonder
heden weten. Een der dienstboden die
voor een der dakvensters had staan
kijken, vertelde mij, dat zij een auto
had gezien, die in volle vaart door de
middenlaan in de richting van den
hoogen weg reed, kort nadat madame
Listorelle en miss Featherstone 't huis
verlaten hadden. Zij zijn in die auto
ontvoerd. Dat is weer het werk van
dien dokter Baseverie.
Ge hebt aan de telefoon gezegd
dat er vreemde mannen in die auto
gezeten waren.
O ja, diezelfde dienstbode heeft
mij gezegd, da) zij meende te zien, dat
er twee mannen in de auto zaten, ant
woordde lady Riversreade Natuurlijk
moeten dat vreemde mannen geweest
zijn.
Penteney wendde zich tot de politie
en greep tegelijkertijd Hetherwick bij
den arm.
Ik geloof, dat we beter doen, zeide
hij om 't park af te zoeken en eens te
zien of we ergeDS teekenen van een
strijd kunnen vinden. Ik kan mij niet
voorstellen, dat madame Listorelle of
miss Featherstone personen .waren, die
zich lieten ontvoeren zonder zich
krachtig te verweren. Hebt gij 't terrein
al verkend, voegde hij eraan toe, zich
tot den oudste der mannen koerend.
Ik doel op den weg, waarlangs de auto
gegaan is.
Hetherwick nam de leiding op zich
en wijdde zijn bijzondere aandacht aan