BEDEN Open brief EN GENIET Weekblad voor YENRAY, HORST en Omstreken. V. PYLS, VENRAY Regenjassen |J Pelterijen Dameshoeden Echte Kanten, ROOKT j> MANUFACTURING BLIJKEN TOCH HET ÜYQORDïïUGSTf MANUFACTURING '(YOORDEILW »t Nieuwste inMantels Gebreide Vesten Dit nummer bestaat uit TWEE bladen. Openbare verpachting van onlginningsgronden. Orde en tucht bij de opvoeding. De Kippenhouderij op het platteland Gemengde Berichten. ^reJaargang No. az PEEL EN MAAS BLIJKEN TOCH HET PRIJS DER ADVERTENTIEN 1—8 regels 60 ct., per regel 71/» ct. Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF - VENRAY ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal: voor Venray 65 ct., p, p. 75 ct bij abonnement lager tarief. Telefoon 51 voor het buitenland bij vooruitbetaling f 1.30, afz. nummers 5 ct Burgemeester en Wethouders van Venray brengen ter openbare kennis, dat zij ingevolge besluit van den Ge meenteraad van den 1 October j 1 op Vrijdag 29 October a s. des namiddags zes uur precies in café Keijzers te IJsselsteijn zullen overgaan tot de publieke verpachting van circa 30,79 H.A. ontginningsgrond voor een termijn van 15 jaren, ingaande 1 November 1926. De verpachting geschiedt in 8 per ceelen Perceel I is groot pl.m. 3 48 H.A. II 413 H.A. III 5.92 H.A. IV 349 H.A V 3 49 H.A j> VI 3 46 H.A VII 3 50 HA VIII 332 H.A. De perceelen zijn allen gelegen langs den kunstweg Venray—Deurne, het betreft de vrijgehouden strooken vóór de boerderijen. Indien de gemeente de vrije beschik king over de verpachte perceelen vóór 1938 herneemt, wordt een vast bedrag voor gemaakte onlginningskosten ver goed. De voorwaarden van verpachting liggen van af Maandag 19 October voor belanghebbenden ter secretarie ter inzage. Venray 13 October 1926 Burgemeester en Wethouders voornmd. O. VAN DE LOO. De Secretaris, VAN HAAREN. Den jongens moet geleerd worden, den vrjjen wil te brengen ter bereiking van liet liun gestelde einddoel, hun eindbestemming. Eenigen tijd geleden hield de Zeer Eerw. Heer II. J. Braun SJ. op een vergadering van hel Sint Franciscus Liefdewerk een inleiding over Orde en Tucht. Het volgende is daaraan ont leend In den laatsten tijd vooral zija stem men opgegaan, dat het élan der jeugd in het opvoedingswerk moet mede spreken. Wat het St. Franciscus Liefdewerk betreft, is het allernoodzakelijkst vol maakte lucht en orde onder de jongens te houden. Het St. Franciscus Liefde werk is het werk van zielezorg, zelfs het spel, dat hun geleerd wordt, evenals het bidden en het godsdienstonderricht Ieder die aan het jeugdwerk medewerkt, moet het groote levenswerk voor oogen houden. Dan alleen is het werk goed. Hoe verschillend de werkwijze der afdeelingen ook is, dit doel moet allen voor oogen slaan, den jongens eerbied in te boezemen voor hun levensdoel. Heel 's menschens taak, zich naar den wil en orde, door God gesteld, te rich ten, den vrijen wil te brengen onder de orde van God. Gehoorzaamd moet worden aan den wil van God en die moet ook in het jeugdwerk tot uiting komen. Den jongens moet geleerd worden den vrijen wil te brengen ter bereiking van het hun gestelde eind doel, hun eindbestemming. Maar aan die gehoorzaamheid moet gepaard gaan het verstand, dat een oordeel geeft over de gestelde orde. Het is noodzakelijk, den jongens in te prenten de gewoonte om den vrijen wil te richten naar de van hoogerhand gestelde orde. Hel doel is, de jongens te brengen naar God. Voor het handhaven der orde is het noodig, dat een volmaakte ordelijk heid heers^ht in het Liefdewerk, sis in een ordelijk huishouden. Alles op tijd, alles op zijn plaats, alles in properen staat. Wordt daarvan afgeweken, dan moet het den jongens onder de oogen gehouden worden. Veelal worden kleine overtredingen, te dikwijls over het hoofd gezien en toch dient daarop streng gelet te worden." Orde en tucht zijn niet alleen op hei St. Franciscus' Liefdewerk, maar in elk huisgezin, op elk patronaat, elke school noodig. Orde en tucht leeren een jongen en een meisje zich inhou den, zich betoomen, zich zelf beheer- schen. En wat is noodiger dan de zelfbeheersching 1 »Het overwin u zelf is een beginsel, dat bij de opvoeding nooit uit het oog mag verloren worden, Het overwin u zelf moet toegepast op alle mogelijke z.g. kleinigheden: alles op zijn lijd, alles op zijn plaats, alles met rust en orde. Dat kost moeite 1 Neem zelf de proef eens, om bijv. alles na gebruik terslond netjes op te ber gen. 't Lijkt gemakkelijk; de praktijk leert anders! In kleinigheden moeten de kinderen zich overwinnen. Iedere inspanning, hoe gering ook, draagt het hare bij tot vorming van 'n goede ge woonte; maakt de wil paraat voor arbeid en plicht. De. kleinste zelfver loocheningen, waardoor een kind, een jongeling leert gehoorzamen, zijn in het uur der bekoring een bron van kracht. De kinderen moeten geleerd, zich te versterven en daarom wordt van hen gehoorzaamheid, het brengen van offers gevergd. Op tijd beginnen en eindigen; het werk netjes, nauw keurig op de voorgeschreven wijze maken; de opgegeven lessen leeren; zwijgen en goed zwijgen, als praten niet geoorloofd is; alles op zijn plaats leggen; meehelpen, els er geholpen moet worden, enz, enz. Op dit punt kan niet vroeg genoeg gelet worden. De ondervinding leert de moeders, dat kinderen lastig en zeer lastig kunnen zijn, zelfs in hun 3de en 4de levensjaar. Een wil doet zich in die jaren voor het eerst gelden, de eerste koppigheid openbaart zich; de eerste weetgierigheid komt aan het licht en 'n opvallende hartstochtelijk heid vertoont zich. De dreumes van drie vier jaar is een majesteit, die z'n wil opdringt en voor wie alles en allen zich moeten buigen I Het is gelukkig voor den kleinen dwingeland, dat hij 'n moeder heefi, die hem met zachte hand en met wijze voorzichtigheid weet te leiden en te buigen, die hem van kindsbeen orde en tucht leert. Wie als kind geen orde, geen tucht, geen gehoorzaamheid, geen zwijgen, geen geduld, geen inspanning, geen harding, geen zelfverloochening, geen teleurstelling, geen onibering heeft ge leerd, zal zich later niet storen aan de katogorische imperatief van de plicht; gij zult de geboden Gods en der Kerk onderhouden en de plichten van den slaat vervullen. »Zich zelf beheerschen, zich zelf overwinnen, dat is het parool. We kennen het versje: Wie konink rijken won en legers heeft verslagen, mag vrij van laurier een schoone krone dragen, maar die nog boven dat zich zelf overwinnan kan, geef dien de schoonste kroon, dat is de sterkste man." »Wie andere menschen overwint i3 machtig; maar wie zichzelf overwint, i3 almachtig." aan de Heeren Boshouwers te Lent en Janssen te Leunen. Mijnheer Boshouwers, U maakt zoo nu en dan in »Peel en Maas" buiten gewone propaganda voor het fokstation te Horst en U, mijnheer Janssen, doel hetzelfde bij Uw pluimveecursussen. Ik, ais beginneling, ben zoo vrij U een kleine raad te geven en wel deze Matigt U een beetje in Uw ijver voor genoemd fokstation. Als men 't fokstation te Horst bezoekt, 't is een en al welwillendheid van het personeel aldaar, 't is een prachtig fokstation, dat indruk moet maken op iederen kippenhouder. Maar over de producten die er af komen, ben ik slecht te spreken. Over den foktoom, die ik van Horst kreeg en zelf gecontroleerd heb op den tweeden leg, ben ik niet tevreden. De kippen, gekocht van boeren hier aan de Heide, even oud en onder gelijke omstandigheden gehouden, deden het beter. Ik moet eerlijk bekennen, dat ik steeds een zeer hoogen dunk heb gehad van dat fokstation. Maar dat zal denke lijk wel gekomen zijn door de propa ganda, die ik wel eens gehoord heb van pluiraveeonderwijzers. Ik begrijp die onderwijzers niet. Ze zijn toch niet verplicht propaganda te maken voor Horst? Naar ik meen, krijgen ze toch hun salaris voor gegeven cursussen door het Rijk uitbetaald. Of heb ik het mis De kuikens, die ik 11 Mei 1926 van Horst betrokken heb en waarvan er momenteel nog geen aan den leg is, vallen me nu reeds tegen. Dat zijn geen Witte Leghorns. Er zijn er ver schillende bij met tamelijk veel bruin in de veeren. Bij den foktoom hebben we 2 kippen, die bij hel begin van hun tweeden leg compleet bruine eieren legden. Jammer} dat ik die eieren niet heb kunnen be waren om ze U te laten zien, als U daar prijs op stelde. Bij de sluiting van den kippencursus aan de Heide dit voorjaar heb ik de Heer Janssen van Horst op die bruine eieren altent ge maakt. Ik -heb hem de nummers der hennen ook gegeven. Hij zou de zaak onderzoeken. Maar ik heb niets meer gehoord. Mijne Heeren, mocht U zich nader willen overtuigen van hetgeen ik hier schrijf, U bent ten allen tijde ten mijnent welkom en met de meeste welwillendheid zal ik U alle inlichtin gen geven. Mocht U een andere meening toege daan zijn, U kunt me in »Peel en Maas" gerust op mijn kop geven. Eén verzoek echter, flink Uw naam onder dat stuk. Geen anoniem geschrijf. Flink en open voor den dag komen, me dunkt, daar hebben de kippenhouders van »Peel en Maas" recht op. Met kippensportgroeten. W. J. DRIESSENS. Venray Heide, 10 Oct. 1926. door JOS. BOSHOUWERS te LENT Verloren leggen op de boerderij. VRAAG: Ik heb al een 10-taljonge hennen (W.Laan den leg, doch ik kan ze maar niet goed wennen, in hel hok te leggen. Eenige doen dat in een eiken walletje tegenover de schuur, andere weer ergens anders, soms zoo wel achter een ploeg in de karschop Van de oude heb ik ook nog al eens hinder, dat ze verloren leggen. Kunt u me daarover misschien het een of ander schrijven Of anders in Peel en Maas, die lezen wij ook. G. te V. ANTWOORD Het verloren leggen is op de boerderij niet te dulden, want die eieren kunnen niet meer naar de veiling gezonden worden, als ze soms na een week of nog langer daarna pas gevonden worden. Zelf opeten, daar komt meestal niets van, en aan 't vee opvoeren, dat vindt men zonde. Ze gaan dan maar naar de markt, den winke lier of den koopman langs de-deur. Maar dat is niet zooals 't hoort. Aan een ei mag letterlijk niets mankeeren, of 't is onbruikbaar. Dat weet de boer deksels goed en daarom eet hij die eieren ook maar niet zelf op. We moeten dus alles doen, om het verloren leggrn te voorkomen. Laat ons eens zien, waarom de dieren verloren willen 1. De legnesten zyn niet doelmatig. De afmetingen moeten voor de lichte rassen 30 X 35 c.M. zijn en voor de zwaardere 35 X 40 c.M. Wie ze in 2 of 3 rijen boven elkaar aanbrengt, die zorge dat de onderste toch zoo hoog van de grond af blijft, dal de krabben de kippen er geen zand, strooisel e. d. in kunnen krabben. Ook lollig hé, als je daar zit te leg gen en een rasgenoot staat met d'r achterwerk naar je toe den boel vol vuil te gooien I Neen, dan hebben ze groot gelijk, dat ze ergens een verbor gen hoekje op de schelft of onder de hooimijt opzoeken. 2. Er kunnen to weinig nesten zyn. Men rekent een nest op 4 kippen. Beter een te veel, dan te weinig. U zult zeggen, zooveel is niet noodig, want ze kruipen dikwijls toch maar bij mekaar. Is wel zoo, maar sommige kippen doen het niet, die kunnen daar heelemaal niet tegen en dan gaan ze maar liever ergens anders, waar ze niet gehinderd worden. 3. De nesten worden niet goed sclioon gehouden. Soms wemelt het van kleine spring in-'tvelds (vlooien) of van die lang zaammarcheerder3 (luizen). Erg lollig hé? Ik heb aan een vlooi in 't bed al genoeg, en dan spreken we nog niet over een luis 1 De nesten van binnen en van buiten eens ferm met Carbolineum bestrijken en ook geregeld versch stroo of kort- gesneden hooi er in doen. 't Nest moet droog, en zindelijk zijn, want kippen zijn geen viezerikken, hoorl 4. Geen nesteieren genoeg. In alle legnesten moet minstens één steenen of porceleinen nestei liggen, doch waar men last van verloren leggen heeft, neme men er 2, desnoods 3 in elk nest. Zoo duur zijn ze niet Een kip legt graag in een nest, waar méér dan één ei ligt. Maar pas op, dat je de nesteieren niet tusschen de gewone eieren inpakt en mee naar de veiling stuurt. Nu en dan de nesteieren eens helder afwasschen. 5. Soms zyn er geen springlatten voor de nesten. En dat is toch zoo noodig. De kip springt daarop, als ze 't ei in de verte voelt aankomen, ze loopt er eens op haar gemak overheen, waarbij de eventueele mest van d'r voeten nog los laat ook, en zoekt dan de gelegenheid op, waar zij voorliefde voor heeft. Anders moet ze maar op goed geluk in een nest vliegen en kan het best gebeuren, dat daar al eene hen zit te leggen. 't Bezoek komt zoo onverwacht en zoo ongewoon, dat er niet zelden kib belpartijen ontstaan. Is het wonder dat de dieren, die daar niet van houden, denken 't Zal me morgen niet meer overkomen, ik ga naar 't schuurke of den eikenwal. 6. De nesten hangen vaak verkeerd. B.v. dèar, waar het niet rustig is Eene kip wil niet graag gestoord wor den als ze aan 't leggen is. De vogels in de vrije natuur evenmin. Overweeg dat wel. 7. Niet onder de kippen voelen als ze aan 't leggen zyn. En zeker niet onder kippen, die pas beginnen te leggen. Wie hel bovenstaande in acht neemt zal meestal van verloren leggen bij zijn kippen weinig last hebben. Reeds lang voor de leg begint moet men eenige sleenen eieren in de nes ten brengen, desnoods ook een enkel op den bodem van het hok. Dit laatste om het eierenpikken te voorkomen. Ik raad U aan, in elk nest eens 2 steenen eieren te leggen en de kippen eens 4 of 5 dagen binnen te houden tot tegen 3 uur. Ze zullen dan de nesten wel opzoeken, als de nood maar hoog genoeg gekomen is. Vier arbeiders door een trein overreden. Woensdagnacht heeft zich nabij de spoorweghalte Kethel bij Rotterdam een vreeselijk drama afgespeeld, waar bij vier menschenlevens te betreuren zijn. De 42jarige ploegbaas C. G. Noome, diens 20jarige zoon L. Noome, de 38 jarige arbeider G. D. Hoekzema en de 32jarige arbeider A J. Kwant, waren in dien nacht bezig geweest met het lossen van een grinttrein, die op den spoorweg tusschen Kethel en Schiedam stond. Omstreeks 3 uur hebben zij den ar beid gestaakt, in verband met hel buitengewoon slechte weer en togen zij huiswaarts. L\] namen als gewoonlijk het linkerspoor, zoodat zij eventueele treinen uit de tegenovergestelde rich ting kunnen zien aankomen. Ongeveer 100 meter achter hen liep de ploegbaas Blom, die aan denzelfden trein had gewerkt. Hij volgde het rechterspoor. Op zeker moment passeerde hem de posttrein RotterdamAmsterdam en toen hij een 100 meter verder gekomen was, ontdekte hij de vreeselijke ge beurtenis, die had plaats gehad. De 4 arbeiders die het linker spoor gevolgd hadden, hebben zeer waar schijnlijk den posttrein achter hen, tengevolge van het vreeselijke weer, niet hooren aankomen en waren allen verpletterd. Hun deerlijk verminkte lijken lagen op den spoorweg. De ploegbaas Blom ging onmiddellijk naar Kethel, waar hij zoowel als de 4 omgekomenen thuishoorde en waar schuwde de autoriteiten. Toen de burgemeester van Kethel te 4 15 met den veldwachter ter plaatse kwam, was daar reeds aanwezig dr. Sauer, uit Kethel. Er viel evenwel niets meer te helpen. De vier lijken werden op een lorrie getild en in den donkeren nacht naar Kethel gereden, vanwaar zij vervolgens naar een groote landbouwschuur, nabij deze halte, werden ondergebracht. Het ongeval heeft plaats gehad, door dat, wanneer er des nachts op de lijn gewerkt wordt en een materiaaltrein op den spoorweg staat, dan slechts over enkel spoor wordt gereden. De omgekoman arbeiders schijnen dit niet te hebben geweten of althans daaraan niet te hebben gedacht. De ploegbaas Noome laat een vrouw en 3 kinderen achter, de arbeider Hoekzema een vrouw met 2 jonge kin deren. De beide andere slachtoffers waren niet gehuwd. Het bericht van het vreeselijk onge val verspreidde zich als een loopend vuurtje door Kethel en Schiedam. Het gebeurde haeft op de bewoners een diepen indruk gemaakt en algemeen is men begaan met het lot der nage laten betrekkingen. dal hel genot helwelh o Ge uil een pup haalt e afhangt van nelgeen Ge er In stopt. ROOKTABAK ROODESTER TH EO OOP U 5 NIEMEIJE.R. GPONINGEN Het treinpersoneel heeft van het ge beurde niets gemerkt en de posttrein is doorgereden. Het tractaat met België. Naar 't Vad. verneemt, is de voorzit* ter der Tweede Kamer van plan om een voorstel te doen om met de openbare behandeling van het tractaat met België een aanvang te maken op 26 October. TYPHUS. Te Mierlo Hout is in het gezin van G. waarvan reeds twee kinderen in het gasthuis te Helmond worden verpleegd thans ook de moeder door deze ziekte aangetast en naar Helmond vervoerd Te Gennep doet zich een geval van typhus voor in het gezin van K. in de Genneperheide. Na den watersnood. Vragen van den hoer Braat over uitkeeringen. Het Tweede Kamerlid Braat heeft den minister van Financiën de volgen de vragen gesteld Is het den minister bekend, dat de uitkeeringen van hel watersnoodcomité aan de slachtoffers van den laatsten watersnood zeer ongelijk geschieden, zoodat, ook zelfs van de minder ge situeerden, velen niets, velen eenklein percentage en andere weer honderd percent van de geleden schade ontvan gen dat de algemeene schade vele millioenen meer bedraagt dan er door genoemd comité gecollecteerd is? Is de minister bereid mee te deelen, of hij voornemens is maatregelen te nemen om dat tekort tot op ongeveer 80 pet. van de totaal geleden schaden uit de Staalskas aan te vullen en te zorgen, dat dit bedrag spoedig worde uitbetaald in dien zin, dat de minder kapitaalkrachtige daarvan 100 pet. van zijn geleden schade ontvangt? De ramp van de YL. 46. Een grondzee de oorzaak. Een redacteur van de Msb. schrijft uit Vlaardingen Wanneer de Westerstormen over stad en vlakte gieren en het water in de havens hoog wordt opgestuwd, heerscht er bangheid in de huizender visschersplaatsen. Dat is een vreeze der traditie, want bijna elke familie telt hare slachtoffers van de zee, in vrijwel elke woning hangen de portret ten van hen, die zijn gebleven. Geen wonder dan ook, dat in de af- geloopen stormdagen angst de gemoe deren bekroop en gevangen hield. Deze drukkende stemming was o a. Dinsdag te Vlaardingen goed merkbaar, uit welke stad de woeste elementen reeds twee loggers en verscheidene menschen levens heeft geëischt. Nauwelijks was Maandag de emotie over het vergaan van de VL 213 een weinig geluwd, of Dinsdagmorgen werd de stad opnieuw in beroering gebracht door de tijding van een ramp met de VL 46, van welker bemanning niet minder dan veertien leden waren om gekomen. Vlaardingen en Marken waren met feilen slag geslagen. Reeds vroeg in den morgen stroomde de bevolking naar de Nieuwe Haven, waar schipper J. Harms van de VL47 met drie geredden en den droeven last van vier dooden was aangekomen. Hoe de ramp zich had toegedragen In eenvoudige en sobere bewoordingen zachtjes en nog wal verdoft vertelden ons de zeelieden het relaas van het vergaan. Zondagmorgen half negen toen de VL 46 en de VL 47, beide stoomlog- gers van de reederij Joost Post, op ongeveer een kilometer van elkaar lagen nabij het befaamd »Zand" is het gebeurd. De zware Noord-Westerstorm was wat afgenomen maar er stonden nog hooge zeeën. De VL 46 Copernicus had reeds van den storm te lijden ge- I had en stond gedeeltelijk onder water.

Peel en Maas | 1926 | | pagina 1