Tweede blad.
Gr. KUPERS, VENRAY
G. KUPERS, VENRAY
Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
JAtfONttfti
Het beste adres
Wenscht U een Auto
ÜYOQDDEXUfóTi
i MANUFACTUREN
ÏYOORDEELIÖSTA
Wat over varkens en
de tentoonstelling
voor Autobanden, Benzine en
Automateriaal is
FEUILLETON
Het geheim van
Charing Cross.
Politieke Ontwikkeling.
aan te schaffen, hetzij oud of nieuw,
vraag dan even prijs bij
Uit de Landbouwwereld
Zaterdag 31 Juli 1926
47e Jaargang No. 31
TOCH HET
PEEL EN MAAS
BLIJKEN
TOCH HET
PRIJS DER ADVERTENTIEN 1—8 regels 60 ct.. per regel 71/« ct. Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF - VENRAY ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal; voor Venray 65 ct., p. post 75 ct.
bij abonnement lager tarief. Telefoon 51 voor het buitenland bij vooruitbetaling f 1.30, afz. nummer9 5 ct.
De Heer Jac. Timmermans, Rijks
veeteeltconsulent te Roermond, schrijft
in de Nieuwe Koerier
't Is toch zeer merkwaardig, hoe
moeilijk men zich van gewoonten kan
afwennen. Met de beste voornemens
bezield, bealoten de eigenaren van de
uit Munsterland geïmporteerde varkens
de zeugen toe te laten, omdat dit nu
eenmaal hoorde bij het ras, omdat men
enkel toch maar een paar maanden
meer onderhoudsvoer behoefde te geven
omdat in de nakomelingen zulks ruim
betaald wordt door meer kracht en
gezondheid, vluggeren groei enz. en
ook omdat men zag of hoorde, dat de
beste fokkers in het Munsterland zelfs
tot 10 en 11 maanden wachten en nog
langer. Alzoo met de beste voornemens
bezield
En wal blijft er van over?
Dat men met tegenzin wacht tot
ruim 7 maanden en dan zegt al heel
wat gedaan te hebben, temeer daar
het dier al zoo ontwikkeld was enz.
Met het gevolg, dat we in Limburg
nooit uitgegroeide varkens te zien
krijgen, maar wel veel biggen, op
jeugdigen leeftijd gemest en aan de
markt gebracht, tot groolere schade
van de koopers.
Nog dezer dagen werd bij mij ge
klaagd, dat de biggen, op de markt
gekocht en blinkend van voorspoed,
het den eersten tijd zoo verbazend
slecht doen. Geen wonder I Deze kunst
matig gedreven biggen, veel te jong
reeds marktrijp, hebben geen weerstand
meer en geen aanpassingsvermogen en
moeten het den eersten tijd wel slecht
doen, sommige meer, sommige minder
Een groot varkensfokker en mester
schreef mij dezer dagen het volgende:
Het toe te voegen vischmeel, door
U steeds aangeraden van lr/t ons per
varken en per dag, bevalt mij uitste
kend. Ik wil U even het resultaat
melden van een proef met 10 varkens.
Ze waren gelegd in twee partijen, dus
in ieder hok 5 varkens. Alle 10 kregen
zij gekookte aardappelen en gerstemeel
met een weinig erwlenmeel. (Het ge
wicht was bij het begin der proef on
geveer 25 K.G. per stuk).
Het eene hok kreeg bij het genoem
de voedsel per dag 12 L ondermelk in
het totaal en het tweede hok in het
totaal 7i/« ons vischmeel per dag. De
eerste vier weken kon ik hoegenaamd
geen verschil zien, doch na drie maan
den waren de vischmeelvarkens aan
merkelijk zwaarder en waren veel en
veel beter ter been. Mij dunkt, vooral
bij gekookte aardappelen is vischmeel
onmisbaar."
Tot zoover de briefschrijver. We
weten, dat over het algemeen in de
varkensvoeding 2 L. ondermelk gelijk
kan gesteld worden met 1 ons vleesch-
meel, ofwel met 1 en 1 vierde ons
vischmeel. Dit in aanmerking genomen
kunnen we door eenvoudige berekening
vinden,.dat de briefschrijver het visch
meel en de ondermelk aan de varkens
gaf in de zoo juist genoemde verhou
ding van 2 L. toi 1 en 1 kwart ons.
Daarom is het merkwaardig, dat bij
deze proef de vischmeelvarkens het
beter hebben gedaan dan de onder
melkvarkens.
Wederom heb ik aan mijn corres
pondenten inzake varkensfokkerij en
houderij het driemaandelijksch over
zicht gevraagd aangaande den stand,
de inkrimping of uitbreiding enz der
varkensfokkerij en houderij en van de
oorzaken, die daarop van invloed zijn
geweest.
Zij zullen dit maal zeer hun best
doen, om het overzicht zoo volledig en
nauwkeurig mogelijk te doen zijn
In verband met het invoerverbod in
Engeland is dit overzicht van bijzon
dere beteekenis en ik acht het van
heel veel belang, dat daaruit blijken
kan, welken invloed die maatregel op
de varkenshouderij in Limburg tot
heden heeft uitgeoefend.
En zoo kom ik eigenlijk vanzelf tot
onze provinciale tentoonstelling.
Laat ik voorop er nog eens op wijzen
dat het karakter van de tentoonstelling
hetzelfde blijft, of zij in Venlo, in Sit
tard of in Roermond gehouden wordt.
Het is en blijft de Limburgsche ten
toonstelling. Bovendien heeft zij nog
bijzondere beteekenis, omdat zij gekop
peld wordt aan een jubileum van de
organisatie, die alle Limburgsche land
en tuinbouwers omvat. Het ligt dus in
den aard dier tentoonstelling, dat ook
alle Limburgsche land-en tuinbouwers
moeten meewerken aan volkomen
slagen. En waarin kan het slagen van
de tentoonstelling bestaan? Natuurlijk
op de eerste plaats zorgen voor veel
en voor mooie inzendingen Het nut
zal dan niet beslaan in de gepaste
ontspanning, wat een bezoek met zich
brengt, in het genot van het krijgen
van prijzen, medailles, eervolle ver
meldingen enz. in de blijvende reclame,
die we door de tentoonstelling maken
buiten Limburg en zelfs buiten's lands
grenzen, maar vooral in het leerzaam
voorbeeld, dat zij geeft, in de nieuwe
gedachten, die zij brengt, in de nieuwe
Henseniusplein 9 40 Telefoon 95
17.
Maar om kort te gaan, ik had een
mannetje bij mij wien ik de wacht
opdroeg en zelf ben ik om assistentie
gegaan en heb ik Appleyard opge
zocht. Deze herkende den dooden man
onmiddellijk als dengene, dien hij
aangenomen had. Bij het openen der
deur vonden wij bovendien Appleyards
brief, naast enkele andere, onder de
deur doorgeschoven. Dat is alles, wat
ik u te ver'ellen heb, en nu zou ik
willen vragen, of ge in slaat zijt den
man positief te herkennen als hem,
dien ge met Hannaford in den trein
had gezien.
Daarenboven heb ik in de kamer
een doosje gevonden, waarin voorwer
pen kunnen zijn, welke ons een eind
verder op den weg van het onderzoek
kunnen brengen. In elk geval is het
een stap vooruit.
Dat is zeker, stemde Hetherwick
toe, het is iets. Maar toch is er nog
heel wat te doen, Matherfield. Ik twij
fel er niet aan, dat Granet, nadat hij
Appleyard verlaten had, Hannaford
ontmoet heeft en dat wijst er op, dal
Granett en Hannaford oude bekenden
zijn. Maar veronderstel, dat zij elkaar
om tien uur of iets later ontmoet
hebben, waar zijn zij heengegaan, waar
hebben zij den tijd doorgebracht tus-
schen dat oogenblik en het oogenblik
dat zij te St. James Park mijn com
partiment binnenstapten.
Hoe laat was dat ook weer
Kort na middernacht, het was in
elk geval de laatste trein naar het
Oosten, zeide Hetherwick. Ik had hem
te Sloane Square bijna gemist. Maar
wij kunnen dat op de seconde af
vaststellen. Als die twee elkaar dus
geheel bij toeval ontmoet hebben, moe
ten zij twee drie uur samen geweest
zijn. Dat veronderstel ik tenminste.
Waar? zoo laat in den nacht. Wij
moeten hier een raadsel oplossen.
Twee mannen, die beiden een opvallend
uiterlijk hadden.
Er moeten toch menschen zijn, die
hen tesamen gezien hebben. Het schijnt
mij ongelooflijk toe, dat niemand ze
zou gezien hebben.
Ja wel, maar in mijn praktijk is
het zelfs het onmogelijke wat gebeurt,
antwoordde Hetherwick. In een bijen
korf als Londen, waar ieder zich met
zijn eigen zaken bezig houdt, bemerkt
negen en negentig procent der men
schen, absoluut niets, als men hen er
niet met alle kracht opmerkzaam op
maakt. Natuurlijk, indien we konden
uitvinden of en waar Hannaford en
Granett heenging, toen hij uit Charing
Cross wegrende, dan zou de zaak heel
wat eenvoudiger worden. Maar hoe
richtingen en wegen, die zij aanwijst
en waardoor zij wordt een stut en
steun voor den Limburgschen Land
en Tuinbouw nog jaren lang. Welke
stut en steun in hooge mate te gebrui
ken zullen wezen in crisistijden die
we door de verarming rondom ons min
of meer te verduren krijgen.
Het Reglement van de Kath. Staatsparty.
Het Reglemant van de Katholieke
Staatspartij, dal de vorige maand op de
Bondsvergadering te Utrecht werd
vastgesteld, is thans in druk versche
nen Het is wel niet te verwachten, dat
alle tienduizenden leden der partij dit
reglement in handen zullen krijgen,
en wanneer zij het zich zouden aan
schaffen, zullen lang niet allen er toe
komen, het te bestudeeren.
Een beknopte bespreking van de
verschillende artikelen is daarom on
getwijfeld niet zonder nut.
Het eerste artikel bepaalt, dat de
zetel der R. K. Staatspartij zal gevestigd
zijn te 's Gravenhage.
De Algemeene Bond van R. K. Rijks
kieskringorganisaties was te Utrecht
gevestigd, in het centrum des lands.
Men heeft het wenschdlijk geacht, de
zetel over te brengen naar den Haag,
het brandpunt van ons politieke leven,
waar ook het Bureau der Partij, zoodra
dit zal zijn ingericht, gevestigd zal
worden.
Ongetwijfeld zullen verschillende
vergaderingen evenwel, zooals in het
verleden te Utrecht worden gehouden,
dat door zijn centrale ligging hiervoor
beter geeigend is dan den Haag, omdat
het voor de verst komenden, de leden
van den Partijraad uit het Noorden,
Zuiden en Oosten des lands beter te
bereiken is.
Vervolgens omschrijft het Reglement
het doel der Kath. Staatspartij: »Het
doel van de R. K. Staatspartij is de
toepassing van de Katholiek staatkun
dige beginselen in alle deelen van het
staatsbestuur."
Men ziet hetWij heffen ons vaandel
zoo hoog mogelijk.
Oppervlakkig zouden sommige men
schen denken, dat dit nu weer zoo'n
katholieke grootspraak is, zooals we
de laatste jaren in onzen kring eenige
malen hebben hooren afkeuren.
Maar als we ons even indenken
waarom we als katholieken aan politiek
doen, waarom we katholieke vertegen
woordigers kiezen, dan komen we van
zelf tot de conclusie, dat we ons niet
bepalen kunnen bv. tot de verdediging
of handhaving of verkrijging van onze
rechten als katholieken, tot het waar
borgen der vrijheid van ontwikkeling
van het katholieke leven, maar dat
we wel degelijk ons hoogste doel
moeten voorop stellen onze katholieke
beginselen, die wij als de beste be
schouwen voor de maatschappij, in
alle deelen van hel staatsbestuur te
doen toepassen.
Wij, katholieken, zijn trouwens niet
de eenigen, die de zege verlangen
voor hunne beginselen. Hetzelfde is
hel doel van wel alle katholieke par
tijen. Zoo stellen de protestantsche
partijen zich voor, het karakter onzer
natie, dat zij protestantsch noemen,
in protestantschen geest verder te ont
wikkelen. De sociaal-democraten willen
ons allemaal gelukkig maken met hun
socialisme, terwijl de communist nie
mand sparen wil bij de verwezenlijking
zijner wilde fantasieën.
moeten we dat uitzoeken? Er is over
dit geval in de bladen al heel wat
geschreven, er zijn portretten van Han
naford gepubliceerd, maar wij hebben
in dit geval opmerkelijk weinig resul
taat van al die publicaties gezien en
nog minder hulp ondervonden. Ik wil
u wel zeggen, waar het om gaat: wat
we willen weten is, wie die das man
is, die Hannaford te Victoria ontmoet
te. Nu, wie is hij
Ja, wie is hij peinsde Hetherwick
Verdwenen, zonder een spoor.
G'est ca, zeide Matherfield lachend
En toch kan men nooit weten, hoe
toevallig een scherp licht op zoo'n
spoor valt. Maar hier zijn we aan het
onsmakelijke Fligwood huis.
Het rijtuig hield stil voor den ingang
van een somber, met hooge muren
omgeven afstootend hofje, waar een
aantal vrouwen en kinderen stond te
pralen Ook uit alle vensters kwamen
vrouwenhoofden te voorschijn. Het
geheel werkte terneerdrukkend en
Hetherwick kreeg een gevoel van me
delijden met den ongelukkigen man,
dien het noodlot hier gebrscht had.
Een moord of een plolselingen
dood is altijd een gebeurtenis in het
eentonige leven van deze menschen,
zeide Hetherwick.
- Hier is het, voegde hij er aan
toe, toen zij bij een deur kwamen,
waarvoor een politieagent de wacht
hield. En daar is de trap. Val er niet
af, want de treden zijn vermolmd en
de leuning is niet erg solied.
Henseniusplein 9
Telefoon 95
Het is derhalve natuurlijk, dat wij,
katholieken, in ons staalkundig leven
het groote doel voorop zetten. Dit be-
teekent niet, dat wij van meening zijn,
dat dit doel in de eerste tijden ook zal
worden bereikt. Doch bij het uitzetten
der groote lijnen, rekenen we niet met
eenige tientallen jaren, maar desnoods
met eeuwen. Het is nog geen vier
eeuwen geleden, dat het protestantisme
in Nederland begon te trachten hier
hdt Katholicisme uit te roeien. En
daarna hebben hier alweer een lange
liberale periode gehad, die ons staats
bestuur van een liberalen geest door
trokken heeft.
Nu heeft het liberalisme in de poli
tieke partijformatie zoo goed als afge
daan. Het gaat nu in het politieke
leven hoofdzakelijk tusschen twee
andere levensbeschouwingen hel
socialisme, met den communistischen
geweldenaar op den achtergrond en de
christelijke wereldbeschouwing, met de
katholieken als de partij met de talrijk
ste en hechtst georganiseerde verdedi
gers. Een der beide richtingen zal een
maal zegevieren.
Dat de Katholieke Staatspartij in
deze geweldige worsteling in haar volle
harnas en met open vizier te voorschijn
treedt, zal vriend en vijand moeten
waardeeren. De vijand die weet wat
hij aan ons heeft, de eigen partijgenoot,
die zich des te meer bewust wordt van
hel hooge doelwit van den strijd.
Dit hoogste doel sluit van zelf in,
dat de Partij tevens streeft naar hel
bevorderen van de staatkundige ont
wikkeling der katholieke kiezers en
haar gedachten vastlegt in een program,
dat het streven der Kath. Staatspartij
in een bepaalden tijd belicht en waarop
de leden der Partij in de vertegen
woordigende lichamen Kamers, Pro
vinciale Staten, en Gemeenteraad
gekozen worden.
Een volgenden keer hopen wij de
middelen te beschouwen waardoor de
Kath. Staatspartij haar doel tracht te
bereiken.
ROELAND.
Sojameel vergiftiging.
In 't voorjaar van 192-1 en '25 deden
zich in Noordbrabant, maar ook hier
en daar elders, in verschillende vee
stallen ziekteverschijnselen voor, welke
men niet wist te verklaren, waarom
men maar sprak van »Brabantsche
veeziekte".
Onder vrijwel dezelfde verschijnselen
kwam de ziekte voor in het Rijnland,
o.a. te Dürener, zij heette daar »Düre-
ner Krankheit". Vele dieren, inzonder
heid veel gevende pas gekalfde koeien,
werden het slachtoffer der ziekte. Men
zocht naar de oorzaak, maar kon ze
Hetherwick volgde zijn gids op den
voet naar de bovenste verdieping van
het huis. Bij een andere deur stond
daar een tweede agent, die door het
beslofde venster naar buiten tuurde,
zoodra hij Matherfield zag, opende hij
de deur. En de twee nieuw-aangeko-
menen traden zwijgend en inwendig
ontroerd de kamer binnen waar zij
eenig licht in de duistere zaak hoopten
te bespeuren.
Matherfiold had nist te veel gezegd,
toen hij van een armoedig kamertje
sprak, maar het was proper en opge
ruimd en de bewoner had het klaar
blijkelijk zoo bewoonbaar en comfor
tabel als zijn middelen toelieten, willen
maken. Er hingen een paar artistieke
platen aan den wand en een half dozijn
boeken in een rekje. Op den schoor
steen stond een defect vaasje roet een
paar verwelkte bloemen. In een ocg
wenk had Hetherwick alles overzien.
Dan keerde hij zich tot Matherfield,
die zwijgend naast hem stond en een
laken van het hoofd en de schouders
van den verslijfden man op het bed
afnam. Matherfiold zag zijn gezel on
derzoekend aan, en Hetherwick bezag
nauwlettend de trekken van den doode
en knikte.
Ja, zeide hij, dat is de man
Geen twijfel mogelijk vroeg
Matherfield.
Absoluut niet, verklaarde Hether
wick. Dat is de man die met Hanna
ford in den trein zat Ik ken hem per
tinent.
niet vinden. Wel had men een zwaar
vermoeden, dat hier sojameel vergifti
ging in het spel was, doch zekerheid
kon men niet erlangen. Het scheikun
dig onderzoek toonde geen giftige be-
standdeelen aan. En in tal van stallen,
waar eveneens sojameel gevoerd was,
bleef het vee gezond. Toch bleef men
argwaan koesteren. Werden niet eenige
jaren geleden ook in Engeland ziekte
gevallen met doodelijken afloop gecon
stateerd, waarvan de aard scheen
overeen te komen met de »Brabantsche
veeziekte" en waar ook het sojameel
als de oorzaak werd verdacht? Het
onderzoek werd daarom voortgezet Dr.
Sjollema maakte een extract van fijn
gewreven sojaboonen in een keuken
zoutoplossing en spoot met een kleine
hoeveelheid daarvan konijnen in.
Spoedig traden neusbloedingen op en
bij de lijkopening (sectie) vond men
bloedingen der ademhalingswegen.
Prof. de Blieck voederde 4 jonge
runderen mei verdacht sojamaal, merkte
eerst niets bijzonders, maar toen de
dieren weer in de wei werden gelaten,
traden een paar weken later de typische
neusbloedingen op, en werden bij de
sectie eveneens bloedingen geconsta
teerd. De gedachte was gerezen, of
wellicht niet alle sojameel, maar slechts
een bepaalde soort de ziekte kon ver
oorzaken. En uit hetgeen nu verder
gebleken is, moet men inderdaad con-
cludeeren, dat dit het geval is. De heer
de Gier, dierenarts te Wijchen, heeft
de verschillende gevallen in zijn prak
tijk nagegaan, en in al die gevallen
was het voerm eel afkomstig van een
zelfden leverancier. In andereplaatsen
bleek hetzelfde, en zoo kon men ten
slotte een bepaald fabrikaat, pen Duitsch
soort sojameel, als de oorzaak der
vergiftiging aan wijzen.
Toen men in Holland deze overtuiging
kreeg, konden de Duitsche dierenartsen
die overtuiging niet direct deelen, maar
de meeslen van hen zijn thans wel tot
de erkenning er van gekomen. Dat de
fabrikant zelf er eerst ook niet aan
wilde, is te begrijpen. Had men in
Holland gelijk, dan zou dus niet het
sojameel zelf, het product als zoodanig,
de oorzaak zijn, maar de behandeling
in de fabriek. De meening, welke thans
vrijwel vaststaat, is namelijk deze. In
de sojaboonen komt veel vet voor, circa
18 pCt. Dat vet wordt er goeddeels aan
onttrokken, en dit geschiedt of door
persing of door extraheeren (uittrekken)
Voor het extraheeren worden gebezigd:
benzine, zwavelkoolstof en Trichloorae
thyleen, een van deze drie. Het laatste
middel heet wel kortweg tri, en het
daarmee behandelde sojameel heet
trimeel. En het is nu dit trimeel, dat
als de schuldige wordt aangemerkt. De
betrokken fabrikant moet het besluit
hebben genomen om voortaan de fijn
gemalen boonen niet met tri, maar als
Matherfield bedekte den doode weer
met het laken en ging naar een klein
tafeltje, dat bij het venster stond. Daar
stond het doosje, een oud, veelgebruikt
ding in een hoek.
Dat schijnt het eenige te zijn,
dat de man zijn eigendom kon noemen,
merkte hij op. Het is gesloten, maar
ik heb een beitel bij mij om het te
openen. Ik wil weten, wat er in is,
mogelijk dat we iets belangrijks vin
den.
Hetherwick keek toe, Matherfield
het slot forceerde en den inhoud van
de doos begon te onderzoeken. Op het
eerste gezicht scheen er weinig in te
zijn, wat eenig nieuw gezichtspunt kon
openen: eenige chemische instrumen
ten, een weegschaaltje en een micros
coop.
Hij scheen nog wat geld te heb
ben, anders zou hij die voorwerpen
wel beleend hebben, mompelde Ma-^
therfield. Zij zijn van goede kwaliteit,
vooral de microscoop. Maar ziehier
wat mij meer interesseert: brieven.
Hij haalde twee bundels brieven te
voorschijn, zorgvuldig gerangschikt en
met een touwtje aan elkaar verbonden
Doch spoedig lagen de brieven ver
spreid over de tafel, terwijl de twee
mannen nauwkeurig de adressen na
keken. Plotseling wees Matherfield op
een der enveloppen.
Zie je wel, Hetherwick, riep hij
nit. Juist wat ik dacht te zullen vinden
ofschoon ik niet -dacht, dat we het
zoo gauw zouden vinden. Die man