„Peel en Maas"
Bijvoegsel
Jaarvergadering van den
Middenstand.
Politieke Ontwikkeling.
Zaterdag 19 Juni 1926 No. 25
Woensdag 16 Juni in hot Patronaut.
Na opening werden als nieuwe leden
tot de vereeniging toegelaten de heereri
J. Fonck, J. Claessens en M. Poels.
Uit het verslag van den penning
meester bleek, dat de ontvangsten
waren f 299.51, de uilgaven f 94.25,
batig saldo f 205,26
De heer H. Poels vroeg of de Han
delscursus niet meer gesubsidieerd werd
wijl hij daarvan niets bij de uitgaven
gehoord had, waarop de penningmees
ter an'woordde, dat deze subsidie pas
in Maart betaald was
De voorzitter deelde mede, dal de
Handelacursus deze subsidie bard
noodig had en was de vereeniging ook
verplicht deze te verleenen, wijl er
anders ook geen Rijks en Gemoente-
subsidie verkregen werd. Dit jaar zijn
er van de 6 leerlingen wederom 5 ge
slaagd voor hel Hanzediploraa, hetgeen
zeer zeker een mooi succes was. Hij
brengt dan ook een hartelijk woord
van dank aan Directeur en Leeraren
ven dezen cursus-
Do aan de beurt van aftreden zijnde
bestuursleden de heeren Jac. Coenen,
Th. Winlels, W. Lauresse en H. Ver
heugen werden met groote meerder
heid herkozen, terwijl de heer Verheu
gen ook als voorzitter herkozen werd.
De contributie voor het jaar 1926
werd op voorstel van het bestuur
bepaald op f 5, per jaar, waarvan f2 50
moest worden afgedragen aan het
Hoofdbestuur van den Limburgschen
Middenstandsbond en f 2,50 aan de
plaatselijke afdeeling ten goede kwam
De voorzitter deelde mede, dat het
Hoofdbestuur ook een nieuwen voor
zitter en verschillende nieuwe bestuurs
leden had gekregen. De nieuwe voor
zitler had sinds zijn optreden het
ledental der organisatie reeds opgevoerd
van 400 lot ruim 900 leden en scheen
dus ook het hoofdbestuur thans van
plan om eens ter dege te gaan aan
pakken. De voorzitter had zich ook
reeds bereid verklaard om, zoo zulks
verlangd werd, eens voor de afdeeling
te komen spreken, waarvan ter zijner
tijd zeer gaarne gebruik zou worden
gemaakt.
Dan kwam aan de orde: Belangrijke
mededeeling betreffende de a s. electri
ficalie onzer gemeenteen bespreking
der noodzakelijk te voeren actie.
De voorzitter deelde mede, dat Don
derdsg 3 Juni ten raadhuize eene huis
houdelijke vergadering was gehouden
van den gemeenteraad en de directie
dor Stroomverkoop Mij. ter bespreking
van de voorwaarden, waarop onze ge
meente van eleclrisch licht zou kunnen
worden voorzien en de gelegenheid te
geven omtrent een en ander inlichtin
gen te verkrijgen. Bij die besprekingen
was door de Maatschappij medegedeeld
dal aan allen, die zich voor aansluiting
aan het eleclrisch net aangaven, voor
dat men met het leggen van den kabel
hun woning was gepasseerd, gratis den
aanleg in de woning, alsmede 2 licht
punten en 1 stopcontact zou worden
verstrekt, doch waren hiervan op voor
stel van B. en W. van Venray uitge
sloten alle gasverbruikers in deze ge
meente. Verder was spr. medegedeeld,
dat 'l nogal veel moeite gekost had eer
de Maatschappij deze wenschen van
B. en W. bad ingewilligd, doch had
zij tenslotte toegegeven. Het bestuur
zag in deze handelwijze van B. en VV.
eene groote onbillijkheid tegenover de
gasverbruikers, waarmede met kracht
diende geageerd te worden.
De heer Fonck Jr. lichtte deze mede
deelingen nog nader toe en deelde mee
dat er, nadat aan de Slroomverkoop-Mij
concessie is verleend, door deze toch
nog eene vergadering zal worden ge
houden, toegankelijk voor eenieder,
waarop dan een en ander nader zou
worden uiteengezet. Spr. en nog meer
dere raadsleden haddeo echter tegen
het voorstel om alle gasverbruikers
van het gunstige aanbod uil te sluiten
geprotesteerd. De S.V.M. wilde liever
niemand uitsluiten, maar was door de
directie ter vergadering medegedeeld,
dal men juist met B. en VV. overeen
gekomen was om zulks wel te doen.
De heer Fonck deelde echter mede,
dat de beslissing in deze aan den raad
toekwam en raadde aan de raadsleden
van de grootè onbillijkheid van B. en
VV. te overtuigen.
De voorzitter dankte den heer Fonck
voor deze toelichting en zeide dat het
hier een zeer onrechtvaardige situatie
gold; reeds 17 jaren hebben de gasver
bruikers de gasfabriek doen rondeeren,
steeds de gasprijzen betaald welke er
gevraagd werden, hoewel er wel eens
tegen geageerd was en diezelfde gas
verbruikers zouden thans uilgesloten
worden van een voordeel, dat aan hen
die nooit een cent hebben behoeven
bij te dragon in de kosten der gasfa
briek, wordt toegekend, dat vond spr.
heelemaal onrechtvaardig.
De heer Fonck deelde nog mede, dat
de burgemeester 't voorstel van B. en
W. had trachten te motiveeren door
mede te deelen, dat de andere men
schen nu ook wel eens iets mochten
hebben, omdat zij zoolang van kunst
licht waren verstoken gebleven.
De heer P. Vollenberg vroeg of het
niet beter zou zijn, dat daartegen^door
Do voorzitter döfelde mede, dat de
aclie ingezet zou worden door de
Middenstandsvereeniging, doch zouden
alle gasverbruikers worden uitger.oo
digd deze actie te steunen.
De heer H. Poels deelde mede, dat
de gemeente indertijd door de vanwege
de Middenstandsvereeniging gevoerde
actie in de gelegenheid gesteld was
om de gasfabriek legen een billijken
prijs over te nemen en thans zou
diezelfde Middenstand worden uitge
schakeld, wat spreker zeer ondankbaar
vond.
De voorzitter las daarop het aan den
Gemeenteraad te verzenden request
voor en werd dit ongewijzigd goedge
keurd. Een afschrift van dit request
zou aan de gemeenteraadsleden ver
zonden worden.
De heer P. van Opbergen Jzn. vond
hel beter om de raadsleden persoonlijk
te bezoeken en konden deze alsdan
gemakkelijk van deze grove onbillijk
heid overtuigd worden.
Do heer Fonck was dezelfde meening
toegedaan.
Hierna ontspon zich nog een drukke
discussie, waarbij door meerdere leden
op spoed werd aangedrongen.
Verschillende leden verklaarden zich
bereid om de handteekeningen van
zooveel mogelijk gasverbruikers te
verzamelen en zouden deze lijsten met
handteekeningen aan het request ge
hecht worden.
De voorzitter sprak ten slotte de
hoop uit, dat deze actie mocht slagen
en dal dit zeer onbillijk voorstel geen
werkelijkheid mocht worden.
Bij de rondvraag stelde de heer
Coenen de vraag of het niet wensche
lijk zou zijn, dat door hel bestuur bij
het hoofdbestuur eens werd aangedron
gen op wat meerdere actie tegen het
cadeaustelsel; op meerdere plaatsen
werd daartegen reeds geageerd maar
tot nog toe met weinig succes.
Meerdere leden waren dezelfde mee
ning toegedaan en werd door den
voorzitter toegezegd, dat hel bestuur
zich te dezer zake mei 't hoofdbestuur
in verbinding zou stellen.
De vragenbus bevatte één vraag,
luidende ongeveer als volgt: Zou het
niet mogelijk zijn, dat er door de Mid
denstandsvereeniging eene commissie
benoemd werd, die de plaatselijke toe
standen diende te bestudeeren en die
tegen eventueel bestaande misstanden
actie diende te voeren.
De voorzitter kon hierop niet direct
antwoorden en vroeg of de vergadering
er zich mee kon vereenigen, dat hier
over in een'volgende vergadering rap
port werd uitgebracht. Werd goedge
vonden.
Hierna sloot de voorzitter de verga
dering met den gewonen groet.
De Katholieke Staatsparty.
De vorige Zaterdag is in den ont
wikkelingsgang der Katholieke Staats
partij van buitengewone beteekenis
geweest. De Bond van R.K. Rijkskies-
kringorganisaties in Nederland heeft
zichzelve gereorganiseerd en den naam
aangenomen van R K. Staatspartij.
Door de instelling van den Partijraad
wordt het zwaarlepu rt onzer katholieke
politieke organisatie verlegd. Hield zij
zich vroeger hoofdzakelijk bezig met
verkiezings en propagandawerk en werd
het katholiek program slechts bij ge
legenheid eener verkiezing en dan
gewoonlijk haastig behandeld, in de
toekomst blijven de politieke en sociale
vraagstukken in de partij voortdurend
aan de orde. Aan het katholiek staats-
program zal voortdurend worden ge
arbeid onder de voorlichting van het
geheele katholieke organisatieleven, de
katholieke wetenschap en charitas en
vanwaar al voorlichting en advies
noodzakelijk of nuttig kan zijn.
Zoo bleef het politieke leven en de
organisatie der Nederlandsche katholie
ken voortdurend in ontwikkeling.
Ouderen onder ons herinneren zich
het Katholiek Program van 20 October
1896 De vaststelling was een gebeurte
nis van groot gewicht in ozen politieleen
ontwikkelingsgang. Maar dat program
werd vastgesteld door de Katholieke
Kamerleden zelve. De katholieke Staats
burgers hadden er geen zeggenschap
over. Weinigen zullen daarasn ook
hebben gedacht. De organisatie daarvoor
ontbrak trouwens. De katholieke kiezers
waren in hoofdzaak verbonden door
den overigens vasten band der katholieke
beginselen, die hen trouw deden opgaan
tör stembus. Er waren plaatselijke
organisaties: de Kiesvereenigingen,
maar lang niet overal; verder vond
men de districts kiesvereenigingen, noo
dig voor de candidaatstelling en later
den Algemeenen Bond van R.K. Kies
vereenigingen in Nederland. Maar nooit
werd deze landelijke organisatie volledig
vóör de evenredige vertegenwoordiging
werd ingevoerd, welke organisatie ver
onderstelt en organisatie wekt, om mede
le kunnen spreken bij het vaststellen
der candjdalenlijsten, wijl het geheele
land één kiesdistrict uitmaakt.
Ook was de politieke ontwikkeling
van het kiezerscorps in 1896 zeer zeker
nog niet zoo ver gevorderd, dat daaraan
de samenstelling van een program kon
worden overgelaten.
Maar sedert de invoering van Even
redige Vertegenwoordiging kregen we
de politieke organisatie der katholieken,
die het geheele land omvalden Alge
meenen Bond van R.K Rijkskieskring
organisaties.
Met de deugdelijke organisatie en de
groote belangstelling kwam de meerdere
ontwikkeling en meerdere zeggenschap
en weldra stelde de Algemeene Bond
van R K. Rijkskieskringorganisaties
zelve hel katholieke staatsprogram vast,
daarmede zelf den weg wijzende, dien
de Bond geleid, gestuurd en voorgelicht
door de katholieke beginselen gaan wil
en zelfstandig beslissende in de vrije
kwesties Er was contact met de Katho
lieke Kamerfractie het program im
mers was ontworpen door haar voor
zitter mgr dr. Nolens.
Op dezen weg van ontwikkeling
staan we thans in een nieuwe gewich
tige periode, die onzer reorganisatie,
welke opnieuw de zeggenschap van
onze kiezersorganisatie vergroot, maar
daarmede tevens de verantwoordelijk
heid.
De politieke en sociale vraagstukken,