Uw Huid
PUROL
jmzms ftrr
r&iïi1 t^namnaane l
Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
Tweede blad.
Ons leven.
J MANUFACTUREN
i) MANUFACTUREN
FEUILLETON,
Het geheim van
Charing Cross
Dm duivel la slim af
Uit de Landbouwwereld
tec, c#eu
ucn I Wiafl IUVO-UI WCtlUCMw'Mi .-J
XJ H-OOff Xr'f V\S~ ivixiwr-
BLIJKEN
TOCH HET
PEEL EN MAAS
BLIJKEN
TOCH HET
PRIJS DER ADVERTENTIEN 1—8 rcg< ls 60 cl. per repel 7',» ct.
bij abonnement lager tarief.
Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF - VENRAY A30NNEMENTSPRIJS p. kwartaal: voor Venray 65 ct., p. post 75 ct.
Telefoon 51 voor het buitenland bij vooruitbetaling f 1.30, afz. nummers 5 ct.
Ons leven wordt met vee! verge
leken, met een damp, met een rook.
Het is als eene bloem des velds,
als een schaduw, zegt de H. Schrif
tuur.
Vondel noemde het een speel-
tooneel. Het wordt geheêten een roes,
een droom, eene reis.
Het gelijkt aan de zee, nu eens
onstuimig en woest, dan weer kalm
en effen; aan een stroom, die gaat
door dorre streken en voert langs
vredige valleien.
Het menschelijk leven is gelijk het
weder, even wisselvallig, even onge
stadig, evenmin te vertrouwen.
Niet altijd hebben we zonneschijn
op ons pad, niet altoos leven we in
een lentetijd, daar komen ook regen
buien, daar komen ook dagen van
mist, waarin een nevel voor ons oog
hangt en we in het duister moeten
rondtasten, vergeefs onze armen uit
strekkend om een steun en een staf
te vinden, dan komen er ook dagen,
dat de hagelslag des ramspoeds al
onze blijde hoop, alle vroolijke uit
zichten dreigt te verpletteren en soms
ook wel onder zijn harden val kneust
en vernietigt, daar komen ook dagen
dat de ellende als een wolkbreuk
neerstroomt dat alles ons tegenloopt,
alles slecht uitkomt; daar komen
dagen van ziekte, waarin geen enkel
zonnestraaltje in ons benepen hart
binnendringt, dagen van grievend
lijden van snerpend wee. van diepe
zwaarmoedigheid, die als een dikke
mist om ons heen hangt; daar komen
ook oogenblikken, waarin een storm
in ons hart, een orkaan kan opsteken',
en soms een enkele maal is het, alsof
daar een verschrikkelijk onweer ons
overstelpt, dat we in radeloozen angst
zijn, geen uitkomst meer in het zicht,
totdat dan op eens weer de zon van
ons geluk begint door te breken
door de zwaite wolkenmassa's en
we zien weer licht, het gezegend
licht.
Maar tegenover die dagen van
somberheid en weedom, van kommer
en lijden, staan ook weer andere
blijde tijdperken, dat het alles licht
om ons heen is, koesterende zonne
schijn en weldadige warmte, dat we
in milde zegeningen ons v.erblijden,
als de natuur op zijn feestgetij; daar
komen ook zoovele dagen, dat rozen
voor onzen voet groeien, en ons op
den adem van het zacht zoele vr indje
de welriekenste bloemengeuren tegen-
waaien; daar zijn er ook gelijk aan
een blijden lentemorgen, ons be
zielend met nieuwe levenskracht, om
onze loopbaan te bewandelen, stralend
en strelend, die ons aangorden met
nieuwen moed en nieuwe wapenen,
om onzen moeitevollen strijd, trots
de komende rampspoedend, getroost
te strijden met zegenrijke uitkomst.
Er is dan niet altijd zonneschijn
op ons levenspad, komen er ook
tijden, dat terwijl onze voet zich
bloedend wondt aan de doornen, we
voort moeten schrijden bergopwaarts
te midden van den sneeuwstorm en
het woeden der elementen, dit moet
dan onze troost zijn, dat evenmin
als in de natuur bestendig helder
zomerweder voordeelig zou zijn voor
het groeiende graan, evenmin wij
mogen denken, dat voor ons aitoos-
durende voorspoed werkelijk nuttig
zou wezen.
Neen, we weten het, dat we juist
door verdriet en smari te ondervin
den, ook te meer het goede, dat ons
geschonken wordt, zullen waardeeren,
en dat we eerst inderdaad in onze
smart ons groot geluk leeren kennen
en verstaan.
In de verdrukking acht men eerst
de vrijheid, in de ziekte de gezond
heid, in de wederwaardigheden den
voorspoed.
Wij kunnen niet beoordeelen wat
we moeten lijden, wat wij moeten
ontberen wat ons wezenlijk goed zal
zijn.
Maar Eén is er, die dit alles met
wijsheid en goedheid regelt.
Bewandelt dan den weg, dien gij
te bewandelen hebt, met frisschen
levensmoed, met kalm vertrouwen en
opgewekten zin, houdt het hoofd
omhoog in de stormen des levens
en ge zult u waarlijk gelukkig ge
voelen.
IngessMen MsdedssHages.
HOEDT U VOOR NIERZWAKTE I
Al woedt onnoemelijk veel last ver
oorzaakt door zwakke of zieke nieren,
loch worden de eerste verschijnselen
vaak verwaarloosd. De zorgen en eischen
van hel hedendaagsche leven leiden tol
nierzwakte, tengevolge waarvan hel
bloed niet behoorlijk gefiltreerd wordt
Zoodoende blijven vergiften in hel
lichaam achter, die de zenuwen aan
tasten, de gewrichten en spieren doen
ontsteken en tot pijnlijke en zelfs onge
neeslijke nierkwalen aanleiding geven.
Rheumatische pijnen, hoofdpijn, njgpijn
èn kwellende blaaskwalen zijn er hel
gevolg van, gij woidt zenuwachtig,
prikkelbaar en moedeloos, vermoeid,
afgemat en zwak, de eenvoudigste laak
schijnt u een zware last.
Het is gevaarlijk deze waarschuwin
gen te veronachtzamen het verstan
digst is de nieren zonder uitstel bij te
staan en te vjrLterken.
Fo-ler's Rugpijn Nieren Pillen ver
sterken de nieren, zij maken u gezond
en houden u gezond Laat een flacon
halen en overtuigt uzelf: tal van men
schen in uw omgeving kwamen tot
dezelfde ondervinding
Let op de verpakking in glazen
flacons met geel etiket (alom verkrijg
baar), waardoor gij zeker zijt geen
verlegen buitenlandsch goed leonlvan
gen Prijs f 1 75 per flacon. 34
Hij hield stil, het meisje nauwkeurig
opnemend om er zich van te overtuigen
dat zij het nieuws rustig op zou nemen
Op dit punt klaarblijkelijk gerust ge
steld, ging hij nu recht op zijn doel af.
Ge begrijpt me? zeide hij. Wel
nu, het is het ergste nieuws. Uw groot
vader....
Is mijn grootvader dood? viel het
iAeisje in. Als het zoo is, zeg het mij
dan. Ik zal niet flauw vallen of iets
van dien aard Maar, ik wensch het te
weten.
Welnu, het doel mij leed het te
moeten zeggen, antwoordde Matherfield,
hij is dood. Hij is plotseling in den
trein overleden, te Charing Cross. Een
beroerte ongetwijfeld. Was hij nog goed,
toen ge hem voor het laatst zaagt?
Het meisje wendde zich lot den hotel
houder, die in de hoogste verwondering
toeluisterde.
Ik heb nooit iemand in mijn leven
er beter zien uitzien dan mr. Hanna
ford, toen hij om half zeven het hotel
verliet, riep hij uit. Uitstekend van
gezondheid en vroolijk van geest.
Mijn grootvader was heel wel,
zeide het meisje kalm. Ik kan mij niet
herinneren, dat hij ooit anders dan
welvarend hij was een sterko, krach
lige man. Wilt ge me alles vertellen,
wat voorgevallen is?
Matherfield vertelde alles, zooals het
gebeurd was en Hetherwick knikte nu
en dan bevestigend. Ten slotte stelde
hij een vraag
Herkent ge iemand uit de be
schrijviog, welke mr. Hetherwick van
den man, dien hij in uw grootvaders
gezelschap zag, gegeven heeft?
Neen, niemand! antwoordde hel
meisje. Maar mijn grootvader kende
personen in Londen, die ik pooit gezien
of ontmoet heb. Hij is dikwijls alleen
uitgegaan, sinds we hier gekomen zijn,
nu drie dagen geleden. Hij was op zoek
naar een huis.
Nu, we zullen dien man moeten
vinden, merkte Matherfield op. Natuur
lijk, als ge in de beschrijving iemand
herkend had, die tot uw grootvaders
vriendenkring behoorde..
Neen, zeide zij weer, ik ken
niemand, die op hem gelijkt. Maar,
wenscht ge wellicht, dat ik met u mee
ga.... naar hem
Het is niet noodig.... ik zou van
nacht niet meekomen, als ik u was,
antwoordde Matherfield. Ik kom mor
genochtend wel terug. Laat intusschen
de zaak aan ons en aan de doctoren
over. Gij hebt vrienden in Londen,
naar ik veronderstel.
Ja, we hebben vrienden,-verwan
ten, zei het meisje. Ik zal hun alles
moeten mededeelen.
Matherfield knikte en ging naar de
deur. Maar Hetherwick treuzelde. Hij
en het meisje keken elkaar aan. Plot
MJJNHARDÏ's
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct
Laxeer-Tabletten 60 ct
Zenuw-Tabletten 75 ct
Staal-Tabletten 90 ct
Maag-Tabletten 75 ct
11 Bij Apolh. en Drogisten
Goede Moeder Maria, help mij in
mijn ongeluk! riep da, pachter Colas
uit, zeker wol voor den hondersten
keer op één dag. Heb ik daarvoor mijn
leven lang gezwoegd, gewerkt in het
zweet mijns aanschijns om eindelijk
failliet te gaaii.
En de pachter balde de vuist naar
de hatelijke, kleine roode biljetten, die
de muren dar helder in witkalk gezette
boerderij bevlekten.
Onze landbouwer had die boerderij
Itijd bewoond, hij was er geboren, ja
zelfs zijn grootvader had er het eerste
levenslicht aanschouwd
Schreiend beschouwde hij dan ook
nu die oude muren, met wijnrank be
wassen, de hooge schuur begeurd met
kruizemunt. Onze goede man had altijd
prompt zijn huur betaald.
Maar dit jaar had de hagel een
groot graanveld vernield, de oogst was
niets geweest, en om het ongeluk te
voltooien, had de bliksen vijf van zijn
mooiste heesten neergeslagen, mooie
beesten met rood haar. Onverbiddelijk
als de mseslo landheeren, had de
«meester" beslag laten léggen op zijn
inboedel
't Is vreeselijk I Men zal mij al
die oude eiken meubelen, dat mooie
koperen vaatwerk, gaan ver-koopen
voor een appel en. een ei, en wij zullen
tot zoo groote armoede veroordeeld zijn,
dat ik verplicht zal wezen me als
boerenknecht te verhuren. En dal voor
een ongelukkig biljet van duizend
francs. Ach! wie zal het mij geven.
Ik zou het aannemen, 't kan me niet
schelen van wien, zelfs al kwam het
van den duivel.
Zoo wa»«ziju-d.yoe£heid in verbitterpg
overgegaan.
Nauwelijks had hij uitgesproken, of
de deur werd geopend en een deftig
gekleed man, een heer uit de stad be
paald, trad binuen, die zijn vreemd
vlammende oogen doordringend op den
pachter gevestigd hield.
Wie zijl gij mijnheer, en wat wilt
gij? vroeg deze bedremmeld, want hij
herinnerde zich zijn woorden.
Ik ben het, die gij geroepen hebt,
lachte de vreemdeling met metalen
stem, mijn naam is Lucifer. Wat ik
verlang? Je uit de verlegenheid te
helpen. O, beef maar niet, ik zal je
geen kwaad doen. Kijk eens, ik breng
je wat je daar straks vroeg een biljet
van duizend francs. Maar op één voor
waarde
Welke vroeg de bevreesde pachter
want hij onderstelde, dat de duivel hem
zijn ziel zou vragen.
O! heel eenvoudig! Daar de som,
die ik je aanbied, bescheiden is, zal ik
erg goed met jé zijn. Hier is de voor
waarde: De eerste zaken, die je van
daag over een jaar zult bijeen binden
zullen mij toebohooren.
Aangenomen riep de ongelukkige
uit en zeide bij zich zei ven Wal is
die duivel die men zoo slim afschildert,
loch dom Den 12 September komende
seling begon hij te spreken.
Ik heb u hedenmiddag gezien,
zeide hij, met een man, dien ik opper
vlakkig ken, mr. Kenlhwaite. Is hij
wellicht een der verwanten, die ge juist
vermeld hebt? Hij woont vlak bij me.
Ik zal hem op de hoogte brengen, in
dien ge dal wenscht.
Neen, sntwoardde zij, geen bloed
verwant. Hij is slechts een bekende.
Indien het u geen overlast veroorzaakt,
zou het mij aangenaam zijn, indien ge
het hem zeidet.
In het geheel geen moeite, zeide
Hetherwick. En indien ge het mij
veroorlooft, wil iit u in den morgen
nog even een bezoek brengen om te
vernemen, of ik wellicht iets voor u
kan doen.
Het meisje gaf hem even 'n vlug
bevestigend lachje.
Dat is zeer vriendelijk van u,
zeide zij, zeer gaarne.
Hetherwick en de inspecteur van
politie verlieten het kleine hotel en
wandelden de straat op. Matherfield
scheen in ernstig nadenken verzonken.
Zwijgend liep hij naast zijn metgezel,
die oveneens met zijn eigen gedachten
bezig was.
Ik zou zeggen, mr. Hetherwick,
riep Matherfield plotseling uit, dal we
hier voor een moord staan 1
Ge meent vergiftiging? zeide
Hetherwick.
Waarschijnlijk 1 Wat zou het
anders kunnen zijn dan v£Egif? We
moeten dien man zien te krijgen 1 Kunt
ge niets aan de omschrijving, welke
ge van hem gegeven hebt, toevoegen
jaar, zal ik een bos stroo binden en
alles is klaar.
Goed, leeken dit papier, hier is
het biljet.
De pachter las de akte van overeen
komst en zette er vervolgens zijn hand
teekening onder.
De duivel greep met begeerigheid
naar het papier; een booze lach dwaal
de in zijn blik:
Over een jaar, zeide hij in zichzelf,
zul je me toebehooren. Hierna vertrok
hij.
De boer bleef hem nakijken. Hij
zag hem de steenen trappen afdalen,
maar toen de zwarte in het midden
van den voorhof was, verdween hij
plotseling.
Op hetzelfde oogenblik vloog een
feilen bliksemstraal door den schoonên
zomernacht, gevolgd door een hevigen
donderknal, die de ruilen deed trillen.
Onze pachter sloeg van schrik een
kruis om alle kwade geesten uit de
kamer te verdrijven, nam hij gewijde
palm, doopte die in wijwater en
sprenkelde er alle hoeken en galen
van het vertrek mede. Hierdoor gerust
gesteld ging hij naar bed.
Den volgenden dag werd de eigenaar
tot den laatsten cent afbetaald, de
roode papieren werden afgescheurd en
de boerderij herkreeg haar lachend
aanzien van vroeger.
Het volgende jaar was de oogst over
vloedig. Nooit had hij dien zoo rijk
bijgewoond. Cola's deed zaken.
wordt mooier en
ook blanker door
Doos 30 cent.
9
Evenwel de vreeselijke datum naderde
Niels was eenvoudiger dan de over
eenkomst met den duivel, had de pach
ter gedacht. Maar de duivel is een
geest der duisternis Waarvoor die
zegevierende lach na de onderteeke-
ning.
De pachter dacht er altijd aan Zijn
welgedane figuur van vroeger was
verdwenen. Zijn harer waren grijzend
geworden. De oude vertrekken weer
klonken niet meer van zijn gemakke-
lijken lach en in zijn velden zongen
nu maar alleen de vogels.
Zijn vrouw merkte deze verandering
op.
Maar wat scheelt je toch Colas,
zeide zij je eet niet meer, en je loopt
altijd te droomen met de neus in de
lucht?
Mij nietsajitwoordde hij, alsof
hij uit de wolken viel, niets, ik ver
zeker het je.
En hij beproefde te glimlachen. Maar
't was er een glimlach naar, als van
de bleeke zon, die zich na een regen
bui tusschen twee dreigende wolken
in durft vertoonen.
Je verbergt me iets hernam zijn
echtgenoote, men heeft geen veertig
jaar naast elkander geleefd zonder
elkander een weinig te kennen.
Welnu!... Ja! zeide hij eindelijk,
gelukkig over de gelegenheid zich door
de bekenLenis een beetje te kunnen
verlichten. Hij vertelde haar nu van
zijn onderhoud met den duivel en van
de opgelegde voorwaarden. En hij zeide
haar
Gij die zoo schrander zijl Marianne
zeg mij toch, waarom zou de duivel
zoo'n vroolijk gezicht hebben gezet?
Want de voorwaarde is toch gem:
kelijk te vervullen.
Marianne dacht na, mol den vinger
aandachtig haar slaap wrijvend,
Plotseling wierp zij het hoofd in de
hoogte, haar oogen verrieden den
grooten angst. Colas voelde, dat het
koude zweet hem langs den rug liep,
zijn haren richtten zich overeind.
Ongelukkige riep zij eindelijkuit,
wat was je op het punt te doen? Ja,
ja, daar zit een streek achter en een
gemeene ook. Je zoudt er je lijf en je
ziel bij verliezen. Je weet toch wel dat
je de gewoonte hebt om bij het naar
bed gaan den boord van je hemd los
te maken. Den volgenden morgen knoop
je hem weer vast. Welnu ongelukkige,
de eerste zaak, die je den 12 Septem
ber zoudt bijeengebonden hebben, zou
jijzelf geweest zijn en je zoudt aan den
duivel zijn overgeleverd. Maar het is
niets, ik zal dadelijk de knoopen van
je halsboord en je polsen afsnijden, en
je moet morgen vroeg over acht dagen
's morgens vroeg den grooten pereboom
gaan opbinden, die daar in het midden
van het grasveld staat. Hij is oud en
nergens meer goed voor dan om te
verbranden.
De pachter herstelde er geheel en al
van hij omarmde zijn vrouw en keek
haar vol bewondering aan
Wat ben je loch slim, zeide hij
naïef.
Den 12 September 's morgens vroeg
reeds sprong de boer bevend uit bed
en ging in zijn hemd een strooien pop
binden om den ouden pereboom
Nauwelijks had hij zich eenige stap
pen verwijderd of flikkerende licht-
slangen kronkelden sissend en fluitend
om den boom heen en sloten den ge-
heelen tronk in. Een hevige wind
zuchtte en men hoorde een luiden
wanhoopskreet, een kreet van toorn en
wilden haat.
- Vervloekt zij de vrouw huilde
de stem waaraan niets aardsch meer
was. Op hetzelfde oogenblik vloog de
boom in duizend stukken men vond er
niets anders van terug dan zwarte
verkoolde stukjes hout.
Van toen af leefde de pachter rustig,
zijn zaken gingen best, ja zelfs van
dien aard, dat hij de kleine boerderij
kon koopen.
En de zoon van zijn kleinzoon leeft
er nu nog, zonder te weten, dat die
kleine aardige boerderij bijna den
eeuwigen dood had gekost aan zijn
roekeloozen voorvader.
Ge weet reeds alles, wat ik kan
verteller.. Me dunkt, dat hel volledig
en accuraat genoeg isl Ik zou deuken,
dat ge na mijn signalement weinig
moeite zult hebben om de hand op hem
te leggen.
Matherfield trok een gezicht, dat
evenzeer op een grim- als een glim
lach geleek.
Lieve hemel, zeide hij. Men kan
even gemakkelijk een naald in een
hooischelf zoeken als een gesignaleerd
man in LondenIk bedoel, natuurlijk,
soms.
Vaker dan het tegendeel Die kerel
rent naar de trappen van Chariög Cross,
verdwijnt... waarheen! Een man op
zeven millioen mannen en vrouwen
Nochtans
Zij gingen uiteen. Hetherwick ging
met een hoofd vol ideeën en een hait
vol gevoelens naar zijn kamers, maar
het duurde lang, vóór hij insliep Hij
maakte een slechten nacht en om kwart
over acht was hij reeds bij Kenlhwaite.
Deze kleedde zich en ontbeet tegelijker
tijd; de reeds met documenten gevulde
tasch en een open spoorweggids op
tafel wezen er op, dat hij zich haastte
om een trein te halen. Maar hij staakte
zijn operaties om met de hoogste ver
bazing het schokkende nieuws uit
Helherwick's mond te vernemen.
Hannaford! Doodl riep hij uit.
Ontzettend. En gistermiddag was hij
nog zoo gezond als een vischje. Hij en
zijn kleindochter kwamen mij bezoeken
en ik heb met hen gelucht. Ik kom
van Sellilhwaite, begrijpt ge, en daarom
kennen we elkaar Onmiddellijk na de
Bcdryfskeuring.
Een verblijdend verschijnsel op land
bouwgebied is: de beweging onder de
jongeren, 't Zijn meestal de oud-leer
lingen van landbouwcursussen en
winterscholen, die zich aaneensluiten.
Zij houden lezingen onder elkaar, be
handelen vraagpunten, organiseeren
proefvelden en landdagen, en al is er
veel onbeholpens bij, het is niet te
ontkennen, dat er kracht van uitgaat,
en dat er groei in zit. Iets nieuws is:
de landbouwbedrijfskeuring. Welke in
praktijk zal worden gebracht door «Jong
Lonneker". De naam Lonneker (bij
Enschede gelegen) heeft een goeden
klank, 't Was Lonneker, dat vóórging
lunch ging Hannaford uit hij had
een dringende zaak af- te maken en
daarom heb ik het meisje de stad laten
zien. Een aardig meisje en opgewekt
Zij heet Rhone. Een interessante type.
En de oude man is nu dood! Ach,
ach
Ik denk, dat men hier een mis-
dadigerszaakje in zoekt, merkte Hether
wick op.
't Ziet er tenminste verdacht uit,
zeide Kenlhwaite Het spijt mij, voegde
hij er aan toe, maar ik kan miss
Hannaford vandaag niet van dienst zijn;
ik moet naar de rechtbank voor een
vervelend zaakje en zal moeite hebben
mijn trein te halen. Maar morgen
misschien kunt ge vandaag wel iets
voor haar doen.
Ja, antwoordde Hetherwick. Ik heb
toch niets te doen. Ik zal haar even
een bezoek brengen. De zaak interes
seert me, dat begrijpt ge. Het is een
merkwaardig geval.
Merkwaardig! Schijnt zoo, in elk
geval, stemde Kenlhwaite toe. Nu..
betuig miss Hannaford mijn deelneming
en zeg haar, dat als ik iets voor haar
kan doen, wanneer ik terugkom... nu,
ge weet wel, wat ik bedoel
Zij zeide, dat zij bloedverwanten
in Londen had, merkte Hetherwick op.
Neven.... ooms of tantes.... of zoo
iets, denk ik. Tien voor half negen. Ik
zal mij moeten haasten, Hetherwick.
Hij dronk zijn kopje koffie uit, greep
zijn tasch en haastte zich weg.
Hetherwick ging naar zijn kamer en
ontbeet op zijn gemak. Maar onop
houdelijk dacht hij aan de gebeurtenis-