wh ^anatëm, St. Jozef Smakt Aan d@ werkers. Hègsch. Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. m. Kiespijn Dit nummer bestaat uit TWEE bladen. BEDEVAART Vastenw8t voor het Bisdom Roermond, De Kippenhouderij op het platteland Gemengde Berichten. t i w iraott get ABONNEMENTSPRIJS PER KWAK 1'AAl. voor VENRAY 65 c. franco per post 75 c. voor het buitenland (bij vooruitbetaling) 1,30 afzonderl. nummers 5 c. MAAS Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY Telefoon BI. PRIJS DER ADVEKTENT1EN 1—8 regels 60 ct elke regel meer 7'/i cl Advertentiën bij abonne- ment groote reductie. Op alle ZON- en FEESTDAGEN in MAART, nl. 7, 14, 19, 21, 25 en 28 Maart, 'snam. om 3 nur Lof met preek; op 19 Maart en 25 April tevens om h«lf tien Hoogmis met preek. Fr. GREMERS, Rector. I. Vastendagen zijn 1 Alle dagen van de veertigdaag- sche Vasten, uitgezonderd de Zondagen en Paasch-Zaterdag na 12 uur'smid dags. 2 De Quatertemper Woensdagen, Vrijdagen en Zaterdagen door het jaar 3 De Vigiliedagen van Pinksteren, Maria ten Hemelopneming, Allerheili gen en Kerstmis, behalve wanneer zij op een Zondag vallen. Op deze dagen zijn tot vasten ver plicht, zij, die hun 2Jste jaar voleind hebben, en hun 60ste jaar nog niet zijn ingetreden, en niet om gegronde reden ontslagen of verontschuldigd zijn. Zij mogen op die dagen slechts éénmaal daags een vollen maaltijd, 's avonds een zoogenaamde collatie en 's morgens een stukje broodgebruiken; het volle maal mogen zij echter ook 's avonds en de collatie tegen het mid daguur nemen. II. Onthoudingsdagen zijn: 1 In de Veertigdaagsche Vasten Aschwoensdag, alle Vrijdagen, Quater temper-Woensdag en Zaterdag in de eerste volle week en Paasch-Zaterdag lot 12 uur 's middags. Op de overige Zaterdagen behalve de twee genoemde ontslaan Wij krachtens speciaal indult, voor dit jaar van het onthoudingsgebod. 2 De Quatertemperdagen door hei- jaar, 3 De bovengenoemde Vigiliedagen, behalve wanneer zij op een Zondag vallen. 4 Alle Vrijdagen des jaars. Op deze dagen zijn tot onthouding verplicht zij, die hun 7de jaar voleind hebben en niet om gegronde reden ontslagen of verontschuldigd zijn. Zij mogen op die dagen geen vleesch noch jus uit vleesch gebruiken maar eieren, molk, boter, kaas en spijzen met dier lijk vet bereid, zijn op alle dagen des jaars, zelfs op Goeden Vrijdag, aan allen geoorloofd. III. Indien op vastendagen vleesch is toegestaan, mogen zij, die lot vasten gehouden zijn, slechts éénmaal daags en wel alleen bij hun hoofdmaal vleesch en jus uit vleesch gebruiken zij die van de verplichting tot vasten vrij, ontslagen of verontschuldigd zijn, mogen meermalen daags vleesch en jus uit vleesch gebruiken allen mogen vleesch en jus uit vleesch en visch bij hel zelfde maal gebruiken. IV. Indien buiten de veertigdaagsche Vasten, een geboden feestdag op een vasten- of onthoudingsdag valt, houdt daardoor vanzelf dien dag het vasten en onlhoudingsgebod op: en indien een Vigiliedag op een Zondag valt, behoeft hij niet op Zaterdag vervroegd te wor den. V. Krachtens speciaal Indult staa'n Wij voor dit jaar het gebruik van vleesch en jus uit vleesch toe op alle dagen, behalve alleen op Goeden Vrijdag, aan de volgende personen, ook als zij buiten ons Bisdom vertoeven 1 aan de militairen, marechaussees of gendarmen, douaniers of tolbeamb ten, in zooverre deze alle in actieven dienst zijn, alsmede aan het politie personeel, als het den zelfden zwaren arbeid heeft te verrichten, als de gen darmen, en aan hun genoodigden; 2 aan de gevangenen 3 aan het personeel der stoom- of electrische booten, treinen en trams, namelijk de stokers, machinisten, con ducteurs, seingevers, postbeambten en remmers in vasten dienst. 4. aan de arbeiders, die doorgaans of bovenmate zwaren of zeer ongezon den arbeid verrichten, zooals bijvoor beeld de arbeiders der kolenmijnen (zoowel onder als bovengrondsche), de stokers en arbeiders bij ring-, gas-, aardewerk-, porselein- en glasovens de glasblazers en glasslijpers, de zoo genaamde faienciersde arbeiders, die in de papierfabrieken onder een zeer hoogen warmtegraad werken de arbei ders der suiker- en zinkwitfabrieken de steenbakkers en de gravers en kruiers van natten turf. Onze despensatie geldt eveneens voor de huisgezinnen, waarvan de vader of een ander inwo nend lid bovengenoemden arbeid ver richt 'en ook voor inwonende dienst boden* 5. aan de samenwonende familie leden en inwonende dienstboden van de onder 1, 3 en 4 genoemden, als mede van de huisgezinnen, waarvan de vader pf eenig ander hoofd niet katholiek is. Met inwonende dienstboden worden gelijk gesteld alle dagbedienden, als zij den kost des huizes gebruiken, waar ze in dienst zijn. 6. aan allen, die op reis zijnde in een hotel of restaurant hun maaltijd gebruiken, met dien verstande, dat Ónze onderhoorigen ook buiten ons Bisdom, van deze dispensatie gebruik kunnen maken 7. aan de zeevarenden, voor zooverre zij als Onze onderhoorigen kunnen beschouwd worden, doch slechts wan neer zij zich bedienen van de scheeps kost en dan alleen gedurende de zee reis. VI. Degenen, die in de veertigdaagsche Vasten op de Zaterdagen, waarop ten gevolge Ónzer dispensatie vleesch en jus uit vleesch is toegestaan, daarvan gebruik maken, zijn verplicht op eik dier Zaterdagen te bidden drie maal het Onze Vader en het Wees gegroet en eens de akten van Geloof, Hoop, Liefde en Berouw, of wel éénmaal voor de geheele Vasten een aalmoes te geven in een daarvoor aangewezen offerblok. De aalmoes is bepaald op een halven gulden per hoofd voor be middelde personen en voor alle anderen op twaalf centen. Deze aalmoezen worden door Ons uitsluitend besteed voor goede werken en bijzonderlijk voor het godsdienstig onderw'ijs. Wij vermanen de rijken veel meer te geven, en alle geloovigen, ook die welke de voorgeschreven gebeden ver richten, tenminste een penningske in de offerbus te werpen. De goede God zal het hun honderdvoud belooneu 1 Ten slotte deelen wij u mede, dat de bepalingen van de Vastenwet thans dezelfde zijn voor alle Bisdommen van Nederland. Nota. De Weleerwaarde Heeren Pastoors kunnen in bijzondere gevallen hunnen onderhoorigen zoowel enkele personen als afzonderlijke familiën, ook buiten hunne parochiën, en binnen hunne parochiën eveneens jvreemdelin- gen, in de vasten en onlhoudingswel om gegronde redenen dispenseeren. Wij verleenen daarenboven aan de eerwaarde Biechtvaders de macht om hunne penitenten bij of onmiddellijk na de Biecht in de vasten- en onthou- dingswet, om gegronde reden te dispen seeren TJjr verdrijft men spoedig mei Apoth.en Drogisten 584-8 Door een Franschen Dominicaan is een prachtig artikel geschreven over den arbeid, dat velen onzer lezers ongetwijfeld een opmontering kan zijn in hun zwoegende leven. Wij lichten de meest kernachtige zinnen uil het opstel ter aandachtige overweging t i Wij willen goeden arbeid. Wilt gij, dat uw arbeid goed zij, begin er dan niet mee zonder vooraf in u zelf te keeren en zonder de grootste oplettendheid. Tracht vooral goed te begrijpen, wat gij gaat doen, dat wil zeggen nauwkeurig de voorwaarden en het nut er van te onderzoeken, dan be- heerscht gij uw werk en gij zult het met kracht ter hand kunnen nemen, omdat gij het hebt geplaatst in het algemeene leven en tevens omdat gij dan uw werk verricht op een wijze overeenkomstig met die, welke de Voorzienigheid bedoelde. Laat alvorens te handelen, uw verstand werken. Weet wat ge doen moet, hoe ge het doen moet, wanneer en op welke manier, opdat het spreekwoord „Een goed begin is het halve werk" voor uw arbeid moge gelden. Overzie eiken morgen den arbeid van den dag. Tref goede voorbereidingen; het zijn de fundamenten, waarop voort gebouwd moet worden. Wat gij in den aanvang nalaat, moet later toch gedaan, en omdat het dan wellicht niet meer zoo goed gedaan kan worden, zouden er be treurenswaardige onderbrekingen in uw werk door veroorzaakt kunnen wörden; de arbeidslust zou er door verzwakt en vernietigd worden, iets wat door luiheid in de hand wordt gewerkt. Verzamel rustig alles, wat gij noodig hebt voor uw werk, rangschik nauw keurig hetgeen voltooid is. Begin bij het begin en ga trapsge wijze steeds verder. Houd bij elk onderdeel het geheel in het oog, geef aan alles het karakter van het geheel, werk met een ruim hart en niet in een klein kringetje. Tracht daarbij alles zoo volmaakt mogelijk te doen. Een werk, dat niet volmaakt is, is niet af, is onvolmaakt. Ondernemen is zich verplichten tot het volmaakte. De volmaaktheid is het recht van het bestaande en de plicht van den werker. De volmaaktheid van de werken der natuur is een les voor onze nalatig heid. Zij doet ons denken aan de bijzon dere toepassing van het Evangelie woord „Weest volmaakt gelijk ook Uw Hemelsche Vader volmaakt is." Streven naar volmaaktheid is een teeken van geestesontwikkeling. Men zoekt gewoonlijK de kunst in het overbodige en de volmaaktheid in het nuttelooze; dit is een vergis sing, die onze voorouders niet maak ten. Leg u vóór alles toe op vrijen arbeid. Wat u geen geldelijke winst op levert,. betaalt uw ziel en God betaalt het uwe ziel. Bemin den nederigen arbeid die verborgen werkzaamheden, waar niemand acht op slaat, waarvoor niemand u zijn dankbaarheid zal be tuigen, maar die voor Gods oogen schitteren in hare verborgenheid. Bedenk, dat microben in de natuur een veel belangrijker rol spelen dan olifanten, dat regendruppels van veel meer belang zijn voor den mensch dan een Niagara-waterval, evenals molshoopen belangrijker zijn dan een Alpen-keten. Overweeg het woord der H. Schrift: „Hij, die kleine zaken veracht, zal langzamerhand in belangrijke zaken bezwijken." U kunt en u moet het gelooven, waarde lezer, we gaan u geen sprookje vertellen, we gaan geen chargé leveren op een verschijnsel van onzen tijd, met de bedoeling om dat verschijnsel des te scherper te hekelen door het in een dwaas daglicht te stellen we gaan geen beeld schilderen, dat als type moet gelden en derhalve voorzien wordt van de eigenaardigheden van verschil lende specifriina van een bepaalde soort U moet en u kunt het gelooven, we gaan u een ware en waarachtige ge schiedenis mededeelen, waarvan iedere bijzonderheid zal zijn overeenkomstig de waarachtige en ware waarheid. Inmiddels zal het u na zooveel in leidende preliminairen wel reeds duide lijk geworden zijn, dat er iets zal volgen, waarvan we kunnen vreezen mei groote vreeze, dat onze lezers het niet zullen gelooven, omdat ze het eigenlijk niet zullen kunnen gelooven. 't Is dan ook inderdaad wel heel kras. Maar heusch, waarde lezer.'tis heusch waar, 't is echt waar, 't is waarachtig waar. Trouwens en dit zal het u wel een tikje gemakkelijker maken om ge loof te hechten aan ons verhaal wat we gaan vertellen is voorgevallen, valt nog voor, in Den Haag, de stad, die een onverdiende reputatie heeft bezorgd aan de houten ham, die stellig niet alleen in Den Haag op tafel voorkomt, omdat de vergulde armoe hier tegen woordig wel niet ruimer voorkomt dan eldersde stad, die wordt belasterd, als men beweert, dat een groot deel der deftige" burgerij er muziek in 't Bosch" eet bij gebrek aan wat meer substantieelsde stad, waar echter wel tot de onverdacht zekere historie van den jongsten tijd behoort de door een verslaggever van »De Residentiebode" ontdekte vioolkist, waarin een Hègsch meisje aardappelen had gehaald, omdat een vioolkist nu eenmaal gekleeder en kunstzinniger staat dan een mandje of een boodschappennet. Maar ons verhaal 1 Een Haagsche huismoeder, tijdelijk zonder dienstbode, heeft een werkvrouw, nog jong, nog ongetrouwdmaar werkvrouw, als werkvrouw ingeschre ven bij de Arbeidsbeurs, de werkvrouw gezonden door de Arbeidsbeurs, bereid om te doen wat der werkvrouw is het minst aantrekkelijke, het zwaarste, het minst zindelijke deel van het huis werk. En nu schilder ik u haar uiterlijk, dat wil zeggen, haar uiterlijk zooals het is, als ze 's morgens verschijnt bij de dame van onze kennis, zooals ze het zooveel mogelijk tracht te bewaren tijdens haar werk, zooals het weer is, als ze tegen den avond precies op tijd, geen seconde langer dan is over eengekomen, ook al moet er een trap roede half gepoetst blijven liggen, want... haar verloofde staat op haar te wach ten haar werkhuis verlaat. Haar gezicht is niet knap. Onze werkvrouw is geen beautéMaar dat valt eerst op bij nadere beschouwing en als bijkomstigheden van het werk- vrouwelijk ambt, als water, damp, stof, hun invloed doen gelden. Want, als zij komt en als zij haar op het hoekje wachtenden verloofde tegemoet *ijll, hebben poeder en rouge hun wondere schoonheidswerking verricht. Onze werkvrouw draagt poederkwast en verf bij zich, om nu en dan een verfrasiings- kuur te kunnen toepassen. Dat de werkvrouw polkahaar draagt, behoeft eigenlijk niet verteld. Wie draagt nu geen polkahaarDal het keurig geonduleerd is, bewijst dat ze den kap per ook wat gunt. Onder haar rokje, dat nog geen hand breed over de knieën reikt, komen te voorschijn... een paar fijne lichte zijden kousen en we voelen dal het noodig wordt nog eens te verklaren, dat we alleen de ware werkelijkheid schilde ren 1 die kousen verdwijnen in een paar keurige lakschoentjes, waarvan de werkvrouw vertelt, dat ze maar nooit meer zulke goedkoope dingen van elf gulden zal nemen, want dat die haar niet bevallen. Ziedaar de wel echt Hègsche werk vrouw van een dame uit den kennis senkring van uw Haagschen brief schrijver. Maar, zoo veronderstelt u, als ver standig mensch en als niel-Hègenaar, het mensch trekt dan toch, als ze dweil en emmer, kachelborstel en poets pommade zal gaan hanteeren, over haar zijden kousen eerst een paar zwarte wollen of sajetten kousen aan en de lakschoentjes worden verruild voor een paar klompjes of een paar stevige schoenen. Zoo is het evenwel niet, o verstandig mensch 1 U kent de Hègsche werkvrouw niet. U beseft niet, dat ook de Hègsche werkvrouw een »dame" is en een »dame" blijft, ook tijdens haar werk. En het is treurig, dat het nog niet tot uw provin ciale hersenen is doorgedrongen, dal ook een Hègsche werkvrouw zich burgeres voelt van »la ville lumière", dat dies ook op haar de verplichting rust de reputatie van onze deftige voor naamheid in stand te houden, dat zij derhalve zich verplicht gevoelt haar werk met dweil en emmer en horstel te verrichten in de kleeding van de »dame" die zij is. Wat weerga, men moet wat over hebben voor de eer Hègenaar of Hègsch te zijn. En een werkvrouw mag er dan toch zeker wel het gevaar voor over hebben, dat zij een paar lichte zijden kousen of een paar fijne lakschoentjes hopeloos bederft. Zij mag er zeker toch wel voor over hebben, dat zij zich.... onsterfelijk belachelijk maakt, zooals de werkvrouw, wier natuurgetrouw portret we hier hebben geteekend. N. K. door JOS. BOSHOUWERS te LENT lthode Islanders. VraagGaarne vernam ik, hoe u denkt over Rhode Islanders. Wij heb ben ruimte genoeg, eene flinke wei van eenige hectaren groot en hoog genoeg gelegen. W. te V. AntwoordAls bedrijfskip zijn de Rhode Islanders, ook wel Reds genoemd vanwege de roode vederkleur. Zij be- hooren onder de middelzware rassen al mee lot de lichtste en staan, wat eier- productie betreft, zeer goed aangeschre ven. Maar natuurlijk speelt ook hier de afstamming weer een voorname rol. Ze zijn niet zoo vroeg legnjp als Leghorns, maar toch eerder aan vele andere zware rassen, zooals Orpingtons, Sussex. Op de tentoonstellingen ziet men veel Reds, doch deboer moet daar geen Reds voor fokken, want dat is o, zoo moeilijk. Ik zég altijd maar: »Wie op de tentoonstellingen met Reds geregeld een goed figuur wil slaan, die moet beschikken over een groote hoeveelheid geduld en een dikke portemonnaie." Voor de boerderij is de kleur echter bijzaak. De winterleg van Reds is goed. Ze* behooren tot de rassen, die licht broedsch worden, doch de broedschheid is hier niet hardnekkig. Met eenvoudige middelen zijn ze broedscji-af temaken. Door teeltkeuze heeft men stammen gevormd, waarin het broedsch worden bijna niet meer voorkomt. De afstamming van het ras waar borgt een goed vleeschhoen. Dat is de Rhode Island* Red dan ook buiten kijf. De jonge haantjes zetten vrij gemakke lijk vleesch aan, hetwelk een pittige smaak heeft. Nu zou ik gaarne van U vernemen, waarom u de Wit Leghorns niet langer wenscht te houden. Hebben ze niet goed bij u gelegd Maar, dan deugde uw »stam" niet, of mankeerde er iels aan de verzorging of de huisvesting. En dan zal het met Reds ook niks uithalen. Ik voor mij, prefereer de W. L, voor verreweg de meeste boeren boven de Reds. Eerslens om ^e meerdere broedsch heid der Reds. Dat is een akelig iets op de boerderij. Tweedens, omdat de Reds veel lich ter te vet worden, vooral in het 2e, en 3e jaar. Derdens, omdat men héél vroeg moet broeden, om er in den winter eieren van te rapen en op de boerderij is dat wel een bezwaar, omdat men meestal geen goede gelegenheid heeft. Vierdens, omdat van Reds nog niet zooveel goedé legslammen zijn als van de W. L. Nog maar al te zeer heeft men gelet op de mooie veertjes en het mooie dons. Gelukkig komt men daar van terug. De Reds zullen dus over 't algemeen in legkwaliteit vooruitgaan. U ziet hieruit dus, dat wij de Reds gerust onder de nuttige bedrijfsrassen rekenen, maar dat wij niet graag zouden zien, dat ze de W. L. verdringen. Geluk kig zal het zoover wel niet komen, een boer is niet zoo wispelturig, dat hij zijn bedrijf zoo maar in eens om gooit. En dat is maar goed ook. De Carnavalsviering in Limburg. Trots de watersnood ellende welke er heerscht in Limburg is er toch vol op Carnaval gevierd In Sittard, Maastricht, Roermond etc. etc. was overal volop pleizier en Car- navalsjool. Zelfs de particulier mijnen zooals de Oranje Nassau hadden het bedrijf stop gezet om den arbeiders ge legenheid te geven te vieren. Op de andere mijnen werkte men slechts met een heel kleine groep. Carnaval in den Bosch. De Carnavalsviering in Den Bosch kenmerkte zich dit jaar nog meer dan vroeger door rumoer en onrustige pret* makerij. Er werd enorm veel gedronken, ook door vrouwen, aldus is ook de meening der dienstdoende politie. Schrijnende tegenstelling dus met de tentoonstelling in het Gentrum der stad tijdens dezer dagen geopend door den Ned. Volksbond tegen Drankmisbruik Landverhuizers. Hel emigreeren uit midden- en zuid- Europa naar Zuid Amerika neemt nu voortdurend toe. Terwijl eiken dag groepjes te Zeve naar passeeren, kwam Zondag in de vroegte een lange extra-trein te Zevenaar aan met 400 mannen, vrouwen en kin deren uit verschillende landen. Zij gingen via Amsterdam per Kona Holl. Lloyd naar Argentinië. Z. H. de Paus over de vrouwenmode. Bij de ontvangst van de Vasten- predikfêrs verzocht Z. H. de Paus hun, in het bizonder te wijzen op het on welvoeglijke van de hedendaagsche vrouwenmode, die een groote schande is niet alleen uit christelijk, doch ook uit mensehelijk oogpunt. De nieuwe Amerikaansche emigratie- wetten. De emigratie commissaris van de Vereenigde Staten eischt de deportatie van meer dan 1 millioen buitenlanders op grond van de emigratiewetten. Het emigratiebureau zal van het congres een krediet van 1 millioen dollars vragen, om de deportatie mins tens vooreen gedeelte uit te voeren. Tegen de moderne mode. Teneinde te trachten paal en perk te stellen aan den vloed van de onzede lijkheid, die onze moderne beschaving met ondergang bedreigt, hebben de besturen der Federatie van R. K. Vrouwenbonden in Nederland, en van den Ned. Christen Vrouwenbond een gezamenlijk rondschrijven gericht tot

Peel en Maas | 1926 | | pagina 1