—KI
Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
Onze afwatering.
KERKELIJK LEVEN.
Provinciaal Nisais.
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen.
De Kippenhouderij
op het platteland
De werkeloosheid in
Duitschland.
Ingezonden,
ABONNEMENTSPRIJS
PER KWy\H PAAL:
voor VENRAY 65 c
franco per post 75 c.
voor het buitenland
M?oXfnulaSM53c° Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY - Telefoon 61.
PRIJS DER
ADVERTENT1EN
1—8 regels 60 ct
elke regel meer 7!/t ct
Advertentiën bij abonne-
ment groote reductie-
Op initiatief van de oud-leerlingen
der Landbouwschool „St. Martinus",
kwamen Vrijdag j.l. bij elkaar de
Voorzitters van onze Boerenbonden
en Jonge Boeren-vereenigingen. Mede
was aanwezig de Voorzitter van 't
Schoolbestuur, onze deputé, de Heer
J. Poeis.
Het doei dezer bijeenkomst was de
bespreking van de afwatering in de
gemeente Venray.
leder, die hiermee iets op de hoog
te is, zal moeten erkennen, dat hier
aan nog veel te verbeteren valt.
Door de zich gelukkig steeds uit
breidende ontginningen, moeten onze
oude waterlossingen voortdurend
meer water verplaatsen. Bovendien
zijn vaak slooten en graven, die hun
water op de beKen moeten loozen
en ook de beken zelf, dikwijls niet
in orde.
Dit alles heeft tot gevolg, dat
groote perceelen wei- en bouwland
meer of minder lang overlast heb
ben van water met de nadeelige
gevolgen van dien.
De voortdurend toenemende be
hoeften aan bouw- en weiland, de
steeds meerdere intensiveering van 't
boerenbedrijf, maken, dat zoo'n toe
stand zoo spoedig mogelijk moet
verdwijnen. Dit was ook 't oordeel
van onze vergadering.
Verschillende voorstellen werden
te berde gebracht om deze moeilijk
heid op te lossen.
Op sommige afdeelingen van de
B B. was naast de verplichte schoon
maak van de waterlossingen in 't
najaar, nog een tweede vrijwillige
reiniging in 't voorjaar ingevoerd,
onder leiding van de B.B.
Hoewel dit de afwatering in de
betreffende afdeeling aanmerkelijk
verbeterd had en bij eenzelfde door
voering ook op de andere afdeelin
gen van de B.B. ongetwijfeld veel
zou worden geprofiteerd, zal daar
mee de moeilijkheici niet geheel over
wonnen zijn.
Deze zit mede ook in het niet of
niet goed nazien der slooten en
graven, die niet op den „legger"
staan.
Met genoegen vernamen wij, dat
van gemeentewege de plannen voor
uitbreiding van den „legger" onge
veer gereed zijn. Ieder, die eenigs/ins
vertrouwd is met de moeielijkheden
hieraan verbonden, zal gaarne erken
nen, dat dit een mooie, maar ook
nuttige en noodzakelijke prestatie
is van onzen gemeente opzichter.
Dit alles is echter nog niet vol
doende. Daarom werd verder voor
gesteld door de gezamelijke B.B. bij
't gemeentebestuur stappen te doen
om te komen tot een tweede, ver
plichte „schouw", indien dit mogelijk
is. Dan zou getracht worden beiden
te doen vallen onder hand- en span
diensten. Deze moeten dan natuurlijk
worden uitgebreid. Doch ook dit zou
ons nog niet uit het water helpen.
Nu opperde de Heer Poets 't voor
stel, de geheeie waterlossing, zoowel
het nazien van beken en slooten, die
op den legger stonden, alsook de
andere graven en waterlossingen, te
laten verrichten door daartoe aange
stelde ploegen van arbeiders. Wan
neer deze onder leiding van eenige
deskundigen de afwatering in handen
wordt gegeven, is er alle kans, dat
we goed werk krijgen. Met het ge
meentebestuur kan dan worden over
legd, hoe in deze de meest practische
oplossing te vinden is, opdat alles
onder dezelfde leiding gebeurt. De
kosten hiervan kunnen worden be
streden ten eerste door de belang
hebbenden. Daartoe kan in iedere
B.B.-afd. een commissie benoemd
worden, die uitmaakt hoeveel ieders
aandeel hierin zal zijn. Dit bedrag
kan dan geïnd worden via de Zui
velfabriek, waarbij nagenoeg alle be
langhebbenden zijn aangesloten. De
niet aangeslotenen zou men recht
streeks kunnen laten bijdragen.
In de tweede plaats door de ge
meente, die hier ook belanghebben
de is en jaarlijks een groot bedrag
uit te geven beeft voor 't onderhoud
van haar waterlossingen. Bovendien
zal zij, als bij uitstek landbouw-ge-
meente, gaarne door een flinke sub
sidie, dit voor den landbouw zoo'n
hoogst nuttig werk willen steunen.
Hierin toch ligt ook weer voor een
groot gedeelte de oplossing voor
betere buitenwegen.
Dit voorstel vond bij de vergade
ring alter goedkeuring en besloten
werd in deze richting propaganda te
maken in de verschillende afdeelingen
van onze B. B. Zoodra de tijd er
dan voor rijp werd geacht, zouden
de gezamenlijke B.B.-besturen bij
elkaar komen en daarbij 't gemeente
bestuur uitnoodigen om verder te
werken. De vergadering was van
oordeel, dat het beter was eerst het
algemeen gevoelen der belangstellen
den te kennen, alvorens 't gemeente
bestuur lastig te vallen.
Door de verschillende Jongeboeren-
ver. zal zoo spoedig mogelijk een
vergadering worden belegd, waarbij
dit onderwerp in bespreking zal wor
den genomen. Venray en speciaal
onze landbouwers hebben een flink
voorbeeld gegeven bij 'f lenigen van
den nood tengevolge van de schade
bij de overstrooming. Hier zullen zij
toonen, dat ze zich ook uit hun
eigen nooden, al zijn die gelukkig
niet te vergelijken met die van onze
buren, kunnen redden. Er is een weg.
Nu de goeden wil en met eendrach
tig samenwerken zal deze moeilijkheid
spoedig tot het verleden beliooren,
tot voordeel van de boeren en onze
gemeente.
31 Januari. Zondag Septuagesima.
PAARS. Tweede gebed ter eere van
den H. Petrus Nolascusderde »ne
despecias". Geen Gloria Credo Prefa
tie der H. Drievuldigheid
Epistel: De II. Paulus stelt ons het
leven van den christen voor onder hel
beeld van een wedstrijd, welke offer
vaardigheid en volharding van de
kampvechters vordert. Indien de men-
schen zi"h reeds zooveel opofferingen
getroosten om een verwelkbare kroon
te verdienen, hoeveel te meer moeten
wij dan bereid zijn om edelmoedig den
geestelijken strijd aan te binden, ten
einde een onsterfelijke te bekomen. En
die strijd moet voortdurend gevoerd
worden, want ook na geheiligd Ie zijn
geweest door de Sacramenten, kan men
Gode mishagen door de zonde.
Evangelie: Terwijl wij nog leven,
is het de gunstige tijd om te werken
aan het heil onzer ziel. God is de heer
des huizes, die de werklieden uitnoodigt
in zijnen wijngaard te gaan arbeiden.
Een overvloedig loon zal pas na dit
leven worden uilgedeeld.
Door Septuagesima verstaat men de
drie weken, welke de grooie Vasten
voorafgaan en meer in het bijzonder
de derde week voor de Vasten. Om van
het Kerkelijk jaar ook hier een aan
eengesloten geheel le maken, bracht
men de Zondagen na Driekoningen in
verband met het Driekoningenfeest en
de drie Zondagen voor de Vasten met
de groote Vasten. Zoo ontstonden
Septuagesima. Sexagesima en Quinqua
gesima. Deze Zondagen werden zoo
genoemd, omdat men eenmaal een
Zondag Quadragesima (Zondag van de
groote Vasten) had, welke beleekent
veertigste dag voor Paschen men wilde
nu die manier van tellen bijhouden,
gewoon verder terug tellen, daar de
drie Zondagen binnen de vijftig
Quinquagesima), zestig Sexagesima),
zeventig Septuagesima) dagen voor
Paschen vielen.
Gelijk in den Advent, blijft ook nu
het Gloria in de H. Mis van den tijd
weg. De bedienaars van het Altaar
leggen de witte gewaden afenkleeden
zich in het paars, als op boete dagen.
Het Alleluja verdwijnt uit de Liturgie
tot Paschen toe. De reden van ditalles
ligt hierin, dat deze tijd (van Zondag
Septuagesima tol den eersten Zondag
in de Vasten Quadragesima) beschouwd
wordt als een voorbereiding tot de
groote Vasten, en dus in zekere mate
hel karakter van den boetetijd moet
aannemen.
De II. Petrus Nolascus, waarvan
heden de gedachtenis, werd geboren in
1190 op het kasteel Nolasque in Frank
rijk. Hij stichtte de orde tot vrijkooping
der gevangenen en slaven f 1256 in
Spanje.
o
1 Februari Maandag H. Ignatius
Bisschop en Martelaar. ROOD. Tweede
gebed voor den Paus; Gloria; geen
Credogewone Prefatie.
De H. Ignatius werd door den H.
Petrus tot Bisschop van Antiochië aan
gesteld. Te Rome werd hij in 107 in
het Colosseum (het groote Romeinsche
circus) voor de leeuwen geworpen, Toen
hij het brullen der wilde dieren hoorde,
riep hij uit: »Ik ben de tarwe van
Christus, door de tanden der dieren zal
ik gemalen worden en tot een zuiver
brood gekneed worden."
o
2 Februari. Dinsdag. Feest der
Zuivering van Maria of Maria Lichtmis
WIT. GloriaCredoPrefatie van
Kerstmis.
Epistel De profeet Malachias voor
spelt hier de toekomstige verschijning
van den Messias en de wonderbare
vernieuwing, welke Zijne komst zal
bewerken hoe Hij n.l. alles zal reini
gen gelijk het metaal gezuiverd wordt
in den vuurkroes. De eerste openbare
verwerkelijking van deze voorzegging
greep plaats bij de opdracht van Jezus
in den tempel en bij Zijne ontmoeting
bij den ouderling Simeon.
Evangelie: Verhaal van Jezus' op
dracht in den tempel en van het geluk,
dal aan den grijsaard Simeon ten deel
viel.
o
3 Februari. Woensdag. H. Blasius
Bisschop en Martelaar. ROOD. (Zwart)
Tweede gebed a cunctis (om de voor
spraak der heiligen); derde naar keuze
van den priester vierde voor den Paus
Gloria; geen Credo; gewone Prefa'ie.
Over de H. Blasius en den Blasius
zegen kan men meer lezen achteraan.
o
4 Februari. Donderdag H. An
dreas Corsinus. Bisschop en Belijder.
WIT. Tweede gebed voor den Paus
Gloria; geen Credogewone Prefatie.
In de orde der Carmelieten getreden'
om zijn ongeregelde jeugd uit te boelen,
werd de II Andreas tot bisschop van
Fiesole gekozen, waar hij schitterde
door een strengen en heiligen levens
wandel, f 1373, door vele wonderen
verheerlijkt.
o
5 Februari. Vrijdag. H. Agatha.
Maagd en Martelares. ROOD. Tweede
gebed voor den Paus; Gloria; geen
Credo; gewone Prefatie.
De H. Agatha, uit eene adellijke
Siciliaansche familie gesproten, offerde
van af haar prilste jeugd haar maagde
lijkheid aan Gjd op. Onder keizer
Decius onderging zij in 251 om haar
zuiverheid den marteldood.
o—
6 Februari. Zaterdag. H. Titus.
Bisschop en Belijder. WIT. Tweede
gebed ter eere der H. Dorothea derde
voor den Paus Gloria geen" Credo
gewone Prefatie.
Leerling en gezel van den H. Paulus,
werd de H. Titus door den Apostel tol
bisschop van Crela gewijd Hij ontving
ook van S. Paulus een brief, welke tot
het Nieuwe Testament behoort, waar
door zijn roem voor immer werd be
vestigd. f 100.
o
De H. Blasius en de Blasius zegen
.3 Februari.
Van de levensgeschiedenis van den
H. Blasius welen we niet heel veel
bijzonderheden. Hij was bisschop van
Sebasle in Armenië en is aldaar, na
velerlei martelingen verduurd te heb
ben, in het jaar 316 door het zwaard
om het leven gebracht. Zijne vereering
schijnt vooral verspreid te ziin sinds
de Kruistochten (grooie oorlogen, onder
nomen om het II. Land te bevrijden
van de overheersching der Mohame
danen), toen de Kruisvaarders de
devotie tot den H. Blasius meebrachten
uit het Oosten. Aanvankelijk in Duitsch
land, verspieidde zich zijn vereering
al verder en verder, loldat in de 16de
eeuw ze vrij algemeen was bekend.
Waarvoor wordt deze heilige zooal
bijzonder aangeroepen?
Vooreerst behoort hij tot de zg.n.
weerheiligen, bijzonder tegen hevigen
windvervolgens wordt hij gerang
schikt onder de z g. plaagheiligen, om
dat hij wordt aangeroepen tegen velerlei
ziekten en plagen (zoo St. Vitus tegen
den Vitusdans; St. Urbanus tegen de
jicht, St. Valentinus tegen vallende
ziekten)en tenslotte maakt hij deel
uit van de 14 noodhelpers (o.a. St.
Christoffel als patroon der reizigers,
St. Barbara voor een zaligen dood enz).
Op zekeren dag had een wolf aan
een arme vrouw een varken ontstolen;
S. Blasius gaf den wolf bevel het var
ken naar de arme vrouw terug te
brengen. Uit dankbaarheid bracht de
vrouw iets van het geslachte varken
aan den heilige, die in de gevangenis
zat, plus nog eenige kaarsen. De heilige
bedankte haar, en beloofde voorspoed
en geluk aan allen, die haar zouden
navolgen en zijn aandenken zouden
vieren, bijzonder door ieder jaar in een
kerk, aan hem toegewijd, een kaars te
offeren. En dit verhaal nu wordt in
verband gebracht met het volgende
loen de heilige naar de strafplaats werd
geleid om onthoofd te worden, bood
een bedroefde moeder hem haar eenig
kind aan, dat door een vischgraat in
den keel in stervensgevaar verkeerde.
De heilige zegende het kind, dat oogen-
blikkelijk genezen was en beloofde bij
die gelegenheid eveneens, dat ieder,
die hem zou aanroepen bij God, ge
nezing zou erlangen.
Deze twee zaken nu samenHet
offeren eener kaars en het aanroepeu
van den heilige, vooral bij keelziekten,
zou dan aanleiding gegeven hebben
tot de invoering van den Blasius zegen.
Wat er nu van waar zij, het is in
ieder geval zeker, dat de TI. Blasius,
sinds de 16de eeuw, overal tegen de
keelziekte bijzonder vereerd is gewor
den, en dat er een bijzondere zegening
van kaarsen bestaat, alleen toegepast
op de kaarsen, voor den Blasius zegen
te gebruiken, en dat de Blasius zegen
op 3 Februari, allentwegen gegeven
wordt, met de kaarsen in den vorm
van een kruis tegenover den keel ge
houden, onder het uitspreken van hel
volgende gebed door den priester
»Door de voorspraak van den TI
Blasius, Bisschop en Martelaar, bevrijde
U God van keelziekten en van alle
ander kwaad. In den naam des Vaders
en des Zoons en des Heilige Geestes
Amen.
door
JOS. BOSHOUWERS te LENT
To veel licht?
Vraag: Dezen winter heb ik onder
vonden, dat een hok te veel licht kan
hebben, want bij mij zijn de kammen
van sommige dieren (van de hanen
allemaal) bevroren, terwijl dat bij een
kennis van mij, die dezelfde kippen
heeft, maar minder ramen in zijn hok,
daar geen last van heeft. Gaarne had
ik hierover uw meening.
C. te V.
Antwoord; De kammen (en lellen)
bevriezen niet door het licht, maar
door te strenge koude. Ik heb ook nooit
geschreven, dat men zooveel mogelijk
ramen moet aanbrengen, maar dat men
zooveel mogelijk licht in het hok moet
brengen. Natuurlijk, hoor ik u zeggen
»maar het licht moet toch door de
ramen
Is zooMaar wij moeten trachten
met een minimum aantal ramen een
maximum hoeveelheid licht op den
bodem zien te krijgen. Dat hangt nauw
samen met den vorm van het hok.
Veronderstel, we houden 80 hoenders
Dan hebben wij noodig 80 4 20
vierkante Meter bodemoppervlakte.
Dit kunnen we bereiken door te
bouwen 5x4 M., maar ook door de
lengte te nemen 10 en de breedte 2 M.
Wat 5 x 4 20 en 10 X 2 ook.
In beide gevallen hebben we dus
20 M2 bodemoppervlakfe, genoeg voor
80 hoenders.
Maar in 't laatste hok (10 M. lang
en 2 M. breed) zullen we de ramen in
den wand van 10 M. moeten brengen,
en in 't eerste in den wand van 5 M.
Om in beide hokken den bodem ge
lijkelijk verlicht te krijgen, zullen in
den wand van 10 M. veel meer ramen
moeten, dan in den wand van 5 M
(eerste hok).
Ramen koelen altijd heel wat af,
vooral bij ouderwetsche winters, zooals
we d'r nu een hebben.
Hieruit volgt dus,-dat men beter doet,
ongeveer vierkant te bouwen, dan zoo
heel langwerpig.
Is uw hok misschien ook veel smal
ler, dan dat van uw kennis die geen
last had van bevriezen der kam en
lellen bij zijn hoenders?
Ik mag het veronderstellen.
Heeft u ook evenveel kippen pervk.
Meter bodemoppervlakte als uw kennis.
Ik vraag zulks, omdat dit mede van
groolen invloed kan zijn. Zitten er te
veel dieren in het hok, dan wordt de
lucht te benauwd, en vochtig warm,
althans boven den mestvloer. Zitten er
te weinig, dan is het er te koud.
Wie een hok bouwt van b.v. 30
kippen, moet er in den winter bij
strenge vorst dat getal ook ten naaste
bij in hebben, dus niet beduidend meer,
maar ook niet van beteekenis minder.
Dus blijf ik bij mijn vroegere mee
ning Veel licht in het kippenhok,
maar, vooral in smalle hokken
ook weer niet meer, dat daarvoor
noodig is.
Mais gebroken of heel
Vraag: Ik voer steeds gemengd
graan, met ongeveer 20 pCt. mais er
tusschen. 's Zomers laat ik de mais
weg. Dat gebeurt van nu af aan al
geleidelijk. Wat vindt u beter, de mais
heel te geven of gebroken
C. te V.
AntwoordLiever zou ik de ver
schillende graansoorten afzonderlijk
voeren, want is alles gemengd, dan
pikken sommige kippen er steeds het
eerst de mais uit. Deze dieren krijgen
daardoor een heel andere graansoort
dan de overige. Meestal zijn die dieren
al gauw te vet
Wilt u per sé gemengd graan blijven
voeren wat ook wel resultaat geeft
dan raad ik u aan, de mais te laten
breken. Zooveel te lastiger is hel, om
er dadelijk de mais uit te halen. Ook
omdat gebroken mais in kleur zoo
overeenkomt met gerst en tarwe.
Wie alles apart voert, hoeft de mais
niet te laten breken.
Dezer dagen is in'den Pruisischen
Landdag uitvoerig gesproken over den
toenemenden noodtoestand van de
werkloozen, welke vooral in Rijnland
en Weslfalen beangstigende proporties
aanneemt.
Daarmede in verband slaat de voor
zitter van het »Bernfront" te Essen,
Joseph Honé, in de »KöIn. Z." alarm
en wijst op den hopeloozen toestand,
waarin de jeugd na den schoolplichtig
gen leeftijd op die wijze gaat verkee-
ren, nu er voor de opgroeiende mannen
en vrouwen geen betrekkingen en geen
werk meer beschikbaar zijn.
De algemeene noodtoestand wordt
zoo dreigend, schrijft de heer Honé,
dat, indien niet spoedig en krachtig
wordt ingegiepen, de geheeie cultuur
ontwikkeling van het Duilsche volk
gevaar gaat loopen. Het groot aantal
werkloozen en arbeiders met verkorten
werktijd, het groote tekort aan arbeids
gelegenheid voor de jeugd, hetwelk
niet alleen jongens en meisjes van de
lagere scholen, maar ook de leerlingen
van middelbare en zelfs hoogere scholen
treft, maakt het dringend noodig ernstig
erover te denken hoe aan dezen toe
stand een einde kan worden gemaakt.
Vooral het Ruhrgebied, hetwelk tenge
volge van de eenzijdige induslrieele
ontwikkeling buitengewoon te lijden
heeft onder de huidige economische
depressie, is zeer zwaar getroffen.
Duizenden jonge mannen en vrouwen
groeien daar op, wien een, voor de
verdere maatschappelijke ontwikkeling
zoo noodige geregelde bezigheid ont
breekt. Tiet voortdurende niets doen
wordt ondragelijk vooral voor degenen,
die arbeiden en vooruit willen. Hoogste
gebod is daarom het scheppen van
nieuwe mogelijkheden tot arbeid en
bezigheid.
Op industrieel gebied beveelt de heer
Honé daartoe aan stelselmatige weder
opvoering van de qualiteit der produc
ten. Aan betere opleiding van jeugdige
vakarbeiders en handwerkslieden moet
uiterste zorg worden besteed.
Daarnevens wil hij'een betrekkelijk
onmiddellijk werkend geneesmiddel
voor den ziektetoestand zoeken in bin-
nenlandsche kolonisatie. De noodzake
lijkheid, constateert hij, voor de vele
beroeps- en werklooze jongemenschen
in het Ruhrgebied enz. een werkkring
te openen en geleidelijk de overtollige
bevolking te doen afvloeien naar elders,
dwingt gebiedend tot de vruchtbaar-
making van alle woeste gronden. Er
zijn in Duitschland ongeveer drie tot
vier millioen h.a. moeras en heide
grond. In Pruisen wordt de woeste
grond geschat op 1 550.000 h.a. waar
van 1.400.000 in particuliere handen
zijn. In het Rijnland liggen een 150.000
h.a. woeste gronden. Neemt men hier
van maar de helft in behoorlijke ont
ginning, dan openen zich reeds groote
mogelijkheid.
De heer Honé houdt zich overtuigd
dat tallooze intelligente en arbeidzame
leerlingen van volks, middelbare en
hoogere scholen, die thans niet weten
wat te worden en waarmede hun brood
te verdienen, met vreugde in den land
bouw zouden gaan, wanneer zij kans
kregen hier een toekomst te vinden.
Buiten verantwoordelijkheid der Redaotie,
M. de R.
Verzoeke beleefd onderstaand stuk
ter opname, U bij voorbaat dankend.
Herhaaldelijk hebben wij den laat-
sten tijd in de verschillende dagbladen
onzer provincie stukken gelezen, inge
zonden door de respectievelijke corres
pondenten, over de watersnood, uit
onze gemeente, speciaal vermeldende
dal verschillende personen uil Venray
zich meer of minder verdienstelijk ge
maakt hebben, doch deze hebben toch
niets meer gedaan dan hun christelijke
plicht van naastenliefde. Doch wien de
eer toekomt en van wie het eerst het
initiatief van hulp is uitgegaan, wordt
vergelen en in het geheel nietgenoemd,
o.a. de Boerenbonden van Oostrum en
Oirlo, welke al alles voor hulp ge
regeld hadden voor er iemand aan
dacht. Hun wordtdan hier op deze
plaats hulde en dank gebracht.
OPMERKER.
VENRAY, 30 Januari 1926.
Hoe ik myn Kind gedood lieh?"
Naar wij vernemen, worden er pogin
gen aangewend om tijdens de Vasten
avond-dagen in de Patronaatszaal
waar thans geen filmen van ^komieken
of onverschilligen aard mogen vertoond
worden de beroemde film te geven