KERKELIJK 1EVEN.
St. Canisius-feesten
te NIJMEGEN.
kan? Gaat op de a.s. Landbouwten
toonstelling te Venray zien naar de
model-bedrijfspluimveehouderij, die daar
zal worden opgesteld, en geef daarna
aan U zelf het antwoord op die vraag.
Hoe dat pluimveebedrijf zich ontwik
keld heeft in de laatste 25 jaren, wil
ik hier dan eenigzins uitvoerig be
schrijven.
In den tijd, dat de boer nog onge
organiseerd was, waren zijne producten
als boter, eieren, fruit, over 't algemeen
niet hoog in prijs. En toch verloren de
opkoopers (dat waren de winkeliers ter
plaatse)bijnageregeld aan deze artikelen.
Leefden die lui dan van de schade
Och kom't Heele geheim bestond
hierin, dat die opkoopers nooit met geld,
doch steeds met winkelgoederen betaal
den.
Een dubbeltje per pond boter, een
halve of heele cent per ei meer of
minder, dat gaf niet veel. De koffie-
boonen, de katoentjes, de kantjes,
strikjes en lintjes brachten dat weer
in orde. Wie niet ziende blind was,
moest dit spel doorschouwen. Boven
dien liet men zich, tengevolge der
onderlinge concurrentie, wel eens danig
in de kaarten kijken, zoodat zelfs den
allerminst ergdenkenden het verkeerde
van dezen ruilhandel en gedwongen
winkelnering, niet meer ontging.
Dat was b.v. dan, als de boter en
eieren van boer Zus-en-zoo plotseling
in waarde stegen, zoodra bekend
werd, dat zijn dochter met Paschen zou
trouwen...
In de jaren tusschen 1890 en 1900
begon zich echter het vereenigingsleven
onder den boeren en arbeidersstand te
ontwikkelen. Boerenbonden werden
opgericht, zuivelfabrieken (met hand-
kracht) verrezen overalDe geprodu
ceerde boter werd voor gemeenschap
pelijke rekening verkocht op de Boter-
mijnen van den Z.N.Z. te Maastricht.
Als bij tooverslag verdween die boler-
ruilhandel, en voor 't eerst van zijn
leven voelde thans de georganiseerde
boer, dat eendracht macht maakt.
Had de boterafzet in korten tijd zich
zeer ten gunste van den boer gewijzigd,
met den handel in eieren bleef alles
nog den ouden sleur gaan.
Om klanten te krijgen en te houden,
werd niet zelden een halve of drievierde
cent per ei boven den marktprijs ge
geven, en trachtte de winkelier vaak
voor 'n geheel jaar met den kippen
houder te contracteeren. Zoo herinner
ik mij, dat boeren voor een geheel jaar
hun eieren verkochten tegen 2.5 of 2.GO
cent per stuk, een enkele maal voor 3
cent.
Zoo'n contract kwam in ieder geval
ten goede aan het product, want met
eieren bewaren in boekweitkaf, tot ze
duurder waren, kon men dan niets
verdienen.
Gedurende 't jaar 1900 (dus juist 25
jaar geleden) was de winkelprijs der
eieren als volgt
1 Jan. 5 cent per stuk. 21 Jan. 3.5
cent per stuk. 2 Maart 3 cent per stuk.
18 Maart 2.5 cent per stuk. 25 Maart
3 cent per stuk 15 April 2.5 cent per
stuk. 24 Juni 3 cent per stuk. 5 Sept.
3.5 cent per stuk. 1 Oct 4 cent per stuk.
22 Oct. 4.5 cent per stuk. 7 Nov. 5 cent
per stuk. 2 Dec. 5.5 cent per stuk. 19
Dec. 5 cent per stuk.
In datzelfde jaar 1900 was er ook een
kippenhouder in deze gemeente, die
wist, dat er voor werkelijk versche
eieren van voldoende grootte (in geen
van beiden echter muntten de meeste
eieren destijds uit) in de grootere sleden
van ons land, heel wat betere prijzen
dan de bovenstaande te maken waren.
Dat deed hem in die plaatsen zoeken
naar een soliden afnemer, en hij slaagde
daarin volkomen. Op den 7den Feb.
1901 werden yan 4 kippenhouders in
totaal 400 eieren verpakt met hooi in
een mand, naar Den Haag gestuurd.
Eu hiermede was de eerste Coöperatieve
Eiervereeniging van Zuid-Nederland
geboren.
Het vereenigingetje was klein vier
leden 1 Doch de bereikte resultaten
waren zöó schitterend, dat het ledental
spoedig steeg tot 20, 30 en hooger. De
prijzen gingen niet allen 0.5 tot 1 cent
boven den hier geldenden winkelprijs)
doch ze werden uitbetaald in klinkende
Hollandsche munt, een soort geld, des"
tijds zeldzaam, maar des te meer gewild
in deze streek. Wederom ondervond de
georganiseerde boer de voordeelen van
het vereenigingsleven.
Toch ging alles niet zoo van een
leien dakje, zooals pnenig lezer 't zich
misschien voorstelt. De leden, maar
vooral de leiders dezer jeugdige, en tot
dan toe ongekende vereeniging, hebben
aanvankelijk heel wat strijd, en soms
harden strijd te voeren gehad tegen de
handelaars in eieren, die (ten onrechte)
meenden, dat zoo'n eierbond, kreeg hij
navolging (en daarvoor bestond alle
kanszoo al niet hun ondergang ten
gevolge had, dan toch minstens genomen
hun sterk benadeelen zou in hunne
winkelnering. En de winkelier-eierhan-
delaar kreeg als bondgenooten tegen
deze nieuwigheid: le Driek Achter
dochtig 2e Klaas Ouderwetsch3e
Hannes Mopperaar en 4e (ofschoon
deze misschien met tegenzin) de zich
niet vrij bewegende familie Kladschuld.
Al die tegenwerkingen ten spijt, steeg
de aanvoer van eieren voortdurend,
zoodat de twee particuliere afnemers
in Den Haag al spoedig niet alles meer
gebruiken konden.
Terzelfdertijd was men van Tungelroy
(Weert) uit, als proef begonnen met
aan de botermijn van den Z. N. Z. te
Maastricht, eieren te verkoopen. Spoedig
was ook de Venraysche Vereeniging
daarbij aangesloten, en reeds op 8 Maart
1901, werden, behalve naar Den Haag,
ook reeds 1500 eieren naar Maastricht
gestuurd. En nog vóór Maart ten eind»
was, had deze Vereeniging zich geheel
los gemaakt van den particulieren
handelaar, om nergens anders meer te
leveren dan aan de op coöperatieven
grondslag rustende veiling te Maas
tricht. 1).
Binnen enkele jaren verrezen nu in
deze gemeente, alsook in de naaste
omgeving (Horst, Deurne, Oploo, Well,
enz) meerdere, gelijksoortige vereeni-
gingen. Daarmee was de eierhandel op
gang, doch er kleefden nog vele en
groote fouten aan.
Vooreerst was de verpakking zeer
primitief; ze geschiedde met hooi in
manden van diverse afmetingen. Te
begrijpen is, dat breuk zeer veel voor
kwam. Bovendien kwamen er vele
klachten over slechte eieren, ofschoon
sedert Sept. 1902 hetstempelen van elk
ei door den leverancier verplicht was,
waardoor dus controle aan de Mijn
eenigszins mogelijk werd.
't Liep dus nog lang niet op rolletjes.
En de bestuursleden van den Z. N. Z.
op een kleine uilzondering na, voelden
zich maar zeer matig aangetrokken
door'de eieren-zaak. 't Kwam zelfs zoo
ver, dat in een brief, d.d. 21 Maart
1903 door den heer Jelmger, Directeur
der Botermijn te Maastricht, o.m. ge
schreven werd: »indien dev°rkoopvan
eieren aan de Botermijn alhier blijft
doorgaan."
Nu werd het tijd de handen opnieuw
uit de mouwen te steken, opdat niet
verloren ging, wal met zooveel moeite
en volharding was tot stand gebracht.
Er werd beraadslaagd over een betere
verpakking. Eenige leden der Mijn-
commissie en een paar personen daar
buiten, schroomden geen moeiten, die
te verkrijgen. En het gevolg was, dat
de eerste zending eieren, verpakt in
kisten met carton, uit Venray verzonden
werd begin Juli 1903.
Naar aanleiding daarvan schreef de
Directeur den volgenden brief
Maastricht, 10 Juli 1903.
Geachte Heer
De eierenkist door u verzonden op
Maandag 1.1. naar de Mijn is in besten
toestand aangekomen. Niet één ei was
gebroken. De heer Herberz, die Dinsdag
a8n de Mijn was, vond de verpakking
keurig. Laten we hopen, dat binnen
korten tijd de verzending der eieren in
kisten mag plaats hebben.
Deze verpaking, die sedert nog vele
veranderingen (tevens verbeteringen)
onderging, werd nu spoedig algemeen,
waarmede Venray tevens eene industrie,
een cartonnagefabriek, rijker werd.
Er was nu reeds veel verbeterd,
niettemin haperde er nog veel.
6 September. Veertiende Zondag
na Pinksteren. GROEN. Tweede gebed
van het Octaaf van Kerkwijding. Derde
a Domo Gloria CredoPrefatie der
H. Drievuldigheid.
De christen is geroepen tot het rijk
Gods, dat hij boven alle goederen dezer
wereld moet beminnen, (men kan geen
twee heeren dienen, God en den mam
mon "het gelddaarom heet deze
Zordag de Zondag der twee meesters)
maar niemand, die een slaaf zijner
driften is, zal dit rijk verwerven daar
toe immers is het noodig ons vleesch
met zijne begeerlijkheden te kruisigen.
Tot zulke zedelijke hoogte kan de
menschelijke zwakheid zich niet om
werken doch al wie op den Heer be
trouwt, zal Gods bijstand ondervinden
en de hulp der zaligheid zal hij putten
uit het H. Offer en de Communie.
0
7 September. Maandag. Vijfde dag
van liet Octaaf van Kerkwijding. WIT.
(Zwart). Tweede gebed ter eere der H.
Maagd (Concede); Derde voor de Kerk
of voor den Paus; Vierde a Domo;
Gloria Credo gewone prefatie.
0
8 September. Dinsdag. Maria Ge
boorte. WIT. Tweede gebed ter eere
Zoo bijv. kon het Mijnbestuur, dat
zijn handen vol had met de regeling,
den boterhandel en de boterproductie
betreffende, zich maar weinig, te weinig
bekommeren om de kippen- en eieren-
aangelegenheden. Bovendien erkende
het niet, wellicht gemakshalve, de af
zonderlijke besturen der Eiervereenigin-
gen, doch hield zich, ook wat de eieren
betrof, nog lang vast aan de besturen
der boterfabrieken, die meestal voor de
eierenzaak niets of heel weinig voelden.
Had het Mijnbestuur toen maar be
sloten, de geheele pluimvee- en eieren-
zaak testellen onder een, voqr zijn laak
berekend afzonderlijk bestuur, en tevens
de eierbonden, los van de boterfabriek-
jes gevormd, als afzonderlijke vereeni-
gingen erkend, zonder twijfel was de
heele eierhandel van Limburg en Noord
Brabant gebleven in één organisatie-.
Die fout, als ik 't zoo noemen mag.
heeft zich hersteld, want zij gaf in 1904
het aanschijn aan de coop. Roermond-
sche Eiermijn.
Het Bestuur dezer mijn nu, die enkel
en alleen eiermijn was (en nog is) kon
zich geheel aan de pluimveezaak geven
Daardoor, alsmede door hare goede
organisatie ontwikkelde deze instelling
zich spoedig tot de grootste eiermarkt
ter wereld. Geen wonder, dat bijna
alle eiervereenigingen zich voor en na
bij Roermond aansloten.
Thans willen weeens nagaan, hoe 't
voor een kwarteeuw gesteld was met
het product van 't hoenderbedrijf, n.l.
't ei.
Ik heb reeds opgemerkt, dat er nog
al eens klachten over slechte eieren
kwamen.
Met een beetje overdrijving zou men
kunnen zeggen, dat er toen wel eens
menschen waren, die meenden, dat,
zoolang 't kuikentje nog niet met de
pootjes uit de schaal kwam, het ei nog
wel verkoopbaar was.
Behalve dan vaak niet versch of zelfs
vuil van binnen, kwamen er ook vele
eieren, die onzindelijk van buiten waren
en dan bovendien klein van stuk. Het
kostte dikwijls heel wat moeite een le
verancier aan 't verstand te brengen, dal
voor het maken van behoorlijke prijzen
goede waar geleverd moest worden. Dat
slechte eieren verkoopen, lang niet eer
lijk was, geloofde lang niet iedereen.
Krasse staaltjes zijn me daaromtrent
bekend. Ziehier één ter illustratie: De
»kremmer" komt bij een boerin en laadt
uit een hem voorgezet mandje met
eieren zijn pet vol, ondertusschen al
maar speurende of zijn geoefend oog
(en oor; ook slechte (voele) eieren ont
dekt. Jawel, hij legt 10 stuks terug.
Daar zat de boerin echter niets mee
in. Ze was slim en »eerlijk". Ze gaf
deze afgekeurde eieren niet als goede
aan den opkooper, want dat zou zijn
iemand »betoepen", doch ze mengde ze
telkens weer onder de werkelijk ver
sche, liet den skremmer" telkens zelf
uitzoeken, totdat hij eindelijk alle be
dorven eieren in zijn mars had
Het gewicht der eieren schommelde
veelal tusschen 50 en 56 gram per stuk
dus gemiddeld 18 20 stuks per K.G
En met het aantal eieren per kip en
per jaar gelegd, was 't al even schit
terend. De vier leden, die de eerste
eiervereeniging stichtten en als de
meest vooruitstrevenden op pluimvee-
gebied konden aangemerkt worden,
hadden in 1902 al iets ter verbetering
van den kippenstapel gedaan. En hoe
ze er toen daarmee opstonden, moge
blijken uit volgend staaltje
Lid no. 1 leverde van 250 kippen
23217 eieren, wegende 1428.5 Kg. (per
kip dus 93 eieren van 61 gr.)
Lid no 2 leverde van 250 kippen
16371 eieren, wegende 92385 Kg. (per
kip dus 65 eieren van 56 gr.)
Lid no. 3 leverde van 80 kippen 8565
eieren, wegende 485.45 Kg. (per kip
dus 107 eieren van 56 gr.)
Lid no. 4 leverde van 129 kippen
11272 eieren, wegende 663 95 Kg. (per
kip dus 87 eieren van 58 gr.)
Van het meerendeel der leden schom
melde het aantal eieren per jaar en
per kip tusschen 70 en 90 stuks.
De ouderwetsche kippen presteerden
dus maar zeer weinig. Maar dat lag
niet enkel aan de dieren zelf. De be-
van den H. Iiadrianus (in stille li-
Missen) Gloria Credo Prefatie van
O. L. Vrouw.
Gelijk de opkomende dageraad, zoo
goot Maria's Geboorte, blijdschap en
vreugde over het aardrijk uit, de komst
voorspellend van de eeuwige Zoon,
Christus, en van het zaligend licht der
goddelijke genade. Met schrik zag de
hel de morgenschemering aanbreken,
want nu was haar nederlaag en daar
mede de verlossing van het mensche-
lijk geslacht niet ver Smeer. Op het
geboortefeest van dit kind, welks voor
bestemming in Gods raadsbesluiten, na
die van Christus, de allereerste plaats
innam, uit den koninklijken bloede
van David gesproten, heft de H. Kerk
vol begeestering een loflied aan ter
eere van het goddelijk moederschap,
dat het ongerepte lichaam dezer Maagd
met een onsterfelijken glans omstraal
de. Moge dit blijde feest ook in onze
harten den geestelijken vrede vermeer
deren.
De H. Iiadrianus, waarvan wij heden
de gedachtenis vieren, werd met 23
andere christenen te Nicomedië voor
het geloof gemarteld f 304.
0—
9 September. Woensdag, Zevende
dag van het Octaaf van Kerkwijding.
WIT. (Zwart). Tweede gebed ter eere
van den H. Gorgonius; Derde ter eere
handeling die vaak een mishandeling
leek, droeg voor een zeer groot deel
mede schuld. Voor zoover de kippen
gevoederd werden, bestond het voedsel
uit 't geen de boer zelf verbouwde:
rogge, haver, maar dan liefst niet van
't beste. Sommigen kochten mais en
voerden dan mais van Zondags tot
Zaterdags, van 1 Jan. tot 31 Dec. En
daar waar ze niet gevoerd werden (o,
ja, dat kwam ook voor) daar moesten
ze leven van 't afval, alsmede
wat ze gapten uit de voerbakken van
varkens, koeien en paarden Aan groot
risico verbonden vanwege de onbarm
hartigheid van den voerman en de
kortbij hangende zweepslok.
De huisvesting? De kippen mochten
vaak al blij zijn als ze 's nacbts niet
nat regenden of onder sneeuwden. En
toch is 't nog een grcote vraag, wat
slechter zou zijn voor de dieren, 't
heele jaar in een open karschop of in
een boom te moeten slapen of op een
»hort" vol stinkenden mest op eenige
decimeters boven den koestal.
Zoo was dan de toestand voor 25
jaar. Met de verbetering in den afzet
der eieren, ging nu hand aan hand de
verbetering van den hoenderstapel, er
kwam betere voeding, betere huisves
ting. De kippenhouder merkte, dat
zijne dieren zulks verdienden.
Vergelijken we nu die vroegere toe
standen eens met wat we heden op
dat gebied kunnen waarnemen.
Vooreerst om maar in de buurt te
blijven, het centraal fokstation te Horst
waar onder deskundige leiding kippen
gefokt worden met legcijfers van 200,
250 en meer stuks per jaar, alsof 't
zoo niets is. En hoewel sedert 't jaar
1900 geregeld gewerkt werd aan de
verbetering der legresultalen, vooral
door middel der zg. plaatselijke fok-
stations, is 't toch zonder twijfel deze
model-inrichting, waardoor de kippen
houders op den waren weg zullen ko
men of reeds gekomen zijn.
Zien we verder om ons heen, dan
treffen we zeer doelmatig ingerichte
kippenhokken bij tienlallen aan De
voeding van 't pluimvee geschiet bijna
niet anders meer dan volgens de regels
der voedingsleer. Kuikens worden ma
chinaal gebroed en kunstmatig groot
gebracht. De omzet van eieren is een
iron van inkomsten geworden.
En daar deze jaarlijksche opbreng
sten van den pluimveeslapel, de dub
beltjes dus, waar 't hier om gaat, de
beste maatstaf zijn voor den bloei en
den omvang van het bedrijf, wil ik dit
overzicht besluiten met het volgende
altje, dat verder voor zich zelf
spreekt.
Geleverd door de Venraysche Eier
vereenigingen te samen
Jaar Aantal eieren Opbrengst
1901 115460 f 3429,60
1908 1285968 f 49123,97
1916 3242146 f 256743,61
1918 1295778 f 176124.88
1924 3241252 f 238460,49
P.S. 1918 is 't jaar na de groote
afslachting onder 't pluimvee, die ge
schieden moest wegens de voeder-
schaarschte tijdens den oorlog.
J. G. JANSSEN.
Leunen, Augustus 1925.
1) Later in 1905 is door de Ven
raysche Eiervereenigingen samen, nog
eens een proef genomen met den ex
port op Londen, doch wegens de groo'e
bezwaren, daaraan verbonden, werd
deze proef spoedig gestaakt.
der H. Maagd (Concede); Vierde a
Domo. Gloria Credo gewone Prefatie.
De H. Gorgonius, waarvan wij heden
de gedachtenis vieren, stierf, na vele
folteringen te hebben ondergaan, den
marteldood te Nicomedië. f 302.
0—
10 September. Donderdag. Achtste
dag van het Octaaf van Kerkwijding.
WIT. Tweede gebed ter eere van den
H. Nicolaas van Tolentinoderde ter
eere van den H. TheodardusVierde a
Domo. Gloria Credo gewone Prefatie.
De H. Nicolaas van Tolentino, waar
van wij heden de gedachtenis vieren,
werd door zijn godvruchtige ouders
aan het graf van den II. Bisschop,
Nicolaas, te Bari, van den hemel afge
beden uit dankbaarheid gaven zij hem
bij het Doopsel den naam van zijn
hemelschen Beschermer. Hij groeide
in onschuld en vroomheid op, voltooide
op schitterende wijze zijn studie en
ontving eene plaats in het Kapittel
van de stad Tolentijn. Niet lang echter
behield hij deze waardigheid van
Kannunnikhij trad immers in de
orde van de H. Augustinus, waar hij
spoedig voor zijne medebroeders een
voorbeeld van heiligheid washet ge
lukte hem vele verstokte zondaars tot
God terug te voeren, f 1310.
De II. Theodardus, waarvan wij
heden eveneens de gedachtenis vieren,
Nu wij vernemen, dat zoovelen
onzer geachte lezers Zondag 6 Sept.
naar Nijmegen gaan, geven wij hier
een overzicht van den Historischen
Optocht.
Dan kan men dit uitknippen en
medenemen.
-0-
Plechtige intocht van Z.D.H.
Mgr. Dr. M. Besson met de relieken
van den H. Petrus Canisius.
Samenstelling van den stoet.
Vaandrigs. Tamboers. Herauten
met bazuinen
Wapendrager der familie Kanis.
De familie Kanis behoorde reeds
in de 15e eeuw 'tot de aanzienlijk
ste geslachten van Nijmegen. Jacob
Kanis, de vader van den H. PeUus
werd door hertog René van Lotha
ringen in den ridderstand verheven.
3. Scholieren der Latijnsche school
met een Frater.
Canisius genoot zijn eerste weten
schappelijke opleiding in de La
tijnsche school te Nijmegen.
Roededragers
De burgemeesters Jacob Kanis en
Thomas van Triest*
Schepenen.
Leden van het St. Nicolaasgilde;
deftige burgers.
De stadsgerechtsboden droegen een
roede als symbool der stedelijke
rechtspraak Er waren altijd 2 bur
gemeesters die voor een jaar door
keuze van den Raad aangesteld
werden. Het groot aanzien, dat Ca
nisius' vader Jacob genoot, blijkt uit
het feit, dat hij negenmaal tot Bur
gemeester en veertienmaal tot sche
pen werd gekozen.
Het St. Nicolaasgilde had veel in
vloed in het bestuur der stad.
Wapendrager van Nijmegen te
paard.
„Canisius, roem van Nijmegen".
Jongens met palmen.
Canisius is de roemrijkste zoon van
Nijmegen. Nooit is er een Nijmege-
naar geweest wiens naam zulke in
ternationale beteekenis gehad heeft.
Hij behoort tot de groote historiscne
persoonlijkheden zijner eeuw.
Wapendrager van Keulen te paard
„Canisius, doctor in de Wijsbe
geerte en in de Godgeleerdheid"
Geleerden met symbolen der
wetenschap.
Na voltooiing zijner voorbereidende
studies te Nijmegen vertrok Canisius
naar de Universiteit van Keulen,
vervolgens naar die van Leuven en
Bologna en behaalde daar de hoogste
wetenschappelijke titels.
„Canisius, de eerste Nederland-
sche Jezuïet".
De Jezuïeten-Orde werd gesticht door
den H. Ignatius van Loyola in 1540.
Twee jaren later verscheen de eerste
Jezuïet in Duitschland. Het was de
Zalige Patrus Faber. Canisius hoor
de met veel lof over hem spreken,
ging hem te Mainz bezoeken en liet
zich in de nieuwe Orde opnemen. Dit
gebeurde den 8sten Mei 1543, op zijn
23sten verjaardag.
Wapendrager van Ingolstadt te
paard.
„Canisius, opvoeder der jeugd."
„Canisius, hervormer der hooge-
scholen".
Groepen studenten.
Bijzonder groot en algemeen erkend
zijn de verdiensten geweest van Ca
nisius voor het onderwijs. Het lager
en hooger onderwijs verkeerden in
dien tijd in een zeer vervallen toe
stand. Door de stichting van Colle
ges bevorderde hij de godsdienstige
en wetenschappelijke opvoeding der
jeugd. Als hoogleeraar aan de Uni
versiteit te Ingolstadt begon hij daar
de hervorming van het hooger on
derwijs.
Wapendrager van Weenen te paard
„Canisius, schrijver van den Ca
techismus."
Groep kinderen.
De catechetische arbeid van Cani
sius is van onberekenbaren invloed
geweest op het herleven van den
godsdienstzin in de Duitsche landen.
Óp last van keizer Ferdinand I begon
Canisius, als hoogleeraar aan de
Universiteit van Weenen, met het
samenstellen van een Catechismus.
Het succes van zijn boek was onge
looflijk groot. Nog voor zijn dood zag
hij den Catechismus meer dan 200
maal herdrukt en in haast alle Euro-
peesche talen vertaald,
10. „Canisius, verdediger der Kerk".
was de opvolger van den H. Remaclusi
en werd bisschop van Maastricht ge
wijd door den H. Cunibertus. Hij
bouwde vele kerken en kloosters. Toen
eenige lieden zich kerken en kloosters
hadden toegeëigend, ging hij de hulp
inroepen van den Franschen koning
Childerik II. Doch hij werd door sluip
moordenaars, afgezonden door de on
rechtvaardige grondbezitters, verrader
lijk om het leven gebracht, f 668. Zijn
heilige overblijfselen berusten in de
Kathedraal van Luik.
0
11 September. Vrijdag. II. Otgerus,
Belijder. WIT. Tweede gebed ter eere
van den TI. Prolus en Hyacinthus.
Derde a Domo Gloria geen Credo
gewone Prefatie.
De H. Otgerus, in Engeland geboren,
was als diaken medehelper in het be-
keeringswerk der H Bisschoppen Wiro
en Plechelmus f 713.
De H. Protus en Hyacinthus, waar
van wij heden de gedachtenis vieren,
werden als belijders van Christus' naam
aangeklaagdzij weigerden aan de
afgoden te offeren. Lij werden daarom
na een wreede geeseling, te Rome
onthoofd, f Derde eeuw.
0—
12 September. Zaterdag. Allerhei
ligste naam der H. Maagd Maria,
Tweede gebed a Domo Gloria Credo
Prefatie van O. L. Vrouw.
Dit feest dankt zijn naam aan de
godsvrucht der geloovigen en werd het
eerst voor het bisdom Cuenca in Spanje
door de H. Stoel in 1513 goedgekeurd.
Pius V schafte het af, Sixtus V stond
het echter weer toe, en paus Innocen-
tius XI schreef het in 1683, naar aan
leiding van de bevrijding van Weenen
uil de hand der Turken, voor de ge
heele kerk voor en plaatste het op
Zondag na Maria geboorte. Pius X, die
zooveel mogelijk de Zondagen weer
vrijmaakte voor de vroegere, eigenlijke
Zondagsviering, plaatste het op 12
September vast.
Evenals de Kerk, na het feest van
's Heeren geboorte, het feest van den
Zoeten Naam van Jezus viert, zoo wijdt
zij, na O.L. Vrouw geboorte, ook een
feest aan den zoeten naam van Maria,
welke in de II. Schrift uitdrukkelijk
vermeld wordt. Den naam dezer onge
repte Maagd en Moeder Gods, dezer
§ezegende onder vrouwen, verheerlijkt
e H. Kerk en roept hem met ver
trouwen aan, om zich Maria's gunst
en bescherming te verzekeren.
Tot slot: Wijwater.
Waar eenerzijds de Kerk het gebruik
van het wijwater veelvuldig aanbeveelt
en anderzijds zij zelve het zoo herhaal
delijk gebruikt, ligt het voor de hand,