Tweede blad.
Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
Chroniek der Peel
De vooruitgang van den
Linburgschen Landbouw.
Het geheim van den
millionnair.
in drie bedrijven.
De ontwikkeling der Pluim
veeteelt gedurende de
laatste 25 jaren.
zaterdag 5 September 1925
46e Jaargang No. 36.
ABONNEMENTSPRIJS
PER KWARTAAL:
voor VENRAY 65 c.
franco per post 75 c.
voor het buitenland
(bij vooruitbetaling) f 1,30
afzonderl. nummers 5 c.
PEEL EN MAAS
Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY Telefoon 81.
PK1JS DEK
ADVERTENT1EN
1—8 regels 60 ct
elke regel meer 71/» ct
Advertentiën bi> abonne
ment groote reductie
Een rede van Minister Bongaerts.
Ter gelegenheid van de Venraysche
Landbouwtentoonstelling heeft de Mi
nister van Waterstraat, de heer Ir.
Bongaerts, die daar den minister van
Binnenlandsche Zaken en Landbouw
verving, een officieele rede gehouden.
Hieraan ontleenen wij
Als lid van het eere comité van deze
tentoonstel ling en vooral, omdat bij
zondere banden mij aan de provincie
Limburg binden, stemt het mij tot
groote blijdschap, dat hier het initiatief
werd genomen te demonstreeren den
vooruitgang, welken de landbouw in
zijn verschillende geledingen heeft
gemaakt en aan jongeren en ouderen
te toonen, wat met Gods hulp door
vlijt en volharding kan worden bereikt.
Er is reeds zeer veel bereikt, zoodat
verschillende takken van den landbouw
in Limburg op hoogen trap van ont
wikkeling zijn gebracht.
Een en ander nagaande omtrent den
landbouw in de provincie Limburg,
vond ik, dat in 1888 in cultuur waren
152.749 H A, terwijl in 1924 de opper
vlakte cultuurgrond was gestegen <ot
175 676 H A.
De oppervlakte bouwland en tuin
grond te zamen nam in die jaren toe
met 9.7 pet., de oppervlakte grasland
met 33.3 pet. en de boschgrond met
17.1 pet.
Het aantal grondgebruikers steeg
tussehen 1888—1921 van 17.597 tot
20.620.
Ofschoon eronder die grondgebruikers
gevonden worden, die een groote op
pervlakte land tot hun beschikking
hebben, is Limbuig toch bet land van
h&t kleinbedrijf bij uitnemendheid
hetgeen blijkt uit het feit, dat 87 pet.
der grondgebruikers hun bestaan vinden
op bedrijfjes, welke kleiner dan 10 Ii.A.
zijn-
Om op zulke bedrijfjes een bestaan
te vinden, is het noodzakelijk, dat met
noesten vlijt een intensieve cultuur
wordt uitgeoefend. In het tijdsverloop
dat ons scheidt van de tentoonstelling
welke te Venray voor 40 jaar is gehou,
den, blijkt wel een sterke omkeer te
zijn gekomen
Hoezeer die intensiteit is toegenomen
blijkt uit het feit, dat tussehen 1885
1921 het aantal paarden in de provin
cie steeg van 13.800 tot 23.000, dat de
rundveestapel klom van 74.000 tot
102.500 dieren, dat het aantal varkens
klom van 45.600 tot 118.600 en dat de
hoenderslapel welke in 1885 248.000
dieren telde in 1924, de 1.5 millioen
naderde.
De productie hield met deze uitbrei
ding niet alleen gelijken tréd, maar
steeg nieuw bewijs voor de toene
mende intensiteit daar nog ver boven
uit.
Immers de aanvoer van boter aan de
botermijn te Maastricht klom tussehen
1904 en 1920 van 1.7 tot 5.4 millioen
F FTJUjLFTON.
22.
Eerst zal ik nog mevrouw Warren
een bezoek brengen, ging Alex voort.
Misschien dat zij iets weet, hetwelk
licht in deze duisternis kan ontsteken.
Dat zou ik haast niet denken,
hernam de pastoor twijfelend. Hoe zou
zij dat ook? Zij leerde haren echtge.
noot immers te Nieuw-Orleans kennen.
Wellicht, dat hij haar over Mar_
low heeft gesproken. In elk geval, ga"
ik naar haar toe. U weet immers zelf,
voegde Alex er bij met minachtend
afgetrokken lippen, dat mevrouw War
ren zeer gehecht is aan het geld en
waarschijnlijk niet ongevoelig blijft
voor een douceur".
In die verwachting echter zag de
jonge man zich teleurgesteld. De we
duwe Warren ontving hem zeer vrien
delijk, maar liet niet het minste los.
Volgens den raad van Cicero had zij
de nalatenschap van haren man nauw
keurig nagezien. Dat wat zij zocht,
had zij weliswaar niet gevonden, maar
daarentegen genoeg houvast om aan
te nemen, dat het verleden van den
heer Marlow een geheim bevatte, een
geheim, dat haar veel geld kon op
brengen, als zij het slim overlegde.
En het was het vaste voornemen dezer
K.G. Aan de Coöp. Eiermijn te Roer
mond de grootste van geheel Neder
land steeg in het zelfde tijdsbestek
de aanvoer van ruim 25 duizend stuks
tot meer dan 66.8 millioen. De omzet
van groenten en fruit aan de veilingen,
welke in 1904 nog niets te beteekenen
had, was in 1924 geklommen tot een
waarde van 3.4 millioen gulden.
Het gebruik van kunstmeststoffen,
voederartikelen, zaaizaden enz,, dat als
derde maatstaf voor een intensieve
cultuur mag gelden, nam mede enorm
toe.
In 1904 werd hiervan langs coöpera
tieven weg aangekocht voor een bedrag
van f 42.000 en in 1924 voor 5.4
millioen gulden.
Mogen deze feiten en cijfers ons niet
tot verheuging stemmen? Mag het niet
als een verblijdend en voor de toe
komst nog tot hooger bloei aanleiding
gevend feit worden geacht, datdeLim
burgsche boeren elkander hebben ge
vonden in hun organisatie, welke sterk
maakt, in .hun verschillende, coöpera
ties vooral, welke de nadeelen, die
kleven aan het kleinbedrijf, tot een
minimum kunnen terugbrengen 1
Hoezeer Venray vooraan ging, blijkt
wel uit hetgeen Venray op 't gebied
der coöperatieve zuivelbereiding prea1
treert.
Dat Limburg mannen voorbracht en
nog voortbrengt ik behoef hier geen
namen te noemen, gij kent ze allen
toegerust met bijzondere gaven van
hoofd en van hart, die zich wilden
stellen aan de spits der machtige voor-
waartsche beweging
Limburg's ligging sluit voor verderen
opbloei van den land- en tuinbouw een
toekomst in zich met ruime vergezich
ten. In het mijnbouwdistrict is een
bevolkingsaanwas waar te nemen, als
bijna nergens elders in ons land als
afzetgebied voor de producten van den
akkerbouw, veeteelt, zuivelbereiding en
tuinbouw kan dit van onwaardeerbare
beteeken is worden.
De groote mijnbouw- en industrie
gebieden van Duitschland en België
palen aan Limburg's grenzen en de
groote verbindingswegen daarheen
voeren door deze provinzie.
Deze gunstige omstandigheden, ge
paard aan de krachtsontwikkeling,
waarvan ik zooeven sprak, waarvan
deze tentoonstelling een zoo bijzon.der
beeld geeft, roepen u toe »Ga voort
op den ingeslagen weg".
Het Tentoonstellingsbestuur wenscht
terecht deze tentoonstelling niet alleen
te zien beschouwd als een demonstra
tie van hetgeen werd bereiktneen
ook 't bestuur heeft den blik vooruit
geslagen.
Een leerschool voor jongeren en
oudere boeren wil het deze tentoon
stelling doen zijn.
Let op de paarden, welke Limburgs
roem zijn geworden, en ziet wat inet
rationeele fokkerij kan worden bereikt
gaat na wat op 't gebied der rundvee-
verbetering is verkregen en doet er uw
voordeel mede. Let op de varkens,
welke fokrichting de uwe moet zijn.
Beschouwt de landbouwwerktuigen eti
vraagt u af in hoeverre deze in uw
bedrijf rationeel gebruikt kunnen wor
den. Gaat na de methoden, welke
nieuw voor u mochten zijn en over-
8luw berekende vrouw, 'haar eigen s[
te spelen, een spel, dat tqn doel had
een aanzienlijk deel der" millioenen
van Sophie in haar bezit te brengen.
En zij koesterde niet den geringsten
wensch, dat doel te bereiken door hulp
van anderen, allerminst door tusschen-
komst van Cicero.
Toen Alex op het tooneel verscheen,
gaf zij hem dadelijk te kennen, dat zij
niets wist. Haar bedoeling was de
»bom" zorgvuldig en in 't geheim ge
reed te maken en in tegenwoordigheid
van Sophie te laten springen. Dat haar
plan uit financieel oogpunt beschouwd
voor haar zeer winstgevend zou zijn,
daarvan was zij vooraf overtuigd.
Ik wilde, dat ik u kon helpen
mijnheer Torold, zeide zij, maar ik
weet heusch niets van mijnheer Mar
low. Mijn man heeft nooit met mij
over zijn verblijf te Jamaica gesproken
Heeft hij papieren nagelaten
O, zeker, zelfs een heele hoop.
maar toch niet zulke, welke over het
verleden van Marlow opheldering zou
den geven.
Mag ik die papieren eens inzien,
Het spijt mij, maar ik heb ze
verbrand.
Alex geloofde haar niet en ging heen
in de overtuiging, dat zij iets in het
schild voerde.
Intusschen was in dit drama des
levens een nieuw personage ten too
neele verschenen, een man, die een
wonderlijke geschiedenis vertelde en
een niet minder verbazingwekkend
verlangen koesterde een slanke,
donkerkleurige man met bliksemende
weegt of ze in uw bedrijf met voordeel
kunnen worden toegepast. Geeft werk
aan uw oogen en uw hoofd. Spreekt
met de vrienden en kennissen, die gij
ontmoetmaakt de banden hechter en
sluit nieuwe opdat er zij en blijve een
gezamenlijk optrekken, een eendracht,
welke leidt tot macht.
Ik sprak zooeven van het verband
tussehen landbouw en industrie, over
weegt ook dat en ziet dat, van hoe
overwegende beteekenis de landbouw
u ook lijkt, het alles grijpt in elkander
Hoe de welvaart en den bloei van den
eenen tak van ons volksbestaan een
levensbestaan is voor de andere.
Mogen land- en tuinbouw in Limburg
zich, onder Gods rijksten zegen steeds
verder ontwikkelen en moge daarbij
het gevoel van saamhoorigheid in
Christelijke naastenliefde bij voortduring
hooger opbloeien, in voorspoed en ook
in tegenspoed Hoe ontroerend heerlijk
is dat gevoel van saamhoorigheid onder
den boerenstand gebleken, toen onlangs
in de Peelstreek, even over de provin
ciegrens een stormramp in enkele
minuten tijds angst en ellende had
gebracht en de vruchten van zoo menig
uur van vlijt, intellect en noesten
arbeid, met algeheelè vernietiging be
dreigde. Nauwelijks van den ramp op
de hoogte togen de flinke jonge kerels
uit de omliggende dorpen naar de ge
teisterde streek om daar voor hen, die
zoo zwaar waren getroffen, den oogst
te redden voor zoover dat nog moge
lijk was. Ik kan de behoefte niet
weerstaan om te midden van dit land-
bouwfeest een oogenblik te wijden aan
het geteisterde boerenland, hier vlak
in de buurt een woord van eenig
medegevoel met de getroffenen, een
woord van innige daakbaarheid voor
hen, die den plicht der naastenliefde
zoo schitterend hebben beoefend
Dat was een accuut gevoel van
saamhoorigheid binnen denzelfden
stand der maatschappij. Doch er wordt
meer gevraagd, een voortdurend gevoel
van saamhoorigheid onder alle standen.
Daarom een verzoek. Laat ik, die u
hier de beste wenschen der regeering
voor den Limburgschen Landbouw
kom brengen, ook iets voor haar mogen
medenemen, waaraan Nederland en
speciaal Limburg zulk eene groote
behoefte heeft en dat uwe schitterende
en sterke organisatie kan geven.
Ik wees er reeds op, dat in het Zuiden
der provincie eene dichte industriëele
bevolking wroet en werkt, die aan alle
zijden over 's lands grenzen door in-
duslrieele centra wordt omringd. Die
bevolking heeft de producten van land
en tuinbouw noodig om dagelijks op
nieuw de kracht te verkrijgen om den
mijnarbeid in zijn vele en zware onder
deelen te kunnen verrichten. De opeen-
hooping der bevolking maakt het leven
duur en zij gevoelt hoe langer hoe
meer het gemis aan een geëvenredigd
landbouwfundamunt, aan de productie
van voedsel in die buurt, niet het
minst van tuinbouwgewassen. Vermoe
delijk ontbreekt het daar niet aan de
noodige handen om arbeid te verrich
ten, als ik denk aan de vele jongeren,
die daar werk moeten zoeken, aan de
vele ouderen, die het werken onder
den grond niet meer aankunnen.
Hier kan, naar ik meen, organisatie
uitkomst, meer welvaart brengen. En
waar zou ik die meening beter kunnen
uiten dan in uw midden, waar zoovele
kopstukken van uwe organisatie aan
wezig zijn, die hun sporen op dat
gebied te over hebben verdient. Welnu,
ik vraag u, zet er uwe krachtige
schouders eens onder, organiseert düèr
een landbouwfundament, organiseert
het dèèir in Limburg als dat beter
mocht zijn, gij hebt uw trams om de
producten naar de mijnstreek te ver
voeren. Laat het spoedig uit zijn met
de klacht, dat de levensmiddelen in de
mijnstreek uit verre provincies en
andere landen moeten aangevoerd en
tegen hoogere prijzen verkocht, dan
waar ook elders in Nederland.
Hier is eene taak voor u weggelegd
en ik bid u om die krachtig en spoedig
te vervullen. Geeft mij daartoe nog
heden uwe bereidverklaring
Op deze rede volgde een langdurig
applaus als antwoord.
oogen, elegant gekleed en met uit
heemsch voorkomen. Hij gaf zijn kaart
je af ten huize van Marlow, met het
verzoek, mejuffrouw Marlow te spreken
Kapitein Lestrange zeide Sophie
vragend Wie is die heer, Thomas
Hij ziet er uit als een vreemde
ling, miss. Zal ik hem bij u brengen
Ja, antwoordde Sophie. Onmiddel
lijk daarop trad de bezoeker binnen
Toen hij Sophie zag, maakte hij zulk
een theatraal gebaar, dat zij letterlijk
voor hem terugdeinsde.
Kapitein Lesirange vroeg zij
koel.
Ja, kapitein Lestrange, klonk het
antwoord, en.... je vader....1
XII
Bij deze verbazingwekkende woor
den gaf Sophie geen gil, ook viel zij
niet flauw, dat gezegde kwam haar
veeleer zoo belachelijk voor, dat zij
het liefst 't hadde uitgeproetst. Zij be-
heerschte zich echter en sprak zeer
bedaard zoo kalm, dat de vreemde
ling er blijkbaar door teleurgesteld
werd.
Uit welken hoofde en op welken
grond stelt gij deze monsterachtige be
wering? vroeg zij en wierp nogmaals
een blik op het visitekaartje in hare
hand.
Omdat ze waar is.
En welke bewijzen kunt u voor
de waarheid daarvan aanvoeren
Drie bewijzen, Sophie, ik mag
je toch zoo wel noemen
Dat moogt ge niet! stoof het meisje
Voorwoord
De Peel prijkt weer in najaarspracht,
Het Peelven blinkt, de zonne lacht,
De luchten koeplen breed en wijd
't Is heerlijk in de eenzaamheid.
0-
In 't ronde ligt, waar men ook ziet
De wijde kring van 't ver verschiet,
Van donker bosch bij vlies en ven,
Met heuvels, dalen, struik en den.
0—
Een wonder oord van Limburgs grond
Eens was ze zelfs der reuzenwoon,
Begraven daar met gouden kroon,
En van den auvermannen-stam,
Die meid en knecht ter hulpe kwam.
Maar al die heerlijkheid verdween,
De reus is weg, de dwerg is heen.
Ie BEDRIJF.
Zoo was de Peel ontdaan van pracht
Vergeten, waard'loos, half veracht,
Tot van de Oriendt in stout bestaan
De eerste stappen heeft gedaan,
Haar groote waarde stelde in 't licht
En de eerste dorpen heeft gesticht.
En lang daarna hielp weer het veen
Zoo menig burger op de been,
Het vulde menig kist en kast,
Bracht veel gemeenten uit den last,
Maar daarbij bleef het tijd'lijk staan,
't Ontginnen wilde nog niet gaan.
Wel zag men werkers van verstand
Een landgoed scheppen naderhand,
En werken, eerlijk en met moed,
Dat was 'n voorbeeld, schoon en goed.
De kunstmest bracht een ommekeer,
Een heel verandering in de leer
En Peelbelang werd opgericht,
De moeilijkheid scheen nu geslicht.
De turf werd omgezet in wei.
Drieduizend leden juichten blij;
De akkers stikken van het graan
D'ellendigheid heeft afgedaan.
Maar oorlogsdonder werd gehoord,
De vree werd jammerlijk verstoord;
Het oorlogsmonster kwam nabij,
Voor menig mensch verliep 't getij
Daar lag het Peelplan voor den grond.
Weg het kanaal, weg het verbond,
En Peelbelang kreeg erg de jicht
Waaraan het voor mirakel ligt.
Door stoomploeg, tractor noch geweld
Wordt Peelbelang weer rechtgesteld,
Mij spijt dat erg, mij hangt de lip
Maar Peelbelang is bijna Rip.
lie BEDRIJF.
Maar eene hield de vlag toch hoog
En eene hield het kruit nog droog,
Dat was de Stichting Eigen Erf,
Die hield zich buiten het versterf.
Zij werkte, toen zooveel verzonk
En zwoegde, dat haar ijver blonk.
Zij bouwde hoef en hoef naast een
Als weldaad voor ons iedereen.
Jan Poels hield stand als kapitein,
Als opperhoofd van Ysselsteyn,
Te samen met der burg'renhoofd,
Zij hebben zich daar uitgesloofd.
En Oome Huub vol jeugdig vuur
Was ook er bij en zat aan 't stuur,
Met Timmermann en heel de schaar,
Die speelden dat heel deftig klaar.
111e en SLOTBEDRIJF.
Maar nog ligt braak de groote Peel,
Zij roept de ploeg, want 't is zooveel
Ze is veertigduizend bunder groot,
Ontginnen doet zoo bitt're nood.
Het Rijk, dat zeeën dempen kan,
Moet hier toch spoedig krachtig an
Met man en macht en zonder fout,
Want uit de Peel komt brood en goud.
En nu het einde van het lied
Minister, vergeet de Peel toch niet!
A. F. VAN BEURDEN.
verontwaardigd op, want ik ben miss
Marlow
Slechts voorloopig I Spoedig genoeg
zai je miss Lestrange heeten.
Ik verbied u mij zoo te noemen,
viel juffrouw Sophie driftig hierop in.
Nu, goed, doen wij dan voorloopig,
alsof wij tegenover elkaar vreemden
waren, gaf de man schamper ten be
scheid.
Ik heb drie bewijzen. Eerstens
kan ik u verhalen op welke wijze ik
u verloor; ten tweede de groote gelijke
nis die er tussehen ons bestaat; enten
derde bezit ik je pardon, uw
boortebewijs.
Er ging een rilling over Sophie s
lichaam. De man sprak blijkbaar zóó
beslist, zóó overtuigd, dat zij er schier
bang van werd. Wanneer zijn beweren
op waarheid steunde, wat dan? Zij keek
hem oplettend aan, en wierp toen een
vluchtigen blik in den spiegeltot haar
innig misnoegen moest zij erkennen,
dat inderdaad een groote gelijkenis
tussehen haar en den vreemdeling niet
viel te ontloochenen. Zij was klein en
slank van postuur; zoo ook de vreem
deling; zij bezat, donkere haar en
donkere oogen de vreemdeling ook;
de snede en vorm van haar gelaat
stemde opmerkelijk overeen met de
zijne. Wat haar uiterlijk betrof, had
zij zeer goed de dochter kunnen zijn
van dezen versjouwd uitzienden vent.
Deze lachte doortrapt. Hij had gezien,
dat zij in den spiegel gluurde, en daar
uit afgeleid, wat zij dacht.
ziet, dat de spiegel de waa rheid
zegt, vervolgde hij driest. Denk aan uw
Aan Venray komt de eer toe, de
aats te zijn, 'waarvan de eerste be
weging tot verbetering in den afzet van
eieren is uitgegaan. En daarmede ging
hand aan hand, de verbetering en
verzorging van den pluimveestapel.
Bij 't neerschrijven der volgende regels
heb ik dan ook speciaal 't oog op Ven
ray, ofschoon zij evengoed weergeven
den toestand op pluimveegebied van
vroeger en thans uit de omliggende
plaatsen, ja zelfs voor een groot deel
van Limburg en Nood-Brabant.
Dat de kippenhouderij niet altijd is
geweest, wat ze heden ten dage is, zul
len de ouderen onder ons zich nog goed
herinneren. De meeste jongeren even
wel weten niet, dat dit thans zoo
belangrijke onderdeel van het land
bouwbedrijf tot voor een kwart eeuw
terug nog zóó in verdrukking was, dat
het in 't geheel niet meetelde.
Zij toch kennen het pluimveebedrijf
alleen, zooals, 't nu is. En ontegen
zeggelijk is dat oneindig veel beter dan
in vroeger tijd. Maar of het nog beter
zoogenaamden vader, Richard Marlow
hij was groot, blond, had blauwe oogen
het type van een Angel-Saks. In
uwe aderen vloeit Spaansch-bloed,
evenals in de mijne; u bezit de beval
ligheid der Andalusische vrouwen. Ik
kon mij voorstellen, dat gij eenmaal
zeer schoon zoudt worden, want uwe
moeder was de schoonste vrouw op
heel Jamaica.
Sophie gaf geen antwoord. Elke
droppel bloed was uit haar gelaat ge
weken, en h£ar hart kromp van rade-
looze wanhoop ineen. De man had
maar al te zeer gelijk; zij geleek geen
zier op Richard Marlow. Wanneer nu
deze man inderdaad haar vader ware?
Verschrikkelijk. Zij ontvouwde een
antipathie tegen hem, die grensde aan
afschuw en veroorzaakt werd door den
stekeligen, loerenden blik zijner oogen.
Hij was een slechte kerel, dat voelde
zij instinctmatig. Maar haar vader?
Zij worstelde tegen haren twijfel, en
wapende zich met een moed, uit ver
twijfeling geboren, om zich te verdedigen
totdat er hulp zou opdagen. Hare ge
dachten snelden naar Alex, dien zij
vurig hierheen wenschte-
Ik verwacht mijn verloofde, den
heer Torold, binnen een kwartier, zeide
zij met hardklinkende stem. U zult dan
wel zoo vriendelijk willen zijn, uw
verhaal nogmaals te doen. Ik geef er
de voorkeur aan, het in zijn bijzijn te
hooren.
U gelooft mij niet
Wordt vervolgd.