Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
Bedevaart
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen.
Openbare vergadering
Gemeenteraad te VENRAY.
De Kippenhouderij
op het platteland
zaterdag 3 September 1926
46e Jaargang No. 36.
ABONNEMENTSPRIJS
PEK KWAK l AAL:
voor VENRAY 65 c.
franco per post 75 c.
voor het buitenland
(bij vooruitbetaling) f 1,30
afzonderl. nummers 5 c.
PEEL
MAAS
Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY Telefoon 81.
PRIJS DER
ADVERTENT1EN
1—8 regels 60 ct
elke regel meer 71/* ct
Advertentiën bij abonne-
ment groote reductie.
Prachtig versierde
Qenadekapel.
Eenig mooi
Kruisweg-park.
van den
op Vrjjdag 29 Augustus nam. 5 uur.
Afwezig de heer Winters.
De voorzitter opende de vergadering
met gebed en deelde mede, dat hij,
hoewel dö nieuwe raadzaal bij de in
zegening van het Raadhuis reeds in
gebruik was genomen, toch niet kon
nalaten, om thans nu er voor de eerste
maal in vergaderd wordt, den leden
nogmaals een hartelijk welkom in deze
zaal toe te roepen. Wijl alle leden bij
de inzegening hunne voldoening over
het nieuwe gebouw hadden uitgespro
ken hoopte spreker dan ook, dat zij
hier voldoening zouden blijven vinden
en dat alle zaken, welke hier tot in
lengte van dagen mochten behandeld
worden steeds mochten strekken tot
groei en bloei der gemeente zoowel op
stoffelijk als op zedelijk gebied. Betref
fende de tegenwoordige rsadsleden uitte
spreker den /wensch, dat zij nog vele
jaren hier in deze raadzaal de belangen
der gemeente tot hun eigen voldoening
en die der heele gemeenschap zouden
mogen blijven behartigen.
Vervolgens deelde de voorzitter mede,
dat hij den raad enkele mededeelingen
te doen had, welke niet in het open
baar konden geschieden en schorste
hij voor eenige minuten de openbare
vergadering.
Na helopening der openbare zitting
verzocht de voorzitten den secretaris de
notulen der vorige vergadering voor te
lezen, welke na voorlezing ongewijzigd
werden goedgekeurd.
2 Aanvrage om subsidie der vroed
vrouwenschool te Heerlen.
De voorzitter deelde mede, dat door
het Bestuur dezer school eene subsidie
gevraagd werd van f 75, doch wijl men
tot öp heden steeds f 50, aan deze in
richting verleend had, stelden B. en
W. voor om ook voor 1926 eene subsi
die van f 50, te verleenen, waarvoor
de gemeente dan recht kreeg op 30
verpleegdagen.
Werd goedgevonden.
3 Vaststelling dervergoedingbedoeld
in art. 101 der Lager Onderwijswet
over het jaar 1923 aan de Eerw. Zusters
Ursulinen en het St. Josephsgesticlit.
De voorzitter deelde mede, dat deze
vergoeding pas definitief kon worden
vastgesteld als de rekening over het
jaar, waarvoor de bijdrage gevraagd
werd, was vastgesteld en werd er ge
woonlijk slechts een voorschot op deze
bijdrage verleend.
De bijdragen zouden volgens de
overgelegde rekeningen moeten bedra
gen voor de Eerw Zusters Ursulinen
f 1821,78 en voor het St. Josephgesticht
f 715,14.
Werden aldus vastgesteld.
4 Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot ruiling van strookjes
grond met de Gebrs. Wijnhoven.
De voorzitter deelde mede, dat deze
ruiling betrof een strookje grond op
het einde der Henscheniusstraat, waar
die gevaarlijke hocht is. De Gebrs.
Wijnhoven wilden aldaar aan de ge
meente afslaan een strook grond van
53,48 M2 waarvoor zij dan zouden
terugkrijgen een strook van pl m.
28 M2. benevens een bedrag van f 70,
en zou daartegen zijns inziens wel
niemand bezwaar hebben, wijl alsdan
die gevaarlijke bocht aldaar zou komen
te vervallen en ook de straat heel wal
verbreed werd.
Werd goedgevonden.
5 Voorstel van Burgemeester en
Weihouders tot ruiling van strookjes
grond langs den Leunscbeweg met het
Sl. Anloniuspalronaat.
De voorzitter deelde mede, dat dit
eenzelfde ruil betrof, doch dat hier de
ruiling met gesloten beurzen geschied.
Werd eveneens goedgevonden.
6 Schrijven van Ged. Staten in zake
het verleenen van kindertoeslag aan
Gemeente-ontvangers.
De voorzitter deelde mede, dat Ged.
Staten thans geantwoord hadden op
herhaaldelijk aan hen gerichte vragen
en verzoeken zij thans den Raad zijn
gevoelen dienaangaande kenbaar te
maken.
Werd besloten om kindertoeslag te
verleenen overeenkomstig voorstel van
Ged. Staten.
7 Wijziging der begrooling diens1
1925.
De voorzitter deelde mede, dat de
post van ontvangsten Verhuur en Ver
koop met f 300 diende te worden ver
hoogd en de post van uitgaven Open
bare Feestelijkheden met eenzelfde be
drag diende te worden verhoogd.
Werd goedgevonden.
8 Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot het bouwen eener
nieuwe school te Merselo.
De voorzitter deelde mede, dat de
O. L. School te Merselo, zooals de heeren
wisten, groote en hoogstnoodige her
stellingen moest ondergaan. De ver
bouwing dezer school zou pl.m. f 6000
bedragen, en had men alsdan nog geene
school die aan de eischen voldeed,
want de lokalen waren veel te klein.
Eene nieuwe school aldaar zou pl.m.
f12000 kosten en was het terrein er
zeer geschikt voor. Deze school was de
slechtste uit de geheele gemeente, doch
als de raad nu besloot om een nieuwe
school te bouwen, dan kon het onder
wijs in de oude school blijven door-
loopen totdat de nieuwe school gereed
was en behoefde dit niet onderbroken
te worden.
B. en W. stelden mitsdien den Raad
voor om te Merselo een nieuwe school
te bouwen en daarvoor eene geldleening
aan te gaan af te lossen in 40 jaren,
en kon dan later gezien worden of het
beslaande gebouw voor een of ander
doeleinde productief gemaakt zou kun
nen worden.
De heer Geurls zou wel eens gaarne
het gevoelen van den heer Pubben
hieromtrent vernemen.
De heer Pubben zette zijn gevoelen
dienaangaande uileen en was ook hij
van oordqel, dal het maar 't beste zou
zijn om een nieuwe school te bouwen,
en twijfelde hij er ntet aan of het be
staande gebouw zou voor een of ander
doel wellicht heel productief gemaakt
kunnen worden, zoodat het misschien
nog meer opbracht dan er voor het
nieuwe schoolgebouw rente 'opgebracht
moest worden.
De heer van Bergen vroeg of de af
braak van het oude gebouw niet in de
fundeeringen zou kunnen gebruikt
worden.
De voorzitter zette daarna de bedoe
ling van B. en W. nog eens nader
uiteen en werd daarop met algemeene
stemmen besloten eene nieuwe school
te bouwen.
9 Schrijven van H. Weijs e.a. hou"
dende bericnt, dat zij bereid zijn een
bijdrage te verleenen bij de tot stand-
koming van een verharding van dén
weg van Leunen over de Steeg naar
Steegsbroek tot het Volen.
De voorzitter las dit schrijven voor
en bleek daaruit, dat belanghebbenden
thans een bijdrage wilden verleenen
van f 7, per H.A. en deze te betalen
zoodra deze weg opgeleverd was-
Naar aanleiding hiervan, aldus de
voorzitter hebben B. en W. een onder
houd gehad met een groep belangheb
benden, waarbij mede tegenwoordig was
het raadslid Jacobs en spreker moest
op de eerste plaats zijne bevrediging
uitdrukken over het verloop van dat
onderhoud. Belanghebbenden voelden
oorspronkelijk meer voor eene weg
geldbelasting dan voor eene bijdrage
in eens. Het resultaat dezer besprekin
gen was, dat de nadruk niet gelegd
moet worden op de som die ieder be
langhebbende wil bijdragen maar op
de medewerking die ieder belangheb
bende wilde verleenen. Deze weg moest
in ieder geval tot stand kunnen komen
op eene wijze, waarop ook gelijksoor
tige wegen kunnen gemaakt worden.
B. en W. stonden volgens spreker op
het standpunt, dat een bepaald percen
tage van de tótale kosten van den weg
diende te worden vastgesteld en moest
dit bedrag bij elkaar zijn voordat met
de werkzaamheden werd begonnen,
opdat B. en W. niet meer met alle
belanghebbende behoefde te gaan onder
handelen, maar slechts met één enkel
persoon te maken zouden hebben. De
norm door belanghebbenden gesteld is
genomen naar het aantal Hectaren, dat
iedere belanghebbende bezit. De kwestie
is echter principieel en dient er een
bepaald pencentage van de totale kos
ten van den weg genomen te worden.
B. en W. stonden verder op.het stand
punt, dat er voor het onderhoud dier
wegen eene weggeldbelasting moest
komen, wijl dat huns inziens nood
zakelijk was. Eene wegbelasting volgens
de bepalingen der Gemeentewet wordt
dusdanig uitgelegd, dat zij algemeen
moet zijn, wel kan deze belasting na
tuurlijk in verschillende klassen ver
deeld worden. Er zal dus eerlang
moeten komen eene algemeene weg
geldbelasting op gebouwde en onge
bouwde eigendommen. Door belangheb
benden was eerst gesproken van een
weg van li It K.M. doch later was men
gekomen met een weg van 2i/e K.M.
en zulks zeer terecht, wijl men dan
ten minste een weg zou krijgen, die
aansloot aan het wegennet. Immers
kon aldan later mogelijk nog gemaakt
worden de wegen van het Volen naar
de Heide en van het Volen naar het
Veulen. B. en W. stonden nl. ook op
het standpunt, dat die wegen zoodanig
moesten gemaakt worden, dat zij kon
den aansluiten aan intercommunale
wegen.
Wethouder Houben was van oordeel,
dat de weg Volen—Veulen nog wel vele
jaren toekomstmuziek zou zijn.
De heer Stoot zeide, dat hij met
vreugde het plan van B. en W. aan
hoord had, doch had spreker daar uit
niet kunnen opmaken, of B. en W. met
het aanbod van belanghebbenden accoord
gingen.
De voorzitter antwoordde hierop, dat
B. en VV. zich een norm gedacht had
den van 50 pCt. van de totale kosten
onder aftrek van de Hand- en Span
diensten.
Nog vroeg de heer Stoot hoeveel deze
weg zou kosten, waarop de voorzitter
antwoordde, dat hij geraamd werd op
f'10000, doch was dit bedrag niet
bindend en was dit berekend, indien
indien de totstandkoming niet gefor
ceerd werd en er zich hij den aanleg
geen tegenvallers voordeden. B en W.
wenschten echter het bedrag van dén
norm over te laten aan den Raad;
wilde deze h.v. 55 of 60 pCt. vaststellen
of misschien iets lager gaan dan het
door B. en W. genoemde bedrag, dan
konden B. en W. zich daarmede ver
eenigen.
De heerEonck vroeg hoeveel de aan
geboden bijdragen van belanghebbenden
in percenten uitgedrukt zou bedragen,
waarop de voorzitter antwoordde, dat
de aangeboden bijdrage pl.m. f 1750
bedroeg, dus nog geen *20 pCt.
De heer Jacobs stelde voor om het
bedrag der bijdragen per K.M. te
bepalen op f 1000, te verdeelen over 3
jaren, doch de Hand- en Spandiensten
vast te leggen.
De heer Odenhoven kon maar niet
begrijpen, dat er juist over dezen weg
zooveel gesproken moest worden met
andere wegen was zulks vroeger niet
het geval geweest en als spreker 'tzoo
eens mocht uitdrukken, stuitte de be
sprekingen hieromtrent steeds af op de
tegenwerking van B. en W. Spreker
herhaalde hier nogmaals zijn eigen
meeninger werd hier zijns inziens
maar steeds te veel met de toekomst
geschermd. Leunen mist tot op het
oogenhlik nog zijn eigen weg, zooals
de andere gehuchten die hebben en
daarom zou spreker er dan ook voor
zijn om thans nog maar eens door een
zuren appel heen te bijten, te meer,
wijl er 2 of 3 jaren over gedaan kan
worden.
De voorzitter vermeende er den heer
Odenhoven op de eerste plaats op te
moeten wijzen, dat het meestal veel
voordeeliger is om zulk een weg in
eens te maken en op de tweede plaats,
dat de heer Odenhoven toch reeds her
haaldelijk zelf verklaard heeft, dat het
er met de financieelen toestand in de
toekomst niet al te rooskleurig uitzag.
Er moest volgens spreker een norm
komen en een regeling voor heden en
voor de toekomst voor den aanleg van
secundaire wegen en bovendien voor
het onderhoud dier wegen eene weg
belasting.
De heer Pubben vermeende in het
voorstel van B. en W. eene goede
richting te zien en zou gaarne zien,
dat een der leden een voorstel indien
geest deed.
De voorzitter zette daarop het voor
stel van B. en W. nogmaals duidelijk
uiteen.
De heer Fonck kon zich met het
voorstel van B. en W. volkomen ver
eenigen en gaf ook zijn gevoelen dien
aangaande weer.
De voorzitter zeide, dat B. en W. niet
tegen dezen weg waren, maar dat er
een principieele regeling dient getrof
fen te worden met het oog op de toe
komst.
De heer Jacobs zou willen voorstellen
om de bijdrage voor dezen weg vast te
stellen op f 1000 per K.M. of f 2500 zijnde
25 pet. van de totale kosten en dan de
weg over 3 jaren te verdoelen.
De hoeren Pubben en Stoot steunden
dit voorstel.
De voorzitter zeide, dat het voorstel
Jacobs voldoende gesteund werd en of
schoon dit een mooi aanbod is, achtten
B. en W. dit toch wel wat weinig; mis
schien was 50 pet. wat veel, maar
laten de hoeren zich dan even beden
ken.
De heer Fonck vond het voorstel
Jacobs ook heel mooi, doch zou willen
voorstellen de bijdrage te bepalen op
40 pet of uiterlijk 1 derde.
De voorzitter vermeende, dat B. en
W. zich met dit voorstel zouden kun
nen vereenigen.
De heer Stoot zou voor dezen weg
geene hoogere bijdrage vorderen dan
de aangeboden 25 pet.
De heer Odenhoven herhaalde, dat
Leunen nog steeds zijn eigen weg
miste en er voor de «opbloeiende"
landbouwers aldaar ook wel eens wat
gedaan mocht worden.
De voorzitter zeide, dat B. en W.
den verderen uitbouw van wegen, in
verband met de finantieele gevolgen,
niet langer op zich durft nemen, in
dien thans geen bevredigende beslis
sing genomen werd.
De heer Fonck stelde voor de bijdra
ge voor dezen weg op 1 derde te bepa
len en voor de toekomst op 40 pet.
De heer Jacobs meende, dat allen 't
over een weggeldbelasling volkomen
eens zijn, waar men uit rechtvaardig
heidsgevoel ook niet langs kan, doch
meende dat eene bijdrage van 25 pet.
heel mooi was.
De heer Geurts zou in dit geval ook
met 25 pet, genoegen nemen, doch in
volgende gevallen minstens 1 derde
laten bijdragen.
De heer Fonk kon. zich met dit voor
stel vereenigen, mits in volgende ge
vallen de bijdrage op minstens 40 pet
werd bepaald
De heer Geurts bleef echter bij zijn
voorstel en werd dit, na door den voor
zitler in omvraag gebracht te zijn, met
algemeene stemmen aangenomen.
Onmiddellijk nadat dit besluit geval
len was, deelde de voorzitter mede, dat
B. en W. thans den raad voorstelden
om principieel aan hun college het
ontwerpen van een algemeen belasting
plan voor wcggeldbclasting op te dragen
en werd dit voorstel met op één na
algemeene stemmen aangenomen
Alleen de heer Odenhoven stemde
tegen.
De heer Stoot deelde mede, dat hij
wegens eene vergadering elders deze
vergadering niet langer meer kon bij
wonen en vroeg hij aan den voorzitter
of ei inzake punt 12 «bespreking Elec-
triciteitskwestie" vandaag eene beslis
sing zou genomen worden.
De voorzitter antwoordde hierop
ontkennend en deelde mede, dat hij dit
punt eerst wel even kon behandelen
Spreker deelde hieromtrent dan mede,
dat de Stroomverkoop Mij. alleen voor
rente en aflossing van de kabel reeds
een bedrag van f2000 vroeg, en kwam
dit B. en W. veel te hoog voor.
B. en W. stonden n 1. op het stand
punt, dat er een dusdanige regeling
moesi kunnen getroffen worden, dat
niet alle inwoners daarvoor behoeven
te betalen maar dit bedrijf zich zelf
om én om zou hedruipen en als zij
daarvoor dè kans kregen, waren B.en
W. van oordeel, dat electrisch licht
moest aanvaard worden, 't Was volgens
spreker niet uitgesloten dat binnen af-
zienbaren tijd de gelegenheid daarvoor
wel eens zou voordoen.
B. en W. stelden dan ook voor de
Stroomverkoop Mij. in dezen geest te
schrijven en hen mede te deelen, dat
de raad eene zoodanige regeling
wenschte, dat geen financieele offers
behoefden gebracht te worden.
De heer Nelissen vroeg of het niet
noodig zou zijn om hiervoor eene
commissie, te benoemen, waarop de
voorzitter antwoordde, dat hij zulks
momenteel nog overbodig achtte, doch
mocht later blijken, dat deze noodig
was, dan kon deze nog benoemd wor
den.
Werd overeenkomstig het voorstel
van B. en W. besloten.
De heer Stoot verliet daarop de ver
gadering.
10 Request van A. van der Hulst
e.a. in zake verbetering der waterlos
sing in de Spurkt.
De voorzitter deelde mede, dat er in
verband met dit punt na het verzenden
der agenda nog een dusdanig request
was ingekomen van den Boerenbond
te Merselo. Spreker las heide requesten
voor cn deelde mede, dat de hier be
doelde waterlossing voorkwam op legger
B. In 1918 was de op deze waterlossing
staande molen te Loobeek afgekocht
en was daarmede eene groote verbetering
tot stand gebracht. In 1920 waren nog
vele verbeteringen met medewerking
van belanghebbenden totstandgekomen.
Verder deelde de voorzitter mede, dat
B. er W. indertijd een plan had laten
opmaken, hoe men zich de verbeteringen
in de toekomst had gedacht en daar
voor ook subsidie aangevraagd, maar
door de Provincie van de hand gewezen.
De correspondentie, welke hieromtrent
met het Rijk gevoerd was, had zich
doodgeloopen.
De nieuwe Minister van Waterstaat,
was nog te kort aan het bewind om
ter dezer zake thans reeds eene beslis
sing te kunnen nemen, voorhands
diende dus eene afwachtende houding
te worden aangenomen.
Verder zijn er nog plannen in bewer
king om a! die kleine zijbeekjes op den
legger te krijgen, doch zulks gaat niet
gemakkelijk.
Belanghebbenden moesten nu ook
niet overdrijven want bij de schöuw
der waterlossingen was gebleken, dat
hel over 't algemeen toch nogal ging
Wel zijn er op enkele punten nog ver
beteringen aan te brengen, waar zulks
met beperkte middelen kon geschieden,
zijn B. en W. steeds zeer actief geweest,
zooals de heeren wel wisten ook aan
deze waterlossing zullen B. en W. de
nog mogelijke verbeteringen met mede
werking van belanghebbenden te zijner
tijd gaarne aanbrengen, doch omtrent
het groote plan diende men eene af
wachtende houding aan te nemen.
Wethouder Janssen verlaat de ver
gadering.
De heer Odenhoven zeide met
belangstelling de toelichting van den
voorzitter gevolgd te hebben; hij ver
onderstelde echter, dat, wanneer de
dam, welke ter hoogte van de plaats,
waar de Loobeeksche molen gestaan
had, in de beek zat, verlaagd kon
worden, er al eene heele verbetering
zou intreden.
De voorzitter zeide, dat deze kwestie
thans bij het gemeentebestuur in onder
zoek was.
11 Voorstel tot verkoop van circa
2 H.A. grond langs den Deurnscheweg.
De voorzitter zeide, dat dit betrof
een perceel grond gelegen naast de
bosschen van den heer V. Fonck Sr.
aan de Nachtegaal, waarvoor de heer
Fr. van Baar alhier f250 per H.A.
geboden had. B. en W. achtten dit een
zeer gunstig aanbod voor de gemeente
en stelden mitsdien voor tot dezen
verkoop over te gaan.
Na eenige discussie werd hiertoe
zonder hoofdelijke stemming besloten.
13 Ingekomen stukken en mede
deelingen.
De voorzitter zeide, dat van enkele
heeren onderwijzers de mededeeling
was ingekomen, dat zij hun oude
Pensioensgrondslag wenschten gehand
haafd te zien.
Verder was nog ingekomen een ver
zoek van den Raad der gemeente
Zoeterwoude om adhaesie te betuigen
aan een door dezen raad aan de Re
geering en Tweede Kamer ingediend
verzoek tot afschaffing van den zomer
tijd
De voorzitter deelde hieromtrent
mede, dat dit verzoek was ingekomen
na hel verzenden der agenda's, zoodat
B. en W. dit nog niet behandeld hadden.
De voorzitter was persoonlijk van
oordeel, dat hij niet competent was om
le beoordeelen of afschaffing nf hand
having van den Zomertijd noodzakelijk
was en zou hij daarom willen adviseeren,
laat deze kwestie toch geen twistappel
worden op onze vergaderingen, maar
laten wij zulks liever overlaten aan de
hooge Regeering en aan de belang
hebbende organisaties.
De heer Odenhoven vermeende ook,
dat deze kwestie meer bij de organisaties
thuisbehoorde en stelde mitsdien voor
dat verzoek voor kennisgeving aan te
nemen.
Werd goedgevonden.
De heer Fonck vroeg of de voorzitter
hem ook inlichtingen kon verstrekken
omtrent de waterhoringen, waarop de
voorzitter antwoordde, dat hij zulks
momenteel nog niet kon, doch zoodra
hij iets hieromtrent wist, zou hij dit
den heer Fonck mededeelen, wijl hij
wist, dat deze er groot belang in stelde.
De heer Odenhoven vroeg, hoe of het
contract luidde met den gemeente
geneesheer in zake diens verlof.
De voorzitter antwoordde hierop, dat
de gemeente geneesheer recht had op
1 maand verlof en kon dat in speciale
gevallen nog verlengd worden.
Verder niets meer aan de orde zijnde
en niemand meer het woord verlan
gende sloot de voorzitter de vergadering
met gebed.
door
JOS. BOSHOUWERS te LENT
Als do kuikens niet willen groeien
Op de boerderij wordt meestal nog
met kloeken gebroed, tenminste wel op
90 pet. der boerderijen. Het gevolg
daarvan is, dal er maar weinig kui
kens van denzelfden leeftijd loopen.
Men treft er aan van April, van Mei,
van Juli, van nog later.
Als men deze verschillende broedsels
eens aandachtig beschouwt, zal men
merken, dat ze beter doorgroeien, naar
mate ze vroeger geboren zijn
De laatste raken hoe langer hoe
meer achter. Daar moet een rede voor
zijn, nietwaar?
Het weer geeft hier niet den door
slag, want dan moesten de Juni- en
Juli kuikens over 't algemeen zelfs
beter groeien dan die van April b.v.
En 't is juist andersom.
De oorzaak ligt ergens anders.
Wanneer wij vroeg in het seizoen
broedeieren verzamelen, dan hebben
we ze bijna uitsluitend van kippen,
die nog niet bijzonder lang en achter
mekaar gelegd hebben; de hennen zijn
dan nog niet verzwakt; ook de hanen
zijn nog meer op kracht, wijl ze niet
zoo lang dienst gedaan hebben.
't Gevolg daarvan is, dal do broed"