Abdijsiroop Tweede blad. Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. Bedevaart Het geheim van den millionnair. De Martelaren van Gorcum. Zaterdag 22 Augustus 1925 BONN KM KNTSI'KIJ PER KWAK IA AL: voor, VKNK A V c. franco p«-r p«>st 7o c. voor ht-t t>U'lcnl«n l (bij voo mlbeialing) I l,30 afzonderl. nummers 5 c. PEEL EN MAAS Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY Telefoon 81. PK IJS DER ADVEKTENT1KN 1—8 regels 6Ö ct elke regel meer 71/« cl Advertentiën bij abonne- ment groote reductie Prachtig versierde Geuadekapel. Eenig mooi Kruisweg-park. Wat elke maand te doen geeft. (2e helft Aug.) De oogst der granen, in Juli begon nen, wordt in Augustus voortgezet. Augustus is immers ook de oogstmaand. De boeren hebben een zeer drukken tijd gehad, ze vielen van den hooibouw in den graanbouw. Veel hooi is er in verschillende streken gewonnen, waar de verwachting niet groot was met het oog op de emeltenplaag Toch zij men steeds bedacht op bestrijding. En niet alleen van de emelten, maar ook van andere »vrelerij." We zagen lal van aardappelvelden, waarin veel rilnaalden (koperwormen) voorkomen. Deze larve van den z.g. springkever zit drie jaar in den grond vuur ze zich verpopt en voedt zich al dien tijd met planten wortels. De bestrijding is moeilijk. Wat men kan doen, en dit geldt niet alleen tegen de rilnaalden is het land vaker bewerken dan anders noodzakelijk is. Het ongedierte komt dan boven en wordt door het zonlicht gedood. Voorts: men houde de mollen in eere Menig landbouwer zal ondervonden hebben hoe deze diertjes hun akkers van rit naalden, emelten en ander oniuig zuiveren. Voor die bewerking is het in deze weken de Lijd, als het stoppelland bloot ligt. De oude boer zegt: »De ploeg zit aan de zicht vast." d.w.z.op het zich ten volgt ras hel ploegen. Niet alleen worden nu de herfstgewassen gezaaid (voor midden Aug.), maar de akkers worden voor het wintergraan reeds voorbereid. Wij willen nu reeds, dus zeker tijdig genoeg, waarschuwen tegen het gebruik van te veel zaaizaad. Er wordt veel zaaigraan verkwist, wegge worpen, tot schade ook van het gewas. Wat is te veel zal men vragen. De heer N. Stoffel in Duitschland nam dienaangaande merkwaardige proeven bij rogge, mei een 3-tal variëteiten. Wij nemen als voorbeeld de bij ons het best "bekende variëteit: de Petküser. Stoffel strooide verschillende hoeveel heden zaaizaad uit I minder dan 140 K.G. per II.A; II van 140—169 K.G III van 170—199 KG. en IV boven 200 K G. En hij bepaalde zich niet tot een enkele proef, maar voor de ver schillende genoemde hoeveelheden nam hij resp. 34, 34, 17 en 14 proeven. Zulke proeven hebben dus wel wat te zeggen. En wat waren de uitkomsten? 20. Is het niet verschrikkelijk, zeide zij tegen juffrouw Vicky. Hetisvréese- lijk wreed van Joseph, mij in mijn groote zorg alleen te laten. Hij weet dal ik hem als een mijner beste vrien den beschouw. Dertig jaren lang bij ■mijn papa 'e zijn en mij nu zoo snood Te verlaten. O, lieve Vicky, wat kan •dat «lu toch beteekenen ï-n plaats van te antwoorden las juffrouw Vicky den brief overluid voor. Hij was zeer slecht geschreven en krioelde van taal- en stijlfouten, maar de inhoud was kort en bondig en luidde ongeveer als volgt »z.eer geachte juffrouw 1 Ik moet weg voor zaken, die voor u waarschijnlijk ten goede zullen leiden. Ik weet nog niet, wanneer ik terugkom. Wacht op mij vol hoop. Vertrouw niemand dan mijnheer Torold en bid, als 't u belieft, voor Uwen u toegenegen dienaar, JOSEPH BRILL." Vreemd, zeide juffrouw Prasch, terwijl zij den brief op de tafel legde, en miss Sophie vragend aankeek. Ik verlies nog het verstand door &1 die dingenriep het arme meisje radeloos, en nam den brief weer op. I: gemiddeld 2884 KG. zaad per H.A.; II 2757 K.G.; III 2552 K.G.; IV 2052 K.G. De kleinste hoeveelheid zaaizaad (minder dan 140 K.G.) gaf dus de grootste opbrengst. Dit kan een les zijn ook voor ons; 140 K.G. rogge is 2 ILL. per H.A.: terwijl het gemiddelde op onze zand gronden is minstens 3 II.L. Proeven in ons eigen land met weinig zaaizaad had dan ook overal het beste resultaat. Evenwel wete men dat zaadbesparing alléén opgaat als de grond goed behan deld wordt, en het gekochte zaaizaad van beste kwaliteit is. In den hofLangzaam nadert reeds de herfst, zonnige dagen en regenbuien wisselen elkaar af. Alles groeit nuflink, zoodat onze tuin nu op zijn best kan zijn. Ook de bloemhof: Men zie nu hier en daar eens rond om op te nemen hoe men eigen tuin wil inrichten maak aanteekeningen omtrent bloemen en bladcombinaties. We noemen er hier een combinatie van geel oranje en wit, welke het zeer aardig doet achter tegen de heesters Solidago virgo aurea (de »gulden roede"); daarvoor witte Phlox, waartegen de oranjelinten van Tritoma's (vuurpijlen) goed afsteken; moer naar voren zacht gele Leeuwen bek en Oranje Asclepius luberosus dan nog witte Leeuwenbek hier en daar Ilyacinthus (Galtonia) candicuns, en het sterke geel van Solidago canaden sis (plus minus 40 c.M. hoog). Denk er aan uw bollen le bestellen voor de September beplanting! Hyacin- then en Tulpen zijn voor voorjaars- perken 't meest geschikt. Enkele groenten, als sla en andijvie, kunt ge nog helpen met wat Chili te strooien, of met een oplossing te gieten een eetlepel op een gieter water; niet meer, zoo noodig wat vaker, strooi of giet niet op de bladeren, die dan brand- vlekken zouden krijgen. Bind uw an dijvie op, de kroppen worden dan spoedig geel. Velen doen hel verkeerd. Men vatte eerst met beide handen de struik bij elkaar, neme ze dan in één hand, met den wijsvinger daarvan houdt men de raffia, bies of het stroo vast, met de andere hand windt men het materiaal om de plant. Niet te vast, maar losjes daarom, niet vast binden, maar'slechls onder doorsteken Men doe het 't liefst als de planten droog zijn, anders gaan ze licht rotten Niet altoos echler kan men zoolang wachten; dit is bij zomerandijvie niet erg, deze staal toch zoolang niet en wordt geoogst voordat ze is gaan rot ten. Het zaaien van sla op den kouden grond heeft nu afgedaan. Men gaat nu al weer zorgen voor den winter onder glas; een gedeelte kan thans reeds in een gewonen kouden bak worden uit gezaaid. Hebt ge onzen raad gevolgd en winterspinazie gezaaid? Dan zal ze nu opgekomen zijn. Slaat ze niet wat te dicht? Dun ze dan uit, doch niet direct te veelover een week of 2—3 weer eens, tot dat de planten een onderlin- gen afstand hebben van 10 5 15 c.M. De Zomerkooi is nu ook oogstbaar. Huismoeders, dit is in dezen tijd ter afwisseling een smakelijke groente. Deze vroege kool heet men ook. wel hier en daar »kermiskool." Ze wordt verkregen van overwinterde planten z.g. weeuwen. Wij kennen huisvrouwen die van de Zomerkooi een eerste vaatje zuurkool inmaken, evenals men dit in Duitschland doet, waarimmers de zuur kool wordt opgediend als we er hier Ach, lieve hemel, Vicky, sedert papa's dood heb ik ook niets dan narigheid. Stil, stil kind. Het lijk van uw pa^ta is wel-is-waar gestolen, maar zijne ziel is daarboven in den hemel. Dokter Warren is begraven en de uitspraak der gezworenen heeft plaats gehad. Wij willen niet meer over deze dingen prakkezeeren. Die brief van Joseph evenwel.... Is een grooter geheim dan alle andere te samen, vulde Sophie gejaagd aan Hoor maar eens naar den onzin, dien Joseph mij schriijt: »Ik moet weg voor zaken". Wat voor zaken zouden dat kunnen zijn, Vicky? En hoe kun nen mij die ten goede komen? Hij weet nog niet, wanneer hij terugkomt, dat wil zeggen, waarschijnlijk komt hij nooit terug. Vervolgens heet het »Wacht op mij vol hoop". Waarop moet ik in 's hemelsnaam hopen, Vicky? En Alex het spreekt van zelf dat ik niemand anders vertrouw dan Alex. Hoe belachelijk zulks te schrijven. Eindelijk sluit hij met het verzoek »Bid voor mijl" juist alsof hij ter dood ging... Vicky, zou Joseph misschien krankzinnig zijn? Neen, Joseph bezit een veel te helder hoofd, dan dat hij zoo licht het versland verliezen zou. Ik geloof dat hij er op uitgegaan is, om het lijk van uw papa te zoeken. Dat was ook mijnheer Torold van meening, toen hij den brief van Joseph gelezen had. Hij vroeg het dienst personeel uit, doch vruchteloos, niemand wist er iets naders van. De staljongen, die met Joseph op één kamer sliep. nog niet aan denken. De erwten hebben zoo goed als afge daan; nog enkele laatste rijtjes geven iets te plukken, maar al staan ze nog zoo mooi en bloeien ze nog zoo mild, voor een groot gezin leveren ze niet meer op. Merk echler op, dat de late erwten veel minder last hebben van het z.g. »wil" dan de vroegere. gaat gepaard met verschillende verschijnselenbenauwdheid, kort-< ademigheid, beklemdheid op de borst bij de minste inspanning. Akker's Abdijsiroop verlicht de aanvallen doordat zij de borst van de prikkelende slijm zuivert en de ontsteking der Luchtwegen weg neemt en daarmede de oorzaken van hoest, bronchitis, keelpijn. AKKER's Alom verkrijgbaar in kokera van 230 gram '1.50 550 gram ƒ2.75 en 1000 gram ƒ4.30 SLOT Dit waren de priesters en klooster lingen, die in Gorkum tegewoordig waren, toen in den morgen van 25 Juni 1572 de vloot der Watergeuzen voor de stad verscheen. Zij bestond uit 13 schepen, met 150 koppen bemand, onder aanvoering van Marinus Brant. De verslagenheid der inwoners was grootwel poogden de geestelijken hen moed in te spreken, maar het baatte weinig, waarschijnlijk wel, om dat men overtuigd was, dat er verra ders in hun midden waren. Reeds den volgenden dag werden de poorten voor du Geuzen geopend. Inlusschen hadden de geestelijken de kerkschatten en de kloosterbiblio theek naar de citadel overgebracht en zelf gingen zij er ook heen met eenige vooraanstaande Katholieken toen zij zagen, dat men de stad niet verder verdedigen wilde. De citadel was een machtige ver sterking in hel begin der 15e eeuw door hertog Willem van Beieren, ge bouwd ter verdediging der stad. Te midden der bolwerken verhief zich een sterke krijgstoren, geheel met geaderd marmer bekleed en de Blauwe Toren genoemd. Bij den aanval der Water geuzen was hij bezet met 20 soldaten, onder aanvoering van Ivaspar Turck. Twee dagen bood de bezetting weer stand, toen moest zij het opgeven tegen de overmacht, maar niet, dan nadat Brant onder eede beloofd had,'dat aan allen, ook aan geestelijken die zich in wist te vertellen, dat hij om zes uur wakker geworden was en alsloen het bed van Joseph ledig vond. Hij had er zich nochtans niet over verwonderd, want Joseph was altijd het eerste uit de veeren, Alex begaf zich nu naar den stations chef, die den ouden man kende, en van deze vernam hij, dat Joseph, die het een en ander in een zakdoek ge knoopt droeg, met den trein van half zeven vertrokken was. Zooals uit ter stond afgezonden telegrammen bleek, was hij op een kruispunt gestapt in den sneltrein naar Londen, welke hij op het Waterloostalion had verlaten. Van daar uit had men zijn spoor ge heel en al verloren. Toen Alex naar Sophie terugkeerde, moest hij het troostelooze meisje mede- deelen, dat men niets anders kon doen, dan de terugkomst van Joseph af te wachten. Misschien heeft hij een spoor gevonden en volgt hij dat. Bovendien, lieve Sophie, geloof ik, dat Joseph meer weet, dan wij gissen. Herinnert ge u nog, dat hij Cicero een souverein gaf? Wat wil je daarmee zeggen Wel, dat een souverein een zeer groote som is voor een man als Joseph. Waarschijnlijk was hij van meening dat Cicero te veel wist, daarom wilde hij hem gauw kwijt zijn, alvorens hij aan een verhoor werd onderworpen. Het was dus zijn ongerust geweten, dat hem zoo grootmoedig deed handelen. Zijn ongerust geweten, Alex Wal kan Joseph Brill dan gedaan hebben? Voor zoover il-'wppt de citadel bevonden, lijfsbehoud en vrije uittocht verzekerd was. Terwijl in hel nachtelijk uur daar over onderhandeld werd, spraken de priesters bij elkander hun biecht en ook meerdere leeken beleden hun fouten dan ontvingen ze de H. Com munie uit de handen van pastoor Pop- pel, die het H. Sacrament bijtijds daar heen had overgebracht. Hét was een tooneel de eerste tijden van het Christendom waardig! Omstreeks twee uur in den morgen van 27 Juni werd de burchtpoort geopend voor de Geuzen het martelaar schap der Gorkumsche bloedgetuigen gaal beginnen. Al dadelijk gaf Brant bevel allen samen te brengen in de groote zaal van den Blauwen Toren, de soldaten vielen over hen heen en ontnamen hun alles wat eenige waarde had. Tegen alle recht in werd Turck, de bevelhebber, gevangen gezet en later met vrouw en dochter naar Den Briel gevoerd. De overige leeken werden 's avonds, nadat zij beloofd hadden een aanzienlijk losgeld te betalen weder vrijgelaten. De priesters echter en de kloosterlingen werden gevangen gehou den alleen den half kindschen Van Duynen liet men loopen. Maar een bewoner van Gorkum vroeg de soldaten, waarom »die paap" vrij kon uitgaan. Hij is niet wijs" zeiden ze. Toen antwoordde de booswicht: »Is hij wijs ghenoegh om Godt te connen maeken, so is hij wijs ghenoegh om ghehanghen te worden." Daarop werd de eerbied waardige priester weer bij de andere gevangen gezet. In de gevangenis hadden de arme slachtoffers gruwzame folteringen te lijden, vooral als de Geuzen zich over vloedig le goed hadden gedaan aan drank. Reeds hadden zij zich de kelken en heilige vaten, die m de citadel ge borgen waren, toegeëigend maar zij vorderden den kerkeschat op, die naar hun zeggen door de geestelijken daar verborgen was Zij rukten een der Franciscanen zijn koord af, deden het Nicolaas Poppel om den hals, trokken hem met geweld omhoog over een opstaande deur, lieten hem weer zskken en herhaalden die foltering, tot de martelaar bezweken scheen; dan schopten zij hem in een hoek. Op dezelfde wijze werd de gardiaan mishandeld en als hij voor dood neder viel, namen ;zij een brandende kaars, lieten de vlam spelen in de neusgaten en in den geopenden motid en ver brandden hem tong en verhemelte. Ook anderen hadden verschillende kwellin gen te lijden. Toen de beulen zich verwijderd hadden, omringde men de twee slachtoffers, die daar als dood nederlagen en met vreugde werd be merkt; dat ze weer tot bewustzijn kwamen. De gardiaan, die de ontstelde ge zichten rondom zich zag, sprak hun moed in en verzekerde, dat het toch niet zooveel pijn deed, als men opge hangen werd; in alle geval had het niets te beteekenen hij de groote be looning, die hun te wachten stond. Het zou voor Leonardus van Vechel en Nicolaas Pieck niet zoo moeilijk geweest zijn de vrijheid le verkrijgen door de hulp van invloedrijke en ver mogende vrienden en bloedverwanten was hun dat aangeboden. Maar de gardiaan, weigerde, als niet al zijn medebroeders in vrijheid gesteld wer den. Pastoor van Vechel werd zelfs vrijgelaten, door tusschenkomst zijner vrienden, aanvankelijk om twee trouwe katholieken die tot de galg veroordeeld waren, bij te staan in hun laatste oogenblikken, later omdat Brant on lusten vreesde onder de burgerij, die zeer aan hun pastoor gehecht was. Dadelijk begon de moedige herder zijn parochianen aan te sporen tot stand vastigheid in het geloof. Op Woensdag 2 Juli predikte hij zelfs over Mario's moederschap en verdedigde haar maag delijkheid, die door vele afvalligen geloochend werd. Ofschoon hij te voren gewaarschuwd was en een menigte andersdenkenden bij die preek tegen woordig waren, schroomde hij niet van de waarheid getuigenis te geven. Al spoedig zouden zijn vijanden daarom wraak nemen. Leonardus kreeg bericht, dat zijn moeder te 's-Hertogen- bosch doodelijk ziek lag. Hij vroeg en kreeg een vrijgeleide van Brant, om haar te gaan bezoeken maar toen hij het nabijgelegen Woudrichem op paarden moest wachten, om zijn reis voert te zetten, werd hij door een bende woestelingen achterhaald, het vrijge leide werd hem ontnomen en onder beschuldiging, dat hij gevlucht was om Gorkum te verraden, werd hij weer opgesloten. Brant liet dat alles rustig geschieden, ofschoon hij beter wiat. Toen Leonardus in de gevangenis terugkwam, vond hij daar ,'ook den Dominicaan Joannes, pastoor van Hoornaar, die vanuit zijn nabijgelegen parochie moedig de kerkelijke bedie ning in Gorkum kwam waarnemen toen hij vernomen had, dat de geeste lijkheid gevangen zat. Daarom was hij door de Geuzen ook in den burcht op gesloten. Onzegbare mishandelingen en bespot tingen hadden de slachtoffers in de gevangenis te verduren. Vooral Wensel Boschmans, bijgenaamd Swartekens, een afvallige uit Gorkum, was daarin onuitputtelijk. Zelfs de negentienjarige Willehald werd niet gespaard en had heel wal slagen te verduren: maar bij iedere mishandeling antwoordde hij geduldig: »Deo gratias.' Dinsdag 1 Juli was Jan van Omael le Gorkum aangekomen. Deze was een afvallige kanunnik uit Luik en door graaf van der Marck tot zijn »minister van justitie" aangesteld. De niet Katho lieke geschiedschrijver Fruin zegt van hem Hij was de bloeddorstigste der woestelingen, die onder Lumey dienden en zijn meest vertrouwde handlanger. Hij haatte de Kerk en de papen nog inniger dan zijn meester en niet zonder reden, want hij was zelf kanunnik geweest en blaakte van den hartstocht, die aan renegaten eigen is." Met bloeddorstige wellust beschouw de en bespotte hij zijn slachtoffers en gaf hun onbewimpeld te verstaan, dat zij al gauw te Den Briel aan de galg zouden hangen Eerst moest hij nog even Zalt-Bommel gaan veroveren. Intusschen was de ontevredenheid der burgerij over de trouweloosheid van Brant zeer toegenomen de raad van Gorkum had bij hem aangedron gen, dat hij zijn gegeven woord gestand zou doen en toen dit niet baatte, had de vroedschap een afgevaardigde naar Oranje gestuurd, om hem de vrijlating der gevangenen te verzoeken. 3 Juli keerde Jan van Omael woedend te Gorkum terug: hij was te Zalt- Bommel smadelijk teruggeworpen met verlies van 60 manschappen. Toen hij vernam, dat pogingen gedaan waren om de gevangenen te bevrijden, besloot hij dadelijk hen naar Den Briel over woordde de jonge man ijlings. Maar ik ben er van overtuigd, dat er in het verleden uws vaders iets is, wat met de inbraak van den grafkelder in ver band staat. Joseph is daarmee bekend, doch wil het om de een of andere reden niet zeggen. Ik onderhield hem over de groote som, die hij Cicero schonk, maar kon van hem geen bevredigende op helderingen ontvangen inspecteur Berger trouwens evenmin. Ge denkt toch niet, dat hij de man is, die in den bewuslen nacht in gezelschap van dokter Warren in den grafkelder was? vroeg Sophie met tril lende lippen. Neen, dat geloof ik niet. Ik vroeg den jongen, die in Joseph's kamer slaapt en deze zeide mij, dat Joseph, zooals altijd, om tien uur te bed gegaan was en hij niet gehoord had, dat hij des nachts was opgestaan. Overigens ben ik van meening, dat dokter War ren's makker deze Brown geweest is, beste Sophie. De stille heer Ja, hij had immers den sleutel van den grafkelder. En zooals het stuk papier, in zijn kamer gevonden, bewijst dat hij kennis hadt in Jamaica. Mis schien, dat hij uw papa aldaar gekend heeft? Joseph bewaart daarover het diep ste stilzwijgen, en bovendien is hij er niet meer, om hem te kunnen pnder- vragen. Wij moeten wachten tot hij terugkomt W ilt ge niet hernieuwde nasporin gen omtrent het lijk laten doen, Alex niet meer welen, waar en hoe ik nog moet laten nasporen, De politie heeft al het mogelijke gedaan, en ik ook. Niet het minste is aan het licht ge komen, geen enkel spoor werd gevon den. Ik koester nog slechts ééne hoop... Ge bedoelt de belooning? Neen, die bedoel ik niet, alhoewel Berger, en, naar ik geloof, ook Cicero Gramp, hun best doen om de premie te verdienen. De eenige hoop ligt hierin, dat Brown wie deze man ook moge zijn het lijk gestolen heeft om geld af te persen. In dat geval zullen wij bepaald den een of anderen dag een brief bekomen, waarin hij geld verlangt, waarschijnlijk een zeer hooge som. Wij moeten die betalen om het stoffelijk overschot uws vaders terug te erlangen. En de moord, Alex? Ja, dat is een moeilijk geval. Als Brown het lijk geroofd heeft, had hij in elk geval niet het plan te moorden; de moord zal gepleegd zijn als gevolg van onvoorziene omstandigheden. En als hij niet bang ware in hechtenis te worden genomen wegens moord, zou hij zeker reeds lang pogingen in het werk hebben gesteld, geld van u los te krijgen, dat wil zeggen, altijd veronder steld, dat dit de reden van den lijken roof was. Dit gesprek eindigde als alle vroegere gesprekken, op onbevredigende wijze. Ondanks de meest omvangrijke na sporingen, was er niet het minste spoor gevonden, en voorloopig kon er niets meer gedaan worden. \V""ll v..rvnl„H

Peel en Maas | 1925 | | pagina 1