fiijmpl van „PEEL Ei MMS" GEBRUIKT Middelen Alle veegeneesmiddelen Th. Pouwels Schrijfpapier op bloes Zaterdag 25 Juli 1925 No. 30. Nieuwe regeling van den Portiuncuia-aflaat. Politieke Ontwikkeling. araiaïaraaia. Iumaakglazen en Sterilliseerketels Huishoudel. artikelen en instrumenten. mooie keuze Verfwaren laky vernis glas enz. Firma van den Munckhof Wij lezen in de Msb. 22 Juli In het Directorium staat, dat dit jaar, zijnde het jubeljaar, de Por tiuncuia-aflaat uitsluitend voor over ledenen kan worden toegepast. Deze mededeeling kan enkel nog maar dienen daar, waar de Portiun cuia-aflaat, na de nieuwe bepalingen van den H. Stoel, hog is blijven bestaan, of bij nieuw Indult is ver leend. Uit het volgende zal blijken, hoe weinig gelegenheid er nu nog is overgebleven om den Portiuncula aflaat te verdienen. Teneinde dus teleurstelling en verwarring te voorkomen, geven wij hier 1) de thans afgeschafte veral gemeening van den Portiuncula- aflaaf, en 2) de nieuwe, algemeene, zeer beperkte regeling door den H, Stoel bepaald. I. In den Conventus prosynodalis 1911 is door den Aartsbisschop ■bepaald, krachtens bijzondere vol macht van het H. Officie van 25 Mei 1911 een volmacht waarvan de geldigheid moest ophouden,zoo dra de H. Stoel een nieuwe regeling zou hebben vastgesteld dat de Portiuncuia-aflaat kon worden ver diend in alle kerken, openbare en half-openbare kapellen op Zondag na 2 Augustus, en zijn daartoe eenige godsdienstoefeningen voor geschreven. Deze gunstige ^bepaling is telken jare opnieuw vastgesteld, doch is thans niet meer vernieuwd, wijl de H. Stoel door een geheel nieuwe regeling van den Portiuncuia-aflaat deze, aan de Bisschoppen en andere plaatselijke Ordinarissen verleende volmacht heeft doen ophouden. II. Ziehier dan, in hoofdzaak, de nieuwe, algemeene, zeer beperkte regeling, begonnen 1 Jan. 1925, door den H. Stoel vastgesteld bij Decreet van het H. Officie 10 Juli (A.A.S. 1 Aug.) 1924 a. De Portiuncuia-aflaat bljj it. 1. In de kerken en openbare ka pellen der Paters Franciscanen, Ca- pucijnen, Conventueelen de ter tiarissen van S. Franciscus, die ge meenschappelijk, onder minstens eenvoudige geloften leven der wereldlijke tertiarissen, als hun Kerk en Kapel aan de derde orde toebe hoort en Rome hun dit voorrecht voor altijd heeft verleenden wel, in al deze gevallen voor alle geloo- vigen en ook wij nemen dit met pr. dr. Beijersbergen aan in alle kerken of kapellen, waar een derde Orde van St. Franciscus is opgericht, maar, in dit laatste geval kan de Portiuncula'aflaat niet door alle geloovigen, gelijk in de andere, boven aangegeven gevalt*n, doch enkel door de Derde Orde-leden worden verdiend 2. in die kerken of kapellen, waaraan Rome voor altijd deze gunst verleende, en ook in dit ge val voor alle geloovigen 3. in die kapellen, waar Rome voor altijd die gunst verleend heeft, maar dan niet voor alle geloovigen, doch enkel voor die personen (b.v. een kloostergemeente) voor wie Rome die gunst heeft verleend. b. Overal elders is de Portiuncuia-aflaat vervallen. Die aflaat kan dus niet meer ver kregen worden 1. in de kerken en kapellen met een concessie, welke niet voor altijd verleend is; 2. in kerken en kapellen, waarin wel is waar een Derde Orde van St. Franciscus is opgericht, maar welke niet aan de Derde Orde in eigendom toebehooren. Nochtans blijft het voor recht van den Portuinc.ula-aflaat in dit geval voor de leden der Derde Orde (zie hierboven a, 1); 3. in kerken en kapellen, welke vroeger aan paters Franciscanen, Ca- pucijnen, Conventueelen, hebben toe behoord, doch thans aan anderen toe- hooren. 4. In de huiskapellen (is halfopen- bare of openbare) van religieuzen, (ook zelfs niet krachtens can. 929. Waar de Portiuncuia-aflaat ban ver diend worden, daar kunnen, gedurende het jubeljaar, alleen de overledenen er voordeel van hebben, niet de levenden zooals in het directorium is aangegevèn. Alleen in^Assisi zelf kunnen de leven den dien aflaat verdienen voor zich zeiven. Voor verdere gegevens verwijzen wij naar Nederlandsche Katholieke Stem men 1924, bl. 349—351 en 1925, bl 141—150 en hl. 219—220. Dr. A.C.M. SCHAEPMAN Goedgekeurd door Ons Aartsbisschop van Utrecht, t HENRICUS. Evenals de Aartsbisschop voor het Aartsbisdom, zoo heeft ook, als wij ons niet vergissen, elke Bisschop voor zijn Bisdom bepaald. Hoe het Ministerie tot stand komt. Hel kiezende volk is een korten tijd betrokken geweest in den nolitieken strijd, toen de stembus in den lande stond opgesteld en het zich had uit te spreken over den koers der regeerings politiek. Daarna is de kiezer weer tot zijn kalme beschouwende rol terugge keerd. De politieke strijd wordt evenwel voortgezet, voornamelijk in de pers. De socialistische blaast daarbij ouderge woonte het hardst van den toren en tracht door al maar te wijzen op haar eigen vooruitgang de beteekenis weg te doezelen van het feit, dat de Chris telijke partijen de meerderheid in de Tweede Kamer behielden. Intu8schen heeft de heer Colijn, de minister van Financiën in het minis terie Ruys de Beerenbrouck, opdracht gekregen tot de kabinetsformatie. De bladen hebben daaraan breedvoerige beschouwingen gewijd. Mij zij het ver gund, ten behoeve van de minst ont wikkelden op politiek gebied, daarover een korte en eenvoudige bespreking te voeren. liet dient immers erkend, dat zoo- velen weinig weten van hetgeen er thans inzake de vorming van een mi nisterie omgaat. Ten deele hebben dit de stadhuiswoorden op hun geweten, die in ons politieke leven gebruikelijk zijn. Men valt al terstond over het woord kabinetsformateur. Colijn, ja dien kennen ze enderdehand, hel hoofd van" Jut van de laatste verkiezingen. Maar welke rol hij thans te vervullen heeft gekregen, is velen niet erg dui delijk. Het ministerie-Ruijs de Beerenbrouck dan heeft, zooals men heeft kunnen lezen, twee dagen vóór de verkiezing ontslag gevraagd. Dit is bij een ver kiezing vrijwel de gewone loop van zaken en deze houding, die het heen gaand ministerie algemeen als een goede daad is aangerekend, lag te meer voor de hand, nu het ministerie na de verwerping van zijn Vlootwet indertijd alleen is aangebleven, omdat het niet te vervangen bleek. Er moet dus een nieuw ministerie komen De ministers worden benoemd door II M. de Koningin. H. M. benoemt daartoe niet de eers ten de besten. Bij deze benoeming stelt zij zelfs hare persoonlijke voorkeur op den achtergrond, maar houdt rekening met de politieke omstandigheden. Die politieke omstandigheden worden thans in hoofdzaak bepaald door den uitslag der gehouden verkiezing voor de Tweede Kamer. Deze nu hebben de Rechtsche meer derheid van de Kamer bestendigd De drie Christelijke partijen, waarop rechtsche regeeringen plegen te steunen, hebben tezamen 54 van de 100 Kamer zetels behaald. Het sprak daarom van zelf, dat opnieuw een Christelijk mini sterie zal optreden. De Koningin heeft hare raadgevers gehoord den vice-president van den Raad van State, de voorzitters van de Kamers en de leiders der voornaamste partijen in de Tweede Kamer. Daarop is de aanwijzing van den heer Colijn als kabinetsformateur ge volgd, hetgeen wil zeggen II. M. de Koninging heeft den heer Colijn op dracht gegeven een nieuw ministerie samen te stellen. De heer Colijn is vervolgens denzelf den weg gevolgd als in 1918 minister^. Ruijs de Beerenbrouck. Hij is begon nen met de samenstelling van een program, dat hij met het ministerie' dat hij vormen gaat, wil uitvoeren. Dit program bepaalt de richting van het ministerie en omvat een aantal wettelijke maatregelen, welke het steunende op de drie rechtsche partijen, lot stand hoopt te brengen. Bij de samenstelling van dit program heeft de heer Colijn als leidraad kunnen gebruiken de programs van de Chris telijke partijende Anli-Revolulion nairen, waarvan hijzelf de leider is, de Christelijk Historische en de Katho lieke. Zijn program heeft de heer Colijn vorvolgens medegedeeld aan de leiders van de drie partijen in de Tweede Kamer, welke er afzonderlijk over vergaderden en er haar goed- of afkeuring over konden uitspreken of wijzigingsvoorstellen overhandigen. Op het oogenblik, dat wij deze be schouwingen schrijven, was dit overleg gaande. Wellicht hebben de bladen daarna reeds iels meer kunnen berich ten over het resultaat. Evenals altijd bij een ministerieele crisis dient men echter met persberichten, die uit een onzekeren koker komen, voorzichtig te zijn. Niet alle bladen gedragen zich als welwillende toeschouwers. Er zijn talrijke, die een ministerie-Colijn al bestrijden voor het er is en hun oude taktiek voortzetten te trachten oneenig- heid te stichten tusschen de drie Recht sche Partijen. Mocht een der drie partijen verklaren, dat zij met Colijn's program niet kan meegaan, dan ontbreekt hem een christelijke meerderheid, waarop hij in de Tweede Kamer kan steunen en zal hij de Koningin moeten zeggen, dat hij de hem gegeven opdracht niet kan aanvaarden. Een andere oplossing zal dan moeten worden beproefd. Komen een of meer partijen met een wijzigingsvoorstel voor het program, dan zal eerst de heer Colijn daarover hebben te oordeelen en daarna zal hij opnieuw de partijen hieromtrent dienen te raadplegen. Is de overeenstemming bereikt, dan kan de heer Colijn een stap verder gaan en overwegen,aan welke personen hij de ministerieele portefeuilles, zooals men dat noemt, zal aanbieden. Ook daaromtrent kan overleg met de par tijen, wa-arop het ministerie zal steunen, noodig zijn, b.v. over het aantal porte feuilles, dat elk harer zal bezetten en over de personen der ministers. Daarna bekrachtigt H. M. de Konin gin, die de opdracht tot vorming van een ministerie gegeven heeft, hunne aanwijzing, nadat Zij aan de aftredende ministers eervol ontslag heeft verleend. Het regeeringsprogram zal ons, gë- deellelijk tenminste, ontvouwd worden in de Troonrede, waarmede de Koningin op den derden Dinsdag in September de nieuwe vierjarige regeeringsperiode zal openen. Tenzij wellicht aan dit program op andere wijze vroeger open baarheid mocht worden gegeven. Laten we dit program met vertrouwen af wachten, overtuigd dat de gekozenen op het program der Katholieke Slaats- parlij alleen een regeeringspolitiek zul len aanvaarden, die daarmede niet in strijd is. ROELAND. Lotgevallen van een Missionaris. Paler L. Denis van de Witte Paters zat in Nyassaland (M.-Afrika) rustig te werken op zijn kamer. Ineens stormt een jongen binnenPater, pater, gauw, gauwEen man is aangevallen door een panter 1" In één sprong aldus de missionaris had ik mijn geweer. Toen 't dorp uil, de rivier over, 't bosch in. Opge past was nu het parool. »Hier Pater, hier gebeurde het," riep mijn gids. Ik keek, keek, maar niets, niets te zien. Dat duurde zoo eenige minuten. Plots roept mijn gids: »Daar daar,Pater, schiet hem gauwen met een zette hij zelf het op een draf. Helaas, te laat was het om het ondier nog te treffen. Een verschrikkelijk ge brul stoot het uit, en toen volgde een vervaarlijke sprong. Gelukkig ontweek ik 't ondier. Maar 't hielp niet veel. Nauwelijks op den grond, keert het zich op nieuw legen mij. Met zijn klauw rijt het alvast mijn been open. Ik tracht het nu met den kolf van mijn geweer den kop te pletter te staan. Helaas, het ontwijkt en.... ik verbrijzel mijn geweer tegen een boom. Wat nu Nu begint een formeel «handgemeen." Ik zoek dekking tegen een boom, vast besloten me te verdedigen lot hulp komt opdagen. Tol vier, vijf, zesmaal werpt zich het ondier op mij. Eiken keer grijp ik het bij den strot om zijn tanden van mij af te weren. Maar toen richtte het zich plotseling op in heel zijn lengte, met geopenden muil, met uitgestrekte klau wen. Dezen keer zal ik eraan moeten. Maar stevig leunend legen een boom, grijp ik met de eene hand zijn keel en weer met de andere zijn klauwen af. Meteen gaf ik hem een schop van jewelste tegen het onderlijf. Het ondier brult van de pijn, wankelt een oogenblik, valt op den rug. Snel als de bliksem werp ik mij op hem en tracht het onder te houden. Maar met een gev/eldige ruk is het onder mij uit, staat weer overeind en opnieuw begint de strijd. Toen hel beest aan 't slaan met zijn scherpe klauwen, ik aan 't trappen met m'n zwaar vernagelden schoen. Het schijnt eindelijk er zijn bekomst van te krijgen, begint te hijgen terwijl de aanvallen in hevigheid ver liezen. Springen kon het dier niet meer, maar zich oprichtend op zijn achter- pooten, tracteert hij mij ongenadig op zijn scherpe nagels Zelfs krijg ik een nijdigen beet Een stuk vleesch boven mijn knie gaat er aan. Maar ik geef het niet op, al bloed ik uil vele wonden. Doch.... daar begint mijn kracht te ver minderen; 't schemert voor mijn oogen, ik voel me duizelig. Nog luk» het me den woedenden luipaard beet te pakken en op den grond te smijten. Ik laat me op hem vallen, zet één knie op zijn nek, den anderen op zijn lendenen. Zoo houd ik hem een tijdlang gekneveld Maar.... dat zal ik niet lang kunnen volhouden ik voel het te zeer dat de krachten me al meerden meer begeven. In die wanhopige oogenblikken komt gelukkig mijn katechist aangesneld. Bij 't zien van den nieuwen vijand weert het ondier zich met verdubbelde in spanning. Helaas, daar glijden mijn knieën uit en ontsnapt me het beest. Ik was zoo uitgeput, mijn oogen zoo vol stof en bloed, dat ik den verderen strijd ternauwernood kon gadeslaan. 't Ondier werpt zich nu met nieuwe woede op den katechist, rukt een stuk vleesch uit zijn been en bewerkt hem in een nieuw «handgemeen" ongenadig met zijn klauwen. Beide strijders rollen in 't zand. Nu eens is de panter boven, dan weer de katchist. Meer dood dan levend wil ik lusschen- beide komen, toen juist een jager te hulp snelde Een goed gerichte bijlslag en. de panter was er geweest. God dank! Een kwartier ongeveer had die verschrikkelijke strijd geduurd. De christenen kwamen aangeloopen en leidden mij naar hun dorp terug Nauwelijks in mijn hut viel ik in on macht.!' Tot mij zelf gekomen, ga ik mijne wonden wasschen een beet in 't been, diepe voren op de armen, hoofd, op vele plaatsen de schedel doorploegd, in 't geheel een en dertig galen en voren van klauwen, alleen op hoofd en gezicht. Een mijner mede-missionarissen was bij het vernemen van het gevecht, ter stond van de hoofdstatie gekomen en bracht er me zoodra mogelijk heen. Daar werden toen mijn wonden met broederlijke liefde verzorgd. Bissch. Missie Comité. (Jemen^d Nieuws. Overleden. Dezer dagen had de landbouwer van Bakel te Oss het ongeluk zich bij het maaien met een zeis aan den voet te verwonden. Er ontstond inlactie en thans is hij te 's Hertogenbosch in het Groote Ziekenhuis overleden Zyn twintigste. Vrijdagmorgen 17 Juli 1925 heeft de heer Jean Van Hul, landbouwer, Ileir- straat 20, Basel (Oost-Vl.), daar de ver klaring gedaan, der geboorte van zijn 20e kind. Die gelukkige gebeurtenis is waar schijnlijk eenig in gansch hei land, wanneer men de volgende omstandig heden in acht neemt De vader is 47 jaar en de moeder Mevr. Van Hul geboren De Ben, Stefa nia, is 40 jaar oud. Al de kinderen zijn in leven en ge zondheid. Het gezin telt geen sterf gevallen, ook geen tweelingen. Er zijn 9 jongens en 11 meisjes. Het oudste kind is 21 jaar oud en tot heden is nog geen der kinderen gehuwd. De ouders, zoo lezen we in de «Slan. daard", waaraan we dit beiichtje ont. leenen zijn «voorbeeldige christenen" De roofmoord te Culemborg. Een open brief aan den Min. v. Justitie. De volgende open brief is verzonden; Aan Zijne Excellentie den Minister van Justitie te 's-Gravenhage. Aangezien ik op mijn request d.d. 15 Juni j.l. betreffende de roofmoord te Culemborg, en het gedrag van den Commissaris van Politie den heer J. Blok, nog geen antwoord heb ontvan gen', verzoek ik U namens de Culem- borgsche bevolking beleefd, hierop te antwoorden, aangezien deze in de meening verkeert, dat U opzettelijk den Commissaris van Politie wilt sparen, en alzoo de roofmoord nimmer uit mag komen. Ook vinden de ingezetenen het treurig dat de Commissaris van Politie eerst daags weer met een maand verlof met behoud van tractemenl naar het buiten land vertrekt, te meer daar deze steeds roept: zij maken mij niets, ik strijk loch mijn tractement op Hopende dat U spoedig aan dezen onhoudbaren toestand een einde zult maken en antwoord zult zenden, opdat ik de ingezetenen kan gerust stellen hen ik de eer te zijn van U d. dw. dr' (get.) J. D. VERMEULEN. Culemborg, 16 Juli 1925. Zandstraat 54'. Tragisch. In het Oud Bogardenstraalje te 's Her togenbosch voelde zich Dinsdagnacht Th. v. d. V. onwel. Hij klaagde over hoofdpijn. Zijn vrouw legde hem een koud compres op het voorhoofd en ging weer naar bed. Zij had zich in tusschen gestooten aan het bed en begon hevig te bloeden. Zij riep haar man, die geen antwoord gaf. Een buurvrouw kwam op het hulpgeroep toegesneld en vond den man overleden, volgens dok tersverklaring door zenuwen aan het hart. De vrouw moest tengevolge der verbloeding voorzien worden van de laatste H.H. Sacramenten en naar het gasthuis worden overgebracht. De droogte. Tal van het fruit. Door de groote droogte heeft de val van het fruit in Maas en Waal reus achtige afmetingen aangenomen. Het grootste gedeelte van het. gevallen fruit is nog niet geschikt voor de kroel- fabrieken. Mond- en klauwzeer. Het aantal gevallen van mond- en klauwzeer in bijna iedere gemeente van West-Eriesland en Noord-Holland neemt in zoo onrustbarende mate toe, dat bijna overal deze veeziekte is ge constateerd. In tal van gemeenten in de provincie Utrecht is de gevreesde mond- en klauwzeer opnieuw onder het vee uil gebroken. In Eemland kwamen eenige gevallen met doodelijken afloop voor. Tcroordeeld. Het gerechtshof te 's Ilertogenbosch veroordeelde in hooger beroep P. de C., landbouwer te Deurne, wegens beleediging door middel van een ingezonden stuk in het «Nieuwsblad van Deurne" tot 14 dagen gevangenis straf, conform de veroordeeling door de rechtbank te Roermond. Aanhouding. Door de politie te Nijmegen is aan gehouden de 22-jarige vrouw W. H. uit Eindhoven, die haar kind onverzorgd had achter gelaten. Zij verloefde in Nijmegen met den 20 jarigen N. S., ook uit Eindhoven, die bij de politie bekend staat als een beruchte rijwieldief. S. werd als minderjarige aangehouden en H. naar Eindhoven overgebracht. De warmte. Te Groningen is de 55-jarige gehuwde kantoorbediende H. W., in het Noor derplantsoen, vermoedelijk door de warmte in elkaar gezakt en spoedig overleden. Onweer. Te Eindhoven en omgeving heeft Dinsdagmiddag een fel onweer gewoed Te Maarheeze sloeg de bliksem in de boerderij van den landbouwer de R., die geheel afbrandde; te Bude! werden tientallen korenschoven en boomen een prooi van 't hemelvuur; te Leende brandde de boerderij van den heer Th. totaal afte Eindhoven werden twen stallen vernield; te Geldrop ten slotte sloeg de bliksem in de woning van den heer G. Stap in en verwekte brand, werden boomen versplinterd, terwijl de centrale leiding der tricotage fabriek geraakt werd, zoodat het bedrijf moest slopgezel worden «J IJ munten uit door kwaliteit. onze prima eigengemaakte verf in bussen. Mooie VLOER LAKVERF, en VERNISSEN. 236 Steeds voorhanden PRACHTSORTEERING Alle BORSTELWERKEN en POETSARTIKELEN Alleenverkoop voor Venray der koudvervende Stoffenverf „CITOCCL" SCHILDER Groote straat 21 ontvangen. Steeds in voorraad Fornuizen en Mantelketels, Gierpompen en Kranen, Biggenbakken, Wendelploegen, Eggen met 2, 3 en 4 velden, Beleefd aanbevelend, Gfebr. Lucasseu Smederij LEUNEN tegen het zuur worden van ondermeik en melk, tegen vallende ziekte bij varkens, zalf voor zeere speenen. HOFSTRAAT. 19 steeds in reuzensorteerig voorradig HOFSTRAAT 15 in ruime sorteering te bekomen in den Boekhandel van

Peel en Maas | 1925 | | pagina 5