Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. ALLEN, Dit nummer bestaat uit TWEE bladen. Openbare vergadering Gemeenteraad te VENRAY. Zaterdag 13 Juni 1925 46e Jaargang No. 24. AHONNEM KNTSPRIJ' PER KWARTAAL: voor VENRAY 65 c. franco per post 75 c. voor het huitenland (bij voo' uitbetaling) f 1,30 nfzonrWI. "ummers 5 c. PEEL EN MAAS Uitgave van FIRIVtA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY Telefoon 61. PRIJS DER ADVEKTENTIEN t—8 regels 60 cl elke regel meer 7l/t c: Advertentiën bij abonne ment groote reductie die zich niet ingang van 1 JULI a.s. op dit blad abonneeren, ontvangen de voor dien datum verschijnende num mers GRATIS. van den op VRIJDAG 5 JUNI, nam. I uur Afwezig de heeren W. Winters en V. Fonck Jr. welke laatste met kennis geving, 1 Vacature. De voorzitter opende de vergadering met gebed en deelde mede, dat er van den heer Fonck bericht was ingekomen, dat hij verhinderd was deze vergade- bij te wonen. 1 Notulen. De notulen der laatste en voorlaatste vergadering werden door den secretaris voorgelezen en ongewijzigd goedge keurd. 2 Vaststelling een er verordening krachtens artikel 178 der Gemeentewet. De voorzitter deelde mede, dat alle 5 jaren moet geconstateerd worden welke strafverordeningen nog van kracht zijn en geschiedt dit bij eene verord^ ning, die de titels der n«>g geldende verordeningen of de nog geldende be palingen van gedeeltelijk afgeschafte verordeningen vermeldt. De voorzitter las daarop deze ver ordening voor en werd deze zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. 3 Aanbieding van het Verslag der Commissie van toezicht op het L.O. De voorzitter deelde mede, dat het de gewoonte was om dit verslag voor de leden ter secretarie ter inzage te leggen en stelde hij mitsdien voor zulks ook thans te doen. Werd goedgevonden. A Aanbieding van het verslag inge volge ari. 58 der Woningwet. 5 Aanbieding van het verslag der bebosschiug met renteloos voorschot. De voorzitter stelde voor ook deze beide verslagen ter secretarie ter visie te leggen en werd dit eveneens goed gevonden. 6 Behandeling der aanvrage om subsidie van den R K. Politiebond te 's Hertogenbosch. De voorzitter deelde mede, dat een zelfde request reeds 't vorig jaar en ook voorverleden jaar was ingekomen, doch had de raad daarop toen afwijzend beschikt omreden het aantal subsidie aanvragen jaarlijks steeds grooter werd. Wel had de raad besloten het diploma dezer vereeniging te erkennen, doch wijl de raad destijds niet op deze aan vrage wenschte in te gaan, stelde B en W. thans voor dit request voor kennisgeving aan te nemen. Werd goedgevonden. 7 Voorstel van B. en W. tot het verleenen van eervol ontslag, overeen komstig zijn verzoek, aan J. M. Reijn- ders, als hoofd der school te IJsselsteijn wegens zijne benoeming elders. De voorzitter deelde mede, dat B. en W. voorstelden aan den heer Reijnders overeenkomstig zijn verzoek met in gang van 1 Augustus a.s. eervol ontslag te verleenen als hoofd der school te IJsselstein. Werd goedgevonden. 8 Ingekomen schrijven van A. Ver- straelen, die wegens vertrek uit de gemeente opgehouden Reeft lid van den Gemeenteraad te zijn. j De voorzitter deelde mede, dat er een schrijven was ingekomen van den heer Verstraelen, dat hij deze gemeente metterwoon verlaten had en hij had dus opgehouden lid van den raad te zijn. Alvorens echter verder te gaan ge voelde de voorzitter zich verplicht om met een enkel woord den heer Ver straelen te gedenken. De heer Verstraelen aldus spreker, was nog slechts kort lid van den gemeenteraad en heeft zich in dien tijd niet op den voorgrond geplaatst; als hij echter't woord vroeg, dan bleek daarbij telkens, dat hij zijne woorden weloverwogen had, en kon hij goed een zelfstandig standpunt in nemen en verdedigen. Spreker hoopte, dat het den heer Verstraelen in zijn nieuwe woonplaats mocht welgaan en zeer zeker zouden alle leden hem nog vele jaren dankbaar gedenken. 9 Onderzoek der geloofsbrieven van het nieuw benoemde lid van den Ge meenteraad de heer Peter van Bergen De voorzitter benoemde tot leden der commissie van onderzoek de heeren Stoot, Geurts en Nelissen en schorste daarna voor een oogenblik de verga dering. Na heropening deelde de heer Stoot namens de commissie mede, dat de geloofsbrieven van den heer van Bergen in orde waren en bestond er huns inziens tegen diens toelating geen bezwaar. Werd besloten den heer van Bergen als raadslid toe te laten. 10 Bespreking paardenmarkten. De voorzitter deelde mede, dat men hem van verschillende zijden er op had gewezen, dat de eerste paarden markt alhier te laat in den tijd gehou den werd. Natuurlijk kon hierin direct geen verandering gebracht worden, wijl de almanakken waarin deze markten waren opgenomen voor 't meerendeel reeds afgedrukt waren en het minder aangenaam zou zijn wanneer de koop lui op den vastgesteiden d,ag. ter markt kwamen en er was dan niets te doen. De voorzitter deelde verder mede, dat er twee stroomingen heerschten, n.l. een om er nog een markt bij te voegen en de andere om slechts de beslaande te handhaven, wijl deze nog niet waren wat ze zijn moeten. B. en W. waren van oordeel niet no odeloos te tornen aan marktdagen, die reeds tientallen van jaren bestaan hadden. Spr. had echter gemeend dit punt op de agenda te moeten plaatsen, dan konden de leden daarover eens denken en zich een opinie vormen. 11 Voorstel van B. en W. tot vast stelling der afschrijvingen op de bezit tingen der gasfabriek per 31 December 1924, ingevolge de artikelen 21 en 19 eerste lid, der bedrijfsverordening. De voorzitter las de verschillende af schrijvingspercentages voor en bleek, dat in totaal zou worden afgeschreven f 4088,89, ongeveer 't zelfde als vorig jaar Van 't batig saldo over 1924 zou f 1000 worden gestort in 't vernieu wingsfonds en de rest overgeschreven op nieuwe rekening. Op een desbetrQffende vraag van den heer Stoot deelde de voorzitter mede, dat een en ander werd voorgesteld overeenkomstig het voorstel van den accoutant. Werd goedgevonden. 12 Verzoek van G. Smits e. a. tol verbetering van den weg Schoor Overbroek. In dit verzoek werd door belangheb benden gewezen op een raadsbesluit van 1922. waaraan tot heden nog geen uit voering was gegeven en dat de ver betering van dezen weg van 't grootste belang was. De voorzitter deelde mede, dat B. en W. betreffende dit verzoek wenschten op te merken, dat in 1922 een rekwest van genoemde buurt was ingekomen en de raad toen besloot de slechtste ge deelten met sintels te verbeteren. Direct waren er echter meerdere rekwesten over andere wegen binnengekomen, waaraan vanwege de hooge kosten on mogelijk kon worden voldaan. De raad heeft daarop besloter om den weg van Schoor naar Overbroek te verbeteren met de gewone hand- en spandiensten, hetgeen ook geschied isde weg is verbreed, de laagten zijn aangevuld, enz. doch er is voor deze gemeente geen beginnen aan om al zulke wegen kunstmatig te gaan verharden. B en W. hadden eens een staat opgemaakt van de verschillende buurtwegen, welke er hier nog bestonden en dat waren er 89 stuksvan deze 89 wegen waren er nu in het laatste halfjaar reeds'n groot aantal door middel van de gewone hand- en spandiensten verbeterd, maar alles kon natuurlijk niet in eens. B. en W. stonden dan ook op het stand punt, dat zij ter dezer zake niet anders kunnen handelen vanwege de geweldige gevolgen voor de gemeentekas, en daarom kan onmogelijk verlgngd wor den, dat al die 89 buurtwegen\erhard worden. Ook met eene weggeldbelasting was men er nog niet. B. en W. hadden de eigendommen langs den weg loopon- de van den Prov. weg bij de Wed. v. d. Berg te Leunen over de Steeg laten opnemen en daarbij gebleken, dat de kadastrale opbrengst van de gebouwde en ongebouwde eigendommen van al die perceelen slechts f6000 bedroegen. Nam men daarvan nu eene weggeld belasting van 10 pCt. dan zou dat eene opbrengst zijn van f600, waarmede deze weg bij lange niet kon onder houden worden. B. en W. waren echter op dit punt steeds dilligent geweest en zouden ook in de toekomst hun best blijven doen om allen zooveel mogelijke bevredigen. 13 Verzoek van Fr. Janssen e.a. tot verbetering van de twee wegen, loopende van den Stationsweg raar de Bosch huizen door middel der hand- en span diensten. De voorzitter las dit verzoek voor en deelde daaromtrent mede, dat het al een zeer slechte methode van B. en VV. zoude zijn om maar aanstonds die menschen te helpen, die even een requeslje insturen allen worden echter op beurten gehojpen en zoo staat ook deze weg op het program van dit jaar De heer Stoot vroeg of hei dan zoo'n groot bezwaar zou zijn om deze men schen aanstonds te helpen zij willen zelf het werk doen, maar hebben daar bij toezicht noodig en als zij er weder mede in den Winter geraken, komt er niets van. De voorzitter zeide nogmaals toe, dat deze weg ook in dit seizoen nog in orde gemaakt zou worden. De heer Odenhoven herinnerde zich nog, dat de heer Fonck 'n paar jaar geleden over het verbeteren van dezen weg gesproken had, en was hem toen toegezegd, dat er voor gezorgd zou worden. Nu waren er echter zooveel andere wegen in orde gemaakt, die van minder belang waren en die dus ook beier nog wat hadden kunnen wachten. De heer Stoot was het volkomen eens met den heer Odenhoven, want juist van deze wegen Vwam -het slib op den hoofdweg, waarvan men vooral op den stationsweg nogal eens last had. Weihouder Janssen zeide, dat men niet moest vergelen, dat we in 1924 ook een bijzonder nat jaar gehad had den. Nadat de voorzitter nog herhaalde lijk had toegezegd, dat er voor gezorgd zou worden, kon de raad zich hiermede vereenigen. 14 Voorstel van B. en W. tot het verleenen van een crediet groot f4000 tot het doen opmaken van een rapport met begrooting, rentabiliteitsberekening enz. voor eene waterleiding en het maken van een waarnemingsput van ongeveer 80 Meter diepte, het inrichten daarvan, het nemen van monsters en het verrichten van proeven ter zuivering van water. De voorzitter deelde hieromtrent mede, dat B. en W. zich naar aanleiding van de in een vroegere vergadering ge houden besprekingen tot Heeren Ged. Staten hadden gewend en de gemeente volgens dit college bevoegd om binnen haar gebied eene waterleiding aan te leggen. Ook hadden B. en W, ter dezer zake nog het advies ingewonnen van de Gezondheidscommissie ter dezer plaatse en deze commissie, die her haalde malen water van verschillende putten ter onderzoek had opgezonden, was van oordeel, dat eeno waterleiding hier hoogst noodzakelijk was. Boven dien verkeerde de gemeente thans in de gunstige omstandigheid, dat er on middellijk aansluiting te verwachten was van het St. Anna-en St Servatius- Se8ticht. In 't St. Annagesticht was n.l. e waterleiding versleten en stonden dit gesticht afdoende werken te wach ten indien er nu echter uitzicht be stond, dat er een gemeentelijke water leiding kwam, wilde dit gesticht echter nog wel een tijdlang heensukkelen totdat de gemeentelijke waterleiding gereed was. Ging de gemeente er echter thans niet toe over, dan zou het gesticht zelf eene ge'neele nieuwe waterleiding aanleggen en alsdan was aansluiting bij de gemeentelijke water leiding voorgoed van de baan. In hetzelfde geval verkeerde ongeveer het St. Servatiusgeslicht en ook het bes<uur van dit gesticht was thans nog in principe bereid om bij de gemeente lijke waterleiding aan te sluiten. Ging de gemeente er echter thans niet toe over en hadden de beide genoemde gestichten eenmaal hun eigen water leiding, dan behoefde men hier in Venray gedurende twee menschen- geslachten niet meer aan de totstand koming eener waterleiding te denken. We zouden echter vermoedelijk diepe putten moeten hebben, wijl de putten aan de beide gestichten, die respectieve lijk tot 26 en 41 meter gingen nog geen goed water leverden. B. en W. hadden daarom gemeend den raad te moeten voorstellen allereerst door deskundigen 'n plan met rentabiliteitsberekening te laten opmaken en een waarnemingspul te laten boien om te zien of eene waterleiding mogelijk was. Daarom hadden zij dezen post op de agenda geplaatst. Ook alle in deze gemeente woonachtige medici waren unaniem van gevoelen, dat eene waterleiding voor Venray dringend noodzakelijk was. De heer Odenhoven vroeg, waarom dit punt nu toch op de agenda geplaatst was, ondanks dat er in 'n vorige ver gadering besloten was om eerst de rioleering aan te leggen. De voorzitter merkte den heer Oden hoven op, dat deze zich vergiste, wijl er juist besloten was om het rioleerings- plan en het waterleidingsplan gelijk tijdig uit te voeren, wijl dat voor de gemeente eene enorme besparing zou beleekenen. De heer Odenhoven zeide thans nog niet te kunnen beslissen over deze kapitale som van t 4000. De voorzitter zeide, dat dit de per soonlijke meening van den heer Oden hoven was, doch spreker was van oordeel 1stedat het dringend nood zakelijk was. 2de: willen we het doen dan moest er direct doorgetast worden, en 3de: wanneer het thans niet gedaan wordt, dan zal men er wellicht geduren de twee rnenschengeslachten de gele genheid niet meer voor krijgen, zooals deze zich thans voordoet. De heer Geurts zou ook wel eens gaarne het oordeel van den heer Stoot, die secretaris is van de Gezondheids commissie, als raadslid hooren. De heer Stoot zeide, dat hij in 'n vorige vergadering vooral tegen de groote kosten opzag, doch nadat er nog meerdere onderzoeken hadden plaats gehad vanwege de Gezondheidscom missie, was ook hem gebleken, dat het wel hard noodig was en daarom was spreker er dan thans ook voor. Spreker zou echter eerst de put laten boren om te zien of er goed water te krijgen was en kon men werkelijk goed water krijgen, dan kan met het opmaken der plannen en rentabiliteitsberekening worden doorgegaan en het boren van dien put zou geen f 4000 kosten. De voorzitter vond de opmerking van den heer Stoot zeer juist en zeide, dat de kosten van den put. f 2000 zouden bedragen. De heer Dr. Janssen achtte zijn ge voelen hieromtrent voldoende bekend den bestaanden toestand te bestendigen zou zijns inziens hoogst gevaarlijk zijn en spreker was het met alle hier wonende medici eens, dat de aanleg eener waterleiding noodzakelijk was, want mocht er onverhoopt eens eene besmettelijke ziekte uitbreken, dan waren de gevolgen niet te overzien. Spreker haalde een voorbeeld aan van de besmettelijke ziekte typhus te Horst. Venray was volgens spreker gelukkig nog vrij geblevqn van besmettelijke ziekten, maar ook hier kunnen we die krijgen, daar we ieder oogenblik aan die gevaren blootstaan en daarom mogen wij den bestaanden toestand niet langer bestendingen. Tenzij de kosten onoverkomelijk mochten zijn, was de raad als overheid, zijns inziens ver plicht voor verbetering te zorgen. Rioleering en waterleiding waren volgens spreker inrichtingen van on schatbare waarde voor de volksgezond heid. Spreker kon zich dan ook onder de door den heer Stoot gemaakte restrictie volkomen met het voorstel van B. en W. vereenigen. De voorzitter zeide, dat ook hij een deskundige op dit gebied gesproken had en wel de heer Schrijnen, apotheker te Venlo en tevens secretaris der Ge zondheidscommissie aldaar en deze had hem medegedeeld, dat zoowel bij de invoering van de waterleiding als van de rioleering aldaar telkens eene be langrijke daling van het sterftecijfer van zuigelingen was te constateeren geweest. De heer Odenhoven vond, dat de heer Dr. Janssen wel wat veel zijn phantasie had laten werken en wel wat overdre ven had, ofschoon hij het doorgaans goed kon wetenspreker kon in ieder geval thans hierover niet beslissen en hij zou liever zien, dat dit punt aan gehouden werd tot de volgende verga dering en kunnen alsdan de drie andere leden, welke thans niet aan wezig zijn, daarover hun gevoelen ook nog eens zeggen ook vermeende hij, dat in Venray niet allen er voor waren. Spreker zou het echter in de eerstvol gende vergadering, desnoods over 14 dagen te houden, wenschen te behan delen, onder voorwaarde, dat hem als dan verlof wordt verleend om een rede te houden over sVenray's toekomst op financieel gebied." De voorzitter vermeende te moeten opmerken, dat de heer Odenhoven zeide, dat de motieven van Dr. Janssen niet voor geheel Venray golden, maar de heer Odenhoven moest toch zoo verstandig zijn om vertrouwen te stellen in Dr. Janssen, die hier sprak en als raadslid, en als voorzitter aer Gezond heidscommissie en als medicus. De heer Odenhoven interrumpeerde s>we kunnen dan ook wel rotsen gaan bouwen, want 't volgende jaar krijgen we oorlog." Wat nu het verlof betrof om eene rede te mogen houden over Venray's toekomst op financieel gebied" deelde de voorzitter mede, dat het wel de ge woonte van B. en W. was om jaarlijks bij het aanbieden der begrooting. een financieel overzicht te geven, doch wanneer de heer Odenhoven bij de rondvraag eene weloverwogen finan- cieele beschouwing wil houden, waar uit ook de andere leden nog iets kun nen leeren, dan krijgt hij daarvoor volledige vrijheid. De heer Pubben vond deze post ook verbazend hoogspreker heeft Dr. Janssen gaarne hooren spreken en zullen die motieven ook wel waarziin en dit plan ook wel zijns inziens het meest afdoende middel zijn. Spreker vroeg echter of het niet wenschelijk zou zijn om eens eerst een algemeene vergadering te beleggen, waarop een en ander door Dr. Janssen werd uit eengezet, want als er thans door de inwoners over gestemd zou moeten worden, dan geloofde spreker niet dat er 20 man voor waren. De heer Jacobs zeide, dat hij het volkomen eens was met den heer Pubben. De voorzitter gaf gaarne toe, dat de publieke opinie eenigszins bewerkt moest worden, doch wat de meening van den heer Pubben betrof, als zouden er thans nog geen 20 voor zijn, betwij felde spreker sterk, vroeger was zulks misschien het geval, maar thans na het ingezonden stuk van de Medici niet meer. Om het misverstand weg te nemen, als zouden ook de bewoners van de gehuchten in de kosten moeten bijdra gen, deelde de voorzitter mede, dat zulks niet het geval was en werden deze kosten uitsluitend door de ge bruikers gedragen. De heer Odenhoven bleef bij zijn voorstel om dit punt aan te houden tot de volgende vergadering en ook de andere 3 leden tegenwoordig waren. De voorzitter vónd echter geen reden aanwezig om deze kwestie nog aan te houden, wijl de redenen, waarom B. en W. dit punt op de agenda geplaatst hadden voldoende besproken en toege licht waren. De heer Pubben was ook voor aan houden en zou eerst gaarne eene ver gadering belegd zien. De heer Stoot vond, dat, wanneer deze zaak aangehouden werd, men niet alleen kans liep, dat de beide Ge stichten niet meer wachten, maar er was hem nog een derde instelling be kend, dié ter dezer zake wachtende is. De voorzitter zeide, dat de beide ge noemde gestichten door hunne toezeg ging eene groote moreele en financieele verplichting op zich hadden genomen en deed het spreker genoegen dit ook nog eens uit den mond van een lid van den gemeenteraad te hooren. De heer Dr. Janssen verklaarde zich gaafne bereid om zulk een vergadering te beleggen en hij zou alsdan voldoen de gelegenheid hebben de noodzakelijk heid eenër waterleiding aan te toonen, doch thans kon zulks niet meer voor de beslissing. De heer Nelissen zou die vergadering toch gaarne gehouden zien voordat er met den put begonnen werd en voor aleer men begon met geld uitgeven. De heer Dr. Janssen zette daarna den toestand aan het St. Servatiusge- sticht nog eens uiteen. De heer Odenhoven zeide in het plaatsen van dit punt op de agenda meer een overrompeling van den raad gezien te hebben en zou dan ook liever gehad hebben, dat in deze vergadering alles besproken was geworden en dan in 'n volgende vergadering de beslis sing was genomen. Spreker stelde dan ook voor om dit punt aan te houden tot de volgende vergadering, welk voorstel door den heer Pubben gesteund werd. De voorzitter bracht daarna dit voor stel in stemming doch werd dit met 6 tegen 4 stemmen verworpen. Voor stemden de heeren Pubben, Jacobs, Nelissen en Odenhoven, tegen de heeren Dr. Janssen, Stoot, Geurts, Haenen en de beide Wethouders. Vervolgens werd in stemming ge bracht het voorstel van B. en W. en werd dit voorstel aangenomen met 6 tegen 4 stemmen. Voor stemden de heeren Dr. Janssen, Stoot, Geurts, Haenen en de beide Wethouders, tegen de heeren Pubben, Jacobs, Nelissen en Odenhoven. 15 Voorstel van B. en W. tot he* aangaan eener overeenkomst met het Bestuur van het St. Servatiusgeslicht tot het begraven van lijken, die niet kunnen begraven worden op een der begraafplaatsen der kerkelijke gezind ten en tot het gesloten verklaren der aan de gemeente toebehoorende alge meene begraafplaats. De voorzitter deelde mede, dat de besprekingen met het Bestuur van het St. Servatiusgesticht zoover gevorderd waren, dat tot het aangaan eener over eenkomst kon worden overgegaan en stelden B. en W. voor met dat Bestuur voor den tijd van 10 jaren ingaande 1 Januari 1926 en eindigende 31 Decem ber 1935 eene overeenkomst aan te gaan, waarbij de gemeente de volledige beschikking kreeg over 'n gedeelte van de begraafplaats van genoemd gesticht met hjkenhuisje en sectiekamer tegen eene vergoeding van f 2,50 per begraven lijk. Werd zonder hoofdelijke stemming besloten deze overeenkomst aan te gaan en verder om de aan de Gemeente toe behoorende algemeene begraafplaats gesloten te verklaren. 16 Voorstel van B. en W. tot goed keuring van den aankoop van het huis Poels met aanhoorigheden naast de gasfabriek. De voorzitter deelde mede, dat de leden hiermede zooveel mogelijk op de hoogte waren gesteld, alleen de heeren Dr. Janssen en Haenen had men niet thuis getroffen en was dit huis met aanhoorigheden groot 25 Aren 29 c. a. voor de gemeente aangekocht voor de som van f 5400,05. Werd goedgevonden. 17 Voorstel van B. en W. tot het aangaan eener ïrekening-courant-over- eenkomst met de Nederlandsche Land- bouwbank, bijkantoor Venray. In verband met dit punt werd de openbare vergadering door den voor zitter geschorst en ging de raad in geheime zitting over. Na ongeveer 'n half uur werd dc

Peel en Maas | 1925 | | pagina 1