Tweede blad. Schoonmaak E°2San/^; Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. ^;^meer Uit de Land bouwwereld. Adverteert m dit blad Dadelijke verlichting van Asthma. FEUILLETQN. Het geheim van den millionnair. Ongehoorde feiten in de Mijnindustrie. Openbare vergadering Gemeenteraad te VENRAY. Zaterdag 25 April t925 46e Jaargang No. 17. PEEL EN MAAS ABONNEMENTSPRIJS PER KWARTAAL■■MMK2 EöBBi V w m^mmm m PRIJS DER ADVERTENTIEN Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY - Telefoon 61. ^'to^ïeSr Er is den laatsten tijd veel geschrijf en gewrijf geweest over het Ontwerp Boter- en Kaaswet. Onder be langhebbende is inzake de beoor deeling van dat Ontwerp lang geen overeenstemming. Zooals de lezer zal weten, komt de inhoud van dat wetsontwerp in het kort hierop neer, dat de Regeering niet toelaat, dat kaas en boter, niet voorzien van het Rijksmerk, over de grens gaat. De heer A. van Wijnen te Gouda, Voorzitter van den Bond van Kaas producenten, ontwikkelt in een brochure daartegen zijn bezwaren. Hij kan niet inzien, waarom de Regeering hier met dwang moet gaan optreden. De Schrijver bestrijdt de meening, dat onze uitvoer door ver lies van reputatie in gevaar is. En door de vrijwillige controle, en door de samentrekking en samenwerking der producenten zeiven, zijn afweer middelen gevonden, die hun werk in niet geringe mate hebben volbracht. Niet bij den landbouw heeft de grootste zwendel plaatsde vrees voor onzen afzet van boter en kaas acht de heer Van Wijnen zeer over dreven. Meer dreigt zijns inziens er gevaar, dat door ingrijpen van regee ringen hier en elders, tengevolge van elkaar gesuggereerde noodzaak, niet alle terreinen voor onzen afzet open blijven. Veel stof wordt ook in landbouw- kringen opgejaagd over de beslissing, onlangs genomen door den Hoogen Raad, dat de varkens ook bij hui s- sl ach ting dienen te worden be dwelmd voor en aleer ze worden geslachtDaar werd tot nu toe niet aan gedacht, en wie bekend is met de praktijk op het platteland, zal moeten erkennen, dat de landbouwers en slachters er steeds op uitzijn om het slachten zoo pijnloos en zoo snel mogelijk te doen geschieden. De Minister van LandbouWWas dan ook van oordeel, dat bedwelming bij huisslachting niet behoefde. De meening van Zijn Excellentie wordt nu evenwel door die van den Hoogen Raad op zij geschoven. De groote vraag rijst thans: hoe zal, hoe kan, de wettelijke bepaling worden uitge voerd Hoe moet een boer of een dorpsslager op een boerderij zoo'n dier bedwelmen? Het „Overijselsch Lbld." schrijft hierover „Bedwelmen met schietmaskers dat gaat, maar in onervaren handen is een schietmas- ker bij een varken geen ongevaarlijk en vooral geen gemakkelijk instru- 3. Ach, onze arme miss. Ik word er heusch naar om het hart van, als ik aan haar denjj Nou, die met haar mlllioenen, knorde een koetsiei met rooden neus. Die zal bijster erg bedroefd zijn. Maar, John, je weet toch zeer goed, dat miss Sophie bijster veel van haar vader hield, viel het knappe kameniertje hier op inze zat een hoed te garneeren. Ook dat is mij onverklaarbaar, bromde John, mijnheer was zoo koud als een ijsbeer en zoo potdicht en on- spraakzaam als een half dozijn graven. Och, John, praat toch niet meer van graven, zeide de dienstmeid huive rend en strekte afwerend de handen voor zich uit. Ik zal stellig den heelen nacht ervan droomen. Stel je toch niet aan, alsof je zenuwen er op na houdt, Camilla, her nam de keukenmeid op huilerigen toon Je weet in het geheel niet, wat het zeggen wil, zenuwen te hebben. Ik heb ze mijn zenuwen zijn heelemaal van streek. Ja, ja, wij menschen worden eenvoudig geveld gelijk een boom. Thomes, laat de flesch eens rondgaan. Dit gesprek had plaats in de groote ment. De bedoelde dierenbescherming heeft dus alle kans om te worden tot een verlengde marteling. Het slachten is niet zoo'n eenvoudig werk, 't wordt bijna net zoo ingewikkeld als een buitenlandsche reis in oor logstijd. En nu het resultaat van al die nonsens Het wordt niet beter getypeerd dan door hetgeen een mijner kennissen mij laatst vertelde. Toen bij hem een varken geslacht werd en dit na de bedwelming en den halsstreek niet vlug genoeg bloedde, zei de slager „Dat is ni?ts hij (het varken n.l.) komt straks wel weer bij en dan bloedt hij wel vlug ger." Dit historische geval zegt meer dan een heele massa theorieën Geleidelijk komen meer landbou wers er toe te gaan boekhouden, 't Is het optreden van den fiscus dat hen het eerst hiertoe heeft aange spoord. Men wilde bij een vermeend te hoogen aanslag den belasting ambtenaar kunnen bewijzen, dat hij ongelijk had. Maar 't is niet alleen dit. Wie boekhoudt, krijgt daardoor een beteren kijk op zijn bedrijf van elk onderdeel leert hij de uitkomsten kennen, 't Is echter niet iedereen ge geven om, zonder onderricht, goed boek te houden, Vaak ook ontbreekt den landbouwer de tijd er toe. Men komt hem daarom tegemoet. De laatste jaren zijn in verschillende provinciën boekhoudbureau's vanwege de landbouworganisaties opgericht. De boer noteert zijn in komsten en uitgaven, zendt deze geregeld op aan het bureau, en die gegevens worden daar verwerkt. Die bureau's werken met succes. Ook het Drentsche Landbouw Genoot schap heeft thans een boekhoud- bureau ingesteld. De Rijkslandbouw- consulent Prof. Elema bleek er niet bijster mee ingenomen. Op de Hoofd bestuursvergadering van genoemd Genootschap zei hij„Opvoedend werkt zoo'n instelling zeker n i e t." Met deze uitspraak zijn we het niet eens. Wil de heer Elema zeggen, dat den boer het werk uit de handen genomen wordt, dat het beter ware, dat hij zelf zijn boeken bijhield, dan overschrijven we dit natuurlijk. Maar zou dit in afzienbare tijd gebeuren 't Is niet te ver wachten. En dan moeten we het goede maar aanvaarden voor het betere, dat voorshands niet is te bereiken. Door de hulp van het Bureau leert de boer het boekhou den, en wordt hij er wellicht toe ge bracht, hij of zijn zoon, het zelf aan te pakken. Klachten over de emeltenplaag komen weer uit alle deelen van het land. Bij duizenden worden zij in de weilanden, op de klaverakkers en in roggevelden aangetroffen. Deze „grauwe worm," larve van de lang pootmug, wordt in massa verdelgd keuken van den huize Marlow. De erfgename van den overledene en mej. Prasch, de huishoudster, waren terstond na de begrafenis naar een badplaats gegaan en nu nam het dienstpersoneel het ervan, daar niemand toezicht er op hield. Joseph Brill, den ouden vertrouwden bediende, had men opgedragen toezicht op de overige dienstboden te houden; maar op het oogenblik was zijn be kommernis veel grooter dan de ijver tot het vervullen van zijn plicht. Hij was in de bibliotheek bezig met het rangschikken der papieren vandaar dat heel het personeel deed wat heL wilde. Het was een prachtige keuken, voor al op dit oogenblik, nu de zon helder en vriendetijk door de geopende ramen scheen. Een groot lokaal met een ge- metselden haard, de wanden met pa- neelen van donker eikenhout, de vloer belegd met wilde tegels, de keuken meubels blauw en wit en blinkend koperwerk in het rond. Na de laatste onverantwoordelijke op merking van de keukenmeid was er een kleine pauze ingetreden, welke plotseling werd onderbroken door een stem, die kwam vanuit de openslaande deur tusschen keuken en den tuin. De stem klonk als het scherp gezoem van een hommel. Vrede zij dezen huize had die stem gezegd, De vrouwen gilden, de mannen vloek ten sedert de begrafenis van hun nen heer waren hunne zenuwen nog niet goed iin orde geweest en aller door zijn natuurlijke vijanden, de vogels, b.v. door kraai (roek) en spreeuw ook de mol is een ijverige verdelger. Maar de mensch schijnt een handje mee te moeten helpen. De Piantenziektenkundigen Dienst te Wageningen beveelt aan de uitstrooi- ing van tar w ez e mei e n vergiftigd door menging met Parijsch groen: 1 Kilo op 25 K.G. zemelen per Hec tare. Wij pasten op verschillende perceelen dit voorjaar dit middel reeds met succes toe. Zijn er be zwaren tegen de toepassing voor andere dieren, b.v. het wild? De jagers schijnen aldus te oordeelen. Zij protesteeren althans, vreezende, dat wild en nuttige vogels mede vergiftigd zullen worden. Voorzoover ons bekend, is hiervan echter nog niets gebleken. De Jagers beroepen zich op Jacht- en Vogelwet, om zulk een uitstrooiing te verbieden. Zijn deze hier van toepassing De rechter moge dit uitmaken. Ons schijnt het toe van niet, maar mocht dit wel zoo zijn, dan is o.i. wetswijziging zeer gewenscht. De zachte winter is oorzaak, dat in menige streek een buitengewone v el d m u i zen p laag heerscht. Ver leden najaar heeft men in Friesland honderden levende muizen met typhusserum ingeënt en daarna los gelaten, in de hoop dat door verdere besmetting het ongedierte zou worden verdelgd, 't Heeft weinig geholpen, Men heeft echter de proef herhaald. In den veenpolder „De Deelen" heeft een nieuwe enting plaats gehad van een 234tal muizen, afkomstig van een 17-tal landgebruikers. De heer Veenbaas, directeur van den Gezond heidsdienst, spoot de diertjes in, en zijn helper, de kleine Johannes, die met onverstoorbare koelbloedigheid de weerbarstige beestjes bij nekvel en poot greep, bewees hierbij zeer gewaardeerde diensten. De losgelaten muizen liepen als „pas gesmeerd", zooals een der aanwezigen zich uit drukte. Wij willen hopen, dat de plaag aldus bezworen wordt. B—r. bezorgt menige vrouw ruwe en roode werkhanden. Deze worden echter weer spoedig gaaf, zacht en blank door Purol. Men schrijft uit de mijnstreek Wij allen hebben ons ten hoogste verwonderd, toen eenigen tijd geleden de katholieke minister van Water- laat openlijk in de Kamer verklaarde, dat de loonen der mijnwerkers toch nog niet zoo laag waren, dat deze delvers en zwoegers als armlastigen oogen keerden zich naar de deur. Op Op den drempel in den warmen zonne schijn slond „een buitengewoon dikke, oude man in een zwart pak, die vreese lijk zweette. Het was niemand anders dan Cicero Gramp. Hij gaf zijn innemendsten glimlach ten beste en spreidde de vette handen uit alsof hij zegende. Vrede zij u lieden, geachte dames en heeren. Ge behoeft niet bang voor mij te zijn. Ik ben een vreemdelingen zou gaarne iets gebruiken om mij te versterken en te verkwikken. Wie ben je, voor den d der, snauwde de koetsier, hem toe. Ik ben geen vagebond, zeide Cicero met zachte stem, terwijl hij nader trad. Ik ben professor in de fraaie uitspraak en in de welsprekendheid en bovendien een oud vriend van uwen overleden patroon. Hij is gelukkig geweest inde wereld, ik niet. Hij kwam er bovenop, ik raakte er onder. Thans wilde ik hem een bezoek brengen en zijn bij stand inroepen, en nu is hij dood, en ligt onder de aarde, ten prooi aan de wormen. O, arme, beklagenswaardige Richard. Die noemt onzen heer Richard, zeide de bediende verbluft. En beweert een oud vriend van hem te zijn, prevelde de keukenmeid. De dienstboden keken elkander aan en ieder scheen hetzelfde te den ken. Heel het personeel van den huize Marlow zou zoo graag iets naders ver nemen betreffende het verleden van zijn overleden meester, die vijfjaar ge leden als uit de wolken gevallen te konden beschouwd worden. Zoo erg is hel, Goddank, nog niet. Maar wij zijn wel eens benieuwd, wat Z. Ex. zou zeggen, indien er ooit in de Kamer sprake was over de invalide oftewel gepensionneerde mijn werkers. Dat zijn zij, die jaren achter een, soms 20 of meer, gearbeid hebben in het mijnbedrijf en nu, meestal ten gevolge van het werken onder (wat zeer ongezond is) niet meer als vol werkman kunnen optreden. Ze zijn meestal versleten. Als een machine zoo ver is, dan doet men ze weg en koopt een nieuwe. Den arbeider, wiens krachten versleten zijn, zet men met een z g. pensioentje van 100 gld. op straat. Het schijnt haast niet aan te nemen bij een Staatsbedrijf in ons dierbaar vaderland en toch is het zoo. De nuchtere feiten bewijzen het. En het stelsel is nog te funester, omdat bij toekenning van pensioen aan een mijnwerker niet er op gelet wordt of hij gehuwd is of niet, of hij veel kin deren heeft of niet Ons is een gezin bekend met 7 kin deren, waarvan de vader vijftien jaar lang trouw dienst heeft gedaan als ondergronder, toen gedurende ruim één jaar ziekteverlof heeft gehad en ten slotte door den mijnarts is afge keurd. Met ingang van April wordt nu deze mijnwerker gepensionneerd met 102 gld. per jaar. Daar moet hij dan zeker met zijn vrouw en 7 kinderen, waarvan de oudste zestien jaar is, van leven Dit pensioen wordt betaald door het Algemeen Mijnwerkersfonds (A.M. F.) Maar omdat de Staatsmijn hlijkbaar voelt, dat zoo'n bedrag toch niet meer is dan een aalmoes, is er nog een z.g. Ondersteunings-fonds, waaruit die on gelukkige oud-mijnwerkers steun en onderstand ontvangen, juist als armen, die bedeeld worden. Nu weten wij wel dat in het bestuur van het Alg. Mijnw. Fonds; waarin ook arbeiders zitting hebben, een maand of acht geleden is voorgesteld, het pensioen met 100 pCt. te verhoogen Dat klinkt nog al vol maar de werkelijkheid is, dat het pen sioen in de toekomst 204gld. bedraagt Dan bijft elke gepensionneerde nog armlastig. De wiskundige adviseur van het A. M. F. is al acht maanden naar een oplossing aan het zoeken of het pensioen verhoogd kan worden en met hoeveel procent. In het belang der arme gepension- neerden hopen we, dat er ook van de organisaties der werklieden een krach tige actie moge uitgaan om hetpensioen zoodanig te regelen, dat in de toekomst geen invalide of gepensionneerde nog de hand moet uitstrekken tot onder stand. Last van gal en slym beslagen tong, een voortdurend onaan- genamen smaak, tragen stoelgang en een opgeblazen gevoel. Gebruik hier tegen de zonder eenige kramp werken de 3Iynhardt's Laxeertabletten. Doos 60 ets. Bij apoth. en drogisten. 9 Heaton verscheen en hier huis en eigendommen kocht. Vrouw Krang, de kookvrouw, was de eerste die de spraak herkreeg. Het spijt mij, sir, dat u onzen heer niet meer kunt spreken, zeide zij, veegde fluks met haar voorschoot een stoel af en schoof dien den vreemde ling toe. Hij is den weg gegaan, dien wij eenmaal altegaar moeten gaan. Wees zoo goed en neem plaats. Ik zal terstond Joseph roepen, hij is in de bibliotheek. Joseph I Mijn oude vriend Joseph! riep Cicero uit, terwijl hij zwaar op den hem aangeboden stoel viel. Ach, die trouwe kerel. Trouw! bromde de koetsier boos. Die kon wel trouw zijn Joseph Brill kreeg ook een veel hooger loon, dan een van ons. Juist alsof het een bij zondere verdienste is, jarenlang bij een echten ijsbeer te leven. Ja, ja, een ijsbeer was de arme Richard inderdaad, zuchtte Cicero. Een koele, geheimzinnige man. O, zooriep vrouw Krang, ter wijl zij hare oogen afwischte, u zegt het dus ook? Onze heer had geheimen daarvan ben ik zeker, en het moeten bovendien heel leelijke geheimen ge weest zijn. Elke gek heeft zijn gebrek, en elk huis heeft zijn kruis, waarde juf frouw. Zoudt u asjeblieft zoo vriende lijk willen zijn. mij iets te eten en te drinken te geven U moet namelijk weten, dat ik een langen, zeer bezwaar lijken weg achter mij heb. En, voegde Cicero er met een pijnlijk lachje bij, Dit zal bewezen worden aan alle Astlimalytiers in Nederland. Ieder Aslhmalijder kan bij zijn dro gist de volgende drie dagen een gratis proefpakje Asthmador aanvragen. Dr. Rudolph Schiffman is met de voor naamste drogisten overeengekomen deze proefpakjes aan alle Asthmalijders in Nederlanders af te geven. Dr. Schiff- mann, de bekende specialist voor kwa len der ademhalingsorganen, heeft in Asthmador een volmaakt middel samen gesteld, na vele duizenden Asthmalij ders behandeld te hebben. Hij zegt: «Besliste verlichting bij de hevigste Asthmakrampen kan verkregen worden door het gebruik van «Asthmador", dikwijls na 10 5 15 seconden, doch in ieder geval binnen hetzelfde aantal minuten." Hij zegt ook «Het is mij volmaakt bekend, dat er ernstige twijfel bestaat omtrent het genezen van Asth ma en ik ben tot de overtuiging geko men, dal de eenvoudigste manier om mijn middel zijn heilzame werking te laten toonen is, door een gratis proef pakje uit te reiken aan ieder, die er belang in stelt. Ik weet wat Asthma dor zal uitwerken; ik heb het in dui zenden gevallen met bevredigend resul taat aangewend en mijn vertrouwen er in is zoo sterk, dat ik gaarne de kosten er van draag om ieder Asthmalijder in de gelegenheid ie stellen gratis een proef te nemen." Zij, die ver van een drogist verwijderd wonen, kunnen een gratis proefpakje per post bekomen, door hun naam en volledig adres per briefkaart op te geven aan Schiffmann's Depot, Singel 95 te Amsterdam. SPOEDEISCHENDE van den Zaterdag 18 April, yoorm. 11 uur. Afwezig de heeren Geurts en Ver- straelen. De voorzitter opende de vergadering met gebed en deelde mede, dat hij, in verband met punt 1 van de agenda, een oogenblik in geheime zitting wenschte over te gaan. Na heropening der openbare verga dering stelde de voorzitter aan de orde: 1. Voorstel van B. en W. tot het aangaan eener leening groot f 100.000. De voorzitter deelde mede, dat deze gelden moesten dienen ter bestrijding van de kosten van den bouw van het nieuwe Raadhuis, de O. L. School met woning aan de Heijde en de Lagere Landbouwschool met woning, en was het Burgemeester en Wethouders mogen gelukken een offerte te krijgen van de Rijkspostspaarbank voor dit geheele bedrag en wel tegen een rente van 5i/* pet. legen den koers van 99i/t pet. en aflosbaar in 40 jaren. De voor naamste voorwaarden, waaronder deze leening kon worden aangegaan, waren, ik ben te arm om zöö te leven, als ik het gewend was in mijn jeugd. Daar u van gebrek spreekt, merkte de bediende op, terwijl de heer Gramp niet bolle wangen zat te eten, wat was eigenlijk de fout van onzen patroon? Hm, bromde Gramp veelbeteeke- nend, wat eigenlijk zijn fout was.... In elk geval heeft ze iets uit staande met West-Indië, ging de man voort, toen Gramp bleef steken. Lieve hemel 1 riep nu het kamer meisje uit, hoe weet je dat Thomas? Waarvandaan ik dat weet? Om- dal ik oogen in het hoofd heb, mijn beste Camilla. Thomas glimlachte met een gevoel van meerderheid. Ongeveer twee weken voor mijnheer stierf, bracht ik hem een brief, die uit West-Indië kwam. Toen hij er een blik op wierp, werd hij doodsbleek en scheurde de enveloppe open, nog eer ik de kamer had verlaten. Ik moest aanstonds een glas brandewijn voor hem halen. Hij stond als van den donder getroffen, snakte naar adem, kreunde en vloekte afgrijselijk. Liet hij miss Sophie dien brief zien vroeg vrouw Krang Dat weet ik niet; hij heeft me daaromtrent niets medegedeeld, gaf Thomas ten antwoord. Gramp hoorde dat alles met gretige ooren aan. Vertel mij eens, waarde heer, viel hij hier in, heeft u niet postzegel en stempel wat meer van nabij bekeken De bediende kreeg even een kleur toen hij bekende. De nieuwsgierigheid heeft bij uit-

Peel en Maas | 1925 | | pagina 1