Abdijsiroop JAN SCHARESLIEP Schoenwerk H. W. van Aarssen Oostganger's liefde. Bronchitis Vlechtwerk, puntdraad v J Fr. Linders Jr., Venlo M. Vennekens Verlangt U JOS. HÏNDRIKX G. L. Verbeek Zaterdag 28 Februari 1925 FBT7TT.LBTON Gebr. Ijucasseii Behandel huiduitslag altijd direct Kloosterbalsem ïngsiaadaa Itfeieellagan.. Glazen Flacons Geel etiket Reparatiën Wed. KESSELS. Kruisen. Bouwplannen, Bestek ken en Begrootingen Bouwwerk. Fotografisch Atelier. Alle Fototoestellen Motor-dorschmachines Lister en Deutz MOTOREN Reform wanmolens Cultivators, Veepotten. Albión Bit-tensnijders. Nieuw model Belg. Bieten snijders. Duitsche Bietensnij'ders goed Schoenwerk aan is Uw adres Op Marktdagen Handel in Gedistilleerd, Likeuren en Wijnen. Houthandel ui. Ja, natuurlijk, maar als Gods vinger wenkt... Dan heeft 'n mensch te komen, pastoor 1 Maar ik meen, 't spijt me, dat Manus krek naar mij moest gedra gen worden! 'n Weduwvrouw... geen volk in huis... herberg... en dan... men gaat zoo rad over de tong... ge begrijpt wel, pastoor Ja, zeker, dat begrijp ik, voorkwam de pastoor nadere preciseering. Maar a propos, ge hebt toch geen van beiden zulke kwesties aangeroerd Dat zou maar storend op den zieke z'n gestel kunnen werken En dan in 't aange zicht van den dood Wat zal 'k zeggen 1 Aangeraakt of niet aangeraakt, pastoorVannacht was Leen hier, je weet wel, van hier- neven. En toen was ie trouwens te erg van streek, 't Was zoo onverwacht gekomen Maar dezen morgen was ik alleen bij 'm en legde ik schoon lakens op bed, omdat er zooveel bloed aanzat. Ik verschikte z'n kussens wat en vroeg, of ie nog iets anders graag had. Toen keek ie me aan met oogen, met oogen, menheer pastoor! dat ik schrok en wel hulp had willen roepen. Want zoo sterft ie, dacht ik. Maar mee werd z n gezicht heel anders en ie zei tegen me; Dore, zei ie, ik leef maar heel kort meer... ik voel 't hier, in m n borst., maar ik ben blij, dat ze me bij jou gebracht hebben 1 Anders had ik je allicht niét meer levend gezien. En op jou ben ik kwaad geweest. Dore 1 Meer als eens! Nou niet meer, want as 'n mensch zoo ver is, moet je nie mand kwaad meer willen 1 Ge hebt dan nooit van me gehouden, Dore Toen wachtte ie, of ik wat zou zeggen En verder? drong de pastoor on geduldig aan. Toen heb 'k 'm de waarheid ge- zegd, pastoordat 'k wel van m heb gehoudenAl toen ie bij ons thuis diende! Maar vader zaliger zei: T Is maar 'n weesMisschien ook wel niet gezond En kwam er altijd achter aan ie heeft geen centen Heb je dat allemaal wijd en breed gaan uitmeten? Jo, menheer pastoor 1 Want kzat er vol van En toen heb ik m ook gezegd, dat 'k 'm één jaar geleden alleen maar den zak had gegeven om 'm eens te probeeren. En dat ik nog eens wou zijn gevraagd, want dat ik 'm wel graag mocht zien Wel, wel, besloot de pastoor, die met bezorgde belangstelling 't dikke weewke ten einde toe had aangehoord. En anders nog wat verhandeld Neë, menheer pastoor 1 En sinds heeft ie gezwegen, als lag ie diep na te denken. Zoo, zoo, dan ga 'k eens gauw even alleen bij 'ml Dore liep neven 't huis de schuur in en pastoor trad binnen. In de herberg stonden op 'n donker hoektafeltje nog niet omgespoelde borrels en glazen van den kaartavond van gister. Qol^ op den pngeveegden plavuizenvloer lagen stukjes sigaai en ascfr. Zoo had de naderende dood de orde in huis op 'r kop gezet! Dan maakte ie de zijdeur open. De zieke wendde 't hoofd om en keek 'm aan Dag menheer pas toor En hoe gaat 't met Manus? je heeft z'n leste kruit haast ver schoten 1 De oude herder zette zich op den stoel aan den bedrand. 't Bevalt je hier anders goed? Van oppassing? Dat hoeft niet beter 1 'k Heb wat ik wil. Maar dat is voort heel weinig 1 Als 'n mensch zoo ver is, begint ie onderdehand z'n zin te krijgen De pastoor begreep de toespeling. Ja, Manus, z'n zin mag'n mensch hier nooit hebben. En dus heb jij 'm ook niet altijd gehad 1 Maar 'n troost is 't, dat je tenminste nu zoo'n goede behandeling geniet, waar je zelf de boel alleen beredderen moest 1 En ik had nog wat met oe te be praten, menheer pastoor 1 Deze morgen heeft Dore d'r eigen aan me laten zien, zooals ze is... en net als ik er dertig jaar geleden heb leeren kennen... ze is niet zoo hard, as ik sinds begon te denken, pastoor... ze mag me graog zien... en as ik nog beter kon wor den... Dat kan, hernam geroerd de pas toor, die 'n traan en 'n glimlach tegelijk zag op 't stoppelig gelaat van den Oostganger. Bij God is niets onmogelijk, Manus, en als 't je zalig is, wordt je beter. Want door je leven heb je nooit 'n zware straf over je afgeroepen. Zelfs temidden van zonden en verleiding wist je 't hart rein te houden. Daarom thans op God ver trouwd Wie weet... 1 Die op God vertrouwt, heeft niet op 't zand gebouwd, placht onze gere formeerde kapitein te zeggen, as ie ons toesprak 1 - Maar wal door Gods hand ons gegeven of genomen wordt, nemen we met Job aan, onder benedijding van Zijn Heiligen Naam. Dat doe ik ook, pastoor. En hoe graag ik ook zou willen beter worden, 'k voel goed, dat 't nou niet meer kan en daarom... ik heb 'n eigen huisje en haast geen familie... niks as achterne ven meer, die voor den Oostganger nooit wat over hadden as spot... - Je wou 't gedoentje dus verma ken Ja menheer pastoor, aan Dore Dan kan ze 't aannemen as 'n bewijs dat de Oostganger van 'r hield en in vrede met 'r is afgestorven Er schoot als 'n krop in Manus keel en tranen dropten over z'n ongeschoren Door Dr. A. 3. 15. Ook Jan gaat heen en de vrouw en de vrouw en de kinderen gapen om den deurstijl, dien aardigen vreemden man achterna. Jan heeft toen een oogenblik aan de schuur vertoefd, die opnieuw gevoegd is, 't is daar, dat hij op een bos stroo geboren werd, waar hij voor 't laatst zijn vader zag en waar zijn moeder, de arme martelares alleen stierf, zon der door den »balsiurigen" knaap be weend te worden. P)lu wil hij naar Ter Kooijen, hij wil zien of Sijmen nog zoo boos is, of Hftnneke nog zoo'n goedhartige blauwe pogen heeft, doph hij is vpel minder opgeruimd dan eenige minuten van ie voren. De ontgoocheling is een wreed ding. Wat schijnt die Hooiberg hem nu een doodenhuis te zijn 1 Peinzend, het hoofd gebogen, stapt hij door het mul le zand en bereikt de hoeve. Daar komt juist eene sterke, jonge boerenmeid, eene roodbonte koe lei dende, uit den stal, maar neen, 't is Hanneke niet. Zij weet zelfs niet wat hij zegt, als hij naar Sijmen Block vraagt, want ze is niet van het dorp, maar Hein de knecht weet alles. AI* Uw in den aanvang onbetee- kenende verkoudheid is verergerd tot bronchitis, talm dan niet langer, neem de beproefde Akker's Abdij siroop die de prikkelende hoegt- aanvallen zal temperen, de slijm zal oplossen en vw ontstoken lliimvliezen volkomen genezen. AKKER'* verzacht zuivert geneest Alom Teikrijgtuw in kokets van 230 gram 1.50 4 530 gram ƒ2.75 en 1000 gram ƒ4.50 Sijmen? zegt Hein, o, die woont niet meer op Ter Kooijen. Die is tot verval gekomen, 't Was wel te voorzien, die had het te hoog in de bovenkamer. Als ge Sijmen had willen doodschie ten, zoudt ge zes voet boven zijn voor hoofd hebben moeten mikken, om hem te raken. Menschlief, die was nou is hoovaardig. Daarbij was hij altijd met procu reurs en mannen van de wet aan het smodderen» en dat kost je centen En nu, nu woont hij in een klein huisje even buiten het dorp en hij is de voorganger van de smokkelaars. Ja, daar verdient hij nog al een ronden stuiver mee, maar ziet ge, hij kijkt nog al diep in het glas, vooral sinds hij in het spinhuis gezeten heeft? En Hanneke? Och Heerelief! Die ligt al een jaar of twee op het kerkhof. Dat arme schaap heeft veel verdriet gehad en het is ook van klinklaar verdriet dat ze zoo jong naar het kerkeputje is ge gaan. Och ja, dat was een goed kind! Toen ze stierf woonde Hein in de buurt en hij weet nog zoo goed alsof het gisteren gebeurde, dut men 's a- vopds voor hare ziel ging bidden, en toen ze begraven werd, had Hein ook de doodkist gedragen. Neen dat zal hij nooit vergeten. Voort, voort, klinkt het in Jan Grompels hart en gejaagd is hij aan 't riviertje gekomen, waar wij hem mistroostig hebben aangetroffen. Wat eene verandering in slechts tien jaren Arm Hanneke 1 Jan Grompel zou haar nog wel eens hebben willen zien, wangen. Nog nooit had de pastoor zoo nobel en roerend iemand zien afscheid nemen van 't leven. Hier schoot ie in woorden tekort I - Zal 'k dus den notaris doen ont bieden tegen morgen 'k Kan dan zelf meekomen, zoo ge wilt. - Niet tegen morgen 1 Liever van daag nog. 't Duurt met lang meer met mei Den dood voel 'k me naar den keel kruipen. Als m'n ongeluk vieren twintig uren oud is, zal 'k er welhaast niet meer zijn. Kom, kom, je ziet 't te donker in. Manus! Maar je kunt je zin hebben 1 'k Zal zoo om 'm staren 1 De knecht van buurman fietste naar t dorp en na 'n uur reed 't notaris- koetsje voor. 't Werd beschreven, zoo als Manus' laatste wensch was en na afloop daarvan stapte de pastoor mede 'l rijtuig, tenvolle gerust door de gemoedskalmte van z'n zieken paro chiaan, Van 't geld, dat Manus al had overgespaard, had ie z'n uitvaart betaald 'n aantal Missen gefundeerd voor z'n zielerust. Dienzelfden nacht stierf ie. 's Anderendaags in den morgen kwam Leen, de buurvrouw. En Manus had zeker nog'n lieven duit? snebbelde ze. Je weet,'t hutje met wat heigrond 1 De bloed heeft 't zeker gelaten aan z'n neefjes van Adamswege ging ze nieuwsgierig verder. Nee, Leen, ie heeft alles aan mij vermaakt 1 Aan jou 1 Nou 't is je natuurlijk van harte gegund! Dat spreekt! Toch maar waar he, dat ouwe liefde niet roest? Nee, dat had ik nou van den Oostganger toch niet meer gedacht! Ach Leen, jij hebt Manus nooit gekend Niet gekend zeg je 1 Van kinds been af! Nee Leen, jij en de menschen hier op 't dorp hielden 'm voor even ruw en ongevoelig als zooveel anderen, die naar de Oost gaan uit schande of zucht naar avontuur. Maar dan heb je 'm niet gekend, hoor, heelemaal niet 't Was 'n mensch, zooals ik geen ander al ben ik weduwvrouw heb aangetroffenZoo goed en zacht en vergevingsgezind He, Dore, wat draaf je door 1 Zoo praatte je gister ook nog niet! Maar'l geld, dat stom is... 1 Nee, Leen, nogmaals nee 1 Jij hebt niet begrepen en zult 'm niet be grijpen ook! voorkwam Dore. Dat kan ik, jij nietl Buurvrouw droop af met smalend gezicht. 't Weeuwke pinkte 'n traan weg en ging twee kaarskes aansteken in de sterfkamer op 't kastje bezijden de roode papieren roos voor 't Maria- beeldje. Dit had d'r man zaliger in z'n braven tijd 'r cadeau gedaan. Op het gemarmerde voetstukje las ze in gouden lettersKoningin der reine Liefde, bid voor ons. Hier, in de vlakke nabijheid van den dood, was het, als spraken haar de twee rustige kaarsvlammen neven 't nu glimlachend beeld van Onze Lieve Vrouw, van leven, dat niet sterft, en liefde, die door geen aardsche banden zich laat binden. En uit deze devote stemming groeide een innig gebed, door geen beslommering verstrooid. Haastig sloeg ze 'n kruis en bad aan d'r rozenkrans een lange rij wees ge groeten en vaderonzen voor den doode Al heeft ie 't denk ik minder noodig dan ikzelf, bepeinsde ze nederig. Smederij LEUNEN maar van het land, waarheen Hanne ke vertrokken is, komt men helaas niet weer. Ze is toch te vroeg weg gegaan en 't is zoo lang rusten op dat eenzame kerkhof; maar 't was de wil van Dien van hierboven en het oog van Jan Grompel is vochtig en hij hoeft diep gezucht. 't Is toch wel aardig, zegt hij na eene poos. en op den kant van het rivierke stil staande, ik heb dat Iian neke nooit kunnen vergeten. Omtrent den middag was Jan Grom pel in het dorp terug. Ziet, zietdaar is die kerel weer van 't infernael balaillon 1 roept een der dorpspolitiekere, die alweer in 't jeneverhuis zitten te borrelen en op dien uitroep vliegen allen op en ver dringen zien voor de vensters. Inderdaad, nu staat hij ginds op den hoek van het huis, hij draagt nog al tijd den blauwen kiel en den gedeuk- ten hoed met afhangende randen, niet ongelijk aan een Tyroler hoed. Hij leunt tegen den gevel, de twee armen kruiselings op den tromp van een geweer, dat hij zoo even uit het arsenaal van den smid heeft gekregen Wat zou die kerel daar toch wil len aanvangen? mompelt de brouwer. Drommels daar ben ik maar in 't ge heel niet gerust om. En zoo alleen. En dan de patrouille der kuras siers of huzaren, die op ieder oogenblik komen kan. Eerst is het een klein plekje maar snel wordt het grooter, omdat daarna de ziektestoffen de omringende huid besmetten voorkomt uitbreiding zuivert en geneest want Akker's Kloosterbalsem zal de kwade stoffen, ontsteking en ziektekiemen uit het vleesch trek ken, de pijn en de jeuk dadelijk doen bedaren t de groei van een nieuwe gezonde huid bevorderen. Daarom is Akker's Kloosterbalsem weergaloos bij eczeem, etterzweren, puisten, dauwworm, bloedvinnen,verouderde beenwonden,maar ook bij brand- en snij wonden, schrale huid, gespron gen handen, kloven, winterhanden en -voeten. Per groote pot van 20 gram 50 cent. Alom vet/ri)gbaar. Potten van 50 gram f 1,en 100 gram f 1.75 nog voordeeligex. Wij vestigen er de aan dacht op, dat Foster's Rugpijn Nier n Pilleu thans uitsluitend verkocht worden in verpakt in met zwarten opdruk. Weigert alle andere verpakkingen. FosterMcClellan Co. London. /~\ndergeteel:ende beveelt zich beleefd aan voor het maken van In bruin en zwart f handwerk) worden SPOEDIG en NETJES uitgevoerd Manszolen en hakken f 2.25 Jongens idem van No 36—39 f 1.95 Damen idem f 1.50 Meisje* idem van No 3235 f 1,25 Jongens idem van No 3235 f 1.25 idem van No 28—31 f 1,10 idem van No 2427 f 0,85 Aanbevelend, 15 Wasschen en Strijken Boorden. Manchetten, Gordijnen enz Twaalf kerels te paard legen hem alleen. Ahwel, 'k zeg ekik dattay het dozayn Ollanders wel kapittelen zal Dat zou ik willen zien, maar ge zult hem zien schuiven, als de huzaren afkomen, lachte de schoolmeester. Ay zal staon, zeg ekik, as 'n paol en ze alle twelf toe frikkadelle kappe. Sapperstie, ay is 'ne felle kadee, zulle. Zoo zayn de Belsen. Duvels he Veur nikskemendalle verveerd 1 Daar is de patrouille. Inderdaad, ginds in de verte glins tert de voorjaarszon op de wapens en het glimmend equipement van een kleinen troep ruiters, welke langzaam den kronkelenden zandweg, die naar het dorp geleidt, volgt. 't Zijn de huzaren; keurtroepen voor waar. Fiksche ruiters, ferme jongens, in schilderachtig uniform. Dat alles schittert, alsof de mannen klinkklaar diamant op 'f lijf hebben. De karabijn hangt langs den zadel; de holsterpislool is ontbloot want dat dorp, weet je, staat in een slechten reuk Dat zijn daar allemaal muiters begrepen Waarachtig Z. H. E. Gestrenge wist wel waar Abraham de mosterd haalde toen hij in zijn ferme proclamatie zeide »bespeurd te hebben, dat er een zeer slechten geest bij eenige bewoners van het platteland heerscht." Zie je ginds die schuur langs den aardeweg Jongens, daar verscholen zich in November laatsleden de kielmannen en ze vielen onze kurassiers geducht VOOR HET MAKEN van en het leveren van alle voorkomend aan scherp concurreerende prijzen beveelt zich beleefd aan Piet van Bergen Bouwkundige Maasheezerweg 36 Klaasstraat No. 32 Telefoon 809 VENRAY Groote Markt, Telefoon 11. Het aangewezen adres voor Moderne Foto's en Yergrootingen aan billijken prijs. en benoodigdheden voor Amateur fotografen, scherp concurreerend. Vakkundig afwerken van Amateur" opnamen vlug en billijk. Leverbaar uit voorraad aan zeer lage prijzen. Stationsweg Telef. 61 ^oekbiuderij en Handelsdrukkerij OOSTRUM 14 houdt zich beleefd aanbevolen voor INBINDEN van alle boekwerken muziek en boek portefeuilles worden uiterst concurreerend vervaardigd. Mie Drukwerken spoedig en billijk. in maat- en gemaakt werk alsook degelijke reparatie, MAASHEESCHE WEG. standplaats Groote Markt. Hoenderstraat 6 VENRAY Greenen, Vuren, Eiken en Americ. Greenen. Carbolineum en Asphaltpapier. Alles aan concurreerende prijzen. op het lijf. Verraderlijk was 't, ja, maar een blauwe erwt is in ieder geval,een onverteerbaar ding, weet je. Opgepast, oog in 't zeil 1 Hel huis, waaruit een schot gelost wordt, dade lijk in de asch gelegd; en de eigenaar gevankelijk medegevoerd zoo luidt de vreeselijke proclamatie. Nu komen twee ruiters van den kleinen troep in sterken draf vooruit, 't is een veldontdekking. Feim 1... De vreemdeling staat nog altijd op den hoek van het huis. De dorpspoli tiekers loeren om deurpost en venster kozijn en beeft hij niet, zij beven voor hem. Mijd u, berg u, kerel 1 Hij verroert zich niet eens, kalm staat hij daar, als of hij in een steen veranderd is. Nu hebben de huzaren hem in 't oogde paarden gespoord en 't gaal met ge- rekten staart en vliegende manen op den kielman af.... Pang! Daar botst een kogel, op een halven voet afstand van zijn hoofd, tegen den muur aan, 't is alsof er eene vlieg tegen snort. Nu steekt de vreemde de hand op en roept de ruiters een paar woorden toeniemand verstaat hem, zoo gallop- f>eeren de paarden, maar de aansnel- ende huzaren weten wat hij hebben wil, zij houden den teugel in, zwenken en keeren in sterken draf naar de pa trouille terug. Wie begrijpt dat vroeg de brou wer bleek van schrik. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1925 | | pagina 7