Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
Een echts Minderbroeder.
Uit de Mijnstreek.
Zaterdag 28 Februari 1925 46e Jaargang No. 9.
PEEL EN MAAS
ADVERTENTIEN
aizoDderh'iumfmers5 c! Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY - Telefoon 61.
Dit nummer
bestaat uit twee bladen
Kerkelijk Leven.
1 Maart Eerste Zondag van
(juadragesiina. (=40 daagsche Vasten).
PAARS. Tweede gebed om de voor
spraak der heiligen (a Cimctis); Derde
gebed voor de levenden en de dooden
(Ornnipotens)Geen Gloria; Credo;
Prefatie van de Vasten.
Korte inhoud van deze Mis
De opsland van den mensch tegen
God bracht strijd onder de schepselen
en in 's menschen eigen binnenste. God
zal ons echter goedertieren bijslaan
den goeden strijd Hij schenkt aan
een ieder van ons een Engel, om ons
te bewaren en te geleiden en het
voorbeeld van Jezus in den strijd zij
ons tevens een opwekking. Benuttigen
wij hiertoe vooral dezen II. Vastentijd
die door de Kerk zelve als een open
bare boetetijd bedoeld is, door het be
oefenen der goede werken. Do H. Com
munie zal het krachtigste middel zijn
om overvloedige genade, licht en sterkte
te bekomen.
2 Maart Maandag. Van den dag.
(Eigen Mis) PAARS (Zwart). Tweede
gebed a CunctisDerde gebed Ornni
potens. Vierde gebed voor den Paus.
Geen Gloria Geen Credo Prefatie van
de Vasten.
Wijl vroeger op dezen dag bijeen
komst gehouden werd in een kerk,
aan den H. Petrus, den opperherder,
toegewijd, is er in het Epistel en Evan
gelie sprake van de schapen en den
herder Alle, goede en kwade, welk«
hij vooral zocht in dezen H. Vastentijd,
zal hij leiden naar de immergroenende
weiden zijner Kerk. Voor hen echter,
die naar zijn slem niet willen luisteren,
zal Hij zich op den dag des oordeels
toonen als een vreeswekkend rechter,
en niet meer als een goeden herder.
3 Maart Dinsdag. Van den dag.
(Eigen Mis). PAARS. Als gisteren.
Het Epistel bevat een krachtige aan
sporing tot bekeering, al zijn cnze
zonden ook nog zoo groot; het Evan
gelie verhaalt ons van de heiligheid
van den tempel en de zuivering daar
van van de kooplieden door Christus.
4 Maart Woensdag. (QUATER
TEMPERDAG). H. Casiinirus, Belijder.
WIT. Tweede gebed van den dag
Derde gebed ter eere van den H,
Lucius. Vierde gebed voor den Paus.
Gloria Geen Credo Prefatie van de
Vasten. Laatste Evangelie van den dag.
Ook mag de H. Mis van den dag
gelezen worden. PAARS. Tweede gebed
ter eere van den H. CasimirusDerde
gebed ter eere van den H. Lucius.
Vierde gebed voor den Paus. Geen
Gloria Geen Credo Prefatie van de
Vasten.
De II. Casimirus, zoon van Casimirus
III, Koning van Polen, onderscheidde
zich door buitengewonen ijver voor de
kerkelijke diensten en door een groote
liefde tot de H. Maagd Maria. Hij
stierf in den ouderdom van 24 jaar
(f 1483).
De II. Paus Lucius werd. eerst voor
het geloof verbannen. Uit de verban
ning teruggekeerd, verzette hij zich
mei alle kraclit tegen de ketters. Hij
werd opnieuw gevangen genomen en
eindelijk onthoofd.
5 Maart Donderdag Van den dag
(Eigen Mis). PAARS. Gelijk Maandag
2 Maart.
In deze II. Mis is vooral sprake van
brood en spijs (voor de ziel)van brood
te geven aan den hongerige om zoo
zelve door goede werken verkwikt te
worden da' wij mogen proeven door
ondervinding hoe zoet de Heer is, ter
wijl gewezen wordt op het eucharistisch
brood, dal het ware voedsel voor de
ziel is.
7 Maart Zaterdag (QUATERTEM
PERDAG). H. Thomas van Aquino,
Belijder en Kerkleeraar. WIT. Tweede
gebed van den DagDerde gebed voor
den Paus. GloriaCredo Prefatie van
de Vasten. Laatste Evangelie van den
dag. Ook mag de Mis van den dag
gelezen worden. PAARS. Tweede gebed
ter eere van den II. Thomas. Derde
gebed voor den Paus. Geen Gloria;
Geen Credo; Prefatie van de Vasten.
De II. Thomas, de Engelachtige
leeraar genoemd, werd te Aquino in
Italië geboren. Op 17-jarigen leeftijd
trad hij in de orde der Dominicanen
en beoefende te Keulen de gewijde
wetenschappen onder leiding van den
beroemden leeraar Albertus den Grooteu
Hij werd leeraar der godgeleerdheid
aan de Universiteit van Parijs en schreef
zijn veelzijdige en bijna bovenmensche-
1 ij Ice geleerdheid neer in boeken, wier
studie nu nog door den II. Stoel geheel
bijzonder 3vordt aanbevolen. Hij stierf,
48 jaren oud (f 1274).
De Groote Vasten.
6 Maarl Vrijdag (QUATERTEM
PERDAG). II. Perpetua en Felicitas,
Martelaressen. ROOD. Tweede gebed
van den dagDerde gebed voor den
Paus Gloria Geen Credo Prefatie
van de Vasten. Laatste Evangelie van
den dag. Ook mag de Mis van den
dag gelezen worden. PAARS. Tweede
gebed ter eere van de H. Martelaren
Derde gebed a CunctisVierde gebed
voor den Paus. Geen Gloria Prefatie
van de Vasten.
De II. Perpetua en Felicitas onder
gingen den marteldood te Carthago
(t 202).
We zijn nu voorgoed in het tweede
groote deel van het kerkelijke jaar, met
als middelpunt het Paaschfeest, hetwelk
ons vooral het geheim der Verlossing
voor oogen stelt, welke immers pas
hare algeheele voltooiing vindt in de
Verrijzenis. En gelijk er op het eerste
groote feest een voorbereidingstijd was
(n.l. Advent voor Kerstmis) zoo ook nu
weer een lijd van voorbereiding, de
groote Vasten voor Paschen.
I. Hoe is de groote Vasten ontstaan?
Bij de eerste christenen waren de
Woensdagen (verraad van Judas) en de
Vrijdagen (lijden en dood van Jezus) al
vroeg vastendagen. En dan vastten ze
streng, tot laat in het middaguur, wan
neer de kerkelijke diensten plaats had
den, waarna men zich pas ontnuchter
de. Ook voor de groote feestdagen
voerde men een heel bijzonder gebruik
men kwam 's avonds te voren samen
en bracht den nacht wakende en bid
dende in gebed door, vanwaar de naam
vigilia nachtwaken komt. We hebben
nu dien naam van den nacht overge
plaatst op den dag vóór zulk een feest
(b v. vigilie van Kerstmis) en het ge
bruik van vasten- en onthouding even
eens overgehouden.
Vervolgensde eerste christenen
vastten Goeden Vrijdag en Paaschzater-
dag aan één stuk; dat warenJ,wee
dagen van rouw en boete, waarop dan
de vreugdedag van de Verrijzenis
volgde. Dit werd beschouwd als één
groote gebeurtenis en in de jaren 300
400 kwam men op de gedachte zich
op die ééne groote gebeurtenis te gaan
voorbereiden. Eerst de heele week en
vervolgens kwam men tot 40 dagen,
te herinneren aan den 40-daagschen
vasten van Mozes, op den berg Sinai,
alvorens hij van God de 10 geboden
ontvingter herinnering om den 40
daagschen vasten van Elias (na van
de spijs gegeten te hebben, welke de
engel Gods hem had gebracht) op zijn
reis naar den berg Gods Hoschter
herinnering aan den 40-daagsche vas
ten van Christus in den woestijn, al
vorens Hij door den duivel werd be
koord en zijn openbaar leven begon.
Nu moet men een onderscheid
maken
Het veertigdaagsche boete tijdperk
Quadragesima) welke boelvaardig
heid, behalve door het vasten, nog op
velerlei andere manieren kan gebeuren,
begint op den Zondag na Aschwoensdag
tot en met Paasc-hzaterdagmiddag, ter
wijl de eigenlijke Vastentijd begint met
Aschwoensdag tot en met Paaschzater-
dag-middag. Maar dit alles maakt voor
de zaken, waar het eigenlijk op aan
komt, weinig verschil.
Verder moet men nog in het oog
houden, bij het lezen der overschoone
Misgebeden van dezen H. Vastentijd
(hoe nuttig, slichtend en leerzaam blijkt
vooral nu het gebruik van een Mis
boek of Missaal, al is het alvast een
Zondagsmisboek) dat dezen tijd ook
hijzonder was ingericht, behalve voor
de gewone christenen, ook nog voor
de openbare boetelingen (gelijk we de
vorige week zagen bij Aschwoensdag)
en voor de Doopleerlingen dat waren
zij, die bijzonder werden voorbereid op
het ontvangen van het H. Doopsel in
den Paaschnacht (waarvan nu nog
over is de wijding van het Doopwater
op Paaschzaterdagmorgen).
De veertigdaagsche Vasten wordt
voorafgegaan door Vastenavond of Car
naval, welk woord komt van het latijn:
caro vleesch en vale vaarwel. Dus
een soort van vaarwel, van afscheid
aan het vleesch, omdat vroeger den
geheelen vaslentijd geen vleesch werd
gebruikt.
Treffend genoeg duurt dit afscheid
oor ongeveer veertig urenom zijn
steads toegenomen losbandigheid heeft
men op vele plaatsen gedurende die
dagen in de kerken het veerliguren
gebed ingevoerd.
II Liturgie en Vastentijd.
In den kerkelijken eeredienst (of
Liturgie) is het natuurlijk heel goed
merkbaar dat het een tijd van boet
vaardigheid is, gelijk zulks het geval
was met den Adventstijd. Men kan dat
lezen in de officieeie gebedenboeken
der II. Kerk: in het Breviergebed van
den priester en in het Misboekin de
kleur der misgewaden: paars, kleur
der boete; geen bloemen op het altaar;
beperkt orgelspel geen plechtige
huwelijksinzegeninggeen vreugdezang
Gloria in excelsis Deo eere zij God
in den hooge, geen jubelend Te Deum
laudamus= U o God loven wij; geen
Alleluja-zang; geen Ite missa e&t is
gaat nu, maar Benedicamus Domino is
zegenen wij den Heer, hetgeen vroeger
een uilnoodiging was van nog niet weg
te gaan, maar om het gebed voort te
zetten op het einde der Vastenmissen
nog een afzonderlijk gebed over het
volk, beginnende met de woorden
buigt Uwe hoofden in ootmoed voor
Uw God neer; bij de plechtige II. Vas
tenmissen bekleeden de diaken en sub
diaken zich niet met hunne opper
kleederen.
Door bovenstaande bijzonderheden te
lezen zal wellicht de II. Vastentijd aan
dezen of genen wat meer begrijpelijk
voorkomen waarom dit is en dat enz.
en zal dientengevolge hel bekende ook
meer bemind maken.
eenvoudig leefde hij z'n leven. Maar
daar ging 'n kracht van hem uit, ge
weldig 'n Kracht die de menschen
omhoog droeg naar God
Als ze eens allemaal konden en wil
den spreken de menschen, die hij als
gehypnotiseerd heeL voor 't goede de
Magdalena-zielen, die hij uit hun eigen
verachting heeft opgetrokken, naar 't
lichte hopen, naar een rein leven. Kon
den ze eens spreken
Pater Valentinus werd den 10 Febr.
1827 geboren te Tongeren in België, en
stierf 1 Januari 1905 te Hasselt. In die
78 levensjaren heeft hij gewerkt met
al de energie van zijn vlaamsche wil
en kracht, om te worden 'n goede
broeder van Sint Franciscus en hij is
't geworden met Gods genade.
Want dat is werken, 't Is werken je
zelf te vormen tot 'r. braaf en rein
Godskind.
In eiken mensch zit aanleg om 'n
heilige te worden maar ook aanleg om
'n duivel te worden van boosheid. De
eene aanleg trekt hem omhoog, naar
't reine, 't verhevene, naar God, de
andere trekt hem naar omlaag, naar de
modder, de zonde.
'n Heele boel menschen zitten zoo
wat middenin. Slecht zijn ze niet. Ileele-
maal niet! Buitengewoon goed ook niet.
Neen ze zijn zoo, wat we zouden kun
nen noemen «renteniertjes in 't geeste
lijk leven". Ze doen fatsoenlijk hun
plicht, maken niet te veel gekke bokke-
sprongen, en leven zoo hun leven met
'n heilige en hij ging aan het werk.
Frater Valentinus was driftig, gewel
dig driftig. Als Louis Paquay, konden
zijn oogen vlammen, zijn mond heftige
felle woorden d'r uit gooien. Konden
zijn vuisten beuken op een jongen die
hem te na kwam. En toen hij daar in
.Thielt in het rustige klooster leefde,
kwamen hem de zachtmoedigheid en
kalmte niet op een goeien middag aan
gewaaid.
't Gebeurde op 'n avond. Frater
Valentinus liep in een van de gangen
van het klooster en kwam frater Mat-
theus Cannaerts tegen, dié van zijn
klas was. Frater Mattheus, zei
hij een weesgegroetje asjeblieft
voor mij. Och was 't antwoord
zoo'n heilige als gij zijt, heeft dal
waarachtig niet noodig. De vlam sloeg
Valentinus uit de oogen en zijn vuist
met geweld tegen den mond van den
ander slootend riep hij uit: Wat?
moet gij ook al zeggen dat ik een
heilige ben, ze zullen dat tenlaatste
nog gelooven. Maar ineens daar was
't weer heilig moet ik worden. En op
zijn knieën vallend vroeg hij om ver
giffenis. Zoo verslond pater Valentinus
zelfvorming, zoo bracht hij dat wilde
in zich zelf lot rust.
Het heilig paterke van Hasselt.
't Gebeurde toen Sint Franciscus van
Assisië nog leefde. Hij had zijn vader
en moeder verlaten, zijn vrienden en
kennissen. Alles was weg 1 De dagen
van pret en jeugdigen overmoed, van
feesten en pronken met vaders rijkdom...
Franciscus zou voortaan door de wereld
gaan als 'n pelgrim, 't Genoegen was
immers zoo kort en de pijnen eeuwig,
en de glorie oneindig.
Op 'n morgen kwam Aegidius, 'n
jonge man uit Assisië, bij, Franciscus
en zijn broeders. Hij had 's avonds bij
zijn kennissen hooren spreken over
den zoon van Pietro Bernardone, ,-den
rijken lakenkoopman, over Franciscus
die nu zoo arm rondliep als hij in As
sisië kwam hij had 't toch zoo goed
kunnen hebben over Bernard van
QuiDtavalle die z'n heele hebben en
houden aan de armen had gegeven,
over Pietro Cassani die zijn drukke ad
vocaten praktijk in den steek had ge
lalen en nu ook al bij Franciscus was.
En de kennissen van Aegidius hadden
de schouders eens opgehaald voor 't
dwaze doen van die mar nen. Maar
Aegidius was stil geworden, heel slil.
Daar was iets wonders in hem gebeurd,
's Nachts had "ie niet kunnen slapen
van verlangen. En 's morgens al heel
vroeg was ie naar de H. Mis gegaan.
Hij had nog eens goed gebeden entoen
rechtdoor naar Franciscus.
Hij vond Franciscus in 'n bosch bij
Porliuncula. En Aegidius had toen heel
eenvoudig aan dien armen liefderijken
man gevraagd of hij voorlaan ook bij
hem mocht blijven
Franciscus vond 'l goed. Hij nam
hem mee naar broeder Bernard en
broeder Pietro en stelde Aegidius aan
hen voor met deze woorden »De Heei
onze God heeft ons een nieuwen goeden
broeder gezonden. Laten we ons daar
om in den Heer verheugen en in liefde
samen eten".
'n Goede broeder 1 Dat moet Sint
Franciscus in den hemel ook wel ge
zegd hebben van een zijner zonen, nog
niet zoo lang geleden gestorven.
'n Goede broeder, 'n echte Minder
broeder, dat was Pater Valentinus
Pacquay, »'t heilig paterke van Hasselt"
Pater Valentinus was 'n mensch die
niet veel werk van zich zelf maakte,
heelemaal geen lawaai dat de menschen
nou eens konden hooren wie daar zoo
ie roepen stond. Heel eenvoudig, o zoo
'n heel zelf-voldaan »0. L. Heer mag
tevreden over me zijn", 't Is nu wel
waar, dat als we al de menschen die
nu heelemaal uit 't lood geslagen daar
liggen, konden maken tot zulke z.g.
renteniertjes van 't geestelijk leven,
dat we dan al 'n heel eind op streek
zouden zijn, maar O. L. Heer heeft het
gezegd aan allen die ooren hebben om
te hooren Weest volmaakt zooals
ook uw hemelsche vader volmaakt is.
En dat is nou de groote toer. Dat pon
dengewicht dat ons naar beneden haalt,
die zuiging naar onderen moeten we
ontworstelen. Dat hebben de heiligen
gedaan. Dat heeft Pater Valentinus ook
gedaan.
O, we moeten ons heelemaal niet
voorstellen dat 't voor de wordende
heiligen zoo makkelijk was zich boven
de gelijkvloersheid uit te werken. Zich
los te wringen uit die zuiging naar om
laag. Dat ging waarachtig niet met 'n
sprong en met 'n hiep hiep-hoera ik
ben er.
Maar daar is iets in den heilige wat
we den hamer zouden kunnen noemen
van 't geestelijk leven, omdat 't
plat en kapot slaat wat in den weg ligt
naar omhoog. Dat is de consecwentie.
'n Heilige, dat is de meest consecwente
mensch van de wereld. Die consecwen
tie gaat uit van deze levensotnvattende
gedachteIk kom van God om te
leven voor God en eens te komen bij
God.
Iloe maakte Pater Valentinus nu deze
gedachte tot den hamer van zijn geeste
lijk leven
Van God gekomen wilde hij leven
alleen voor God en daarom besloot hij
'n levenspad te kiezen die daarop heel
bijzonder is ingericht. Hij werd kloos
terling, Minderbroeder.
In 1849 werd hij opgenomen in 't
klooster der Paters Minderbroeders te
Thielt (België). Welke gedachte hem
daarbij bezielde, zou hij later uitspre
ken in retraites, in uitspraken, die hij
mee gaf aan hen die naar 't klooster
gingen Iemand die naar 't klooster
gaat met een ander inzicht dan om
heilig te worden is de grootste gek van
de wereld. We moeten mannen van
een stuk zijn, en die doen niets ten
halve. Wij, maar wij moeten heilig
worden voor twee. Ja heilig moeten we
ons maken koste wat het kost. We
moeten niet enkel heilig willen worden,
want daar zijn er zooveel die heilig
wilden worden. Maak u heilig, maak
u heilig, dan krijgt ge kaarskens voor
niets.
Dat wilde hij van zich zelf maken,
In een uitvoerige rede heeft de bur
gemeester van Heerlen mr. Waszink
de verschillende sprekers, die alge-
meene begrootingsbeschouwingen had
den gehouden, beantwoord.
In het tweede gedeelte, waarin de
economische en financieele toestand
besproken werd, werden zeer sombere
vooruitzichten gesteld.
Mr. Waszink wees erop, dat de toe
stand in de mijnindustrie bijzonder
slecht is. Er is overproductie, omdat
er geen voldoende afzet is, hetgeen
wederom zijn oorzaak heeft, omdat
buitenlandsche kolen, goedkooper inge
voerd worden.
Het is spreker een raadsel hoe in
Nederland deze toestand kan heslaan
dat de vreemde kolen voor een prikje
vervoerd worden (60 cent per ton)
terwijl bijv. voor vervoer van Heerlen
naar Maastricht f2.40 per ton moet
betaald worden.
Het is treurig, maar een feit, dat
het tekort der Ned. Spoorwegen is bij
gewerkt moeten worden door de Mijn
streek Spr. heeft er het zijne toe
bijgedragen om verbetering te krijgen,
maar zonder resultaten. Het zou wen-
schelijk zijn, dat de Raad in 'n tele
gram den Ministerraad op de hoogte
brengt van den onhoudbaren toestand
Het is te begrijpen, dat de mijndirec-
ties met dezen toestand voor oogen
verlichting der lasten vragen van
overheidswege opgelegd, maar niet te
billijken en te aanvaarden. Men heeft
op deze streek, zonder dat zij er om
vroeg, het mijnbedrijf losgelaten, de
groote fout, die begaan werd, is, dat te
voren aan de mijnindustrie geen be
paalde verplichtingen zijn opgelegd.
De betrokken gemee'nten zitten met
een bijna uitsluitende bevolking van
arbeiders voor ontzettende lasten. Eerst
in 1920 is men er aan gaan denken
een mijnrecht in te voeren. De gemeente
is afhankelijk van den bloei der mijn
industrie, van het moment, dat de
loonen dalen, daalt alles. De loonen
zijn in de dalende lijn, de toestand in
de industrie zorgwekkend, waardoor de
gemeente in groote moeilijkheden komt
en op dat oogenblik wordt gesproken
van afschaffing van het mijnrecht en
de zakelijke bedrijfsbelasting. Men ver
heugt zich in Noord-Limburg over
komende mijnen.
Een voordeel is 't slechts voor grond
eigenaren, enkele zakenlui en bewoners,
voor de rest is 't een nadeel.
De toestand is nu zoo, dat als het
nog een weinig verder gaat, Zuid Lim
burg nog wordt een tweede Drenthe
en Heerlen een tweede Emmen. Spr.
is somber gestemd, ten opzichte van
1925, maar durft niet te praten over
1926dan ziet hij een gat zoo groot,
dat verdubbeling van het percentage
van de inkomstenbelasting noodig zal
zijn. Er kan niets nieuws gedaan wor
den, maar alles moet gedaan worden
lom te voorkomen, dat het huis niet
instort in de begrooling met een gat
van f112.000. Er moeten maatregelen
genomen worden, dat de boel niet
radicaal vastloopt. Spreker noemt ont
vangsten, welke verhoogd en uilgaven,
welke verlaagd kunnen worden. Zoo
zal de straatverlichting gehalveerd, het
bedrag voor de reiniging van f 50.000
op f20.000 moeten worden gebracht.
Op het eerste drong spreker erop
aan krachtig samen te werken en te
doen alsof er geen partijen bestaan.
De rede maakte een geweldigen in-
I druk op den Raad en publieke tribune.