Jol. Mm, M fiilel hebben Mantels, Japonnen, Blousen en Rokken J. EX-DECKERS' Kerstkaarten, Nieuwjaars kaarten en brieven Firma van den IineMM Kerstboomversieringen» KERSTGROEPEN alle voorhanden sterk in prijs verminderd. Modemagazijnen VENLO Vleeschstr. 14 De Staatsloterij. Nieuwjaarsbrieven en Kaarten. ONTVANGEN voor den Kerstboom J. Coenen-Houtackers. hoest: Ancga Attentie Schrale Adverteert in dit blad Heden ontvangen eene prachtsorteering Groote keuze in in ruime keuze bij Gesprongen Handen Ruwe Schrale Huid Springende Lippen en Huidwondjes Te Purmerend waren 12 13 aan deze ziekte gestorven eenden in beslag genomen, en dit feit heeft den draad geleverd voor de opsporing der daders. Tijdens 't bezoek van de credieten- commissie voor de eendenhouderij ont dekte men te Volendam twee kisten met eendencadavers, welke door den inmiddels gewaarschuwden keurings dienst uit Alkmaar voor de consumptie totaal ongeschikt werden bevonden. Dr. Mol en dr. Voorthuyzen, die zich met twee onbezoldigde Rijksveldwacb ters met het onderzoek bezighielden, legden beslag op deze beide kisten, die reeds voor verzending naar Londen gereed slonden. De bekende bacterioloog dr. Te Hennepe, lid der credietencom- missie, werd erbij geroepen en con stateerde, dat de dieren aan cholera waren gestorven. Tijdens het verhoor van den koop man bleek, dat reeds verschillende kisten waren vervoerd naar Amsterdam, waar zij in »Vriesseveem" waren op geslagen. Het onderzoek werd te Amsterdam voortgezet met het resultaat, dat op een groot aantal kisten met eenden beslag kon worden gelegd, nadat uit steekproeven was gebleken dat ver schillende exemplaren aan de gevrees de eendenziekte waren gestorven. Dr. Te Hennepe antwoordde op de vraag, of de comsumptie van aan een besmettelijke ziekte gestorven eenden gevaar voor de gezondheid zou kunnen opleveren, dat, indien zulk een exem plaar goed gekookt zou zijn bij het eten ervan geen vrees voor de gezond heid beslaat, maar zoodanige dieren moeten niettemin ongeschikt voor con sumptie worden verklaard, en de handel erin dient ten strengste te worden ver boden, ook al omdat zich tusschen de gestorven dieren exemplaren kunnen bevinden die aan tuberculose hebben geleden en reeds de behandeling van laatstbedoelde dieren door poeliers enz, kan besmetting veroorzaken. Voor de reputatie van Nederland als eenden exporteerend land achtte dr. Te Hennepe het dan ook noodzakelijk, dat tegen knoeierijen als de hierboven ver melde met de meeste kracht wordt opgetreden. In 't bewuste perceel te Volendam werd 'n groote partij dons van eenden aangetroffen, waardoor het vermoeden rijst, dat veel meer dan 21 kisten ver dacht gestorven eenden zijn vervoerd aangezien gezonde eenden bij het slachten niet geplukt worden. Deze partij dons is eveneens in beslag ge nomen en zij zal worden gewogen, waardoor men hoopt te kunnen nagaan, hoeveel eenden ongeveer zijn geslacht. Dcos 6O*S0cl Bij Apolh en Drogisten. 324—6 In een artikel over bovenstaand thans weer »braniend" vraagstuk in »De Amstelgids" wijst het Tweede Kamerlid Abr. Staalman op een euvel Het zonneke schijnt zoo lekker en doet het haantje van den toren glinste ren alsof het gisteren, even als de koperen ketel, door het kraaknetste meisje van het dorp blinkend geschuurd was. Het kerkhof is zoo frisch groen en met bloemen doorstippeld als een splinter nieuw katoentje, en rondom het oude kerkske, staat alles zoo weelderig te bloeien en te geuren, dat het een lust is. Tegen de torenmuur was een stel- laadje geplaatst. Jan Grompel zit er op. Hij trommelt met de hakken zijner klompen tegen de planken en fluit met dubbelen tongslang. Beneden de stel ling, op den grond, is zoo even, want het ite missa est is uitgesproken een Oud man komen neerzitten, hij zit diep gebogen, in den langen ouden badvriezen jas gedoken, en heeft eene "versleten platte haren pet op het hoofd. Zijn haar is sneeuwwit. Beide han den houdt hij op de knieën saamge- vouwen, en ik geloof dat hij starlings op de punt zijner wit geschuurde klompen ziet. Daar naast staat een oud mager manneke met een klein, rimpelig, scherp geteekend gezicht en de nog vinnige oogen diep, onder de lange grijze wenkbrauwen verborgen. Hij heeft een zwart baardbranderke in den mond, want hij zal straks aan dezen of genen boer eens vragen om te mogen stoppen. Hij draagt een grijzen soldatenjas en eene oude groenleeren pet, onder welker klep hij uit loert, als een vos uit zijne pijp. De beweging van het manneke is koortsachtigkort afge beten zijn zijne woorden, barsch zelfs. Naast hem staat een logge, vierkante kerel met een rooden beparelde neus, zwadderkaken en balken onder de oogen, hij heeft een geel en door de luiheid afgeschaafd pak aan en een blauw wollen slaapmuts op. dat het richtig functioneeren der Sjaats- loterij in den weg staat. Voor zoo velen is het geen geheim, dat de Staatsloterij op het oogenblik eigenlijk voor niets gebruikt of mis bruikt wordt, dan om eenige goede vrienden en bekenden aan een winst gevende positie te helpen door hem (of haar) met het collecteurschap te bedeelen. Hierin reeds steekt een ern stige fout. Het collecteurschap komt op deze wijze al te vaak in handen van niet alleen totaal ondeskundigen, maar ook geheele onbekwame personen om deze functie uit te oefenen. Het gevolg is dan ook, dat verscheidene van zulke collecteurs en nog meer collectrices, hun loten aan een of ande ren collecteur overdoen, die met meer koopmanschap is bedeeld en die dan een deel van de winst aan den titularis afstaat en overigens verder niet meer naar de hem qf haar toebedeelde loten omkijkt. Vandaar ook weer, dat het publiek niet altijd op het kantoor van zulk een collecteur of collectrice een lot in de Staatsloterij kan bekomen en dat men bij andere collecteurs de gega digden vaak in een lange rij ziet staan, teneinde een lootje te kunnen bemach tigen. Het ligt voor de hand, dat zulke ge gadigden liever op een gemakkelijker manier worden bediend en dat velen van hen onder zulke omstandigheden zich wenden tot de vele gelukskantoren die ontstaan zijn en wier opkomst al thans sterk in de hand is gewerkt door de gebrekkige wijze van exploitatie der Staatsloterij Indien een particulier het een of ander onderneemt, een zaak opzet, zoekt hij in de allereerste plaats naar de beste, meest doeltreffende wijze van exploitatie en naar de beste hulpkrach ten bij de uitoefening der zaak. Aan genomen dat iemand een loterij mocht opzetten en dat hij dit op de meest soliede en eerlijke wijze wenschte te doen, een betrekkelijk gering, in ieder geval niet meer dan billijk percentage van de winst voor zich wenschte te behouden en dus aan de deelnemers in de loterij het overgroote meerendeel van de baten wilde laten, dan zou hij het toch niet in zijn hoofd krijgen, op zulk een onpractische manier deze loterij te doen functioneeren. Hij zou integendeel alles doen wat in zijn ver mogen was om het publiek coulant te bedienen en bekwame, ter zake kun dige personen met den verkoop belas- en. Hij zou dus juist anders om doen dan op het oogenblik de Staat doet. Men begrijpe ons goed er zijn inder daad onder de collecteurs en collec trices in de Staatsloterij alleszins voor dit bedrijf geschikte en bekwame per sonen maar en dit herhalen wij dit kan lang niet van allen gezegd worden. Het lijkt er soms op, alsof de Staat zijn eigen bedrijf wil saboteeren. Het zal wel niet in de bedoeling van de Regeering liggen, maar het moet geconstateerd worden, dat de Staat zijn taak in dit opzicht zeer slecht begrijpt. Men heeft de particuliere loterijen laten uitdijen men heeft toegelaten, jaren achtereen, dat naast de goede onder nemers van premieleeningen (meestal verkapte loterijen) ook een aantal is ontstaan, wier praktijken aan oplich. Hij hangt, eer dan hij leunt, tegen de torenmuur Verder een paar vrouwen die den bovenrok over het hoofd ge slagen hebben, en een drietal kinderen, die op het kerkhof spelen. Dat zijn de bestedelingen. De kinderen zijn weezen, de vrouwen ongelukkige sukkels, de logge kerel is een jeneverbroer, die in den Franschen tijd, zijn zedelijk en stoffelijk welzijn versmokkeldehet kereltje in den grijzen schanslooper, is een ouden Ooslinjevaarder en die te Waterloo zoo wat heeft meegeholpen. De gebogen grijsaard en ik scbrijf hier waarheid was in de dagen van ipiere l'argant, maire van het dorp. Mu nu is de man tot necadencie gekomen. In vroeger tijd woonde hij in het steenen huis, met groote vensters en witte gordijntjes daarachter, en met een vergulden weerhaan op het leien dak, krek als op den toren. Hij wilde dat er zoo maar twee huizen in het dorp waren 't zijne en dat van Onze Lieven Heer. Zondags ging hij nooit ter kerke, of hij had blinkende kaplaarzen aan, met een verguld kwispeltje langs voren een witten chabot, leeren handschoenen en een bloem in het knoopsgat. Hoogvaardij komt altijd ten val. Och, val hem niet hard I 't Is zoo bitter nu bij dezen of genen armen boer het genadebrood te eten Hij ondergaat de vernedering stil zwijgend en gelaten, 't Is niet zooals de oude soldaat, die altijd preutelt en dreigt, maar toch de schapen hoedt, sokken breidt, aardappelen schilt, het jongste kind van den boer wiegt en 's avonds zijne lotgevallen vertelt. De dronkaard, dat is wat anders die is en blijft lui, en als men hem wat veel doet werken, beweert hij een rentenier te zijn. Daar is de pap te dun, ginds is de saus niet vet genoeg, hier laat men met opgezetten wil heel harde korsten ting in het groot doen denker. Thans wil men alle premie-leeningen, die de loterijen gelijken, bij de Wet gaan verbieden en tenslotte verkondigd de Regeering het plan om ook de Staats loterij op te heffen. Het is alsof men een premie gaan zetten op allerlei uit vindingen van ondernemingen; die hetzelfde effect hebben als de loterij, maar waarbij men toch door de mazen der Wet kan heenkruipen. Men schijnt in Den Haag te gelooven, dat men dit voorkomen kan. Van veel levenswijs heid getuigt dit niet. In de zooeven aangehaalde Memorie van Antwoord zegt Minister Colijn van meening xte zijn, dat het niet de taak der Overheid is, de speelzucht te be vorderen. Of men het hiermede nu eens is of niet, dat mag toch wel ge constateerd worden, dat men door deze wijze van doen, n.l. om eenerzijds de Staatsloterij af te schaffen en ander- 'jds de premieleeningen, die loterij bedoelen, geheel te verbieden, onge twijfeld de speelzucht zal bevorderen en, wat zeker erger is, deze in totaal verkeerde bedding zal leiden. Gaat men reorganiseeren en het is hoog tijd dat dit geschiedt, veeleer dan de zaak in te krimpen of al te schaffen dan gjzal men ook met het onzalige stelsel moeten breken dat meer en meer ingang gevonden heeft, n,l. dat men den verkoop van loten stelt in handen van menschen,, die er "uut niet voor berekend zijn en niet bekwaam genoeg om 't publiek van dienst te kunnen zijn. 't Collec teurschap moet dan weder zijn, zooals het toch oorspronkelijk werd opgevat, een betrekking die niet verkregen wordt omdat men in behoeftige om standigheden verkeert en voordeelige connectie bezit met invloedrijke per sonen men zoeke ook hiervoor zooals het voor ieder ambt of betiekking ver- eischte is, de meest geschikte en be kwame personen. De Slaat kan met Staatsloterij goed werk doen maar dan moet gehandeld worden als van een verstandig op voeder en bekwaam koopman kan worden gevorderd. Hieraan ontbreekt op dit punt zoo niet alles, dan toch zeker veel. Ondergeteekende beveelt zich aan voor het maken van alle soorten Dames- an Kinderklaeding als mantels costumes, blonsen, alle ondergoederen, Tevens verkrijgbaar alle garneering, voering, knoopen, versierselen enz. Anna V olieberg Stationsweg C 18 VENRAY ^ruwe huid,Gesprongen S. handen,SpHngende lippen. Jm Gebnuik „Jr aan het brood bakken op een ander moet de boer altijd in den warmsten hoek bij het vuur zitten. 't Is eene schande 't zijn immers oude menschen Doch er is geen eer bied meer voorden ouderdom. Niet waar, schout, zegt het kerel tje, schavuiten zijn 't, geen respect meer voor den arme, gij waart schout ik soldaat, ik heb de Oostinje gezien, ik ben te Waterloo geweest. Och, antwoordt de aangesprokene, met een gebroken stem 't zal mijne tijd wel duren 1 De dienst is uit, boeren en boerinnen staan voor het stellaadje. De schout is tot op den draad versleten die is voor niets goed meer, hij kan zelfs geen aardappel meer schillen, maar toch, 't is zoo'n goede sbkkelaar. Die smokke laar is geen duit waard. Berg de jeneverflesch als gij hem pacht 1 En dan de Oostinjevaarder zou, als hij aan het babbelen geraakt, den aardappel aan de punt van zijn vork laten koud worden maar toch die is nog eenige guldens waard. Ha, Pompernelleke 1 zegt Sijmen tot het manneke in den schanslooper, kunt gij de oude stramme beenen nog opflikkeren? Laat zien... Neen, -zegt de soldaat met een zuchtende en pijnlijke stem, want hij wil door Sijmen niet gepacht worden, maar hij zou het wel kunnen voor Krelis den ossekooper, want bij deze is de pap minder nat dan bij Sijmen. En gij schout, kunt gij de geit nog langs den houtkant laten weiden mest rapen, hout en turf inhalen en hei kind wiegen De oude man licht het hoofd op en zegt Ik kan niets meer... Ik ben tot nieta meer goed. Komaan veldwachter, begin 1 Ja, nu schout, gij 't eerst op de stelling 1 spreekt de veldwachter. Och, die woorden moeten den armen man hard vallen. Wordt vervolgd. in verschillende maten, zoowel in gips als papier maché. Ontvangen kas-, dag- en alphab. boeken, nota- en brie/bloes, cahiers inkt, potlooden, gummi enz. Voordeelige aanbieding in stallantaarns worstmachines, droogrekken, kinder stoelen, hobbelpaarujes, schaatsen, bedflesschen enz. Beleefd aanbevelend, 3100 Zie onze etalage''s en vraagt prijzen. eene groote sorteering kribben, figuren, ballen, piekenmos, sneeuw, kaarsen enz. Tevens eene groote sorteering Kerst-, Nieuwjaarskaarten en brieven. Lage prijzen. Aanqevelend, 44 BE

Peel en Maas | 1924 | | pagina 6